Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 22 en 23 oktober 2020 (Kamerstuk 28676-345)
2020D41101 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de aan de Minister van Defensie over de bijeenkomst van de NAVO-ministers van
Defensie op 22 en 23 oktober 2020, waarvan de geannoteerde agenda op 7 oktober 2020
door de Kamer is ontvangen (Kamerstuk 28 676, nr. 345).
De voorzitter van de commissie, De Vries
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde
agenda en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister de mening deelt dat, zelfs
nu door de Coronacrisis het BNP is gedaald en de relatieve uitgaven aan Defensie daarmee
hoger uitvallen, een groei naar 2% BNP simpelweg niet langer realistisch is. Indien
zij deze mening niet deelt, vragen deze leden om een concrete uiteenzetting van welke
plannen er zijn om te groeien naar 2% BNP. Deze leden hebben dergelijke concrete plannen
de afgelopen kabinetsperiode immers niet langs zien komen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het bespreken van de lastenverdeling
op het gebied van te leveren capaciteiten niet een goede aanleiding is om in te zetten
op een meer capaciteit-gerichte lastenverdeling tussen de bondgenoten. Deze leden
vragen of de Minister hun standpunt deelt dat de toegevoegde waarde aan het bondgenootschap
niet enkel in een budgettaire norm is uit te drukken, en dat er tevens voldoende prikkels
moeten zijn voor bondgenoten om hun uitgaven efficiënt en doelmatig te doen, in plaats
van te streven naar een zo hoog mogelijk budget. De leden van de GroenLinks-fractie
wijzen in deze context bijvoorbeeld naar de door de Minister aangehaalde nieuwe Nederlandse
bijdrage aan de Command and Control capaciteit ten aanzien van special forces.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat op de NAVO-ministeriële het Civic Preparedness
Report voorligt, waarin een analyse wordt gegeven van de civiele paraatheid van de
NAVO-landen in tijden van militaire agressie. Deze leden vragen hoezeer de digitale
beveiliging van kritische infrastructuur in dit onderzoek is meegenomen. Indien dit
niet het geval is, vragen deze leden of dit voor de Minister niet aanleiding is om
een aparte analyse te verzoeken.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Minister nadrukkelijk de optie
openhoudt om Defensiepersoneel uit Afghanistan terug te trekken, gelet op de COVID-pandemie
en onzekerheid over de toekomst. Hoewel deze leden hier begrip voor hebben, hopen
zij wel dat de veiligheid en de toekomst van het Afghaanse volk niet met het spreekwoordelijke
badwater worden weggegooid, nu COVID-19 de missie bemoeilijkt. Deze leden vragen of
er bij de NAVO een strategie bestaat waarmee zoveel als mogelijk wordt tegengegaan
dat de Taliban van de COVID-pandemie profiteert. Indien dit het geval is, vragen de
leden van de GroenLinks-fractie wat deze strategie inhoudt.
De leden van de GroenLinks-fractie delen de opvatting van de Minister dat een goede
uitvoering van VN-resolutie 1325 over het nadrukkelijk betrekken van vrouwen bij vredesprocessen
implicaties heeft voor alle terreinen van de NAVO. Deze leden zijn blij dat de NAVO
nu een zero tolerance beleid tegen seksueel wangedrag binnen de organisatie heeft
vastgesteld, maar zij vragen wel of er ook noemenswaardige concrete plannen zijn geformuleerd
om vrouwen meer aan de knoppen te krijgen bij operaties en missies van de NAVO. Indien
deze er zijn, vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de Minister die kan toelichten
en kan voorzien van een appreciatie. Indien deze er niet zijn, vragen deze leden of
de Minister bereid is te bepleiten dat deze plannen alsnog worden geformuleerd.
De leden van de SP-fractie zijn verbaasd over de inhoud van de agenda. Op de vorige
NAVO-Defensieraad werd uitvoerig gesproken over de gevolgen van de COVID-19-pandemie
voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht en de stabiliteit van de wereldpolitiek.
In de eerste maanden van het jaar bleken diverse Amerikaanse bases zowel in de VS
als wereldwijd en marineschepen wereldwijd onderweg getroffen te zijn door de pandemie.
Andere NAVO-landen gaven geen informatie, de leden van de SP-fractie waarderen de
openheid van de VS. Over Rusland verschenen toen berichten in de gespecialiseerde
militaire pers over dat ook de noordelijke marine getroffen werd. Van andere landen
is deze leden weinig of niets bekend.
Inmiddels zitten we in Europa in de tweede pandemische golf, in de VS lijkt er niets
verbeterd te zijn in de zomer. Diverse krijgsmachtonderdelen worden daar (wereldwijd)
nog steeds geraakt door het virus. De tweede golf treft momenteel ook de Nederlandse
marine. Op dit moment zijn er besmettingen op vier schepen. Dat leidt de leden van
de SP-fractie tot de vraag of de COVID-pandemie tijdens de raad wordt besproken. Zo
nee, waarom niet, gezien de ernst van de ontwikkelingen? Zo ja, welke bijzondere maatregelen
zullen worden genomen? Het gaat deze leden daarbij niet om de marine maar ook om de
landmacht, zeker ook in het licht van de besmetting bij de Nederlandse landmacht in
Litouwen in het voorjaar.
Weerbaarheidsbeleid
Ten aanzien van de passage in de geannoteerde agenda over het weerbaarheidsbeleid
vragen de leden van de SP-fractie wie de bondgenoten zijn die de Resilience Pledge
in 2021 willen vernieuwen. Wat willen zij precies vernieuwen? Wat wordt in het licht
van de corona-epidemie bedoeld met het dreigingslandschap? Is er reden te veronderstellen
dat er niet wordt samengewerkt voor de bestaande zeven Baseline Requirements? Zo ja,
wat zijn die redenen?
De tweede verbazing van leden van de SP-fractie over de agenda is het ontbreken van
het onderwerp over de herschikking van Amerikaanse troepen in Europa. Kort na de vorige
Raad besloot de Amerikaanse regering troepen uit Duitsland terug te trekken, gedeeltelijk
door overplaatsing naar België en Italië, maar ook gedeeltelijk terug naar de VS.
Deze leden vragen of kan worden bevestigd dat deze plannen doorgang krijgen en of
dit onderwerp niet wordt besproken tijdens de Defensieraad en waarom dan niet. Verplaatsing
heeft immers militaire consequenties. Deze leden vragen of de Minister de opvatting
deelt dat het hier om een Amerikaanse politieke maatregel tegen Duitsland gaat. Indien
dat niet het geval is, vragen de leden van de SP-fractie wat het dan is en wat de
militaire gevolgen van het doorzetten van deze beslissing zijn. Deze leden vragen
wat de politieke consequentie van de fusie van het Amerikaanse EUcom en Africom is
en of de Minister dit beschouwt als een afschaling van Europese prioriteit voor het
Amerikaanse beleid. Zij vragen een toelichting op het antwoord1.
De leden van de SP-fractie stellen dat de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie
onoverzienbaar zijn, maar geen gevolgen heeft voor het streven van Nederland en de
bondgenoten naar de norm om te komen tot 2% van het BBP. De krimp van de Nederlandse
economie heeft het percentage al aanzienlijk verhoogd. De pandemie bewijst de graad
van willekeurigheid van de 2%»s-eis. Het is een kwestie van tijd, als de pandemie
doorwoekert, dat zelfs de 2% van het BBP wordt gehaald, akdus deze leden. Zij vragen
of de Minister die opvatting deelt. De pandemie bewijst volgens deze leden ook dat
de druk op sociale uitgaven groter is dan op Defensie. Dat is in de ogen van de leden
van de SP-fractie ongewenst. De druk wordt groter op de maatschappij met het verdiepen
van de pandemie. Deze leden vragen of de Minister de opvatting deelt dat Defensie
daaraan zou moeten bijdragen door een pas op de plaats te maken met het streven naar
verhoging van de Defensie-uitgaven? Dat geldt voor alle lidstaten en zeker voor de
VS die zo graag rekeningen van de eigen wapenindustrie in Europa declareren om hun
lasten te delen. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister de opvatting deelt
dat dat tot meer politieke of sociale spanningen kan leiden, spanningen die bovendien
die tot een verdieping van de crisis in het NAVO-bondgenootschap zullen leiden. Zij
vragen de Minister hierop in te gaan. De leden van de SP-fractie juichen de actuele
pogingen in de Amerikaanse Democratische Partij toe om het Defensiebudget te verlagen
en zij hopen dat deze pogingen slagen en tot een heroverweging zullen leiden in de
besteding van militaire uitgaven, wereldwijd en in de NAVO. Deze leden hoe de Minister
dergelijke ontwikkelingen waardeert2.
De leden van de SP-fractie vragen wat concreet bedoeld wordt met de zinsnede; «vooralsnog
niet de bedoeling dat de NAVO eigenstandige ruimte-capaciteiten ontwikkelt, noch wordt
militarisering van de ruimte nagestreefd». Daarbij gaat het om het begrip «vooralsnog»
en vragen de leden van de SP-fractie de reden waarom dat begrip hier wordt opgevoerd.
Ten tweede roept de zinsnede bij hen de vraag op wanneer er in de ogen van de Minister
sprake is «van militarisering van de ruimte is» en ook waarom dat nu niet het geval
is in het licht van de ontwikkelingen die er momenteel zijn.
De leden van de SP-fractie vragen of het juist is dat Duitsland plannen heeft om in
de Noordzee een mobiel lanceerplatform voor de ruimtevaart te bouwen ten bate van
de nationale veiligheid. Er zou sprake zijn van meerdere platforms die aan de NAVO
en de EU aangeboden kunnen worden. Deze leden vragen of het ook juist is dat de NAVO
een voorstander van dit concrete plan is. Voorts vragen zij of het juist is dat zowel
Duitsland als Frankrijk het SPACE-programma wensen uit te bouwen. Deze leden vragen
hoe de Minister dergelijke plannen en dit concrete plan in het bijzonder waardeert3.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister aan te geven op welke termijn en in
welk gebied de operatie in Irak wordt uitgebreid, alsmede wat de definitie van uitbreiding
is. Deze leden vragen de Minister aan te geven hoe de institutionele advisering vorm
zal krijgen en in welk opzicht die verschilt van tactische training.
De leden van de SP-fractie gaan er zonder meer van uit dat de aankondiging van de
VS, om in het voorjaar (mei) van 2021 hun troepen terug te trekken, serieus is. Zij
vragen of de regering deze veronderstelling deelt. Indien dat niet het geval is, vragen
deze leden waarom dat niet zo is. De leden van de SP-fractie zien in de terugtrekkingsplannen
van de VS ook een erkenning van het mislukken van de oorlog, of beter de diverse operaties,
die sinds oktober 2001 zijn begonnen. Dat geldt ook voor de onderhandelingen met de
Taliban, inderdaad ook naar het oordeel van de leden van de SP-fractie een historische
stap, die in het najaar van 2001 uit de macht van Afghanistan zijn verjaagd. Het is
naar de analyse van deze leden, al in het najaar van 2001 gesteld, een heilloze weg
zou zijn om een grote oorlog te beginnen. De onderhandelingen zijn onvermijdelijk,
terugtrekking ook. Deze leden vragen wat dat voor de andere NAVO-bondgenoten betekent
en of de NAVO-leden de VS in het voorjaar van 2021 volgen. Indien dat niet geval is,
vragen de leden van de SP-fractie waarom dat niet zo is en wat de voorwaarden zijn
om te blijven en ook om te vertrekken.
De leden van de SP-fractie blijven verontrust over het verlagen van de drempel voor
het gebruik van kernwapens. Dat geldt niet alleen naar aanleiding van de laatste berichten
over een testvlucht met een hypersonische Zircon-raket van Rusland4. Diezelfde verontrusting geldt ook de oefeningen «Steadfast Noon» en «Resilient Guard»
in het gebruik van atoomwapens. De Duitse pers meldt 13 oktober 2020 dat deze week
wordt geoefend, onder andere in het veilig transport van kernwapens. Daarbij wordt
gemeld dat ook Nederlandse, Belgische en Italiaanse vliegtuigen deelnemen. De leden
van de SP-fractie of de Minister dat kan bevestigen. Voorts vragen deze leden wat
de rol is van ieder van de deelnemende landen en of het juist is dat daarbij procedures
voor het vervoer en gebruik van atoomwapens worden geoefend. De leden van de SP-fractie
zijn onverminderd van mening dat zowel Russische als NAVO-stappen in het gebruik van
atoomwapens of het verlagen van de atoomdrempel regelrecht tegen de belangen van de
gehele Europese bevolking (van de Atlantische Oceaan tot aan de Oeral) ingaat. Zij
achten openbaarheid hierover zeer gewenst, net zozeer als het beëindigen van dit beleid.
Deze leden vragen wat hierover in de komende NAVO-raad wordt besloten, alsmede een
toelichting hierop5.
Naar aanleiding van het verslag van de vorige bijeenkomst zijn de leden van de D66-fractie
ten eerste benieuwd naar de stand van zaken rondom de desinformatiecampagnes van Russische
en Chinese zijde over COVID-19. Zij vragen of de NAVO in staat is om de invloed van
deze desinformatiecampagnes te beperken en of hier ook offensieve informatie en desinformatiecampagnes
tegenover worden gezet. Attendeert de NAVO een bondgenoot actief als duidelijk wordt
dat deze slachtoffers is geworden van een desinformatiecampagne? Met betrekking tot
de aan Oekraïne verleende status Enhanced Opportunities Partner vragen de leden van
de D66-fractie hoe heeft Rusland hierop heeft gereageerd en of hier risico’s aan zijn
verbonden aangaande de gevoelige relatie met Rusland.
Met betrekking tot de lastenverdeling lezen de leden van de D66-fractie dat de NLD
SOCOM sinds 2 oktober Full Operational Capable (FOC) is verklaard. Zij vonden het
goed om te lezen dat de NLD SOCOM na twee jaar voorbereiding nu gereed is. Deze leden
vragen of de NAVO-certificeringsoefeningen van het C-SOCC ook hinder ondervinden van
het coronavirus. Aansluitend vragen deze leden vragen of de militairen van de NLD
SOCOM opereren vanuit Nederland of dat ze uitgezonden worden naar een NATO locatie.
Tot slot vragen deze leden op dit punt of de EU defensietak ook bezig is met het ontwikkelingen
van capaciteiten op het gebied van SOF Command & Control (c2)- capaciteit. Indien
dat het geval is, vragen de leden van de D66-fractie of de NAVO op dit gebied ook
informatie met de EU deelt.
De leden van de D66-fractie zijn content met het feit dat Nederland haar weerbaarheid
volgens de zeven Baseline Requirements goed op orde heeft. Zij vragen in welk opzicht
de Resilience Pledge volgend jaar zal worden gewijzigd ten opzichte van de editie
uit 2016.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de ontwikkelingen op het gebied van
ruimtevaart. Deze leden vragen op welke concrete vlakken Nederland hier kan bijdragen
en of het conform de Nederlandse inzet is om de samenwerkingsverbanden met ruimtevaartorganisaties
zoals de ESA en de NASA en de NAVO te verstevigen.
Met betrekking tot operaties en missies vragen de leden van de D66-fractie of Defensie
al zicht heeft op de mogelijke Nederlandse inzet bij een uitbreiding van de NAVO missie
in Irak.
Voorts zijn de leden van de D66-fractie benieuwd naar het intra-Afghaanse vredesproces.
Zij vragen of er al iets meer uit de onderhandelingen is gekomen en of dit invloed
op de Resolute Support missie in Afghanistan heeft.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het feit dat de ministers tijdens de
tweede werksessie stilstaan bij het twintig jarig bestaan van resolutie 1325. Tegelijkertijd
zijn deze leden niet tevreden met de voortgang die in die twintig jaar is gemaakt.
Volgens deze leden zijn er nog steeds te weinig vrouwen gepositioneerd op hoge functies
binnen de krijgsmacht en het bondgenootschap. De leden van de D66-fractie kijken dan
ook uit naar het rapport dat is aangekondigd. Zij vragen of het mogelijk is om de
implementatie van het Policy and Action Plan met betrekking tot Vrouwen, vrede en
veiligheid naar voren te halen en of het mogelijk is om dit eerder dan in juni 2021
in werking te laten treden.
De leden van de D66-fractie vinden het jammer te lezen dat het nodig is om een actieplan
tegen seksuele uitbuiting op te stellen. Zij vragen of het mogelijk is om de Kamer
de cijfers te doen toekomen over de gevallen van seksuele uitbuiting en misbruik binnen
de NAVO organisatie en of hier voldoende onafhankelijke meldingsmogelijkheden voor
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.