Brief regering : Opvolging op het kostenkader AFM ten aanzien van accountancysector en aanbieding voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector
33 977 Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)
Nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2021
Op 20 maart 2020 kondigde ik in reactie op het eindrapport van de Commissie toekomst
accountancysector (Cta1) een pakket aan maatregelen aan om de kwaliteit van wettelijke controles te verbeteren.
Ik benadrukte daarbij het belang van het versterken van de gehele keten. De maatregelen
zien dan ook op de accountancysector, de controlecliënt en de Autoriteit Financiële
Markten (AFM), die toezicht houdt op een deel van de keten. Ook stelde ik twee «Kwartiermakers
toekomst accountancysector» aan om initiatieven tot verdere verbetering van de auditkwaliteit
aan te jagen, de samenhang daarvan te bewaken, enkele zaken verder te laten onderzoeken
en de voortgang van maatregelen te monitoren.
Enkele maatregelen uit dat pakket hebben een effect op de toezichtskosten. In mijn
brief van 18 september 2020 informeerde ik u over het kostenkader van de AFM. Daarin
lichtte ik onder meer de uitbreiding van het takenpakket van de AFM op het terrein
van de accountancysector toe2. In deze brief schreef ik ook dat besluitvorming op twee specifieke onderdelen nog
een aanpassing van het kostenkader tot gevolg zouden kunnen hebben: de mogelijke introductie
van een zogenoemd «vliegurencriterium» en het besluit ten aanzien van de intensivering
van het toezicht door de AFM op de grootste (oob-)accountantsorganisaties3. Met de nu voorliggende brief informeer ik u over de uitkomst van die besluitvorming.
Daarnaast bied ik uw Kamer met deze brief de eerste voortgangsrapportage van de kwartiermakers
aan4.
Op dit moment geen «vliegurencriterium» voor accountantsorganisaties
In het rapport «Spiegel voor de accountancysector», dat op 14 januari 2020 werd gepubliceerd,
deed de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) een aanbeveling tot invoering van een
vliegurencriterium. Kern van deze aanbeveling is dat alleen accountantsorganisaties
die een bepaald aantal wettelijke controles per jaar verrichten voor een vergunning
in aanmerking zouden mogen komen. De MCA werd in 2015 ingesteld door het bestuur van
de Nederlands Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) en had tot doel het waarborgen
van de continue verbetering van de sector. De door mij ingestelde Commissie toekomst
accountancysector (Cta), deelde de aanbeveling van de MCA niet. Volgens de Cta is
er geen noodzaak tot de invoering van een vliegurencriterium. Het is aan de toezichthouder
om te onderzoeken dat elke accountantsorganisatie beschikt over een kwaliteitsbeheersingssysteem
dat aan de gestelde wettelijke eisen voldoet, aldus de Cta. Anders gezegd, in de visie
van de Cta moet bij het beantwoorden van de vraag of een accountantsorganisatie haar
vergunning kan behouden niet het aantal «vlieguren» van die accountantsorganisatie
doorslaggevend zijn, maar de kwaliteit die zij levert.
Ik schreef uw Kamer dat ik, in overleg met de AFM, zou onderzoeken of een vliegurencriterium
een kwaliteitsverhogend effect heeft. Dat onderzoek bestond allereerst uit een data-analyse
die de AFM heeft uitgevoerd. Ook heb ik gesprekken gevoerd met de NBA en de SRA als
vertegenwoordigers van de sector.
De AFM heeft gekeken of er een verband is tussen organisatiekenmerken van niet-oob-accountantsorganisaties
en de uitkomsten van kwaliteitstoetsingen van de NBA en SRA5 . De AFM concludeert dat er een zekere correlatie is tussen de uitkomst van de kwaliteitstoetsing
door NBA of SRA en het aantal wettelijke controles dat een accountantsorganisatie
verricht. Uit de data-analyse, die u bij deze brief bijgevoegd vindt6, concludeert de AFM dat accountantsorganisaties die een klein aantal wettelijke controles
per jaar verrichten een grotere kans hebben op een negatieve uitkomst van de kwaliteitstoetsing.
Dit verband is het sterkst bij een aantal van 15 wettelijke controles: een accountantsorganisatie
die minder dan 15 wettelijke controles per jaar verricht heeft een 1,8 keer zo grote
kans op een negatieve uitkomst van de kwaliteitstoetsing door NBA en SRA als een accountantsorganisatie
die 15 of meer wettelijke controles per jaar verricht. De data waarop de AFM zich
heeft gebaseerd bestrijkt de periode sinds 2014.
Een vliegurencriterium heeft grote gevolgen voor de markt. De MCA adviseerde om een
aantal van 10 wettelijke controles per jaar te eisen als voorwaarde voor het behoud
van de vergunning. Dat zou betekenen dat 80 accountantsorganisaties, oftewel circa
30% van de markt, hun vergunning zouden verliezen. Als we uit zouden gaan van de grens
waar het verband tussen «vlieguren» en de uitkomst van de kwaliteitstoetsing door
NBA of SRA volgens de data-analyse van de AFM het sterkst is, zouden 111 accountantsorganisaties
(41,9%) hun vergunning verliezen.
Daarbij is het van belang dat ik ter uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport
van de Cta een breed pakket aan maatregelen heb aangekondigd. Die maatregelen zijn
gericht op de versterking van de gehele keten, waarop de AFM toezicht houdt. Daaronder
vallen verschillende partijen, zoals de accountant, de accountantsorganisaties, maar
ook controlecliënten. Ook het toezicht wordt herijkt. Met ingang van 1 januari 2022
zal de AFM het toezicht uitvoeren op de gehele sector en niet meer uitsluitend op
de accountantsorganisaties met een vergunning om controles te verrichten bij organisaties
van openbaar belang. Daartoe is de AFM op dit moment bezig met een verandertraject
waarbij de NBA en de SRA, die nu nog een deel van het toezicht voor hun rekening nemen,
zijn betrokken. Dit traject heeft gevolgen voor onder toezicht staande accountantsorganisaties,
die immers zullen worden onderworpen aan meer eenvormig en sterker toezicht.
Ik verwacht dat de genoemde set aan maatregelen om de kwaliteit van de wettelijke
controles te vergroten én het verstevigde toezicht leidt tot een hoger niveau van
kwaliteit van de sector. Ik wil daarom eerst de effecten van deze wijzigingen kunnen
beoordelen, alvorens stevig in te grijpen in de markt met een aanvullend instrument
als het vliegurencriterium. Ook wil ik de sector de gelegenheid geven om zich aan
te passen aan de nieuwe situatie. Ik vind het, gelet op de stevige impact voor een
groot aantal vergunningshouders, niet proportioneel om in dit stadium te kiezen voor
de invoering van een vliegurencriterium waarmee tientallen accountantsorganisaties
hun vergunning zouden verliezen.
Niettemin wil ik de komende tijd nauwkeurig het verband blijven volgen tussen het
aantal wettelijke controles dat jaarlijks door een accountantsorganisatie wordt verricht
en de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordelingen van die organisatie. Ik heb de AFM
dan ook gevraagd om opnieuw een onderzoek naar dat verband te verrichten wanneer de
AFM haar nieuwe, uitgebreide toezichttaak heeft opgepakt en over voldoende nieuwe
informatie beschikt die nodig is voor de analyse. Indien uit die analyse blijkt dat
een vliegurencriterium vanuit kwaliteitsoogpunt toch wenselijk is, ligt het vliegurencriterium
wat mij betreft opnieuw als optie op tafel.
Het toezicht op de grootste accountantsorganisaties wordt geïntensiveerd
In overeenstemming met het advies van de Cta en de MCA, staat het kabinet welwillend
tegenover een intensivering van het toezicht op oob-accountantsorganisaties. Ik heb
met de AFM gesproken over welke mate van intensivering haalbaar is, welke randvoorwaarden
daarvoor nodig zijn en op welke termijn.
