Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 20202.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 20204 Beleidsartikelen4.1 Artikel 11 Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel- en visserijsysteem 4.2 Artikel 12 Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken5 Niet-beleidsartikelen5.1 Artikel 50 Apparaat 5.2 Artikel 51 Nog onverdeeld6 Agentschappen6.1 Agentschapsparagraaf NVWA7 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)
35 650 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Ontvangen 30 november 2020
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2020‒2021
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
2. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie;
3. de begrotingsstaat voor het Diergezondheidsfonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,C.J. Schouten
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Opbouw 2e suppletoire begroting 2020
Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2020. Dit onderdeel is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer.
2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotings-mutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
5. Het agentschap. In deze 2e suppletoire begroting zijn de aanpassingen
in de agentschapsparagraaf van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit opgenomen.
6. Het Diergezondheidsfonds (DGF).
Toelichting ondergrenzen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Uitgaven t
Vastgestelde begroting 2020
1.481.795
Stand 1e suppletoire begroting 2020
1.473.463
Stand 1e suppletoire begroting 2020( incl. ISB, NvW)
2.266.163
Belangrijkste suppletoire mutaties
Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19
11
‒ 385.000
Kasschuif Subsidiebudget Srv
11
‒ 185.200
Kennisoverdracht innovatie in het boerenerf
11
6.000
Kasschuif innovatie in het boerenerf
11
‒ 4.900
Storting a.g.v. overschrijding CO2-emissieplafond
11
4.500
Extra ruiming Covid-19 besmette pelsdierhouderijen
11
38.000
Omschakelprogramma
11
10.000
Lagere uitgaven EG regeling Glastuinbouw (Urgenda)
11
‒ 12.000
Bijdrage Floriade
11
10.000
Opzetten Natuurbank
12
6.550
Veenweide Impuls
12
50.000
Gerichte Opkoop
12
100.000
Storting Begrotingsreserve stikstof tbv Natuurmaatregelen
12
60.000
Regiodeals
51
‒ 67.750
Overige mutaties
alle
49.065
Stand 2e suppletoire begroting
1.945.428
Toelichting
Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19
Met deze regeling (Kamerstuk 35 420, nr. 32) worden ondernemers in de sierteeltsector, delen van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector ondersteund. Voor deze regeling was oorspronkelijk € 650 mln. gereserveerd. Het beroep op deze regeling is lager dan verwacht. Dat komt onder andere omdat de sierteelt markt weer is aangetrokken. Bij Miljoenennota 2021 is een verlaging van € 350 mln. doorgevoerd (zie ook Kamerbrief 2020Z12342). Omdat het aantal ondernemens dat een beroep doet op de regeling nu definitief kan worden vastgesteld, is ook het daadwerkelijke beroep meer duidelijk geworden. Om deze reden wordt een verdere verlaging van € 35 mln. voorgesteld.
Kasschuif Subsidiebudget Srv
Het budget voor duurzame veehouderij wordt voor € 185,2 mln. naar 2021 geschoven. Dit komt voornamelijk door de verwachting dat van het beschikbare budget van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) € 175,2 mln. in 2020 niet tot uitputting komt. Dit komt deels door opgetreden vertraging door het grote aantal aanvragen voor de regeling en door de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen. Bovendien zal door ingetrokken aanvragen voor de Srv het totale subsidieplafond van € 450 mln. niet volledig worden benut. Deze middelen blijven in 2021 behouden voor de aanpak stikstof en realisatie van de gestelde doelen om stikstofemissiereductie te bereiken. Daarnaast is € 10 mln. beschikbaar voor gemeenten in regio’s waar de saneringsproblematiek een rol speelt. Door de vertraging in de uitvoering van de Srv, worden deze middelen naar 2021 verschoven.
Kennisoverdracht innovatie in het boerenerf
Land- en tuinbouwondernemers moeten extra stappen zetten om hun bijdrage te leveren aan de reductie van stikstof(depositie) in Nederland en het versterken van de biodiversiteit. Er zijn hiertoe maatregelen aan de Tweede Kamer gemeld (zie ook Kamerbrief 2020D31346), met als doel agrariërs bij te staan om hun bedrijven zo in te richten dat ze bedrijfseconomisch rendabel blijven en tegelijkertijd bijdragen aan deze doelstellingen. Hiervoor wordt in 2020 € 6 mln. gereserveerd.
Kasschuif innovatie in het boerenerf
Door vertraging in de uitvoering van de maatregelen innovatie boerenerf wordt € 4,9 mln. doorgeschoven naar volgende jaren.
Storting a.g.v. overschrijding CO2-emissieplafond
In een convenant heeft Glastuinbouw Nederland namens de sector met de overheid afspraken gemaakt over de jaarlijkse maximale CO2-emissie (CO2-emissieruimte). Het CO2-emissieplafond 2017 is overschreden. Daarvoor krijgen tuinders in 2020 een heffing opgelegd van circa € 6 mln., waarvan € 4,5 mln geraamd wordt om daadwerkelijk in 2020 te ontvangen(zie ook de belangrijkste ontvangstenmutaties verderop). De inkomsten uit deze heffing zijn bedoeld om de uitstoot weer onder het afgesproken CO2-plafond te brengen. De ontvangen heffingen worden in de begrotingsreserve Landbouw gestort. Over de inzet van deze middelen worden tezijnertijd nadere afspraken gemaakt met Glastuinbouw Nederland.
Extra ruimingskosten Covid-19 besmette pelsdierhouderijen
Het gaat om extra uitgaven die vanuit de LNV-begroting worden toegevoegd aan het Diergezondheidsfonds vanwege schadecompensatie aan pelsdierhouders, operationele kosten en kosten van screening en early warning. De kosten van bestrijding en bewaking komen volledig ten laste van de rijksoverheid. In de vierde incidentele suppletoire begroting is reeds € 37 mln. opgenomen. Voor deze tweede suppletoire begroting wordt er gelet op de bijgestelde raming van het aantal te ruimen bedrijven aanvullend € 38 mln. gereserveerd.
Omschakelprogramma
Het Omschakelprogramma beoogt agrarische ondernemers die willen omschakelen naar een ander soort bedrijf maar daarbij tegen financiële belemmeringen oplopen, te ondersteunen en daarmee bij te dragen aan een optimaal doelbereik van stikstofemissiereductie en bij te dragen aan andere beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid (zoals bijvoorbeeld reductie van emissies naar bodem, water en lucht en vergroting van de biodiversiteit etc.). Deze mutatie van € 10 mln. betreft de eerste tranche die nog op 2020 betrekking heeft. Dit bedrag zal doorgestort worden naar het Nationaal Groenfonds dat de uitvoering van het Omschakelprogramma zal faciliteren.
Lagere uitgaven EG regeling Glastuinbouw (Urgenda)
Betreft onderuitputting op Urgenda middelen (EG subsidieregeling glastuinbouw). Een groot deel van de beschikbaar gestelde middelen, namelijk € 12 mln. zal in 2020 niet tot besteding komen. Dit heeft o.a. te maken met de coronacrisis.
Bijdrage Floriade
In 2022 vindt de Floriade plaats in Almere. Om een aantal projecten te ondersteunen op het beleidsterrein van LNV doet LNV een bijdrage van € 10 mln. Voorwaarde hierbij is dat de Floriade in de toekomst geen beroep meer doet op aanvullende steun vanuit LNV. Hiermee is de totale bijdrage aan de Floriade vanuit het Ministerie van LNV € 15 mln. (€ 2,5 mln. in 2018, € 2,5 mln. in 2019 en € 10 mln. in 2020).
Opzetten Natuurbank
Voor de opzet van een natuurbank is vanuit de Begrotingsreserve Stikstof € 125 mln. gereserveerd in de periode 2020 en 2021. Deze middelen zullen worden ingezet voor natuurcompensatie van de schade als gevolg van projecten van Rijk en waterschappen met een dwingende reden van groot openbaar belang. Voor onderzoek en uitwerking van de vormgeving en voor het realiseren van natuurcompensatie door Staatsbosbeheer is in totaal € 13,1 mln. onttrokken uit de begrotingsreserve , waarvan € 6,55 mln. in 2020 zal worden ingezet.
Veenweide Impuls
In het klimaatakkoord is € 276 mln beschikbaar gesteld voor de veenweide-aanpak. In totaal is een bedrag van € 100 mln. gereserveerd voor de impuls veenweiden. Met deze mutatie wordt € 50 mln. overgeheveld naar de begroting van LNV.
Gerichte Opkoop
In het Klimaatakkoord is € 100 mln. gereserveerd voor maatregelen voor veehouderijen rondom Natura2000-gebieden. Het budget wordt aangevuld met € 250 mln. uit de Begrotingsreserve Stikstof. Met deze mutatie wordt uit de Klimaatakkoordmiddelen € 20 mln. naar de begroting LNV overgeheveld. Daarnaast wordt met deze mutatie € 80 mln. uit de Begrotingsreserve Stikstof voor 2020 naar de begroting van LNV overgeheveld. De middelen worden via de provincies ingezet voor aankoop van veehouderijlocaties nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Storting/ontrekking Begrotingsreserve stikstof t.b.v. Natuurmaatregelen
Er is € 60 mln. onttrokken aan de begrotingsreserve stikstof. Van deze € 60 mln. die is bestemd voor het treffen van natuurherstelmaatregelen door terreinbeherende organisaties wordt € 38,4 mln. ingezet via een opdracht aan Staatsbosbeheer. De resterende € 21,6 mln. zijn bestemd voor de regeling versneld natuurherstel en uitvoeringskosten. Deze regeling wordt in 2021 opengesteld. De middelen worden daarom teruggestort in de Begrotingsreserve Stikstof , aangezien deze dit jaar niet meer besteed zullen worden.
Regiodeals
Het budget gaat voor een groot deel omlaag door toedeling van de middelen naar andere artikelen op de LNV-begroting (€ 51,4 mln.). Dit gaat met name om middelen in het kader van een specifieke uitkering voor de regiodeal Rotterdam Zuid. Ook vindt er een kasschuif van € 5 mln. plaats naar 2022 voor een deel van de middelen voor de Regio Deal Noordelijk Flevoland.
3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020
Belangrijkste suppletoire ontvangsten mutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Ontvangsten
Vastgestelde begroting 2020
89.339
Stand 1e suppletoire begroting 2020
133.966
Stand 1e suppletoire begroting 2020 (incl. ISB)
136.166
Belangrijkste suppletoire mutaties
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof tbv Natuurmaatregelen
12
60.000
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof tbv Gerichte Opkoop
12
80.000
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof t.b.v. Natuurbank
12
6.550
Ontvangst agv overschrijding CO2-emissieplafond
11
4.500
Overige mutaties
div.
3.558
Stand 2e suppletoire begroting t
290.774
Toelichting
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof tbv Natuurmaatregelen
Ten behoeve van het treffen van natuurherstelmaatregelen door terreinbeherende organisaties is € 125 mln. gereserveerd in de Begrotingsreserve Stikstof. Met deze mutatie wordt € 60 mln. naar de LNV-begroting overgeheveld. Tegelijk met deze ontvangst uit de begrotingsreserve worden de uitgaven met € 60 mln. opgehoogd, zie de belangrijkste uitgavenmutaties hiervoor.
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof tbv Gerichte Opkoop
In de Begrotingsreserve Stikstof is € 250 mln. gereserveerd voor de gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden. Met deze mutatie wordt € 80 mln. voor 2020 naar de LNV-begroting overgeheveld.
Onttrekking Begrotingsreserve stikstof t.b.v. Natuurbank
Voor de opzet van een natuurbank is vanuit de Begrotingsreserve Stikstof € 125 mln. gereserveerd in de periode 2020 en 2021. Deze middelen zullen worden ingezet voor natuurcompensatie van de schade als gevolg van proojecten van Rijk en waterschappen met een dwingende reden van groot openbaar belang. Er wordt daartoe € 6,55 mln. in 2020 aan de begrotingsreserve onttrokken voor onderzoek en uitwerking van de vormgeving en voor het realiseren van circa 300 ha (in 2020 en 2021) natuurcompensatie door Staatsbosbeheer.
Ontvangst a.g.v. overschrijding CO2-emissieplafond
In een convenant heeft Glastuinbouw Nederland namens de sector met de overheid afspraken gemaakt over de jaarlijkse maximale CO2-emissie (CO2-emissieruimte). Dit convenant geldt voor de periode 2013 ‒ 2020. Dit CO2-sectorsysteem geldt als tegenprestatie voor de verlaagde energiebelasting op aardgas voor de glastuinbouw. Bij overschrijding van de CO2-emissieruimte wordt per individuele glastuinbouwer een heffing opgelegd op basis van de uitstoot van het bedrijf. Het CO2-emissieplafond 2017 is overschreden. Daarvoor krijgen tuinders in 2020 een heffing opgelegd waarvan € 4,5 mln. is geraamd om ook daadwerkelijk in 2020 te ontvangen. De inkomsten uit deze heffing zijn bedoeld om de uitstoot weer onder het afgesproken CO2-plafond te brengen.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 11 Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel- en visserijsysteem
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Een weerbaar,veerkrachtig en veilig agro-, voedsel- en visserijsysteem (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
1.033.095
2.382.728
‒ 99.110
‒ 294.651
1.988.967
Waarvan garantieverplichtingen
149.627
319.627
0
0
319.627
Waarvan overige verplichtingen
883.468
2.063.101
‒ 99.110
‒ 294.651
1.669.340
Uitgaven
950.081
1.767.914
‒ 450.129
‒ 62.254
1.255.531
Waarvan juridisch verplicht
90%
96%
Subsidies
306.034
1.052.809
‒ 476.286
‒ 104.334
472.189
Sociaal economische positie boeren
5.439
13.600
633
605
14.838
Duurzame veehouderij
171.280
234.642
‒ 129.196
‒ 57.631
47.815
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
36.711
683.770
‒ 360.067
‒ 45.900
277.803
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
81.835
108.578
13.791
‒ 448
121.921
Duurzame visserij
10.769
12.219
‒ 1.447
‒ 960
9.812
0
0
0
Garanties
30.432
62.432
0
0
60.432
Bijdrage borgstellingsreserve
28.627
28.627
28.627
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit
1.805
33.805
0
0
31.805
0
0
0
Opdrachten
112.449
89.742
‒ 124
‒ 3.071
86.547
Sociaal economische positie boeren
2.852
4.204
27
8.221
12.452
Duurzame veehouderij
17.877
23.956
‒ 2.441
‒ 11.822
9.693
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
20.915
15.416
‒ 2.429
6.034
19.021
Mestbeleid
23.108
11.904
‒ 64
‒ 5.332
6.508
Duurzame visserij
705
622
185
180
987
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
34.790
23.055
595
‒ 2.216
21.434
Diergezondheid en dierenwelzijn
7.557
7.544
4.065
1.355
12.964
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
4.645
3.041
‒ 62
509
3.488
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
370.090
406.552
25.473
‒ 3.402
428.623
Rijksrederij
9.529
8.772
249
533
9.554
Rijksdienst voor Volksgezondheid en Milieu
5.543
8.881
351
2.232
11.464
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
194.732
195.824
5.897
3.454
205.175
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
160.286
193.075
18.976
‒ 9.621
202.430
Bijdrage aan zbo/rwt's
97.129
101.116
1.045
‒ 1.789
100.372
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden
1.225
2.382
36
100
2.518
Centrale Commissie Dierproeven
767
2.153
‒ 2.140
‒ 13
0
Wageningen Research
92.581
94.025
3.130
‒ 1.542
95.613
Zon/Mw dierproeven
370
370
6
‒ 376
0
Medebewind/voormalige productschappen
1.372
1.372
0
‒ 358
1.014
Raad voor de Plantenrassen
814
814
13
400
1227
0
0
0
Bijdragen aan (internationale) organisaties
10.623
11.039
0
400
11.439
FAO en overige contributies
10.623
11.039
0
400
11.439
0
0
0
Storting begrotingsreserve
0
0
0
10765
10765
Storting begrotingsreserve landbouw
0
0
0
10205
10205
Storting begrotingsreserve visserij
0
0
560
560
Storting begrotingsreserve apurement
0
0
0
0
0
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
10.624
46.224
‒ 237
39.177
85.164
Diergezondheidsfonds
10.624
46.224
‒ 237
39.177
85.164
Ontvangsten
47.697
93.724
‒ 2.397
10.561
101.888
Sociaal economische positie boeren
245
245
0
500
745
Agroketens
0
6.000
0
0
6000
Agrarische innovatie en overig
0
0
0
Mestbeleid
7.209
11.209
0
‒ 500
10.709
Duurzame visserij
9.993
9.993
‒ 5.900
324
4.417
Garanties
1.800
4.000
0
4.000
Weerbare planten en teeltsystemen
0
0
6781
6781
Diergezondheid en dierenwelzijn
6.100
8.100
3.500
‒ 180
11420
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
12.324
12.324
3
1.452
13779
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
5.926
5.926
0
0
5926
Agentschappen
0
17.736
0
17736
Onttrekkingen begrotingsreserves
4.100
15.891
0
2.184
18075
ZBO's / RWT's
0
2.300
0
2300
Toelichting op de verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 403,8 mln. verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door een verhoging van de overige verplichtingen. Hieronder volgt per categorie een toelichting op de mutaties.
Subsidies
Duurzame veehouderij
Het budget voor duurzame veehouderij wordt met € 186,8 mln. verlaagd. Deze verlaging komt voornamelijk door de verwachting dat van het beschikbare budget van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) in 2020 niet tot uitputting komt. Dit komt deels door opgetreden vertraging door het grote aantal aanvragen voor de regeling en door de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen. Bovendien zal door ingetrokken aanvragen voor de Srv het totale subsidieplafond van € 450 mln. niet volledig worden benut. Deze middelen blijven in 2021 behouden voor de aanpak stikstof en realisatie van de gestelde doelen om stikstofemissiereductie te bereiken. Daarnaast is € 10 mln. beschikbaar voor gemeenten in regio’s waar de saneringsproblematiek een rol speelt. Door de vertraging in de uitvoering van de Srv, worden deze middelen naar 2021 verschoven.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
De uitgaven dalen met € 406 mln. Voor een groot deel wordt dit veroorzaakt door de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19. Met deze regeling (Kamerstuk 35 420, nr. 32) worden ondernemers in de sierteeltsector, delen van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector ondersteund. Voor deze regeling was oorspronkelijk € 650 mln. gereserveerd. Het beroep op deze regeling is lager dan verwacht. Dat komt onder andere omdat de sierteelt markt weer is aangetrokken. Bij Miljoenennota 2021 is een verlaging van € 350 mln. doorgevoerd (zie ook Kamerbrief 2020Z12342). Omdat het aantal dat een beroep doet op de regeling nu definitief kan worden vastgesteld, is ook het daadwerkelijke beroep meer duidelijk geworden. Om deze reden wordt een verdere verlaging van € 35 mln. voorgesteld.
