Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 mei 2021
2021D16422 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 10 mei
2021 en het verslag van de RBZ van 19 april 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2323). Tevens zijn geagendeerd: Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 26 maart
2021 inzake Fiche: Mededeling versterken bijdrage EU aan op regels gebaseerd multilateralisme
(Kamerstuk 22 112, nr. 3079); brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 3 mei 2021 houdende reactie op
verzoek van commissie om nadere informatie over de «nationale exercitie» in het fiche
over het EU-voorstel op het gebied van multilateralisme.
De fungerend voorzitter van de commissie, Wilders
De griffier van de commissie, Van Toor
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 10 mei 2021. Zij hebben een aantal vragen
en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken voor de Raad Buitenlandse Zaken op 10 mei aanstaande. Deze leden hebben nog
enkele vragen aan de Minister.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de Raad Buitenlandse
Zaken, het verslag en de mededeling. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen
hierover.
De leden van de CDA-fractie hebben ook nog enkele vragen en opmerkingen
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de geannoteerde
agenda en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinksfractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de Raad Buitenlandse Zaken. Zij hebben naar aanleiding daarvan de volgende vragen
en opmerkingen.
Afghanistan
De leden van de VVD-fractie onderschrijven de oproep van het kabinet tot een actieve
inzet van de EU in het Afghaanse vredesproces en het verduurzamen van behaalde resultaten.
Deze leden zijn het eens met het kabinet dat de aandacht uit moet gaan naar de veiligheidssector,
de rechtstaat en de rechten van vrouwen en minderheden.
Voor de leden van de VVD-fractie blijft het hoofddoel van de toekomstige betrokkenheid
in Afghanistan het voorkomen dat Afghanistan opnieuw een vrijhaven wordt voor terroristen
die aanslagen op Westerse doelen kunnen voorbereiden. Is de Minister het met de leden
van de VVD-fractie eens dat dit het hoofddoel moet zijn van de inzet van Europese
landen? Zo ja, is de Minister bereid om dit expliciet uit te spreken tijdens de RBZ
en er bij andere landen op aan te dringen dit ook als hoofddoel te beschouwen?
In dat licht is het voor de leden van de VVD-fractie van belang dat in de toekomst
voldoende inlichtingen worden verzameld om terroristische dreigingen vanuit Afghanistan
te signaleren en te verstoren, en om Afghaanse veiligheidsdiensten in staat te stellen
tegen deze dreigingen op te treden. Is de Minister voornemens om met andere gelijkgezinde
landen afspraken te maken over het verzamelen en onderling delen van deze inlichtingen?
En welke mogelijkheden ziet de Minister in de toekomst voor samenwerking met de Afghaanse
regering op dit terrein? Ziet de Minister hierin een rol voor de EU of voor de NAVO,
of betreft dit vooral bilaterale afspraken tussen Nederland en bondgenoten (inclusief
de VS en andere relevante landen zoals Canada en Australië), en Afghanistan?
Het risico op instabiliteit in Afghanistan gaat gepaard met een risico op een toename
in vluchtelingenstromen. De leden van de VVD-fractie vinden het daarom des te urgenter
de migratieafspraken uit de Joint Way Forward van 2016 te bestendigen en verder uit
te bouwen. Kan de Minister aangeven welke resultaten de Joint Way Forward heeft opgeleverd,
in het bijzonder ook bij de terugname van uitgeprocedeerde asielzoekers? Een integrale
overeenkomst over de toekomstige relatie met Afghanistan (inclusief ontwikkelingshulp
en financiële ondersteuning voor de veiligheidssector) biedt de mogelijkheid om migratie-afspraken
(inclusief de terugname van uitgeprocedeerde asielzoekers) verder aan te scherpen.
Is de Minister ook van mening dat scherpere migratie-afspraken onderdeel moeten zijn
van de toekomstige overeenkomt tussen de EU en Afghanistan? Is de Minister bereid
hierop aan te dringen bij zijn collega’s?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister een uitgebreidere toelichting te geven
op het kabinetsstandpunt dat de EU een actieve inzet dient te plegen in het Afghaanse
vredesproces, dan nu het geval is in de geannoteerde agenda, en daarbij in het bijzonder
in te gaan op het streven om reeds geboekte resultaten te verduurzamen.
De leden van de PvdA-fractie zijn het eens met het kabinet dat een stabiel en veilig
Afghanistan in het belang is van de EU. Deelt het kabinet ook de opvatting dat een
stabiel en veilig Afghanistan minstens zo belangrijk is voor de inwoners van Afghanistan?
En zo ja, is de Minister bereid dit in het bijzonder te benadrukken tijdens de Raad?
