Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Homogene Groep Internationale samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021) (Kamerstuk 35571-1)
2020D39602 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken over de Homogene Groep Internationale samenwerking
2021 (HGIS-nota 2021) (Kamerstuk 35 571, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
Nr.
Vraag
1
Welk deel van alle in de HGIS-nota vermelde uitgaven is klimaatrelevant?
2
Welk percentage van de bestede of te besteden middelen gaat naar landen van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)? Om welke bedragen, landen en
projecten gaat het?
3
Kunt u voor de gehele HGIS-nota aangeven hoeveel subsidies er in 2019 en 2020 zijn
gegeven aan projecten en bedrijven die werkzaam zijn binnen de fossiele industrie,
wat de hoogte was van deze subsidies en welke aanvragen en toekenningen er lopen voor
2021?
4
Hoe betrekt de regering de Nederlandse private sector/bedrijfsleven bij het oplossen
van maatschappelijke uitdagingen in ontwikkelingslanden?
5
Welke bezuinigingsoperaties op Official Development Assistance (ODA) worden momenteel voorbereid?
6
Kunt u een overzicht geven van de nieuwe additionele ODA-middelen die zijn gereserveerd
om arme landen te ondersteunen in de nasleep van de coronacrisis door de volgende
donoren: Duitsland, Frankrijk, Zweden, Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Noorwegen?
7
Hoeveel ODA-middelen gaan naar het versterken van de capaciteit van lokale overheden
in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld op gemeenteniveau?
8
Hoeveel wordt er in 2021 uitgegeven aan het versterken van het postennetwerk?
9
Hoeveel extra economische en handelsattaches worden toegevoegd aan het postennetwerk
in 2021?
10
Hoe worden de posten versterkt in de landen waar gedurende de huidige kabinetsperiode
een handelsverdrag mee is gesloten of binnenkort gesloten wordt?
11
Hoe verhouden de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zich tot de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen? Komen de OESO-richtlijnen, daar waar zij verplichtend
voorgeschreven zouden worden, in conflict met de huidige WTO-regels? Zo ja, op welke
punten? Hoe moeten de WTO-regels aangepast worden om die mogelijke strijdigheid op
te heffen?
12
Op welke wijze wordt bij het beleid ten aanzien van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen
(SDGs) uitvoering gegeven aan het beleid ter vergroting van het internationale verdienvermogen
van Nederlandse bedrijven en het bevorderen van de Nederlandse buitenlandse handel?
13
Kunt u aangeven welke SDGs het meest in de knel komen als gevolg van de coronacrisis?
14
Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden en op basis van de meest recente
raming van het Centraal Planbureau (CPB) laat het budget in absolute zin meerjarig
een daling zien ten opzichte van de eerdere raming bij Voorjaarsnota 2020 (CEP). Hoeveel
is deze daling?
15
Waarom moet het budget op diverse thema's worden aangepast nu het ODA-budget als percentage
van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) in 2020 hoger uitvalt dan gepland?
16
Gaat er nog Nederlands belastinggeld naar Iran in het kader van watermanagement, havenontwikkeling
en maritieme logistiek? Zo ja, om welke bedragen gaat het en aan welke projecten wordt
dit geld besteed?
17
Waarom gaan de ODA-uitgaven onder beleidsartikel 01.01 (Goed functionerende internationale
instellingen) omhoog in 2021?
18
Voor welk bedrag levert Nederland in 2021 een bijdrage aan de «North Atlantic Ice
Patrol»? Wat doet deze instelling/organisatie en voor welke activiteiten is de Nederlandse
bijdrage bestemd? Wat heeft Nederland in het verleden (jaarlijks) bijgedragen aan
de «North Atlantic Ice Patrol»?
19
Hoeveel middelen zijn er gereserveerd voor de verbouwing van het Vredespaleis? Kunt
u dit per categorie/soort post uitsplitsen?
20
Kunt u uiteenzetten wat er wordt bedoelt met «een slagvaardige Europese Unie als strategische
speler, ook op veiligheidsgebied»?
21
Hoe lang verwacht u dat de tijdige en niet-geoormerkte financiering van organisaties
als de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR), het World Food Program (WFP),
UNICEF en het Internationale Rode Kruis (ICRC) in verband met de COVID-19 pandemie
nodig zal zijn?
22
Hoeveel bedraagt de tijdige en niet-geoormerkte financiering van organisaties als
UNHCR, WFP, UNICEF en het Internationale Rode Kruis in verband met de COVID-19 pandemie?
23
Waaraan besteden organisaties als UNHCR, WFP, UNICEF en het Internationale Rode Kruis
de financiering in verband met de COVID-19 pandemie?
24
Hoeveel ODA-middelen gaan er naar het ondersteunen van de media in ontwikkelingslanden?
25
Hoe wordt de € 162 miljoen besteed die geraamd is voor migratiesamenwerking en opvang
in de regio?
26
Waarom staat het noodhulpfonds dit jaar en in 2021 op 0?
27
Waaraan is de bijdrage ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in
Nederland precies besteed en aan welke landen?
28
Kunt u aangeven hoeveel ODA-middelen in 2020 en 2021 worden afgedragen aan de EU begroting?
29
Kunt u aangeven aan welke EU-programma’s en fondsen deze ODA-middelen ten goede komen?
30
Kunt u aangeven welk percentage van Nederlandse ODA-middelen die naar Europese fondsen
gaan, worden gebruikt voor «migratie-gerelateerde» zaken, zoals grensbeveiliging,
migratiemanagement, terugkeer etc.? Kunt u aangeven hoe en waarmee Nederland kan meten
of deze bestedingen ontwikkelingsrelevant zijn?
31
Worden in de vermelding van het Loket Buitenland ook diensten voor Nederlandse ondernemers
in het buitenland meegenomen, zoals het Brexit-loket?
32
In welke landen ontvangen gedetineerden giften? Waarvoor dienen deze giften en hoeveel
bedragen deze giften?
33
Kunt u per Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-convenant
aangeven hoeveel subsidie er is aangevraagd en hoeveel er is toegekend?
34
Welke bedragen aan contracten hebben handelsmissies naar het buitenland opgeleverd
voor Nederlandse bedrijven in 2019 en 2020, uitgesplitst naar land en sector?
35
Welke internationaal opererende bedrijven hebben subsidies gekregen voor de ondersteuning
van het Nederlandse bedrijfsleven in het kader van COVID-19 en hoe hoog waren deze
subsidies? Kunt u deze gegevens uitsplitsen naar sector?
36
Wordt onder het onderzoek of er aanvullende maatregelen nodig zijn voor de economische
veiligheid, ook autonomie en onafhankelijkheid op het gebied van vitale goederen en
sectoren verstaan?
37
Kunt u specificeren welke projecten en bedrijven in 2019 en 2020 zijn gesubsidieerd
in het kader van beleidsthema «Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie»,
wat de hoogte was van deze subsidies en welke aanvragen en toekenningen er lopen voor
2021? Kunt u deze gegevens uitsplitsen naar sector?
38
Hoe is de voortgang van Local Employment in Africa for Development? Ziet u dat COVID-19 hier invloed op heeft?
39
Is onder invloed van COVID-19 de beleidsmatige en financiële aandacht voor WASH-programma's
toegenomen?
40
Hoe gaan reeds in EU-verband gesloten Economic Partnership Agreements met ontwikkelingslanden de voedselzekerheid en lokale voedselproductie van deze landen
ondersteunen?
41
Welke projecten worden er direct of indirect ondersteund in het kader van verduurzaming
van een specifieke teelt of keten?
42
Hoeveel middelen worden er besteed ten behoeve van landbouw in ontwikkelingslanden?
Kunt u een overzicht geven, per land, van de diverse projecten en programma’s, uitgesplitst
naar akkerbouw, veeteelt en tuinbouw, inclusief de daarbij behorende bedragen?
43
Hoeveel ODA-middelen gaan naar het beschermen, behoud of beheer van natuur en biodiversiteit?
Welk deel hiervan is gericht op het versterken van (semi-)overheidsinstellingen in
ontwikkelingslanden op dit vlak?
44
Kunt u het verschil verklaren tussen de € 220 miljoen en € 180 miljoen die respectievelijk
in tabel 6 en tabel 17 worden geraamd voor 2021, ten behoeve van begrotingsartikel 2.3
Klimaat?
45
Welke maatregelen worden er genomen voor het tegengaan van ontbossing en in welke
landen worden deze uitgevoerd? Kunt u aangeven hoeveel middelen hiervoor zijn begroot?
46
Wat verstaat u onder «inclusieve en duurzame groei van de agrarische sector»? Hoeveel
middelen zijn voor dit doel geraamd?
47
Waarom blijven de uitgaven onder beleidsartikel 02.01 (voedselzekerheid) voor 2020
en 2021 significant onder het niveau van 2019? Welke uitgaven worden teruggeschroefd?
48
Wat zijn de gender-gerelateerde uitdagingen van de COVID-19 pandemie?
49
Wat wordt er bedoeld met «een gendersensitieve COVID-19 respons»?
50
Hoeveel ODA-middelen gaan naar het ondersteunen van hoger onderwijs instellingen in
ontwikkelingslanden?
51
Hoeveel wordt er besteed aan het voorzien van internationale stages voor scholieren
en studenten die buiten het Erasmus-programma vallen? Hoeveel wordt er in totaal besteed
aan scholieren om internationale activiteiten te ontplooien?
52
Kunt u een overzicht geven van de ODA-uitgaven onder beleidsartikel 07.70/76 (Wetenschappelijk
onderwijs) en daarbij aangeven via welke organisaties dit wordt uitgegeven en in welke
landen?
53
Waarom vallen de uitgaven onder beleidsartikel 03.04 (onderwijs) significant terug?
Welke uitgaven worden teruggeschroefd?
54
Hoeveel ODA-middelen zijn gereserveerd voor de implementatie van de digitaliseringsagenda?
55
Hoeveel middelen worden er besteed ter versterking van mondiale waardeketens?
56
Kunt u de bedragen toelichten op artikel 05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen
BNI en/of toerekeningen?
57
Kunt u I: Kasschuif BNI-daling 2020 in bijlage III specificeren?
58
Kunt u een overzicht geven van de kasschuiven op de begroting voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking vanaf kabinet Rutte I tot heden?
59
Kunt u een overzicht geven van de ODA-uitgaven als percentage van het bruto nationaal
inkomen voor elk van de EU-15 landen, plus Noorwegen en Zwitserland?
60
Kunt u aangeven welke donoren uit de groep EU-15 landen plus Noorwegen en Zwitserland
een deel van hun ODA-middelen uitgeven in de vorm van bilaterale begrotingssteun voor
ontwikkelingslanden?
61
Kunt u aangeven wat wordt bedoeld met ruilvoettaakstelling?
62
Kunt u inzichtelijk maken hoe ODA als percentage van het BNI zich zou ontwikkelen
voor de jaren 2020–2025 op basis van de raming van het BNI zoals weergegeven in Tabel 13
(Bijlage 3) van de HGIS-nota 2021, als de investeringen van Rutte-III (artikelen E,
F, H en J in Tabel 13) eraf zouden worden gehaald?
63
Kunt u inzichtelijk maken hoe ODA als percentage van het BNI zich zou ontwikkelen
voor de jaren 2020–2025 op basis van de raming van het BNI zoals weergegeven in Tabel 13
(Bijlage 3) van de HGIS-nota 2021, als de maatregelen en de kasschuiven van Rutte II
(artikelen C en D in tabel 13) ongedaan gemaakt zouden worden?
64
Welke gevolgen heeft het gebruik van de kasschuif van € 464 miljoen in het ODA-budget
voor een volgend kabinet?
65
Kunt u aangeven voor welk bedrag er in de huidige kabinetsperiode aanspraak is gedaan
op de exportkredietverzekeringen (EKI)-schuldenkwijtschelding? Welk deel hiervan is
toegerekend aan ODA? Om welke landen en transacties gaat het?
66
Kunt u voor alle ODA-uitgaven (voor zowel de hoofdartikelen als de sub-artikelen)
zoals weergegeven in Tabel 14 (Bijlage 4) inzichtelijk maken welk percentage zij vormen
van de totale ODA-uitgaven?
67
Kunt u voor 2019, 2020 en 2021 aangeven wat de (verwachte) verdeling zal zijn tussen
centrale en gedelegeerde middelen binnen de ODA-uitgaven?
68
Kunt u voor 2019, 2020 en 2021 aangeven wat de verwachting is met betrekking tot ODA-uitgaven
die kunnen worden geclassificeerd als Country Programmable Aid, volgens de OESO-definitie?
69
Kunt u aangeven wat de vooruitzichten zijn voor het Mozambique landenprogramma de
komende jaren? Wordt dit nog altijd verminderd, zoals aangekondigd in de Beleidsnota
«Investeren in Perspectief»?
70
Welke fondsen en/of projecten worden precies als publieke klimaatfinanciering (totaal
€ 580 miljoen) aangemerkt? Welk deel daarvan valt onder ODA?
71
Hoe groot is het deel van de totale en het publieke deel van klimaatfinanciering voor
2021 dat wordt besteed aan mitigatieprojecten? Hoe groot is het deel voor adaptatieprojecten?
72
Zijn er projecten of bedrijven gefinancierd die bijdragen aan de ontwikkeling van
landbouwroutes (bijvoorbeeld sojaroutes) in ontwikkelingslanden, en zo ja, om welke
projecten gaat dit en wat is de hoogte van de toegekende subsidies?
73
Op welke wijze zorgt het kabinet voor het aanwakkeren van het belang van private investeerders
inzake klimaatfinanciering?
74
Kan in artikel 2.3 worden gespecifieerd hoeveel middelen er worden uitgegeven aan
het tegengaan van ontbossing en landdegradatie?
75
Heeft u zich in de context van het uitwerken van gemeenschappelijke richtlijnen voor
de rapportage over klimaatfinanciering nog ingezet voor een duidelijk onderscheid
in toekomstige doelen tussen publiek en private klimaatfinanciering, tussen adaptatie
en mitigatie en tussen klimaatfinanciering met klimaat als hoofddoel en als nevendoel?
Op welke manier bent u van plan zich daarvoor in te zetten?
76
Waarom wordt er meer uitgegeven aan klimaatadaptatie dan dan klimaatmitigatie en wat
is volgens het kabinet een gewenste verdeling?
77
Via welke projecten, partnerschappen en bedrijven zal de klimaatfinanciering voor
ontwikkelingslanden in 2021 worden besteed?
78
Waarom is de totaal verwachte publieke klimaatfinanciering onder BHOS beleidsartikel 2,
van € 385 miljoen, lager dan de verwachte klimaatfinanciering voor dit artikel in
de 2020 HGIS-nota (€ 405 miljoen)?
79
Welk percentage van ODA wordt besteed aan de internationale inspanningen voor migratie
in 2021? Kan het percentage van ODA dat wordt besteed aan de internationale inspanningen
voor migratie ook worden gegeven voor de jaren 2018, 2019 en 2020?
80
Waarom zijn de verwachte HGIS-uitgaven op de begroting van Justitie en Veiligheid
voor de opvang van eerstejaars asielzoekers met € 463 miljoen een stuk hoger dan de
verwachting voor 2020 in de 2020 HGIS-nota?
81
Hoe wordt voorkomen dat de geplande intensivering van migratiesamenwerking niet leidt
tot de ondermijning van andere pijlers van het Nederlandse beleid voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking, zoals respect voor mensenrechten en democratie?
82
Kunt u een overzicht geven van alle indicatoren waaraan projecten die gefinancierd
worden met ODA-middelen via het EU-noodtrustfonds (EUTF) worden getoetst? Kunt u een
overzicht bieden van alle beschikbare evaluaties van projecten uit het EUTF? Kunt
u aangeven of alle projecten uit het EUTF worden getoetst op ontwikkelingsrelevantie
en ontwikkelingsimpact?
83
Kunt u aangeven hoeveel ODA middelen in 2020 werden afgedragen aan het EU-noodtrustfonds
(EUTF) en hoeveel ODA middelen Nederland in 2021 gaat afdragen aan het EUTF?
84
Kunt u aangeven hoeveel van de middelen (percentage of nominaal) uit het EUTF worden
ingezet voor grensbewaking in EUTF partnerlanden?
85
Kunt u aangeven of Nederland in 2021 ODA-middelen ter beschikking stelt voor de Vluchtelingenfaciliteit
in Turkije?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.