Als gevolg van de coronacrisis is het beroep op de Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) subsidieregeling minder dan verwacht. Om deze reden zijn reeds bij Miljoenennota € 10 mln. aan klimaatmiddelen uit 2020 naar latere jaren doorgeschoven, zodat deze alsnog ingezet kunnen worden om de klimaatdoelen te behalen. Daarnaast worden om deze reden € 9,5 mln. aan middelen voor de EG subsidieregeling glastuinbouw (Urgenda) niet meer besteed in 2020.
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
De uitgaven stijgen per saldo met € 13,3 mln. Dit wordt onder andere veroorzaakt door € 6 mln. voor de kennisoverdracht aan land- en tuinbouwondernemers om bedrijfsaanpassingen richting kringlooplandbouw te realiseren die structureel bijdragen aan stikstofreductie en versterking van de biodiversiteit. Het overkoepelend doel is om de biodiversiteit te versterken. Daarnaast is er € 4,6 mln. opgenomen voor maatregelen tegen de emissie van methaan en ammoniak. De maatregelen worden in samenhang opgepakt met benutting van de natuurlijke mogelijkheden en variatie van de spijsvertering van dieren. Binnen de LNV begroting wordt er vanuit de post Duurzame veehouderij (opdrachten) € 4 mln. overgeboekt voor het programma Slim Landgebruik. Dit programma heeft als doel om concrete en bewezen maatregelen vast te stellen, die nodig zijn om tot een vastlegging van 0,5 Mton CO2 aan de bodem per jaar vanaf 2030 in minerale bodems te komen. Ook worden de uitgaven verhoogd met € 3,1 mln. vanwege extra middelen voor onderzoek, pilots en demo’s voor klimaatprojecten voor stallen en mestopslagen. Het project loopt door in 2021 en 2022. Tot slot wordt er € 1 mln opgenomen voor onderzoek uitgevoerd bij experimenteergebieden voor de realisatie van de kringlooplandbouw.
Door vertraging in de uitvoering van de maatregelen innovatie boerenerf wordt € 4,9 mln. doorgeschoven naar volgende jaren.
Opdrachten
Sociaal economische positie boeren
Het budget wordt per saldo met € 8,2 mln. verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een storting van € 10 mln. in het Nationaal Groenfonds om de uitvoering van het Omschakelprogramma te faciliteren. Het Omschakelprogramma beoogt agrarische ondernemers die willen omschakelen maar daarbij tegen financiële belemmeringen oplopen, te ondersteunen en daarmee bij te dragen aan een optimaal doelbereik van stikstofemissiereductie en bij te dragen aan andere beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid (zoals bijvoorbeeld reductie van emissies naar bodem, water en lucht en vergroting van de biodiversiteit etc.) Daarnaast is het budget voor beurzen, missies, onderzoeken en seminars als gevolg van Covid-19 met € 1 mln. verlaagd.
Duurzame veehouderij
De uitgaven aan duurzame veehouderij worden met € 14,3 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door het overhevelen van budget van duurzame veehouderij naar de begrotingspost Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie (subsidies). Zoals eerder beschreven betreft het € 4,6 mln. voor maatregelen tegen de emissie van methaan en ammoniak. Daarnaast wordt er € 4 mln. binnen de begroting overgeboekt naar de post Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie (subsidies) voor het programma Slim Landgebruik. Dit programma heeft als doel om concrete en bewezen maatregelen vast te stellen, die nodig zijn om tot een vastlegging van 0,5 Mton CO2 aan de bodem per jaar vanaf 2030 in minerale bodems te komen. Tot slot betreft het de overheveling van € 3,1 mln. extra middelen voor onderzoek, pilots en demo’s voor klimaatprojecten voor stallen en mestopslagen.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
Het budget wordt met € 3,6 mln. verhoogd. Als gevolg van de vertraagde implementatie van de Brexit vallen de uitgaven voor de voorbereidingskosten bij de keuringsdiensten dit jaar naar verwachting € 2,5 mln. lager uit. Daarnaast gaat de geraamde bijdrage van € 2,5 mln. voor het project Nieuw Prinsenland niet door. Dit was een project in het kader van Urgenda (stimulering energiebesparingsmaatregelen en warmtenetten). Belangrijkste reden hiervoor is dat men in het huidige tijdsgewricht de businesscase niet sluitend kon maken. Tot slot valt € 1,4 mln. van de onderzoeksmiddelen ten behoeve van onderzoeksinstituten vrij.
In 2022 vindt de Floriade plaats in Almere. Om een aantal projecten te ondersteunen op het beleidsterrein van LNV doet LNV een bijdrage van € 10 mln. Voorwaarde hierbij is dat de Floriade in de toekomst geen beroep meer doet op aanvullende steun vanuit LNV. Hiermee is de totale bijdrage aan de Floriade vanuit het Ministerie van LNV € 15 mln. (€ 2,5 mln. in 2018, € 2,5 mln. in 2019 en € 10 mln. in 2020).
Mestbeleid
Het budget wordt met € 5,4 mln. verlaagd. Dit wordt vooral veroorzaakt door de vertraagde uitvoering van het mestprogramma door RVO en de NVWA.
Diergezondheid en dierenwelzijn
De uitgaven nemen met € 5,4 mln. toe. Dit heeft onder meer te maken met hogere kosten van het diergeneeskunderegister bij het CIBG (€ 1,2 mln.), een hogere bijdrage aan Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming € 0,5 mln. en het verhogen van het budget voor dierenwelzijn landbouwhuisdieren met € 0,5 mln. in lijn met het budget van afgelopen jaren. Daarnaast is het budget In Beslag genomen Goederen (IBG) € 1,3 mln. verhoogd. Deze aanvulling van het budget is nodig om de dit jaar de verwachte uitgaven te kunnen doen. Tot slot is het opdrachtenbudget met € 0,8 mln. mln. verhoogd. Dit is voor onderzoek naar de mogelijke gevoeligheid van honden en katten voor het Covid-19 virus mede in relatie tot besmettingen bij mensen.
Bijdrage aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De uitgaven van de bijdrage aan de NVWA stijgen met € 9,4 mln. Dit komt voornamelijk door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling 2020 van circa € 5,9 mln. Daarnaast wordt er vanwege een technische herschikking €2 mln. van de uitgaven aan de NVWA op de begroting LNV van artikel 12 naar artikel 11 overgeboekt.
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
De uitgaven aan RVO stijgen per saldo met € 9,4 mln. Het betreft voor€ 9,9 mln. uitvoeringskosten voor de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Deze kosten waren nog niet meegenomen in de initiële opdracht aan RVO die eind vorig jaar werd verstrekt. Daarnaast stijgen de uitgaven aan de RVO met € 4,8 mln. door de Noodfonds regelingen ten behoeve van de aardappel- en tuinbouwsector. Tot slot worden de uitgaven met € 5 mln. verlaagd door een kasschuif naar latere jaren voor het vervroegde verbod pelsdierhouderij.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Het gaat om extra uitgaven die vanuit de LNV-begroting worden toegevoegd aan het Diergezondheidsfonds vanwege schadecompensatie aan pelsdierhouders, operationele kosten en kosten van screening en early warning. De kosten van bestrijding en bewaking komen volledig ten laste van de rijksoverheid. In de vierde incidentele suppletoire begroting is reeds € 37 mln. opgenomen. Voor deze tweede suppletoire begroting wordt er gelet op de bijgestelde raming van het aantal te ruimen bedrijven aanvullend nog eens € 38 mln. gereserveerd.
Ontvangsten
Weerbare planten en teeltsystemen
De ontvangsten stijgen met € 6,8 mln. Dit komt voornamelijk door een heffing van € 4,5 mln. die tuinders in 2020 opgelegd krijgen voor het overschrijden van het CO2-emissieplafond. De inkomsten uit deze heffing zijn bedoeld om de uitstoot weer onder het afgesproken CO2-plafond te brengen.
Duurzame visserij
De ontvangsten vallen € 5,9 mln. lager uit. Door de coronacrisis wordt een tekort verwacht op de geraamde ontvangsten voor de verhuur van mossel- en oesterpercelen. Als gevolg van de coronacrisis is er minder vraag op de markt. Hierdoor vallen de ontvangsten € 2,9 mln lager uit dan geraamd. Tevens is sprake van een technische correctie van € 3 mln.
Diergezondheid en dierenwelzijn
De inkomsten nemen naar verwachting met € 3,5 mln. toe. Doordat er een forse toename is te zien van boetes op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren/Wet Dieren zijn de inkomsten in lijn gebracht met de realisatie van de afgelopen jaren en verhoogd met € 3,5 mln.
Toelichting op de Begrotingsreserves
Begrotingsreserve Landbouw
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2020
24.156
+ Geraamde storting
10.205
– Geraamde onttrekking
2.230
Stand (raming) per 31/12/2020
32.131
De geraamde storting wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die verband houden met fosfaatreductieplan ZuivelNL, CO2 emissieplafond, sanering bedrijven varkenshouderij en slopen ombouwregeling pelsdierhouderij.
De geraamde onttrekking houdt verband met het sociaal economisch plan pelsdieren.
Begrotingsreserve Visserij
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2020
24.564
+ Geraamde storting
560
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2020
25.124
De storting is het niet-bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 die niet tot besteding komen, die door de storting behouden blijft voor toekomstige uitgaven.
Begrotingsreserve Apurement
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2020
88.737
+ Geraamde storting
3.802
– Geraamde onttrekking
9.486
Stand (raming) per 31/12/2020
83.053
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is. De onttrekking betreft geraamde uitgaven aan opgelegde correcties.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Tabel 2
Stand 1/1/2020
20.908
+ Geraamde storting
3.627
– Geraamde onttrekking
0
Stand (raming) per 31/12/2020
24.535
De € 3,6 mln. betreft de jaarlijkse storting voor de «reguliere» Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL).
Risico voorziening jonge boeren
Tabel 3 Bedragen x € 1.000
Stand 1/1/2020
46.000
+ Geraamde storting
0
– Geraamde onttrekking
0
Stand (raming) per 31/12/2020
46.000
4.2 Artikel 12 Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
118.749
195.137
309.072
71.269
575.478
Waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
Waarvan overige verplichtingen
118.749
195.137
309.072
71.269
575.478
Uitgaven
132.901
201.866
309.127
21.292
532.285
Waarvan juridisch verplicht
84%
95%
Subsidies
2.566
2.566
109.800
14.910
127.276
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
1.061
1.061
0
‒ 11
1.050
Natuur en Biodiversiteit op land
702
702
20.000
‒ 19.388
1.314
Beheer Kroondomeinen
803
803
0
‒ 13
790
Regio Deals
89.800
34.322
124.122
0
Leningen
26.345
26.345
0
‒ 2.229
24.116
Leningen rente en aflossing
26.345
26.345
0
‒ 2.229
24.116
0
0
0
Garanties
0
0
0
0
0
Garanties natuur
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
45.678
114.248
197.146
‒ 13.250
298.144
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren
11.265
10.809
‒ 168
‒ 1.259
9.382
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
8.510
14.843
‒ 272
‒ 8.376
6.195
Overige stelsel activiteiten
4.095
3.380
496
2.203
6.079
Internationale Samenwerking
3.415
3.334
0
‒ 1.079
2.255
Natuur en Biodiversiteit op land
11.253
50.753
146.490
6.919
204.162
Caribisch Nederland
623
623
600
239
1462
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit
6.000
29.576
50.000
‒ 11.525
68.051
Regio deals
517
930
0
‒ 372
558
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
29.397
29.247
1.127
‒ 607
29.767
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
9.818
9.818
830
1.355
12.003
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
19.579
19.429
297
‒ 1.962
17.764
0
0
0
Bijdrage aan zbo/rwt's
27.276
27.526
1.054
703
29.283
Staatsbosbeheer
27.276
27.526
1.054
703
29.283
0
Bijdrage aan medeoverheden
0
0
0
165
165
Caribisch Nederland
0
0
0
165
165
0
0
0
Bijdragen aan (internationale) organisaties
1.639
1.934
0
0
1.934
Internationale Samenwerking
1.639
1.934
0
0
1.934
0
0
0
Storting begrotingsreserve
0
0
0
21.600
21.600
Begrotingsreserves
0
0
0
21.600
21.600
0
Ontvangsten
39.656
39.656
147.505
‒ 1.061
186.100
Landinrichtingsrente
31.418
31.418
955
410
32.783
Verkoop gronden
3.933
3.933
0
‒ 1.000
2.933
Overige
4.305
4.305
0
‒ 471
3.834
Onttrekking begrotingsreserve
0
146.550
0
146.550
Toelichting op de verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 390,3 mln. verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door diverse mutaties die samenhangen met de uitgaven en worden hieronder per categorie toegelicht.
Subsidies
Natuur en Biodiversiteit op land
In de ontwerpbegroting 2021 is gemeld dat er in totaal € 60 mln. aan artikel 12 van de LNV-begroting wordt toegevoegd uit de Begrotingsreserve Stikstof. Deze middelen zijn deels (€ 20 mln.) bestemd voor de regeling versneld natuurherstel. Omdat er inmiddels vertraging bij de inwerkingtreding van deze subsidieregeling is opgetreden, komt € 21.6 mln. (waarvan € 1,6 mln uitvoeringskosten) dit jaar niet meer tot uitputting. Deze middelen worden daarom overgeheveld naar de post Begrotingsreserve van dit artikel. Vandaaruit worden de middelen (terug)gestort in de begrotingsreserve Stikstof zodat deze in 2021 alsnog inzetbaar zijn. Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties waardoor het subsidiebudget voor biodiversiteit en natuur op land per saldo met € 1,3 mln wordt verhoogd.
Regio Deals
Vanaf de aanvullende post is € 89,8 mln. overgeheveld naar de LNV-begroting voor de vervolgtermijnen van de 3e tranche Regio Deals. Deze middelen worden naar de regio’s overgeheveld middels specifieke uitkeringen. Daarnaast is vanaf artikel 51 € 40,8 mln. overgeboekt naar artikel 12 voor de Regio Deal Rotterdam Zuid. Verder zorgt een afdracht van compensabele btw aan het btw-compensatiefonds (BCF) voor een verlaging van het uitgavenbudget met € 6,5 mln.
Opdrachten
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
Het budget wordt per saldo met € 6,8 mln verlaagd. De mutatie bestaat uit diverse overhevelingen naar artikel 11 voor uitgaven in het kader van de aanpak stikstof, zoals een additionele opdracht aan RIVM voor de uitbreiding van het meetnet, onderzoeken in opvolging van het college Meten en Berekenen en meerkosten voor AERIUS. Daarnaast wordt het budget voor de regeling Nationale Parken met € 1,5 mln. verlaagd vanwege vertraging in de uitvoering. Deze middelen blijven in latere jaren beschikbaar. Verder bestaat deze mutatie uit diverse ramingsbijstellingen.
Natuur en Biodiversiteit op land
Het budget wordt met € 153,4 mln. verhoogd. Dit komt voornamelijk door de toevoeging van middelen voor de Gerichte Opkoop van veehouderijen rondom Natura2000-gebieden (€ 100 mln.). € 80 mln. van deze middelen zijn uit de Begrotingsreserve Stikstof naar artikel 12 van de begroting van LNV-overgeheveld. De resterende € 20 mln. komt uit de gereserveerde Klimaatmiddelen. De middelen worden via de provincies ingezet voor aankoop van veehouderijlocaties nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Daarnaast wordt vanuit de Begrotingsreserve Stikstof € 38,4 mln. aan de begroting toegevoegd voor de opdracht aan Staatsbosbeheer voor het treffen van natuurherstelmaatregelen in stikstofgevoelig Natura2000 areaal. Ook wordt € 6,6 mln. van de in totaal gereserveerde € 13,1 mln. vanuit de Begrotingsreserve Stikstof overgeheveld voor de pilot van de natuurbank. De middelen worden ingezet voor onderzoek en uitwerking van de vormgeving en voor het realiseren van circa 300 ha (in 2020 en 2021) natuurcompensatie door Staatsbosbeheer waarmee de eerste ervaringen worden opgedaan die kunnen worden benut bij de verdere uitwerking van de natuurbank.
Verder vindt een overheveling van € 10,9 mln. plaats uit het budget ‘Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit’ voor een bijdrage aan de uitvoering van pilots in vier veenweidegebieden in het kader van het Interbestuurlijk Programma ‘Naar een vitaal platteland’. Deze pilots maken onderdeel uit van de te realiseren ambities uit het Klimaatakkoord met betrekking tot veenweiden.
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit
Het budget voor klimaatimpuls natuur en biodiversiteit wordt met € 38,5 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de toevoeging van € 50 mln. aan Klimaatmiddelen bestemd voor de impuls voor veenweidegebieden. Er is totaal hiervoor een bedrag van € 100 mln. gereserveerd. Er wordt € 10,9 mln. overgeheveld naar het opdrachtenbudget voor Natuur en biodiversiteit op land in verband met een bijdrage aan de uitvoering van pilots in de vier veenweidegebieden in het kader van het Interbestuurlijk Programma ‘Naar een vitaal platteland’.
Storting begrotingsreserve
Door vertraging in het opstellen van de regeling ten behoeve van de uitvoering van natuurherstelmaatregelen door terreinbeherende organisaties, worden de gereserveerde middelen ad. € 20 mln. dit jaar niet ingezet. Daarnaast wordt van het onderdeel ‘Natuur en biodiversiteit op land’ € 1,6 mln. naar de begrotingsreserve overgeheveld. Deze middelen zijn bestemd voor het opzetten en uitvoeren van de regeling versneld natuurherstel. Door de storting in de Begrotingsreserve Stikstof kunnen de middelen naar 2021 meegenomen worden.
Ontvangsten
Onttrekking uit begrotingsreserve
Uit de Begrotingsreserve Stikstof wordt in 2020 € 146,7 mln. onttrokken. Het gaat onder andere om € 80 mln. voor de gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura2000-gebieden. Dit budget is toegevoegd aan het opdrachtenbudget van ‘Natuur en biodiversiteit op land’. Daarnaast is € 60 mln. bestemd voor het treffen van natuurherstelmaatregelen door terreinbeherende organisaties. De € 60 mln. wordt ingezet voor de opdracht aan Staatsbosbeheer € 38,4 mln. De resterende € 21,6 mln. bestemd voor de regeling versneld natuurherstel en uitvoeringskosten, zullen aan het eind van het jaar aan de Begrotingsreserve Stikstof toegevoegd worden. Ook is € 6,6 mln. aan de begrotingsreserve onttrokken voor de pilot van de natuurbank, waarmee de eerste ervaringen opgedaan worden die benut kunnen worden bij de verdere uitwerking van de natuurbank.
Toelichting op de Begrotingsreserves
Begrotingsreserve stikstof
Bedragen x € 1000
Stand 1/1/2020
500.000
+ Geraamde storting
21.600
– Geraamde onttrekking
146.550
Stand (raming) per 31/12/2020
375.050
De begrotingsreserve stikstof is ingesteld voor het nemen van bron- en natuurherstelmaatregelen om de reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de maatregelen ten tijde van dit besluit onzeker was, heeft het kabinet eind 2019 besloten om een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen voor de periode 2020 en 2021 (Kamerstuk 32 670, nr. 193). De reserve is eind 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. De beschikbare middelen uit de reserve worden in 2020 en in 2021 opgevraagd en landen als ontvangst op de LNV-begroting.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 50 Apparaat
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 50 Apparaat (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Mutatie Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
126.761
149.899
6.527
1.186
157.612
Uitgaven
126.761
149.899
6.527
1.186
157.612
Personele uitgaven
90.907
96.404
9.599
2.315
108.318
waarvan eigen personeel
82.785
89.417
9.598
‒ 3.073
95.942
waarvan inhuur externen
2.881
3.393
305
5.388
9.086
waarvan overige personele uitgaven
5.241
3.594
‒ 304
0
3.290
Materiële uitgaven
35.854
53.495
‒ 3.072
‒ 1.129
49.294
waarvan ICT
3.126
3.126
‒ 2.626
0
500
waarvan bijdrage aan SSO's
10.418
10.418
7.649
0
18.067
waarvan bijdrage aan SSO /DICTU
12.168
18.142
2.382
635
21.159
waarvan overige materiële uitgaven
10.142
21.809
‒ 10.477
‒ 1.764
9.568
Ontvangsten
2.786
2.786
0
0
2.786
Toelichting
Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 12 mln. Dit is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk wordt beïnvloed door de apparaatskosten van het nieuw opgerichte programma van het DG stikstof van € 7,8 mln. en met het toevoegen het budget van € 3,8 mln. voor de landbouwraden die in dienst zijn van LNV. Dit wordt niet langer via RVO gedaan, maar rechtstreeks ten laste van het personeelsartikel van LNV gebracht.
5.2 Artikel 51 Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 51 Nog onverdeeld (Bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Mutatie Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
209.052
146.484
‒ 98.716
‒ 47.768
0
Uitgaven
209.052
146.484
‒ 98.716
‒ 47.768
0
Loonbijstelling
0
10.199
‒ 10.199
0
0
Prijsbijstelling
2.500
17.978
‒ 17.978
0
0
Onvoorzien
206.552
118.307
‒ 70.539
‒ 47.768
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Prijsbijstelling en loonbijstelling
De loon- en prijsbijstellingstranche 2020 is bij Voorjaarsnota 2020 op artikel 51 «Nog onverdeeld» geplaatst. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstelling is bij Miljoenennota toebedeeld aan de budgetten van de relevante artikelen op de LNV begroting.
Onvoorzien
Het verlagen van het budget van € 118,3 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting is het saldo van verschillende mutaties. Het saldo bestaat voornamelijk uit een overheveling van middelen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds in het kader van de Regio Deals (€ 67,8 mln.). Ook gaat het om een toedeling van middelen naar andere artikelen op de LNV-begroting (€ 51,4 mln.). Dit gaat met name om middelen in het kader voor een specifieke uitkering voor de regiodeal Rotterdam Zuid (€ 40,7 mln) en middelen voor de implementatie van het nieuwe GLB (€ 9,9 mln). Daarnaast valt een deel van de middelen op Artikel 51 vrij (€ 4,1 mln.) , dit betreft met name niet benodigde middelen in 2020 voor de voorbereiding GLB en de implementatie EMVAF. Tot slot heeft er een kasschuif van € 5 mln. plaatsgevonden naar 2022 van een deel van de middelen voor de Regio Deal Noordelijk Flevoland.
6 Agentschappen
6.1 Agentschapsparagraaf NVWA
Exploitatieoverzicht Baten-lasten NVWA 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting
(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd
Baten
omzet moederdepartement
187.900
‒ 28.031
‒ 11.566
148.303
Omzet overige departementen
96.505
5.680
‒ 4.815
97.370
Omzet derden
103.113
‒ 2.333
‒ 6.450
94.330
Rentebaten
‒
‒
0
Vrijval voorzieningen
‒
‒
0
Bijzondere baten
‒
16.204
‒ 232
15.972
Totaal baten
387.518
‒ 8.480
‒ 23.063
355.975
Lasten
Apparaatskosten
371.963
24.095
3.704
399.762
Personele kosten
229.689
10.396
3.870
243.955
waarvan eigen personeel
204.712
12.357
‒ 6.736
210.333
waarvan inhuur externen
13.802
‒ 3.173
14.779
25.408
waarvan overige personele kosten
11.175
1.212
‒ 4.173
8.214
Materiële kosten
141.874
13.699
234
155.807
waarvan apparaat ICT
300
2.005
‒ 205
2.100
waarvan bijdrage aan SSO's
48.066
1.467
1.826
51.359
waarvan overige materiële kosten
93.508
10.227
‒ 1.387
102.348
Rentelasten
98
‒
‒ 68
30
Afschrijvingskosten
15.357
‒ 399
3.733
18.691
Materieel
3.175
‒ 399
24
2.800
waarvan apparaat ICT
194
‒ 96
2
100
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
2.981
‒ 303
22
2.700
Immaterieel
12.182
‒
3.709
15.891
Overige lasten
500
‒
500
1.000
waarvan dotaties voorzieningen
500
‒
500
1.000
waarvan bijzondere lasten
‒
‒
0
Totaal lasten
387.518
23.696
8.269
419.483
Saldo van baten en lasten
0
‒ 32.176
‒ 31.332
‒ 63.508
Toelichting
Toelichting op de baten
De totale omzet wordt € 23,1 mln lager ingeschat dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door de Corona-crisis. Als gevolg daarvan kunnen bepaalde werkzaamheden niet worden uitgevoerd en ligt het ziekteverzuim hoger dan normaal. Inmiddels is er weer veel opgestart, maar het herstel verloopt minder voorspoedig dan in het voorjaar was ingeschat.
Deze daling doet zich vooral voor bij LNV, (€ 11,6 mln.), maar ook bij VWS, (€ 4,8 mln.), en derden (retributies) (€ 6,5 mln.).
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Aan de kostenkant zien we lagere kosten van eigen personeel, met name veroorzaakt door een vertraagde instroom van nieuwe medewerkers. Ook de overige personele kosten zijn lager, onder andere als gevolg van het thuiswerken. Dit leidt tot lagere reis- en verblijfskosten.
Daar tegenover staan hogere kosten voor inhuur van externen, die zijn ingehuurd om het werk uit te voeren dat door de vertraagde instroom achterbleef.
De totale personele kosten stijgen hierdoor met € 3,9 mln.
Materiële kosten
De afschrijvingskosten (immaterieel) zijn € 3,7 mln hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit betreft met name de versnelde afschrijving op INSPECT.
Kasstroomoverzicht 2020 (Bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting
(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
75.194
‒ 27.119
0
48.075
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
387.518
‒ 8.480
‒ 15.587
363.451
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 373.113
‒ 22.643
‒ 5.036
‒ 400.792
2.
Totaal operationele kasstroom
14.405
‒ 31.123
‒ 20.623
‒ 37.341
Totaal investeringen (-/-)
‒ 6.100
‒ 1.050
0
‒ 7.150
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
2.625
0
0
2.625
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 3.475
‒ 1.050
0
‒ 4.525
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
‒ 17.736
0
‒ 17.736
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
32.176
32.176
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 14.361
991
0
‒ 13.370
Beroep op leenfaciliteit (+)
6.100
1.050
0
7.150
4.
Totaal financieringskasstroom
‒ 8.261
‒ 15.695
32.176
8.220
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
77.863
‒ 74.987
11.553
14.429
Toelichting
De totale kasstroom is € 11,6 mln. hoger dan bij 1e suppletoire begroting. Het verschil kan als volgt worden gespecificeerd:
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom 2020 is € 20,6 mln lager. Dit bestaat uit de som van het saldo van baten en lasten en afschrijvingskosten. Ook de BTW-compensatie van € 7,5 mln in verband met de inhuur van practitioners en KDS is hierin opgenomen.
Financieringskasstroom
De totale financieringskasstroom 2020 is € 32,2 mln hoger dan bij 1e suppletoire begroting. Dit betreft de bijdrage van het moederdepartement aan de bedrijfsvoeringkosten door middel van een dotatie aan het Eigen Vermogen.
Rekening courant
De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de 1e suppletoire begroting toe met € 11,6 mln tot € 14,4 mln.
Overzicht Doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2020
2020
Vastgestelde begroting
Stand 2e suppletoire begroting
Gemiddelde kostprijs (€/uur)
107,23
107,23
Tarieven
Index 2012 = € 94,07 = 100
113,99
113,99
Omzet per productgroep ( in € mln.)
Handhaven
213,3
203,8
Keuren certificering op afstand
6,7
7,0
Keuren import
12,6
18,3
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten
53,7
70,1
Overig
101,2
56,8
FTE
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1
2.450
2.524
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur)
1.889/561
1.946/578
Salariskosten per fte
82.831
82.831
Saldo van baten en lasten
0
‒ 63.508
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten
0%
‒ 17,84%
Kwaliteit
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen
90%
90%
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen)
95%
95%
X Noot
1
De gerealiseerde gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief VanWerkNaarWerk-kandidaten.
7 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)
De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)
Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen)
Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2)
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)
Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen.
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
Verplichtingen
36.357
72.194
0
42.268
114.462
garantieverplichtingen (indien van toepassing)
0
0
0
0
0
overige verplichtingen (indien van toepassing)
0
0
0
0
0
Uitgaven
36.357
72.194
0
42.268
114.462
waarvan juridisch verplicht
72%
72%
72%
Opdrachten
33.594
72.194
0
42.268
114.462
Waarvan:
Bewaking van dierziekten
19.847
19.847
0
1.463
21.310
Bestrijding van dierziekten
10.987
49.587
0
40.658
90.245
Overig
2.760
2.760
0
147
2.907
Verwacht effect op het DGF-saldo
2.763
0
0
0
0
DGF-saldo
0
0
0
0
0
Crisisreserve
0
0
0
0
0
Ontvangsten
36.357
104.712
0
39.663
144.375
Waarvan:
Ontvangsten van LNV
10.387
45.987
0
39.177
85.164
Ontvangsten van sector
14.300
14.300
0
1.444
15.744
Ontvangsten EU
3.910
3.910
0
‒ 885
3.025
Bijdrage sector crisisreserve
7.760
7.760
0
‒ 73
7.687
Saldo van de afgeloten rekeningen
0
32.755
0
0
32.755
Toelichting op de uitgaven
Opdrachten
Bestrijding van dierziekten
De stijging in de miljoenennota wordt met name veroorzaakt door de bestrijdingsmaatregelen van covid-19 op nertsenbedrijven. Hiervan is € 1,46 mln. euro ten behoeve van o.a. verdenkingskosten, screeningsonderzoek, early warning en € 77,3 mln. euro voor de ruimingskosten en de tegemoetkoming in schade.
Het gaat om extra uitgaven die vanuit de LNV-begroting worden toegevoegd aan het Diergezondheidsfonds vanwege schadecompensatie aan pelsdierhouders, operationele kosten en kosten van screening en early warning. De kosten van bestrijding en bewaking komen volledig ten laste van de rijksoverheid. In de vierde incidentele suppletoire begroting is reeds € 37 mln. opgenomen. Voor deze tweede suppletoire begroting wordt er gelet op de bijgestelde raming van het aantal te ruimen bedrijven aanvullend nog eens € 38 mln. gereserveerd.
Toelichting op de ontvangsten
Ontvangsten van LNV
De ontvangsten van LNV worden bij de najaarsnota met € 39,1 mln . verhoogd in verband met verwachte extra kosten voor de ruiming van nertsen. Dit bedrag komt derhalve bovenop de € 35,6 mln die reeds bij 4e incidentele suppletoire begroting voor de ruiming van nertsen aan het Diergezondheidsfonds is toegevoegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.