En zo nee, waarom niet? Daarnaast wil het kabinet aandacht voor de veiligheidssector,
het behoud van verworvenheden – in het bijzonder de gelijke rechten voor vrouwen en
minderheden – alsook het waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechtstaat. Maar
het heeft geen enkel concreet voorstel over hoe het dit dat zou willen bereiken of
welke inzet het kabinet zelf op deze onderwerpen heeft. In hoeverre is de Nederlandse
inzet waarvan de Kamer voor de zomer een nader voorstel zal ontvangen afhankelijk
van hetgeen tijdens de Raad besproken zal worden? Welke concrete voorstellen zal het
kabinet zelf inbrengen tijdens de Raad? Het kabinet zal oproepen tot een actieve inzet
van de EU in het Afghaanse vredesproces, in het bijzonder om reeds geboekte resultaten
te verduurzamen. Wat verstaat het kabinet onder een actieve inzet?
Sahel
De leden van de VVD-fractie ondersteunen het Nederlandse pleidooi voor een versterkte
inzet op goed bestuur en hervormingen van de veiligheidssector. Daarnaast beschouwen
de leden van de VVD-fractie het bestrijden van terrorisme en het beheersen van irreguliere
migratiestromen als twee zeer belangrijke prioriteiten in de Europese Sahelstrategie.
Deelt de Minister deze prioriteitstelling? Is de Minister bereid om erop aan te dringen
dat deze twee thema’s in de implementatie van de Sahelstrategie nadrukkelijk prioriteit
krijgen? Ziet de Minister noodzaak om bestaande migratie-afspraken met Sahel-landen
verder aan te scherpen? Zo ja, ziet hij hiertoe mogelijkheden?
Specifiek wat betreft Tsjaad zijn de leden van de VVD-fractie het eens met het kabinet
dat de stabiliteit van het land dient te worden gewaarborgd, aangezien Tsjaad een
belangrijke rol speelt in de bestrijding van terrorisme in de regio. Hoe schat de
Minister de risico’s in van de gevechten tussen het regeringsleger en rebellengroepen
voor de stabiliteit in Tsjaad? Welke rol ziet de Minister voor de EU om de stabiliteit
in Tsjaad te bevorderen?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Hoge Vertegenwoordiger niet naar Niger is
afgereisd maar naar Tsjaad. Gezien het overlijden van president Déby is dit een begrijpelijke
keuze. Echter zijn deze leden benieuwd of er alsnog een bezoek aan Niger gepland staat,
dan wel door de Hoge Vertegenwoordiger zelf, dan wel door de Speciale Rapporteur voor
de Sahelstaten, om ook de relatie met deze Sahelstaat te bestendigen? Kan de Minister
toelichten op welke manier er in de Sahelstaten gewerkt moet worden aan een beter
sociaal contract tussen burger en overheid? Wat voor initiatieven of trajecten heeft
de Minister voor ogen om dit te bewerkstelligen?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in hoeverre migratie een rol speelde
in de reis van de Hoge vertegenwoordiger en verzoeken de Minister in te brengen dat
de terugname capaciteiten en het «more for more, less for less» principe daarbij gehanteerd
dient te worden. Deze leden vragen de Minister tevens om aan te geven hoe de aanbevelingen
van de Hoge vertegenwoordiger aangaande de Sahel worden omgezet in beleidsmaatregelen
en hoe dit binnen de Europese Team Europe aanpak past en bovendien aansluit op de
Nederlandse Ontwikkelingssamenwerkingsagenda. Deze leden verzoeken de Minister aanbevelingen
te doen in het verslag van deze RBZ over hoe de bevindingen van de Hoge vertegenwoordiger
aansluiten bij de Nederlandse internationale agenda en waar Nederland kan bijdragen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nadrukkelijk de Hoge Vertegenwoordiger
verslag te laten doen van de situatie in de Sahel gerelateerd aan de pandemie en dit
in het verslag op te nemen en hierbij eveneens aan te geven welke acties Nederland
en de EU kunnen ondernemen om de gevolgen van de pandemie in de Sahel aan te pakken.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de huidige situatie in Tsjaad bijzonder
onvoorspelbaar is en de crisis onbeheersbare vormen dreigt aan te nemen. Voor het
kabinet is het van belang dat in Tsjaad een democratische transitie plaatsvindt die
de stabiliteit van het land waarborgt. Wat is de concrete inzet van de Minister tijdens
de Raad op dit punt? Welke problemen voorziet het kabinet? Nu de junta een overgangsregering
heeft benoemd, wat is de EU positie ten aanzien van verkiezingen? En hoe groot acht
de Minister de kans dat er daadwerkelijk vrije verkiezingen worden gehouden binnen
18 maanden?
Tsjaad speelt een belangrijke rol in de bredere Sahel-regio. Wat is voor het kabinet
de belangrijkste factor in de belangenafweging tussen de belangen van de bevolking
van Tsjaad en die van de EU en op welke manier kunnen die belangen in overeenstemming
gebracht worden, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.
De leden van de GroenLinksfractie zien met lede ogen de verslechterende veiligheidssituatie
in de Sahel aan. Zij vinden het positief dat de Nederlandse beleidsprioriteiten omtrent
goed bestuur ten behoeve van versterking van het sociaal contract tussen burger en
staat en hervormingen van de veiligheidssector goed aan bod komen bij de Europese
Sahelstrategie. Daarbij vragen zij zich af of de Minister kan toelichten welke gevolgen
naar zijn mening de plotselinge dood van president Déby van Tsjaad heeft voor de Europese
Sahelstrategie, onder andere ten aanzien van het bestrijden van terrorisme en jihadisme
in de regio? Ziet de Minister naar aanleiding van onzekerheid over de nieuwe strategie
van Tsjaad reden om de Europese Sahelstrategie te wijzigen, en zo ja hoe? Op welke
wijze gaan Nederland en de EU betrokken blijven bij de democratische transitie van
Tsjaad, en is de Minister bereid om in komende Raad Buitenlandse Zaken te agenderen
hoe hier vanuit de EU de druk zo hoog mogelijk kan worden opgevoerd om eerlijke en
vrije verkiezingen te organiseren teneinde een daadwerkelijk democratische transitie
mogelijk te maken?
Global Health
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat onder current affairs over global health
zal worden gesproken, aangezien de belangrijkste prioriteit van dit moment is om sterker
uit de coronacrisis te komen. Welke lessen heeft het kabinet getrokken uit de COVID-19
pandemie en zouden moeten worden ingebracht tijdens de Global Health Summit op 21 mei, zowel ten aanzien van knelpunten op de korte termijn als issues op de
lange termijn? Wat zijn voor het kabinet belangrijke speerpunten voor de Rome Declaration
of Principles en de WHA-resolutie? Wat moet hier volgens het kabinet wel of juist
niet in worden opgenomen? En hoe wordt de Tweede Kamer hier tijdig bij betrokken,
gezien uit de geannoteerde agenda de inhoud nog niet duidelijk wordt?
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland de bijdrage aan ACT-A (Access to Covid
Tools Accelerator) met € 52 miljoen euro heeft verhoogd tot € 137 miljoen. Uit welke
begroting(spost) wordt deze bijdrage gedekt? Welke bijdragen leveren andere landen
(extra) aan ACT-A, waarmee lage- en middeninkomenslanden worden voorzien van vaccins,
beschermende middelen, diagnostische tests en geneesmiddelen voor COVID-19? De ervaring
leert dat Nederland vaak voorop loopt, maar andere landen helaas achterblijven.
De leden van de D66-fractie zijn positief over de aanstaande Global Health Summit, en zijn goed gestemd over het feit dat Europese staten hier een gezamenlijk geluid
willen laten horen. Wel willen de leden vragen of de Minister de Nederlandse inzet
voor deze Summit iets verder kan toelichten. Zal Nederland zich naast de inzet op multilateralisme
in het algemeen ook focussen op de preventie van vergelijkbare pandemieën die veroorzaakt
worden door zoönose? Welke globale afspraken wil Nederland maken om het risico op
zoönosen te verkleinen? Is de Minister het met de leden van de D66-fractie eens dat
de coronapandemie heeft laten zien dat de huidige omgang met dieren grote gezondheidsrisico’s
met zich meebrengt en dit alleen door middel van betere multilaterale afspraken verder
ingeperkt kan worden? Kan de Minister hierbij de risico’s van de intensieve veehouderij
en de handel in wilde dieren onder de aandacht van de Raad brengen?
De leden van de CDA-fractie vragen wie namens het Nederlandse kabinet zal deelnemen
aan de Global Health Summit. De EU heeft het initiatief genomen voor een WHA-resolutie (World Health Assembly) over «Strengthening WHO preparedness and response to health emergencies» staat in
de geannoteerde agenda. De onderhandelingen over deze tekst zijn gaande valt te lezen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de tekst van deze resolutie reeds beschikbaar
is. Deze leden vragen bovendien of de Nederlandse regering voornemens is deze resolutie
te amenderen en de Kamer daarover te informeren.
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre tijdens deze Top besproken wordt hoe
lage inkomenslanden ondersteund kunnen worden in de strijd tegen de pandemie. De leden
van de CDA-fractie vragen de Minister als het gaat om Global Health in te zetten op
het versterken van gezondheidsstructuren waardoor landen sneller en beter hulp geboden
kan worden bij acute medische problemen, maar ook ten behoeve van het leveren van
basiszorg. Tevens vragen deze leden de Minister in te zetten op behoud van structuren
als COVAX na de pandemie zodat deze ook ingezet kan worden voor de bestrijding van
andere ziekten. Tenslotte vragen deze leden aan te geven bij het aanpakken van welke
mondiale ziekten of medische situaties de Nederlandse prioriteit dient te liggen volgens
het Nederlands kabinet. De leden van de CDA-fractie verzoeken de Minister hierbij
in ieder geval bacteriële resistentie hoog te prioriteren.
De leden van de PvdA-fractie zijn met het kabinet van mening dat de huidige situatie
het bredere belang van goede gezondheidssystemen en de noodzaak van investeringen
in Global Health duidelijk hebben gemaakt. De huidige grote uitdaging is om een wereldwijde
vaccinatiegraad te bereiken die genoeg bescherming biedt tegen het coronavirus. Wat
is de inzet van het kabinet binnen de EU om bij te dragen aan snellere vaccinatie
voor iedereen, zodat mensen in armere landen niet pas eind 2014 aan de beurt zijn?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de Wereldgezondheidsorganisatie voorstander
is van een TRIPS-ontheffing (Agreement on Trade-related Intellectual Property Rights)
zodat meer producenten coronavaccins kunnen maken. Is het kabinet bereid zich hiervoor
in te zetten binnen de EU? En zo niet, in welke noodsituatie acht het kabinet het
wél een optie om in te zetten om tijdelijk af te zien van octrooirechten?
De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd wat het kabinet precies bedoelt met «een
significante Team Europe bijdrage».
Westelijke Balkan
De leden van de VVD-fractie onderstrepen het geopolitieke- en veiligheidsbelang van
de Westelijke Balkan voor de EU. De leden delen daarom de inzet van het kabinet om
actieve betrokkenheid van de EU bij de landen van de Westelijke Balkan te blijven
tonen, mede in het licht van de invloed van derde landen zoals Rusland en China. Ook
zijn de leden het ermee eens dat hierover samenwerking en afstemming met de VS dient
plaats te vinden.
De leden van de VVD-fractie vragen hierbij aandacht voor landen die spijt hebben van
de betrokkenheid bij het Chinese Belt & Road Initiative, wanneer deze nadelig blijkt
uit te pakken (zoals in het geval van Montenegro). Welke mogelijkheden zijn er om
deze landen te hulp te komen, zonder dat er een moral hazard ontstaat omdat de Europese
Unie of andere Westerse landen een gemakkelijk vangnet bieden als onverantwoorde leningen
slecht uitpakken? Welke mogelijkheden zijn er voor de EU, eventueel samen met de VS,
om gekoppeld aan strenge voorwaarden (zoals verantwoording voor keuzes uit het verleden,
corruptiebestrijding, goed bestuur, en beter financieel beleid in de toekomst) landen
op de Westelijke Balkan bij te staan. Hoe kan worden voorkomen dat China controle
krijgt over bijvoorbeeld belangrijke infrastructuur en landen politiek afhankelijk
maakt? Wie binnen de Europese Unie dienen hier volgens het kabinet het voortouw in
te nemen? Is de Minister bereid erop aan te dringen dat hier binnen de EU met een
geopolitieke bril naar gekeken wordt?
De leden van de D66-fractie lezen dat er sprake is van Russische en Chinese beïnvloeding
in de Westelijke Balkan, Nederland stelt voor om dit te bestrijden met strategische
communicatie en publieksdiplomatie. Kan de Minister toelichten wat hier precies mee
wordt bedoeld? En hoe staat dit in verband met het bredere EU-instrumentarium waar
de Minister naar verwijst? Kan de Minister iets kwijt over de vormen waarin Russische
en Chinese beïnvloeding in deze regio plaatsvindt?
Graag vragen de leden van de D66-fractie ook aandacht voor een andere vorm van Chinese
beïnvloeding in de EU, namelijk het feit dat Oeigoeren zowel in Nederland als in andere
Europese landen geïntimideerd en bedreigd worden door de Chinese overheid. Uiteraard
is hier geen plaats voor in de Europese Unie en moet dit beter in kaart gebracht worden
en vervolgens een halt toe worden geroepen. Kan de Minister dit Europese probleem
aankaarten in de Raad?
Hoewel er geen besluiten worden genomen deze Raad, willen de leden van de PvdA-fractie
dat het belang van de samenwerking met de Westelijke Balkan en actieve betrokkenheid
van de EU bij deze landen wordt benadrukt. Wat is de verwachting van het kabinet ten
aanzien van de start van de inter-gouvernementele conferenties (IGCs) met Noord-Macedonië
en Albanië? En wordt er nog politieke druk uitgeoefend op Bulgarije om hun veto in
te trekken? Zo nee, waarom niet? Wat is de appreciatie van het kabinet van de uitslag
van de verkiezingen in Albanië en de mogelijke invloed daarvan op de start van de
EU-onderhandelingen? Welke rol speelt het toekomstige voorzitterschap van Slovenië?
Verwacht het kabinet hier nog bijzonderheden? En zo ja, welke?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat China honderden miljoenen euro’s aan
leningen heeft uitstaan in de Westelijke Balkan-landen. Hoe kijkt het kabinet naar
de afwijzing van de Europese Commissie om de Montenegrijnse regering financieel te
helpen bij het afbetalen van de Chinese lening voor de bouw van een snelweg? Hoe zorgelijk
vindt het kabinet het feit dat Montenegro inmiddels bijna 40% van de staatsschuld
bij China heeft uitstaan? En hoe kan de EU Montenegro hierbij helpen?
De leden van de PvdA-fractie vragen het kabinet om een overzicht te geven van de geleverde
vaccins door de EU aan de landen in de Westelijke Balkan. En hoe staat dit in verhouding
met de geleverde vaccins door Rusland en China?
Ook maken de leden van de PvdA fractie zich zorgen om de bedreigingen tegen journalisten
in Servië, Noord-Macedonië en Bosnië-Herzegovina en het risico op politieke invloed
op de onafhankelijke media. Is het kabinet bereid bijzondere nadruk te leggen op het
belang van persvrijheid als een belangrijke pijler van rechtsstatelijkheid?
De leden van de GroenLinksfractie onderstrepen het geopolitieke belang van de Westelijke
Balkan en de Nederlandse wens voor meer publieksdiplomatie van EU-zijde daarbij. Kan
de Minister een toelichting geven over wat hij hier concreet van de zijde van de EU
verwacht en op welke wijze hij dit precies gaat bepleiten bij de Raad Buitenlandse
Zaken? Deze leden onderstrepen ook het belang van het krachtiger bestrijden van de
georganiseerde misdaad en corruptie, en zij vragen welk EU-instrumentarium er wordt
ingezet om dit mede namens de EU te helpen bestrijden?
De leden van de GroenLinksfractie vragen tot slot aandacht voor de verslechterende
situatie omtrent de persvrijheid in Servië, Noord-Macedonië en Bosnia-Hercegovina,
zowel wat betreft de veiligheid van journalisten als de afwezige of zeer marginale
aanwezigheid van onafhankelijke media en journalistiek. Is de Minister bereid om bij
aankomende Raad Buitenlandse Zaken te pleiten voor meer politieke druk om de pluriformiteit
van het medialandschap te bevorderen en zo nodig onafhankelijke media en journalisten
met daarvoor geschikte EU-fondsen te ondersteunen?
Trans-Atlantische betrekkingen
De leden van de VVD-fractie hechten een groot belang aan de trans-Atlantische relatie
en kijken uit naar een verstevigde samenwerking met de Biden/Harris-administratie
in de komende jaren. Zij zijn dan ook verheugd dat de sanctiecoördinatie op deelterreinen
reeds is verbeterd. Waar ziet het kabinet verder mogelijkheden tot verbeterde samenwerking
met de VS? Wat vraagt het van de lidstaten zelf om deze samenwerking te kunnen intensiveren,
bijvoorbeeld ten aanzien van nationale investeringen in Defensie? En welke rol kan
Nederland spelen om de samenwerking tussen de EU en VS te verbeteren?
De leden van de VVD-fractie juichen het voornemen van een EU-VS top in juni toe. Welke
thema’s wil Nederland agenderen voor deze top? De leden van de VVD-fractie zien China,
Rusland, open strategische autonomie en moderne dreigingen als belangrijke thema’s
om te bespreken. Deelt het kabinet deze prioriteitstelling?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister de Raad zal oproepen tot een integrale
voorbereiding voor de EU-VS top, zodat deze tot concrete uitkomsten leidt. De leden
van de D66-fractie vinden dit een goed voornemen. Wat voor onderwerpen zou Nederland
graag geagendeerd zien op deze top, en wat voor concrete uitkomsten zijn voor Nederland,
en voor de EU, wenselijk? Op welke beleidstreinen wordt voornamelijk vooruitgang verwacht?
De leden van de CDA-fractie vragen wat voor Nederland de belangrijkste punten zijn
die geadresseerd dienen te worden tijdens de EU-VS top in juni en wat de Minister
daaromtrent zal inbrengen tijdens deze Raad Buitenlandse Zaken. Deze leden vragen
in hoeverre het VK wordt betrokken bij de versterking van de Trans-Atlantische betrekkingen.
Zo vragen de genoemde leden of het wenselijk zou zijn dat het VK als derde Trans-Atlantische
partner zou deelnemen aan de besprekingen en op welke manier het VK betrokken wordt
bij conclusies van een EU-VS top.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat met president Biden er weer ruimte is
om de trans-Atlantische banden te versterken en te komen met gezamenlijke initiatieven.
Wat ziet het kabinet als gewenste uitkomsten van de EU-VS Top in juni? En heeft het
kabinet ook een eigen initiatieven voor de agenda van de Top? En zo ja, welke? En
zo nee, waarom niet?
Belarus
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen om de situatie in Belarus en steunen
het handhaven van de afgebouwde samenwerking met zittende Belarussische autoriteiten.
Welke contacten tussen deze autoriteiten en de EU en Nederland zijn er nog wel, en
hoe verlopen deze? Ook steunen de leden het opstellen van een vierde pakket EU-sanctiemaatregelen.
Hoe evalueert de het kabinet de effectiviteit van de huidige EU-sancties tegen Belarus?
Verder vinden de leden van de VVD-fractie dat het goed is het maatschappelijk middenveld,
de onafhankelijke media en mensenrechtenverdedigers door de EU gesteund worden, evenals
de economische stimulans aan hervormingsgezinde krachten. Hoe verloopt de uitwerking
van het economisch steunplan? Hoe hard zijn de genoemde voorwaarden? Wat is het effect
van een verdere toenadering van Rusland en Belarus (en mogelijk zelfs een aankondiging
tot een fusie) op de Europese benadering van Belarus, bijvoorbeeld ten aanzien van
sancties en het steunplan?
De leden van de PVV-fractie willen helemaal niet dat geld van Nederlandse belastingbetalers
wordt uitgegeven aan een economisch herstelplan voor Belarus. En al helemaal niet
als Loekasjenko en trawanten nog in het zadel zitten. Het aftreden van Loekasjenko
wordt in de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken niet als expliciete
voorwaarde voor steun genoemd. Klopt het dat het lot van Loekasjenko c.s. niet direct
is gekoppeld aan het al dan niet doorgaan van het economisch herstelplan? De leden
van de PVV-fractie willen dat helder hebben. Graag vernemen deze leden hoe het precies
zit en wat de beoogde omvang wordt (ook wat betreft Nederland) van dit beoogde economische
herstelplan.
De Minister schrijft over de situatie in Belarus: «In de afgelopen maanden is de repressie
verder toegenomen. Daarbij is sprake van afbraak van de rechtstaat en ernstige mensenrechtenschendingen.»
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister op basis van welke rapporten hij deze
conclusie trekt. Deze leden vragen de Minister er in de Raad wederom voor te pleiten
dat de EU verzoekt aan Belarus om waarnemers toe te laten in gevangenissen en bij
rechtszaken. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wat de nieuw te vormen
sancties inhouden en of het verdergaande sancties betreft dan het beperken van beweegruimte
van individuen uit het regime.
In een symbolisch proces is de 17-jarige Mikita Zalatarou onlangs veroordeeld tot
vijf jaar tuchtkolonie. In aanloop naar zijn hoger beroep roept Amnesty op tot zijn
onmiddellijke vrijlating. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister deze zaak
kent en verzoeken de Minister deze zaak aan te kaarten tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken en vragen de Minister er voor te pleiten dat de EU zich uitspreekt voor een
correcte rechtsgang voor Mikita Zalatarou in het bijzonder en alle verdachten in Belarus
in het algemeen, zich bovendien uit te spreken tegen de veroordeling van minderjarigen
naar een tuchtkolonie, en er bij Belarus op aan te dringen om EU-waarnemers in de
zaak Mikita Zalatarou toe te laten.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in te gaan op het bericht dat een politieke
unie in de maak is tussen Rusland en Belarus. Deze leden vragen welke gevolgen een
dergelijke unie heeft voor de EU op geopolitiek en veiligheidsgebied.
De leden van de PvdA-fractie vragen de Minister tijdens de Raad bijzondere aandacht
te besteden aan alle mensen die in administratieve detentie zijn gezet vanwege deelname
aan vreedzame demonstraties en te benadrukken dat het van belang is hier continu aandacht
aan te blijven besteden. Heeft het kabinet de afgelopen maanden ook unilaterale stappen
gezet tegen het regime in Belarus en/of ter ondersteuning van de vreedzame demonstranten?
Zo ja, welke stappen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinksfractie vinden het positief dat de EU nog steeds de democratisch
gezinde krachten in Belarus ondersteunt, maar is wel van mening dat dit gezien de
voortdurende situatie een krachtige extra impuls nodig heeft. Kan de Minister zich
inspannen voor spoedige invoering van een vierde EU-pakket sanctiemaatregelen en een
zo snel mogelijke uitwerking van een economisch steunplan voor de hervormingsgezinde
krachten in Belarus? Wanneer verwacht de Minister de definitieve uitwerking en inwerkingtreding
hiervan, zo vragen deze leden? Kan de Minister daarbij een inschatting geven om hoeveel
middelen dit naar waarschijnlijkheid zal gaan en wat daarbij de inzet is van Nederland?
Rusland/Situatie Navalny
De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen over het feit dat medewerkers
van Navalny’s organisatie «Sichting Tegen Corruptie» zijn gearresteerd en gedetineerd.
