Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de situatie op het Avicenna College (Kamerstuk 31289-433)
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 441 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 11 februari 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
over de brief van 17 november 2020 over de situatie op het Avicenna College (Kamerstuk
31 289, nr. 433).
De vragen en opmerkingen zijn op 18 december 2020 aan de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media voorgelegd. Bij brief van 10 februari 2021 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De griffier van de commissie, Kler
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de situatie op
het Avicenna College en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn al veel langer kritisch op de situatie op het Avicenna
College en de Stichting Islamitisch Voortgezet Onderwijs Rotterdam (SIVOR), maar zien
ook hier dat een gebrek aan adequaat instrumentarium voor de Minister ervoor zorgt
dat het lang duurt voordat er maatregelen genomen kunnen worden. Kan de Minister een
tijdlijn schetsen met wanneer de situaties van het Avicenna College en SIVOR bij hem
bekend zijn geworden en welke stappen hij op welk moment heeft genomen? Daarnaast
vragen deze leden welke stappen de Minister heeft genomen na eerdere berichten en
schriftelijke vragen over de situatie op het Avicenna College.1
De leden lezen dat er verschillende onderzoeken zijn uitgevoerd bij zowel het Avicenna
College als bij SIVOR en dat de Minister zich hier ernstige zorgen over maakt. Als
de Minister dit zorgen baart, waarom kan SIVOR, met dezelfde bestuurders waarvan de
kwaliteit onvoldoende is, dan nog een nieuwe school openen? Kan de Minister aangeven
welke bestuurders van het Avicenna College ook betrokken zijn bij SIVOR, zowel nu
als eerder in het proces bij de aanvraag van een school in Den Haag? SIVOR had voor
de inwerkingtreding van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen een aanvraag voor een
nieuwe vestiging in Den Haag verstuurd. Was het voor SIVOR onder de Wet meer ruimte
voor nieuwe scholen mogelijk geweest om een nieuwe vestiging te openen, in verband
met de strengere eisen die deze wet stelt aan bestuurders? Zo nee, vindt de Minister
het zelf dan ook niet wrang dat desondanks deze school toch gaat openen? Kan hij uitleggen
waarom we leerlingen naar een school sturen waar ze een groot risico lopen op onbehoorlijk
bestuur, zoals de situatie op het Avicenna College laat zien?
De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat de gemeenteraad in Den Haag zich
inmiddels ook zorgen maakt over de komst van het SIVOR naar Den Haag.2 Welke contacten heeft de Minister gehad met de wethouder Onderwijs van Den Haag of
met de gemeente Den Haag naar aanleiding van raadsvragen rondom de komst van SIVOR
naar Den Haag? Klopt het dat het college van Den Haag verwacht dat SIVOR nu eerst
orde op zaken gaat stellen in Rotterdam, alvorens ze in Den Haag een school gaan starten?
Op welke manier gaat de Minister hierop toezien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
Kan de Minister dat nader toelichten met zowel welke stappen hij hier voornemens is
op te nemen als met een tijdlijn, zo vragen deze leden.
De Minister geeft aan dat de leerlingen zo snel mogelijk weer het onderwijs krijgen
dat zij mogen verwachten. Wanneer krijgen de leerlingen weer het onderwijs dat zij
mogen verwachten? Welke deadline stelt de Minister zichzelf hier? Kan de Minister
de Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen rond het Avicenna College en het
proces van de herstelopdrachten, zo vragen de leden.
Kan de Minister aangeven wanneer de Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van een aantal
onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium
kan verwachten? Kan de Minister prioriteit aan dit wetsvoorstel geven? Zo nee, waarom
niet? Gezien de situatie hebben we nog steeds te weinig grip hebben op bestuurders
van scholen die niet in staat zijn om voldoende onderwijskwaliteit te kunnen leveren
waar leerlingen de dupe van zijn, zo stellen de leden van de VVD-fractie.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Ik heb met belangstelling kennis genomen van de vragen van de leden van de VVD over
de ontwikkelingen bij het Avicenna college en de rol van het bestuur van SIVOR. Rond
de zomer van 2020 hebben zich zorgelijke ontwikkelingen voorgedaan bij het Avicenna
College, ontwikkelingen die ik uw Kamer heb gemeld in verschillende brieven en in
antwoorden op vragen van uw Kamer. Daarin heb ik aangegeven dat kort na aanvang van
het schooljaar een onhoudbare situatie was ontstaan. Na indringend overleg met de
toenmalige bestuurders is een oplossing bewerkstelligd. Het bestuur is vervangen door
interim-bestuurders en de leerlingen ontvangen – weer – onderwijs. De inspectie van
het onderwijs (verder: de inspectie) heeft onderzoek verricht en aan de school en
het bestuur herstelopdrachten gegeven. De dagelijks bestuurder heeft mij verteld dat
de herstelopdrachten zijn opgepakt. De inspectie zal vaststellen of de herstelopdrachten
zijn uitgevoerd.
In zijn algemeenheid is er geen – directe – betrokkenheid van het bestuursdepartement
in het geval van problematiek bij individuele besturen. Die taak ligt bij de inspectie.
In dit geval heeft de inspectie de regie tijdelijk overgedragen aan het bestuursdepartement
(zie onderstaand overzicht).
De onderstaande – belangrijkste – stappen zijn gezet met betrekking tot Avicenna.
Datum
Voorjaar 2020
Berichten over bestuurlijke onrust bij het Avicenna College1.
30 juni 2020
Ontvangst eerste ambtsbericht Inspectie over Avicenna
Juli/augustus 2020
Overleg met gemeente Rotterdam op ambtelijk niveau
27 augustus 2020
Rapport BING ontvangen
27 augustus 2020
Gesprek met dagelijks bestuurder SIVOR op ambtelijk niveau
31 augustus 2020
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over het bericht «Directeur Avicenna College moet terugtreden».
(Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 243)
1 september 2020
Gesprek Minister met dagelijks bestuurder Avicenna
4 september 2020
Verzoek van bestuur SIVOR aan OCW om bijstand door externe adviseur
9 september 2020
Gesprek Minister met dagelijkse bestuurder en voorzitter raad van toezicht van Avicenna
9 september 2020
Gesprek Minister met externe adviseur
9 september 2020
Brief over ontwikkelingen bij Avicenna (Kamerstuk 31 289, nr. 429). De inspectie escaleert van fase D naar fase E. Dit betekent dat het dossier onder
regie komt van het bestuursdepartement (het Ministerie van OCW). De inspectie blijft
haar toezichthoudende uitvoeren.
Bijlage: advies deskundige
Bijlage: Verklaring Arie Slob (Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media)
en Gökhan Çoban (waarnemend bestuurder SIVOR) over de ontwikkelingen op het Avicenna
College in Rotterdam
24 september 2020
Brief over positieve ontwikkelingen (Kamerstuk 31 289, nr. 431)
30 september 2020
Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD over het bericht «Directeur Avicenna
College moet terugtreden». (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 243)
6 oktober 2020
Rapport specifiek onderzoek gepubliceerd
6 november 2020
Rapport vierjaarlijks onderzoek bestuur en school gepubliceerd.
17 november 2020
Brief dat de leerlingen weer les krijgen en de school aan de slag is met het herstel
(Kamerstuk 31 289, nr. 433). Regie door het bestuursdepartement niet meer noodzakelijk. De casus gaat daarom
terug naar niveau D van de escalatieladder.
Bijlage: rapport onderzoek Inspectie van 22 oktober 2020.
13 november 2020
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over het bericht «Raadsel rond nieuwbouw Avicenna College: «2,5 miljoen euro
aan belastinggeld verdwenen» (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1005)
4 december 2020
Antwoorden op vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) over het bericht «Raadsel rond
nieuwbouw Avicenna College: «2,5 miljoen euro aan belastinggeld verdwenen». (Aanhangsel
Handelingen II 2020/21, nr. 1005)
15 december 2020
Eerste voortgangsgesprek inspectie.
X Noot
1
https://www.ad.nl/rotterdam/onrust-op-avicenna-college-docenten-maken-z…
De leden van de VVD uiten zorgen over de kwaliteit van het bestuur van het Avicenna
college en of dit bestuur in staat is een nieuwe school in Den Haag vorm te geven.
De bestuursleden die indertijd de aanvraag hebben ingediend zijn allen vervangen door
nieuwe bestuurders. SIVOR zal derhalve niet een nieuwe school openen met dezelfde
bestuurders die de aanvraag hebben ingediend. De raad van toezicht benoemt de nieuwe
bestuursleden. De aan te stellen bestuurders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit
van het onderwijs op de nog te starten school in Den Haag.
Er is alleen op ambtelijk niveau contact geweest met de gemeente Den Haag, met name
om informatie te verstrekken ten behoeve van de vragen die de gemeenteraad stelde.
In de antwoorden op die vragen heeft het college van burgemeester en Wethouders verwoord
wat hun standpunt is ten aanzien van een nieuwe school in de gemeente Den Haag. Er
is nog geen contact geweest tussen de gemeente en SIVOR over de start van de school
te Den Haag. De gemeente wacht op de aanvraag van SIVOR voor huisvesting.
Ik heb uw Kamer geïnformeerd over de goedgekeurde aanvraag voor een school op islamitische
grondslag te Den Haag (Kamerstuk 31 289, nr. 419). Het is aan het bestuur van SIVOR om te bepalen of en wanneer het de nieuwe school
in Den Haag daadwerkelijk wil starten. SIVOR kan dit doen tot uiterlijk 1 augustus
van het zesde kalenderjaar na het besluit om een school of scholengemeenschap voor
bekostiging in aanmerking te brengen. Voor en na de start zal de inspectie onderzoek
verrichten (artikel 11a en 11b Wet op het onderwijstoezicht). Voor het starten van
een nieuwe school door SIVOR in Den Haag is overigens niet vereist dat het onderwijs
op Avicenna «op orde» is. De (interim) dagelijks bestuurder heeft mij laten weten
dat een besluit over de start van een school in Den Haag nog niet genomen is. De prioriteit
ligt nu, mede gezien de inspanningen die covid vraagt, bij het op orde brengen van
het onderwijs bij Avicenna.
De aanvraag is ingediend voordat het wetsvoorstel meer ruimte voor nieuwe scholen
in werking trad. Nu geldt wel dat een aanvraag wordt afgewezen als de aanvrager voorafgaande
aan de aanvraag een of meer scholen in stand heeft gehouden waarvan de bekostiging
beëindigd is of waarvan een of meer van de bestuurders of toezichthouders deel uitmaakte
of uitmaakt van een andere rechtspersoon die een dergelijke school in stand heeft
gehouden (artikel 67 lid 5 juncto artikel 109a Wet op het voortgezet onderwijs). De
toets die wordt uitgevoerd bij de aanvraag voor een nieuwe school sinds de inwerkingtreding
van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen is vanzelfsprekend niet uitgevoerd bij
de aanvraag door SIVOR. Niet is aan te geven wat de resultaten van een dergelijke
toets hadden kunnen zijn.
Zoals hiervoor opgemerkt houdt de inspectie de vinger aan de pols. Het bestuur heeft
herstelopdrachten gekregen en heeft aangegeven ermee aan de slag te zijn gegaan. De
bevindingen van de inspectie over uitvoering van de herstelopdrachten worden openbaar
gemaakt. Ik zal de rapportages van de inspectie over SIVOR en het Avicenna college
uw Kamer doen toekomen.
De leden van de VVD hebben tenslotte enkele vragen over het in voorbereiding zijnde
wetsvoorstel uitbreiding bestuurlijk instrumentarium. Dit wetsvoorstel ligt nu voor
advies voor bij de Raad van State. Gezien de demissionaire status van het kabinet
laat ik het besluit over indiening van dit wetsvoorstel over aan mijn opvolger.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
E.C.E. de Kler, griffier