Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over nucleaire veiligheid (Kamerstuk 25422, nr. 267)
2021D02180 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de Rapportage ongewone gebeurtenissen 2019 (Kamerstuk 25 422, nr. 267), de Rapportage voor de zevende conferentie van het Gezamenlijk Verdrag inzake Bestraalde
Splijtstoffen en Radioactief Afval (Joint Convention) (Kamerstuk 25 422, nr. 270), haar brief met Verschillende onderwerpen op het terrein van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 271) en de Staat van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 272).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
0
CDA-fractie
0
D66-fractie
0
GroenLinks-fractie
0
SP-fractie
0
ChristenUnie-fractie
0
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor het schriftelijk
overleg Nucleaire veiligheid. Daarbij hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken voor
het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid en hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorende
bij het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid van maandag 18 januari 2021. Deze
leden willen hier de Staatssecretaris nog enkele vragen over stellen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderwerpen
op de agenda van dit schriftelijk overleg en hebben enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken. Naar
aanleiding van deze stukken en een aantal andere zaken, hebben deze leden een paar
vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de rapportages
omtrent de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Deze leden hebben nog enkele
vragen.
VVD-fractie
Uitwerking van de aanbevelingen
De leden van de VVD-fractie hebben tijdens het vorige schriftelijk overleg Nucleaire
Veiligheid van 17 juni 2020 gevraagd naar een uitwerking van de aanbevelingen uit
het rapport over de wettelijke evaluatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en
Stralingsbescherming (ANVS). Deze leden hebben een uitwerking van de aanbevelingen
gelezen in het verslag. Deze leden vragen zich af wat de stand van zaken van de uitwerking
van deze aanbevelingen is. Het gaat dan met name om de volgende aanbevelingen:
A. Doelmatigheidskader: Wat is volgens de Staatssecretaris de stand van zaken van
de ontwikkeling van de indicatoren voor het doelmatigheidskader? Wanneer zal het doelmatigheidskader
gereed zijn volgens de Staatssecretaris?
C. Mogelijkheden voor herziening van het vergoedingenbesluit: De evaluatie van het
Besluit Vergoedingen Kernenergiewet is aangekondigd in het huidige besluit. Bij de
evaluatie zal het beleid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat inzake
vergoedingen en het Kabinetsbeleid «Maat houden» worden betrokken. De evaluatie zal
plaatsvinden in overleg met andere betrokken departementen. Deze leden vragen naar
de stand van zaken van deze evaluatie.
E. Advies bestuurlijke boete: Wat is de stand van zaken van het eventueel invoeren
van de bevoegdheid voor het opleggen van een bestuurlijke boete door de toezichthouder
ANVS?
Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen het mogelijk invoeren van een dergelijk instrument?
G. Advisering crisisbeheersing.
Hoe staat het met de verkenning naar mogelijkheden om de huidige structuur en werkwijze
op dit dossier verder in lijn te brengen met het gangbare nationale model? In welke
mate is de crisisbeheersing Nucleair momenteel in lijn met het gangbare nationale
model crisisbeheersing? Op welke termijn zal de crisisbeheersing Nucleair volledig
in lijn zijn met het gangbare nationale model?
Samenwerking met België
De leden van de VVD-fractie achten het van groot belang dat de samenwerking met België
op het gebied van nucleaire veiligheid soepel verloopt. Deze leden vragen de Staatssecretaris
dan ook wat de stand van zaken van de samenwerking is en zijn benieuwd of er al een
overleg gepland staat om de samenwerking met België te optimaliseren. Kan de Staatssecretaris
daarop reflecteren?
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie constateren dat de blootstelling van werknemers aan straling
bij alle vergunninghouders onder de wettelijk vastgelegde limieten en de door henzelf
opgelegde dosisbeperkingen is gebleven. Ook de lozingen van radioactiviteit naar lucht
en water zijn in 2019 ruim onder de gestelde limieten gebleven. Daarnaast hebben alle
installaties in 2019 veilig gefunctioneerd en zijn er geen ongevallen geweest. Wel
lezen deze leden dat er in 2019 in Nederland elf ongewone gebeurtenissen zijn geweest,
maar dat deze allemaal van het laagste niveau (INES-0) waren, waarbij er geen gevolgen
voor mens en leefomgeving zijn. Deze leden vragen zich af hoe dit aantal ongewone
gebeurtenissen zich verhoudt tot de ons omringende landen. Kan de Staatssecretaris
aangeven of het aantal ongewone gebeurtenissen in Nederland vergelijkbaar is met dat
in andere Europese landen? Hoe verhoudt het aantal ongewone gebeurtenissen in Nederland
in 2019 zich daarnaast tot de voorgaande jaren?
De leden van de CDA-fractie lezen dat uit inspectie bij Elektriciteits Produktiemaatschappij
Zuid-Nederland (EPZ) bleek dat de veiligheidscultuur bij de teams afvalverwerking
en stralingsbescherming binnen EPZ verder moest verbeteren en dat daarvoor maatregelen
zijn getroffen. Deze leden vragen om te verduidelijken welke verbeteringen er in dit
geval nodig waren en welke maatregelen daarvoor zijn getroffen. Kan de Staatssecretaris
tevens aangeven wat het resultaat is geweest van deze maatregelen?
De leden van de CDA-fractie merken op dat er wordt gesteld dat er in toekomstige edities
van de Staat van de Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming ook de veiligheidssituatie
bij andere toepassingen van straling zal worden beschreven. Op welke toepassingen
van straling wordt hierbij gedoeld? Aan welk type toepassingen van straling moet hierbij
worden gedacht? Zal de veiligheidssituatie bij deze toepassingen op dezelfde wijze
worden beschreven als de toepassingen van straling die nu in de Staat van de Nucleaire
Veiligheid en Stralingsbescherming 2019 zijn benoemd of zijn daarvoor bijvoorbeeld
andere criteria van belang?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen in de rapportage «Ongewone gebeurtenissen nucleaire
installaties» dat er elf «ongewone gebeurtenissen» hebben plaatsgevonden in 2019,
welke alle kleine afwijkingen waren en dat er geen indicatie is dat er in 2018 meer
dan de gemelde «ongewone gebeurtenissen» hebben plaatsgevonden. Wel geeft deze rapportage
aan dat een tijdige en zorgvuldige afhandeling van het onderzoek naar deze ongewone
gebeurtenissen een punt van aandacht is. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe
te lichten hoe gewaarborgd wordt dat deze gebeurtenissen tijdig en zorgvuldig onderzocht
worden. Wat is hiervoor nodig? Heeft ANVS voldoende kennis en middelen om deze gebeurtenissen
adequaat te onderzoeken?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het nationaal rapport
voor het Internationaal Atoomenergieagentschap: IAEA. In de rapportage wordt gereflecteerd
op de reeds in 2018 geïdentificeerde vier uitdagingen. Deze leden vragen de Staatssecretaris
of deze vier genoemde uitdagingen nog steeds actueel zijn en of er in de tussentijd
geen nieuwe uitdagingen zijn opgekomen die mee zouden moeten worden genomen in de
rapportage. De voorgenoemde leden dringen er daarnaast op aan om tijdens de zevende
toetsingsconferentie in mei/juni 2021 in de peer review expliciet te vragen naar uitdagingen
buiten deze vier genoemde uitdagingen.
De leden van de D66-fractie zijn blij dat de kennisinfrastructuur voor nucleaire veiligheid
wordt uitgebreid en zien uit naar de voortgangsrapportage op het interdepartementaal
oppakken van het verbeteren van de kennisinfrastructuur voor nucleaire technologie
en straling naar aanleiding van het rapport «Naar een Agenda en Platform Nucleaire
Technologie en Straling». Deze leden ontvangen signalen vanuit de markt dat specifieke
kennis rondom nucleaire technologie verloren dreigt te gaan doordat experts met pensioen
gaan. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij deze signalen herkent en om dit
probleem en mogelijke oplossingen specifiek mee te nemen in de volgende voortgangsrapportage.
Daarnaast zien deze leden in de voortgangsrapportage graag de voortgang en bijbehorende
acties per aanbeveling beschreven, zoals beschreven in het rapport.
De leden van de D66-fractie zien uit naar het definitieve Nationale Actieprogramma
Radon in het eerste kwartaal van 2021. Deze leden vragen de Staatssecretaris om de
reacties op het actieprogramma, dat momenteel ter inzage ligt, ook te delen met de
Kamer en per reactie aan te geven of deze zijn meegenomen in het definitieve Nationale
Actieprogramma Radon en zo niet, waarom niet.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de nieuwe aanpak
voor het radioactieve Waste Management Programma (RWMP) waarbij geen internationaal
transport nodig is, de risico’s vergelijkbaar en op sommige punten zelfs kleiner zijn
en we niet meer afhankelijk zijn van de ontvangstcapaciteit van het Hoogradioactief
Afval Behandelings- en OpslagGebouw (HABOG). Wel hebben deze leden zorgen bij de kanttekening
dat deze procedure zich op de lange termijn slecht laat voorspellen. Is het evalueren/herzien
van deze aanpak op 1 juli 2022 tijdig genoeg om bij te stellen als het plan afloopt
op 1 november 2022?
De leden van de D66-fractie hebben tijdens het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid
van 17 juni 2020 gevraagd naar de stand van zaken van de financiële knelpunten van
het historisch afval in Petten. De Staatssecretaris gaf in haar beantwoording aan
dat met de subsidie in de vorm van een lening van 117 miljoen euro er voldoende middelen
zijn voor afronding van het project, maar dat er onzekerheid blijft bestaan in de
kostenraming op de lange termijn. Deze leden lezen in de brief horende bij dit schriftelijk
overleg dat er een achterstand is in het sorteren en het verpakken van historisch
afval. Gelukkig zijn hierbij geen veiligheidsrisico’s. Leidt deze achterstand tot
extra kosten? Denkt de Staatssecretaris dat het op voorraad houden van reserveonderdelen
voldoende is om het ontstaan van dit soort vertragingen in de toekomst te voorkomen?
Kan de Staatssecretaris eventuele bijgestelde kostenramingen nu en in de toekomst
actief delen met de Kamer? Zijn er verder nog nieuwe ontwikkelingen rondom de nieuwe
installatie in Petten?
De leden van de D66-fractie hebben tijdens het schriftelijk overleg Nucleaire Veiligheid
van 17 juni 2020 gevraagd naar de status van de ontmanteling van Dodewaard en specifiek
naar de financiële situatie en de juridische procedure. De Staatssecretaris gaf toen
aan dat de Landsadvocaat voorbereidingen heeft getroffen voor het vervolg van de aansprakelijkheidsprocedure,
maar dat deze procedure tijdelijk wordt aangehouden omdat de aandeelhouders van de
kerncentrale Dodewaard hebben aangegeven opnieuw te willen onderhandelen. De Staatssecretaris
gaf aan dat de Staat nu aan het verkennen is of deze onderhandelingen zinvol zijn.
Kan de Staatssecretaris een update geven? Denkt zij dat nieuwe onderhandelingen zinvol
zijn en wat zijn de vervolgstappen voor de ontmanteling?
GroenLinks-fractie
Algemeen
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij om in de «Staat van de nucleaire veiligheid
en stralingsbescherming» te lezen dat er in 2019 geen ongevallen en geen incidenten
van niveau INES-1 of hoger hebben plaatsgevonden in de Nederlandse nucleaire installaties.
In dat jaar zijn er toch elf ongewone gebeurtenissen geweest met een inschaling van
het niveau INES-0. Van de elf incidenten vonden er negen plaats in Petten. Welke stappen
zijn er in 2020 in Petten genomen om ook het aantal incidenten van het laagste niveau
te verminderen?
COVRA
De leden van de GroenLinks-fractie hebben recentelijk vragen gesteld over de berichten
dat ziekenhuizen de rekening betalen voor de eindberging van het kernafval van kerncentrale
Borssele. Deze leden zijn echter nog niet tevreden met de beantwoording en hebben
nog zorgen over het feit dat de tarieven die de Centrale Organisatie Voor radioactief
Afval (COVRA) hanteert niet transparant zijn. De toezichthouder ANVS had in 2019 het
voornemen om aan COVRA een dwangsom van 90.000 euro op te leggen, omdat COVRA niet
voldeed aan de wettelijke verplichting om de tarieven op een transparante wijze vast
te stellen. Deze leden vernemen bovendien dat de ANVS niet heeft kunnen vaststellen
of de tarieven niet-discriminerend en objectief waren, omdat er een gebrek aan transparantie
was bij de COVRA. Daarnaast heeft de Staatssecretaris voor de beantwoording van de
schriftelijke vragen zelf bij COVRA moeten opvragen welke tarieven in rekening zijn
gebracht voor welk type afval1. Deelt de Staatssecretaris de mening van deze leden dat het zorgelijk is dat die
tarieven niet transparanter zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen worden
genomen om de tarieven transparanter te maken?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zeer zorgelijk dat de Staatssecretaris
en de ANVS op dit moment niet kunnen vaststellen of COVRA voldoet aan haar wettelijke
verplichting uit het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming om de in
rekening te brengen kosten voor het beheer van radioactief afval en de ontwikkeling
van een eindberging op een transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze
vast te stellen. De Staatssecretaris schrijft dat er op het ministerie wordt gesproken
over het advies van de ANVS om een regelgevend kader voor de financiering van beheer
van radioactief afval uit te werken. Op welke termijn verwacht de Staatssecretaris
dat die uitwerking klaar zal zijn en geïmplementeerd kan worden? Deelt de Staatssecretaris
de mening dat die uitwerking er op korte termijn moet komen, om te voorkomen dat ziekenhuizen
de rekening betalen voor het kernafval van de kerncentrale Borssele?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de beantwoording op hun vragen dat COVRA
er voorzichtigheidshalve van uitgaat dat al het ontvangen afval in de eindberging
geplaatst moet worden in 2130. De COVRA stelt nog geen eisen voor het gescheiden aanleveren
van verschillende soorten radioactief afval, zoals ook blijkt uit het rapport van
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De leden constateren dat
de COVRA daarmee vaten radioactief afval accepteert die bestaan uit een deel langlevend
afval en een deel met een korte halfwaardetijd. Aangezien deze vaten in hun geheel
worden samengeperst en in beton gegoten is het onmogelijk om afval dat is vervallen
als niet-radioactief afval af te voeren. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar
haar oordeel op de praktijk om gemengd kortlevend radioactief afval alsnog in de eindberging
te plaatsen. Is deze praktijk niet in strijd met de verplichting om het ontstaan van
radioactief afval te beperken? Is deze praktijk ook niet in strijd met nationaal beleid
om slechts een derde van het radioactief afval in de eindberging te plaatsen? Wat
gaat de Staatssecretaris eraan doen om ervoor te zorgen dat de totale hoeveelheid
radioactief afval dat in de eindberging geplaatst moet worden te beperken?
Urenco
De leden van de GroenLinks-fractie hebben recentelijk schriftelijke vragen gesteld
over het bericht dat de export van verarmd uranium naar Rusland in strijd zou zijn
met Europese sancties2. Urenco exporteert verarmd uranium vanuit Duitsland via de Amsterdamse haven naar
Rusland. Verarmd uranium kan worden gebruikt als munitie en daarom zou de export daarvan
een schending zijn van de Europese sancties tegen Rusland onder de dual-use wetgeving.
Deze leden hebben hier meerdere vragen over gesteld, maar de beantwoording daarop
was voor deze leden onvoldoende. Deelt de Staatssecretaris de mening dat Nederland
in deze situatie ook verantwoordelijkheid draagt voor het naleven van de Europese
exportsancties, ondanks het feit dat het uranium afkomstig is uit Duitsland? Zo nee,
waarom niet? Deelt de Staatssecretaris daarnaast de mening dat het zeer onwenselijk
zou zijn als het verarmd uranium, dat via Nederland in Rusland terechtkomt, voor militaire
doeleinden gebruikt zou worden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben gevraagd of de Staatssecretaris het ermee
eens is dat verarmd uranium onder de Europese sancties alleen naar Rusland mag worden
geëxporteerd als is vastgesteld dat het uranium uitsluitend civiel wordt gebruikt.
Deze leden lezen in de beantwoording inderdaad dat er geen verbod geldt voor het vervoer
van en naar Rusland voor civiel eindgebruik. Kan de Staatssecretaris met zekerheid
garanderen dat het verarmd uranium dat via Nederland naar Rusland wordt geëxporteerd
niet in de Russische militaire sector belandt? Zo ja, waarop is die garantie gebaseerd?
Zo nee, waarom wordt er niet strenger door de ANVS gekeken naar wat er in het Rusland
met het verarmd uranium gebeurt? Heeft de ANVS in dit soort gevallen contact met haar
Duitse collega’s om te controleren of de exportvergunningen terecht zijn afgegeven?
Kan de Staatssecretaris garanderen dat de Duitse autoriteiten daadwerkelijk strikt
controleren op mogelijk militair eindgebruik?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat Urenco werkt aan de ontwikkeling
van de U-batterij, een nieuw te ontwikkelen kernreactor die moet gaan werken op uranium
dat tot 20 procent is verrijkt. Urenco is op dit moment alleen vergund om uranium
tot maximaal 10 procent te verrijken en daarvoor moet toezichthouder ANVS ook expliciet
toestemming geven. Is de Staatssecretaris bekend met het initiatief van Urenco? Vindt
zij het wenselijk dat het staatsbedrijf werkt aan de ontwikkeling van een type kernreactor
waarvoor proliferatiegevoelig uranium moet worden geproduceerd? Zo nee, ziet de Staatssecretaris
mogelijkheden om een wettelijk verbod op het verrijken van uranium met een hogere
verrijkingsgraad dan 10 procent in te voeren?
Eindberging Duitsland
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat er in Duitsland recent een
eerste tussenrapportage is verschenen over onderzoek naar de locatie voor de eindberging
van radioactief afval. Uit de tussenrapportage blijkt dat er veel onderzoek is gedaan
naar de kleilagen in het westen van Münsterland, de grensregio bij Twente en de Achterhoek.
Wordt de regering formeel op de hoogte gehouden over de vorderingen rondom de eindberging
in Duitsland? Wordt het Verdrag van Aarhus met betrekking tot actieve informatieverstrekking
in dit geval nageleefd?
Tihange
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de brief niets terug over de stand van
zaken met Tihange. In november 2020 heeft de eigenaar van de kerncentrales Doel en
Tihange, exploitant Electrabel, laten weten niet langer te zullen investeren in de
levensduurverlenging van de zeven kernreactoren. In 2025 gaat op deze manier echt
de laatste kernreactor dicht, zoals in 2003 werd besloten. Deze leden hebben al vaak
vragen gesteld over de risico’s van Tihange 2. Wat is de stand van zaken met betrekking
tot de veiligheid van die centrale? De reactor is ondanks de duizenden scheurtjes
nog altijd in gebruik en zal volgens de planning in 2023 sluiten. Zijn er gezien de
zorgen van omwonenden nog plannen om de reactor toch nog eerder te laten sluiten?
Zo nee, kan de veiligheid van de reactor tot die tijd wel gegarandeerd worden?
SP-fractie
De leden van de SP-fractie betreuren het dat er rondom de isotopenfabriek Pallas zoveel
onduidelijkheid bestaat. Kan de Staatssecretaris bijvoorbeeld duidelijkheid verschaffen
over de financiën? Hoeveel geld is er inmiddels, naast de lening van 40 miljoen euro,
naar de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor gegaan? Hoeveel daarvan is publiek
geld? Wanneer verwacht de Staatssecretaris deze investeringen terug te krijgen? Hoeveel
private investeerders hebben zich al gemeld? Welke zijn dit?
«Shine wil garanties, anders geen isotopenfabriek in Groningen» zo kopte RTVNoord
in december 2020. Deze leden willen weten welke garanties het Amerikaanse bedrijf
Shine verlangde. Zijn er subsidies beloofd? Wat is überhaupt beloofd? Wat is de invloed
van Shine op de ontwikkelingen in Petten? Klopt het dat Shine van de regering eist
dat subsidies voor Pallas stoppen en dat het zich anders niet in Groningen wil vestigen?
Zo ja, hoe gaat de Staatssecretaris om met dit soort dreigementen? Is zij het met
deze leden eens dat dat soort macht niet bij private investeerders hoort te liggen,
en dat dit soort bedrijven niet horen te bepalen wat de overheid wel of niet subsidieert,
maar dat de overheid daar vooral de belangen van de inwoners dient te dienen?
De leden van de SP-fractie vragen welke gevolgen deze ontwikkelingen hebben voor de
medewerkers van de fabriek in Petten. Hoe en wanneer worden zij geïnformeerd? Hoe
worden medewerkers meegenomen in de besluitvorming? Welk plan is er? Hoe staat het
internationaal met de ontwikkelingen van isotopen die in ziekenhuizen worden geproduceerd?
Welke ziekenhuizen produceren zelf de nodige isotopen? Hoe is dit wereldwijd? Kunnen
zij in hun eigen behoefte voorzien? Zo ja, hoe is de stand van zaken hier in Nederland
op dat gebied?
De leden van de SP-fractie hebben ook nog een aantal vragen over de afvoer van historisch
afval vanuit Petten naar de COVRA. Is het budget van de overheid voldoende om dit
afval veilig af te blijven voeren? Kan een overzicht gemaakt worden van de gemaakte
en nog te verwachten kosten? Zijn er al gegevens bekend van de verschillende bodemonderzoeken
die worden gedaan op de plek waar de oude laboratoria van Reactor Centrum Nederland
(RCN) (deels) zijn gesloopt? Wanneer wordt de Kamer daarvan op de hoogte gebracht?
De leden van de SP-fractie maken zich verder zorgen over hoe het zit met de financiële
garanties van de eigenaren van kerncentrale Dodewaard. Kan in een overzicht worden
weergegeven wat de kosten waren van de ontmanteling, wie welk deel heeft betaald en
wat nog niet betaald is? Kan de centrale van Borssele meteen in dat overzicht worden
meegenomen? Is de Staatssecretaris bereid zo snel mogelijk na de uitspraak van de
Raad van State over het ontmantelingsfonds Dodewaard van 18 januari 2021 de Kamer
op de hoogte te brengen van de gevolgen van deze uitspraak? Kan zij dan ook ingaan
op hoe zij denkt hier gehoor aan te geven en hoe en wanneer een dwangsom opgelegd
gaat worden om eigenaars van Dodewaard te dwingen het fonds te vullen? Welke lessen
trekt de Staatssecretaris uit deze slepende kwestie voor de ontmanteling van Borssele?
Is daar al een plan voor geschreven? Zo ja, hoe ziet dat eruit? Zo nee, wanneer gaat
dat plan er komen?
De leden van de SP-fractie vragen zich af wat de reactie van de Staatssecretaris is
op de Duitse plannen om mogelijk 30.000 ton kernafval uit Duitse kerncentrales op
te slaan bij de Twentse en Achterhoekse grens. Heeft de Staatssecretaris contact met
de Duitse regering hierover? Zo ja, welke afspraken zijn er inmiddels gemaakt? Zo
nee, is zij bereid hier snel over in overleg te gaan en de Kamer hierover te informeren?
Wat is een geschikte bodemsamenstelling voor ondergrondse opslag voor kernafval? Waar
moet de bodem aan voldoen? Waar bevinden zich deze gebieden? Wat gaat de overheid
doen om omwonenden van Twente en de Achterhoek te beschermen? Hoe gaan deze inwoners
geïnformeerd worden?
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat uit het rapport «Ongewone gebeurtenissen
2019» blijkt dat bij de nucleaire installaties in Petten zich negen incidenten hebben
voorgedaan, ten opzichte van een totaal van elf in Nederland. Maar een van deze incidenten
kwam naar voren tijdens een test. Deze leden erkennen het grote belang van medische
isotopen en waarderen onze belangrijke positie in de wereldmarkt. De uit 1961 stammende
reactor en installaties in Petten lijden echter sinds 2013 voor het grootste deel
aan INES-gebeurtenissen. Ook de incidenten uit 2019 lijken vooral voor te komen uit
ouderdom van de installaties. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat een
60 jaar oude nucleaire installatie niet wenselijk is, en we gebruik moeten maken van
de meest recent mogelijke technieken ten behoeve van zowel de Nederlandse marktpositie
als de veiligheid voor werknemers en omwonenden?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat vlak voor de kerstvakantie Pallas
liet weten een bouwvergunning toegekend te hebben gekregen ten behoeve van het Nuclear
Health Centre (NHC) in Petten. Deze leden zijn benieuwd wat de ontwikkeling van het
NHC betekent voor het nemen van stappen richting een nieuwe reactor. Kan de Staatssecretaris
laten weten wat er met het NHC gebeurt, mocht er uiteindelijk geen financiering gevonden
worden voor een nieuwe reactor in Petten? Gezien de ontwikkelingen rondom de mogelijke
ontwikkeling van isotopen met behulp van een (schonere) deeltjesversneller door Shine
Medical zien deze leden dit als een serieuze optie. Deze leden hopen dan ook dat er
geen onomkeerbare (financiële) stappen worden gezet in een richting waarvan nog niet
bekend is dat deze de juiste is.
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn daarnaast benieuwd wanneer verwacht wordt
dat de reactor en bijbehorende installaties in Petten niet meer aan de gestelde veiligheidseisen
voldoen? In andere woorden: hoelang kunnen de reactor en installaties in Petten nog
mee?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.