Kan de Minister er in de Raad op aandringen dat de EU de onrechtmatige inperkingen
op burgerrechten in Rusland veroordeelt? Kan hij aansluitend zijn zorgen uiten over
de Foreign Agents Law die in Rusland is aangenomen en daarmee de vrijheid van meningsuiting, vereniging
en vergadering steeds verder onrechtmatig aan banden legt? Kan hij aandringen op het
vrijlaten van zowel Navalny als zijn medewerkers? Kan hij daarnaast aandringen op
individuele sancties tegen Russische officials in de machtscirkel rondom Poetin?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat formeel Rusland niet op de agenda van
de aankomende Raad staat ondanks de recente ontwikkeling van de sluiting van de kantoren
van de organisatie van Navalny. Hiermee is naar de mening van de leden van de PvdA-fractie
de onafhankelijke oppositie is Rusland feitelijk onklaar gemaakt, waarmee een nieuwe,
zeer zorgelijke situatie is ontstaan die om een duidelijke reactie van de EU vraagt.
Is de Minister bereid tijdens de Raad aan te dringen op een uitspraak waarin de EU
zich onomwonden tegen de (voorlopige) sluiting van de organisaties van Navalny uitspreekt?
En zo nee, waarom niet? Is de Minister ook bereid aandacht te vragen voor de arrestatie
van de advocaat van onder meer de anticorruptie-organisatie FBK, Ivan Pavlov, en deze
arrestatie te veroordelen onder meer met een beroep op de mensenrechtenverdragen waar
Rusland partij is, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het
Internationaal Verdrag voor Burgerrechten en Politieke Rechten? En is de Minister
bereid om te onderzoeken of de EU het onafhankelijke Russische journalisten platform
Meduza project financieel kan ondersteunen nu de Russische regering het platform tot
«buitenlands agent» heeft verklaard?
Fiche Multilateralisme
De leden van de D66-fractie staan positief tegenover de «mededeling versterken bijdrage
EU aan op regels gebaseerd multilateralisme». De leden lezen dat de EU zich actiever
moet inzetten voor het ondersteunen van het «denkproces» van de Secretaris-Generaal
van de VN en de hervorming van de VN-organisatie zelf. Kan de Minister toelichten
wat dit «denkproces» precies inhoudt, wat voor hervormingen worden er concreet besproken?
Wat is het Nederlandse perspectief op deze gewenste vernieuwingen en op welke punten
zal de Nederlandse bijdrage zich focussen? Wat wordt er bedoeld met een strengere
benadering ten opzichte van het multilaterale stelsel? Betekent dit dat landen harder
worden aangesproken als ze niet conform multilaterale afspraken of internationale
verdragen handelen? Wat voor consequenties worden hier aan verbonden?
De leden van de D66-fractie lezen dat ook het introduceren van QMV-besluitvorming
(besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid) door het kabinet als manier wordt
gezien om tactischer en flexibeler te kunnen opereren in internationale fora. Kan
de Minister nogmaals in de Raad naar voren brengen dat het de Nederlandse wens is
om wat betreft het Gemeenschappelijke Buitenland- en Veiligheidsbeleid af te zien
van het vetorecht van lidstaten en over te gaan naar QMV-besluitvorming?
De leden van de D66-fractie lezen dat ook internationale financiële instanties toe
zijn aan vernieuwingen, hierbij willen deze leden opmerken dat er steeds vaker wordt
gesproken over digitale munteenheden. Wat is het standpunt van Nederland ten aanzien
van het integreren van digitale munteenheden in het bestaande internationale monetaire
stelsel? Wat voor rol zouden de EU, het IMF en de Wereldbank volgens Nederland moeten
spelen in de zoektocht naar nieuwe betaalmiddelen?
De leden van de D66-fractie vinden het teleurstellend dat het de EU-lidstaten niet
lukt om in VN-gremia eenduidig te spreken over gender en willen de Minister vragen
zich hard te blijven inzetten om er voor te zorgen dat de EU een plaats van tolerantie
en respect blijft als het gaat om gender. Hoe gaat de Minister zich hiervoor inzetten
binnen de komende Raad en bij toekomstige internationale gremia?
Het is iedereen inmiddels wel bekend dat de PVV wil dat Nederland zich uit de EU terugtrekt.
Het versterken van de EU zolang Nederland lid is, vinden de leden van de PVV-fractie
dan ook geen goed idee: waar de EU wordt versterkt, worden de individuele natiestaten
en democratieën namelijk verzwakt. Het versterken van de EU binnen het multilaterale
stelsel, en de volgens de brief daarvoor gewenste besluitvorming bij gekwalificeerde
meerderheid, gooit zand in de motor van onze democratie. De Kamer raakt nu al de grip
kwijt op het buitenlandbeleid. Zie bijvoorbeeld het nalaten om onrechtvaardige anti-Israël
resoluties bij de VN af te wijzen, of het feit dat Iran is verkozen als lid van de
UN Commission on the Status of Women. Hoe kan de Kamer nog invloed uitoefenen op deze
of vergelijkbare thema’s als de grijze EU-meerderheid in de EU uiteindelijk de koers
bepaalt en de trein toch wel voort dendert ongeacht wat de leden van het Nederlandse
parlement ook vinden?
Ook geloven de leden van de PVV-fractie niet dat het versterken van de EU binnen het
multilateralisme geen financiële gevolgen heeft, zoals in het Fiche staat. Natuurlijk
heeft het dat wel! Meer EU presentie binnen het multilaterale stelsel heeft logischerwijs
tot gevolg een groter ambtelijke apparaat, dus meer kosten. Daarnaast zal meer aanwezigheid
in de bestuursorganen van de VN-fondsen en programma’s (zoals UNICEF, UNDP, UNFPA,
WFP, WHO) uiteindelijk leiden tot meer uitgaven aan diezelfde fondsen/programma’s.
Het kabinet stelt immers zelf dat «VN-entiteiten uitvoerders zijn van EU ontwikkelings-
en humanitaire hulp». Het zijn communicerende vaten: dus meer EU betrokkenheid zal
ongetwijfeld neerkomen op meer hulpgeld. Kan de Minister daarom alsnog een inschatting
geven van de extra kosten die deze plannen met zich meebrengen?
Samengevat willen de leden van de PVV-fractie niet dat Nederland gaat meewerken aan
het versterken van de EU binnen het multilaterale stelsel. Meer macht voor de EU betekent
minder macht voor Nederland. Waar de EU de democratie wereldwijd wil bevorderen met
dit plan, neemt het bij ons juist zuurstof voor onze democratie weg. En we zullen
er onder de streep nog geld voor moeten betalen ook.
Mensenrechten/Iran
Zoals de leden van de PVV-fractie gewend zijn bij bijeenkomsten met EU-Ministers van
Buitenlandse Zaken, gaat het verspreid over diverse landen over «mensenrechten», «de
positie van vrouwen en minderheden» en dergelijke. Het is allemaal mooie taal, maar
als het erop aankomt hebben de woorden en begrippen weinig betekenis. Dat is onder
meer in april gebleken toen Iran werd verkozen als lid van de UN Commission on the
Status of Women. Naar het zich laat aanzien hebben vier EU-lidstaten Iran deze commissie
binnengeloodst, door met het Iraanse lidmaatschap in te stemmen. Iran dus, een land
waar vrouwen verplicht een hoofddoek moeten dragen en vrouwelijke vrijheidsstrijders
met jarenlange celstraffen onder erbarmelijke omstandigheden worden geconfronteerd.1 Zo kreeg bij voorbeeld de twintigjarige Saba Kord Afshari om die reden maar liefst
24 jaar gevangenisstraf opgelegd.2 Dát land is nu als gesprekspartner over vrouwenrechten aangesteld! Dit is toch totaal
belachelijk?
Leden van de PVV-fractie stelden schriftelijke Kamervragen over deze absurde gang
van zaken en de leden hopen daarop spoedig antwoord te krijgen.3 Dat gezegd hebbende, moet deze betreurenswaardige gang van zaken – gezien de ernst –
door Nederland geagendeerd worden voor de Raad Buitenlandse Zaken. Onder meer om herhaling
te voorkomen en de strijd voor meer vrouwenrechten weer de goede kant op te sturen.
De leden van de PVV-fractie willen daarnaast dat Nederland afstand neemt van het feit
dat Iran tot lid van die VN-commissie is verkozen, en dat de Minister tijdens de Raad
Buitenlandse zaken diep door het stof gaat als blijkt dat Nederland zelf groen licht
heeft gegeven voor de verkiezing van de islamofascisten uit Teheran. Is de Minister
bereid om op deze punten tegemoet te komen aan de eisen van de leden van de PVV-fractie?
Zo nee, waarom niet?
Overig
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in te gaan op het rapport van Human
Rights Watch: »A Threshold Crossed, Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid
and Persecution», waarin geconcludeerd wordt dat Israël een staat van apartheid voert.
Deze leden verzoeken de Minister dit rapport te appreciëren en daarbij nadrukkelijk
in te gaan op het gebruik van de term apartheid. Voorts vragen deze leden de Minister
welke inspanningen de EU momenteel pleegt om beide partijen aan te zetten tot meer
toenadering tot elkaar en aan tafel te krijgen.
Jemen
De leden van de GroenLinksfractie vragen aandacht voor een potentiële ramp in Jemen
met betrekking tot een verroeste Al Safer-tanker voor de haven van Hodeidah met ruim
een miljoen olievaten aan bord, die door slecht onderhoud mogelijk in zee terecht
kunnen komen.4 Deze leden vragen zich af hoe het inmiddels staat met de inspectiemissie van de Verenigde
Naties en of deze al van start is gegaan? Deze leden zijn zeer blij met de toegezegde
financiële hulp van Nederland, en vragen op welke wijze Nederland nog meer bij kan
dragen om deze potentiële grootschalige ramp te voorkomen? Is de Minister bereid deze
kwestie te agenderen in EU-verband met als doel ook andere lidstaten aan te zetten
tot het toezeggen van hulp aan deze VN-inspectiemissie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Geert Wilders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.