De intensivering van het toezicht door de AFM op oob-accountantsorganisaties kan bestaan uit (een combinatie van) een hogere frequentie van onderzoeken,
meer onderzochte controles betrekken in deze onderzoeken en meer diepgang van thematisch
onderzoek. De primaire focus van de AFM zal liggen op het verhogen van de frequentie
van het aantal onderzoeken bij oob-accountantsorganisaties. Daarnaast zal de AFM beperkt
thematische onderzoeken uit gaan voeren, waarmee meer inzicht in specifieke onderwerpen
kan worden verkregen. De uiteindelijke afweging wat in welke mate wordt geïntensiveerd
is uiteraard aan de AFM als onafhankelijke toezichthouder die haar toezicht risicogestuurd
inricht.
De intensivering van het toezicht op oob-accountantsorganisaties start op 1 januari
2022 en heeft een ingroeipad van drie jaar. De maximale kostentoename is € 0,6 mln.
in 2022, tot maximaal € 2,4 mln. in 2024. Om de AFM in staat te stellen deze intensivering
door te voeren zal het kostenkader 2021–2024, zoals reeds aangekondigd in de aanbiedingsbrief
bij het kostenkader7, met deze bedragen worden verhoogd. In de bijlage treft u het gewijzigde kostenkader
aan8. Bovenstaande leidt tevens, samen met de eerder aangekondigde intensivering van het
toezicht op de niet-oob-accountantsorganisaties, tot een herverdeling van de toezichtkosten
per 2022. De nieuwe verdeling van de toezichtkosten wordt opgenomen in het Besluit
bekostiging financieel toezicht en wordt halverwege 2021 geconsulteerd.
Aanbieding voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector
Om te zorgen voor de voortgang van maatregelen heb ik de Kwartiermakers toekomst accountancysector
aangesteld. Ik heb de kwartiermakers onder meer gevraagd om een aantal concrete aanbevelingen
uit de kabinetsreactie op het Cta-rapport uit te voeren. Daarnaast heb ik de kwartiermakers
gevraagd om de samenhang en voortgang van alle uit de kabinetsreactie voortvloeiende
maatregelen te monitoren en bewaken en mij daarover te informeren9. In de bijlage deel ik de eerste voortgangsrapportage van de kwartiermakers met uw
Kamer. Daarmee geef ik opvolging aan mijn toezegging tijdens het algemeen overleg
accountancy op 28 september jl. (Kamerstuk 33 997, nr. 33) De kwartiermakers doen verslag van het afgelopen half jaar, de resultaten die reeds
zijn bereikt en hetgeen hen hierbij is opgevallen. De kwartiermakers constateren dat
op alle onderdelen van het gehele pakket aan verbetermaatregelen als opgenomen in
de kabinetsreactie stappen zijn gezet en dat de uitvoering van de aangekondigde verbetermaatregelen
daarmee vooralsnog op schema ligt. Hoewel de kwartiermakers nog vraagtekens hebben
bij de omzetting van de goede intenties in daden, spreken zij waardering uit voor
de open en constructieve houding van de verschillende gesprekspartners binnen en buiten
de sector. Ik ben blij met deze constatering.
Daarnaast zend ik uw Kamer hierbij ook het voorstel dat de kwartiermakers hebben gedaan
ten aanzien van de juridische verankering van de audit quality indicators10. Dat zijn indicatoren die inzicht geven in de kwaliteit van wettelijke controles.
Het is mijn voornemen om voor deze juridische verankering, conform dit advies, een
grondslag op te nemen in het wetsvoorstel dat ik aan het voorbereiden ben. Met dit
wetsvoorstel worden een aantal maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de
wettelijke controle verankerd in de wet- en regelgeving. Het maakt deel uit van de
belangrijke stappen die zijn gezet om tot een goede uitvoering van de in de kabinetsreactie
genoemde maatregelen te komen. Zoals ik u tijdens het algemeen overleg heb gezegd,
ben ik voornemens het wetsvoorstel daartoe op korte termijn ter internetconsultatie
aan te bieden.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën