Lijst van vragen : Lijst van vragen over de beleidsdoorlichting Bodem en Ondergrond (Kamerstuk 32861-64)
2021D13389 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat inzake de Beleidsdoorlichting Bodem en Ondergrond (Kamerstuk 32 861, nr. 64).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
Nr
Vraag
1
Waarom is, in lijn met het eerdere verzoek van de commissie voor Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) bij de opzet van de beleidsdoorlichting, Bodem+ niet gevraagd om
bij de bevoegde gezagen gegevens op te vragen op basis waarvan een uitspraak kan worden
gedaan over de doelmatigheid van de bodemsaneringsoperatie en verbeteringsmogelijkheden
hierin?
2
Hebben de drie projecten, gericht op het vergroten van de betrouwbaarheid van de drinkwaterproductie,
het vergroten van de wateropslag en het verbreden en vernieuwen van de watertransportleiding,
die in november 2020 zijn opgeleverd, het gewenste effect gehad?
3
Is de drinkwatervoorziening op Sint-Eustatius inmiddels betrouwbaar?
4
Welke lessen trekt u uit het feit dat door onderlinge verschillen in de wijze van
presentatie van gegevens een eenduidig landelijk overzicht van de doelmatigheid niet
te geven is? Gaat u dit in het vervolg anders aanpakken? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
5
Wanneer kan de Kamer een uitwerking van de overgenomen aanbevelingen verwachten?
6
Waarom wordt in de beleidsdoorlichting en uw reactie hierop nauwelijks aandacht besteed
aan de doeltreffendheid van de preventie van bodemverontreiniging?
7
Waarom is de Beleidsevaluatie Kwaliteitsborging Bodem niet betrokken in de beleidsdoorlichting?
Wat is uw reactie hierop?
8
Op welke manier gaat u borgen dat de adviezen uit de Beleidsevaluatie Kwaliteitsborging
Bodem en ook het advies van de bestuurlijke commissie Vergunningverlening, Toezicht
en Handhaving worden meegenomen in nieuw te maken afspraken?
9
Wat wordt er gedaan om een beter inzicht te krijgen in potentieel bodemverontreinigende
(bedrijfs)activiteiten voor nieuwe stoffen, zoals PFAS?
10
Is er op dit moment voldoende afstemming tussen de verschillende milieustelsels voor
water, bodem, lucht en afval om de emissies via verschillende routes te beheersen?
11
Hoe is het tariefstelsel opgebouwd? Welke onderdelen hierin zijn gemaximeerd door
de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en welke niet? Welke onderdelen worden door
het Ministerie van IenW gesubsidieerd en welke niet?
12
Wat is uw reactie op het kritiekpunt van de onafhankelijke deskundige dat aandacht
voor toezicht en handhaving ontbreekt?
13
Wat is uw reactie op het kritiekpunt van de onafhankelijke deskundige dat de communicatietechnieken
en visualisaties erg conservatief zijn?
14
Hoe wordt de afronding van de resterende opgave van 41 van de 1.383 spoedlocaties
geborgd na afronding van het bodemconvenant?
15
Wat is de omvang, ernst en type risico van de 41 en 68 nog niet gesaneerde spoedlocaties?
16
Wat is de reden dat op 41 spoedlocaties de sanering nog niet gestart en/of afgerond
is? Wanneer zijn deze saneringen wel afgerond?
17
Brengen de nog te saneren spoedlocaties extra kosten met zich mee en, zo ja, uit welke
middelen worden deze kosten gedekt?
18
Is het niet wenselijk om meer inzicht te krijgen in de doelmatigheid van bodemsanering?
Wat gaat u doen om te zorgen voor meer eenduidigheid in de beoordeling hiervan?
29
In hoeverre acht u het feit dat enkele aspecten te signaleren zijn die wijzen op een
doelmatige besteding van middelen, voldoende om te kunnen beoordelen of er ook daadwerkelijk
sprake is van doelmatige besteding?
20
Hebben decentrale overheden voldoende financiële middelen om te kunnen voldoen aan
de doelen van het bodemsaneringsbeleid en zijn er voldoende middelen voorhanden voor
de bescherming van het grondwater voor de drinkwatervoorziening?
21
Hoe wordt de aanpak van de resterende knelpunten met bodemverontreiniging voor de
grondwaterbronnen voor de drinkwatervoorziening geborgd nadat de Wet bodembescherming
wordt opgenomen in de Omgevingswet?
22
Wat is het percentage overhead bij de twee betrokken overheids-N.V.’s (Sint Eustatius
Utility Company N.V. (STUCO) en het Water en Energiebedrijf Bonaire (WEB))? Is dit
percentage te vergelijken met het gemiddelde percentage bij Nederlandse drinkwaterbedrijven?
23
Waarom is de beleidsdoelstelling betaalbaarheid niet verbonden aan een indicator met
een grenswaarde? Is overwogen om aan te sluiten bij VN-doelen, zoals aangegeven door
em. prof. dr. Andre N. van der Zande? Waarom is hier niet voor gekozen en wat waren
de argumenten om hier niet voor te kiezen?
24
Hoe verhoudt dit tariefstelsel zich tot de integrale kostprijs voor drinkwater?
25
Kunt u een bredere duiding geven van de effecten van de bouw en verbetering van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) op Bonaire in het licht van de afvalwaterbehandeling
op het eiland en in relatie tot andere oorzaken van de achteruitgang van het koraal?
26
Wat staat de verkoop van gezuiverd afvalwater in de weg?
27
Wat is de planning voor het invoeren van een afvalwaterheffing? Wat is de recente
besluitvorming in het bestuurscollege hierover? Is dit bekrachtigd door de volksvertegenwoordigers
op Bonaire? Hoe staat dit in verhouding tot de voorwaarden die aan Europese en IenW-subsidieverlening
worden gesteld?
28
Wat is het beeld omtrent de omvang van PFAS-verontreinigingen in de bodem en in het
grondwater? Welke activiteiten worden verricht om puntbronnen van PFAS-verontreinigingen
in bodem en grondwater verder in beeld te brengen en wanneer worden de resultaten
daarvan verwacht?
29
In hoeverre zijn afdoende financiële middelen gereserveerd voor het opnemen van informatie
over bodemverontreiniging in de Basisregistratie Ondergrond (BRO)?
30
Hoe gaat u invulling geven aan de doelen voor kennisontwikkeling en
– doorwerking in het nieuwe bodemconvenant? Gaat u de aanbeveling overnemen om hiervoor
indicatoren te hanteren en over deze indicatoren afspraken vast te leggen in het convenant?
31
Gaat het bij indicatoren voor kennisdoorwerking in feite om de vraag in hoeverre decentrale
overheden over de noodzakelijk competenties beschikken om hun bodemtaken goed uit
te voeren? Zo nee, wat is uw interpretatie hiervan? Hoe gaat u borgen dat competenties
van decentrale overheden op orde zijn bij de invoering van de Omgevingswet, waarbij
veel bodemtaken verschuiven van provincies naar gemeenten?
32
Zijn de nog aangekondigde (eind)evaluaties inmiddels beschikbaar? Waarom is hier niet
op gewacht met het uitvoeren van de beleidsdoorlichting?
33
Welke bevindingen en aanbevelingen van de beleidsdoorlichting wijzigen door de inzichten
uit de evaluaties van de bodemconvenanten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.