Brief regering : Toezegging, gedaan tijdens het Algemeen Overleg Vreemdelingen- en Asielbeleid van 24 september 2020, over de verbetermogelijkheden in het proces van informatiedeling bij uitplaatsing van vergunninghouders door COA naar gemeenten
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2698
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2021
Conform toezegging in het Algemeen Overleg Vreemdelingen- en Asielbeleid van 24 september
jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 2665) informeer ik u hierbij over de verbetermogelijkheden in het proces van (medische)
informatiedeling bij de uitplaatsing van vergunninghouders door COA naar gemeenten
en de maatregelen die hierop worden genomen. In mijn reactie op de vragen van de leden
Becker en Van Toorenburg heb ik aangegeven dat ik hierover met de burgemeester en
wethouder van de gemeente Bernheze in gesprek zou gaan en uw Kamer zou informeren
over de uitkomsten.
Het tragische incident dat geleid heeft tot het overlijden van de 18-jarige Rik van
de Rakt was voor de gemeente Bernheze aanleiding om een onderzoek te laten uitvoeren.
Ik deel hartgrondig de mening van de burgemeester van Bernheze dat we lessen moeten
trekken uit hetgeen gebeurd is en ben de gemeente erkentelijk voor het rapport. Het
biedt meerdere aanknopingspunten om gezamenlijk te bekijken welke verbeteringen mogelijk
zijn in de manier waarop partijen informatie uitwisselen bij de uitplaatsing van vergunninghouders.
Bij de beantwoording van schriftelijke vragen van de leden Jasper van Dijk, Van Nispen,
Van Toorenburg, Becker en Kuiken1 heb ik een nadere toelichting gegeven op het systeem van toewijzing van vergunninghouders
aan gemeenten en de wettelijke kaders die van toepassing zijn op het delen van (medische)
informatie. Ik heb daarbij aangegeven dat het COA geen zorginstelling is en om die
reden niet beschikt over medische dossiers van vergunninghouders. Ook heeft het COA
geen inzage in de medische dossiers en kan ook geen medische gegevens delen. Wel heb
ik het COA verzocht om in overleg te treden met de gemeente Bernheze en andere betrokken
partijen om de uitkomsten van het rapport te bespreken en te kijken waar eventueel
nog ruimte is voor verbetering.
Op 12 oktober jl. ben ik samen met de bestuursvoorzitter van het COA, de algemeen
directeur van GezondheidsZorg asielzoekers (GZA) en de voorzitter van de commissie
bestuur en veiligheid van de VNG hierover in gesprek gegaan met de burgemeester en
wethouder WMO, welzijn en gezondheidszorg van de gemeente Bernheze. Aan de hand van
de aanbevelingen uit het rapport is gezamenlijk vastgesteld dat betrokken partijen
de werkwijze binnen de bestaande wet- en regelgeving zullen verbeteren. In een expertmeeting
met vertegenwoordigers van meerdere gemeenten, waaronder de gemeente Bernheze, zijn
daarop de verbeterpunten geformuleerd die hebben geleid tot de volgende aanpassingen
in de werkwijze:
1. het verbeteren van de informatievoorziening middels een uitgebreidere duiding van
het Sociaal Medisch Advies;
2. voorlichting aan gemeenten over de mogelijkheden van het Taakstelling Volgsysteem
(TVS).
In deze brief informeer ik uw Kamer graag nader over de in gang gezette verbeteringen.
Ad 1. Het verbeteren van de informatievoorziening middels een uitgebreidere duiding
van het Sociaal Medisch Advies (SMA)
In de huidige werkwijze vraagt het COA met toestemming van een vergunninghouder een
SMA aan indien de vergunninghouder op basis van medische en/of psychosociale omstandigheden
in aanmerking komt voor specifieke huisvesting.2 Dit SMA wordt opgesteld door een externe partij die de onderliggende medische dossiers
vanwege privacy niet mag delen. Het COA deelt wel een samenvatting van het rapport
met de gemeente, zonder dat dat medische informatie bevat, hetgeen in onderhavige
casus ook is gebeurd. Uit de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek dat de
gemeente Bernheze heeft laten uitvoeren, wordt aandacht gevraagd voor het delen en
beter duiden van informatie zodat de gemeente haar taak om de vergunninghouder passende
huisvesting te bieden beter kan uitvoeren.
Naar aanleiding van deze aanbeveling is door betrokken partijen vastgesteld dat het
wenselijk en (juridisch) mogelijk is om het SMA beter te duiden. Dit heeft ertoe geleid
dat in het vervolg de informatie in het TVS3 wordt uitgebreid, in die gevallen dat de gemeente door het COA geadviseerd wordt
om een extra (vervroegde) intake te houden. Aanleiding hiervoor kan zijn dat op grond
van de gedragingen van een vergunninghouder het COA inschat dat extra begeleiding
nodig is bij vestiging in de gemeente. Het COA adviseert dan in het TVS om, naast
de reguliere warme overdracht van COA naar gemeente, al eerder een intakegesprek plaats
te laten vinden tussen vergunninghouder en gemeente. Dat advies zal het COA ondersteunen
in het TVS met een plaatsingsadvies voor huisvesting. Het plaatsingsadvies zal enerzijds
nadrukkelijk gebaseerd worden op de (objectieve) psychosociale bevindingen die in
het SMA zijn omschreven en anderzijds op gedragingen van de vergunninghouder die door
de begeleider bij het COA zijn waargenomen. Medische dossiers heeft het COA niet en
kan het dus ook niet delen, maar hiermee voorziet het COA de gemeente wel van handelingsperspectief
door middel van een gericht advies bij het extra (vervroegde) intake gesprek met de
vergunninghouder als start voor diens verdere huisvesting en eventueel begeleiding.
In het persoonlijke contact met de gemeente, zoals dat ook in deze casus plaatsvond,
zal het COA het plaatsingsadvies dan kunnen duiden. In het vervolg neemt het COA in
dergelijke gevallen standaard persoonlijk contact op met de gemeente zodat het signaal
in het TVS niet wordt gemist. Door middel van deze advisering kan de gemeente tevens,
in een eerder stadium dan nu vaak het geval is, een huisarts koppelen aan de vergunninghouder,
waardoor het medisch dossier via de geƫigende kanalen op tijd bij de huisarts arriveert.
De huisarts kan vervolgens op basis van de inzage in het medisch dossier tijdig adviezen
geven over de vervolgstappen t.a.v. huisvesting en begeleiding.
Ad 2. Voorlichting aan gemeenten over de mogelijkheden van het Taakstelling Volgsysteem
(TVS)
In de expertmeeting is geconstateerd dat de betrokken partijen behoefte hebben aan
een betere informatievoorziening omtrent de functionaliteit van het TVS als het gaat
om het attenderen van de gemeente op een vervroegde intake. Het COA brengt de mogelijkheid
van het vervroegde intakegesprek actief onder de aandacht van gemeenten en licht daarbij
de nieuwe werkwijze rondom de uitbreiding van het SMA nader toe.
Sinds begin 2020 bestaat in het TVS de mogelijkheid om de gemeente erop te attenderen
dat het wenselijk is om de vergunninghouder zo snel mogelijk na vestiging in contact
te brengen met een huisarts. Dit signaal wordt in TVS opgenomen op aangeven van een
huisarts van GZA. Ook deze mogelijkheid wordt door het COA (opnieuw) onder de aandacht
gebracht. Hiermee wordt beoogd dat er een tijdige overdracht van het medische dossier
kan plaatsvinden van de huisarts van de bewoner bij het COA aan de nieuwe huisarts
in de gemeente.
Bovenstaande verbeteringen worden ook door de VNG gecommuniceerd aan gemeenten. De
aangepaste werkwijze wordt periodiek geƫvalueerd in de overleggen die het COA, aangesloten
gemeenten en de VNG gedurende het jaar voeren in het kader van huisvesting van vergunninghouders.
Het verlies van Rik van de Rakt heeft voor familie en vrienden onherstelbare schade
berokkend en een diepe indruk achtergelaten op de gemeente Bernheze. Met de doorgevoerde
verbeteringen en een gezamenlijke inspanning van de betrokken partijen wordt beoogd
om binnen de bestaande wet- en regelgeving de beschikbare informatie beter en sneller
met elkaar te delen, zodat gemeenten in staat worden gesteld om passende huisvesting
te bieden. Ik zal, ook zelf, in contact blijven met gemeenten en VNG om te bezien
of deze stappen ook leiden tot de gewenste voortgang.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid