Lijst van vragen : Lijst van vragen over het Deltaprogramma 2021 (Kamerstuk 35570-J-4)
2020D39361 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Deltaprogramma 2021 (Kamerstuk
35 570 J, nr. 4).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
Nr.
Vraag
1
Op welke wijze wordt geborgd dat het budget toereikend blijft voor alle nieuwe uitdagingen
en taken richting 2050? Kan worden toegelicht hoe hier nu al op wordt voorgesorteerd?
2
In hoeverre is het realistisch dat alle primaire keringen in 2050 aan de norm voldoen
in het licht van externe factoren als de stikstofproblematiek, PFAS-problematiek en
de coronacrisis, gelet op het feit dat er wordt gesproken over een forse opgave die
maximale inzet vraagt van de keringbeheerders?
3
Is al duidelijk in hoeverre projecten naar voren kunnen worden gehaald?
4
Wat is de stand van zaken van de acht uitvoeringspilots in verschillende delen van
het land?
5
Kunt u concrete situaties noemen uit 2019 en 2020 waar het peil niet meer automatisch
het landgebruik volgde?
6
Hoe verhouden de integrale uitvoering en toch sobere en doelmatige bekostigingssystematiek
zich tot elkaar? Is in de langetermijndoorberekening van de kosten en dekking rekening
gehouden met de ambitie om meer integraal uit te voeren en rendement op leefbaarheid
te leveren? Zo ja, op welke manier?
7
Is voldoende geborgd dat klimaatadaptatie wordt meegenomen in alle besluiten over
het fysieke domein? Hoe is dit geborgd voor het klimaatbestendig aanleggen van bebouwing
en infrastructuur?
8
Kan worden geconcretiseerd op welke wijze voor alle opgaven extra aandacht nodig is?
Hoe verhoudt zich dit tot de vaststelling dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën
nog steeds de goede koers aangeven?
9
Kan verder worden ingegaan op de vierde toevoeging «schade accepteren», waar het gaat
om aanpassing aan watertekorten? Betekent dit dat er sprake kan gaan zijn van rantsoenering?
Hoe wordt dit in de praktijk vormgegeven?
10
Waarom is gekozen voor de voorkeursvolgorde? Is het niet zo dat er per definitie sprake
moet zijn van beter verdelen en beter vasthouden, met andere woorden, een andere manier
van met water omgaan? Kan hier verder op in worden gegaan?
11
Hoe wordt de komende jaren al vormgegeven aan omgaan met eventuele watertekorten?
En hoe verschilt deze aanpak met de aanpak verder in de toekomst, richting 2030 en
richting 2050?
12
Hoe wordt door de koppeling van waterbeleid aan ruimtelijke opgaven binnen de Nationale
Omgevingsvisie (NOVI) voorkomen dat zowel bestuurlijk als in de praktijk onduidelijkheid
over regie en eindverantwoordelijkheid kan gaan ontstaan? Kan worden verduidelijkt
hoe dit risico wordt ondervangen?
13
In hoeverre is geld vrijgemaakt uit het Deltafonds om te investeren in experimenten
met natte teelten voor de transitie naar ander grondgebruik?
14
Welke eisen of randvoorwaarden worden met het Deltaprogramma gesteld aan de transitie
naar ander grondgebruik in de landbouw?
15
Hoe wordt voorkomen dat de NOVI een vergaarbak van uiteenlopende doelen en ambities
wordt, waardoor het risico ontstaat dat er belangrijke opgaven onvoldoende tot uitvoering
komen? Kan hier een heldere en concrete visie op worden gegeven?
16
Kan worden weergegeven welke deskundigen dan wel kennisinstellingen zijn verbonden
aan het Kennisprogramma Zeespiegelstijging?
17
Welke bedrijven zijn verbonden aan het Kennisprogramma Zeespiegelstijging?
En welke maatschappelijke organisaties?
18
Kan worden aangegeven wat de rolverdeling is tussen de verschillende actoren en stakeholders
binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging? Met andere woorden, welke plek nemen
bedrijven in en welke de wetenschap?
19
Tot welke zeespiegelstijging kan veiligheid worden gegarandeerd met deze werkwijze?
Komt er een punt dat het aanpassen van dijktrajecten onvoldoende bescherming biedt?
Zo ja, hoe wordt dan de veiligheid geborgd en wordt hier al over nagedacht?
20
Wanneer is er sprake van specifieke situaties als «zeer duur» of «maatschappelijk
ingrijpend»?
21
Wat wordt bedoeld met «slimme combinaties»? Kunt u hier voorbeelden van geven?
22
Hoe wordt nu vormgegeven aan de «aandacht» die nodig is om woningbouw te koppelen
aan waterveiligheid? Kan hier verder en concreter op in worden gegaan?
23
Hoe wordt gewaarborgd dat bij het realiseren van de benodigde woningbouw, extra aandacht
is voor het beperken van de gevolgen van overstromingen?
24
Hoe kan het dat nog steeds de helft van de dijken niet voldoet aan de veiligheidsnorm?
25
Wat betekent het in de praktijk voor de mensen die achter de dijken wonen die nog
niet voldoen aan de normen? Lopen zij daadwerkelijk een risico?
26
Waar ligt het aan dat er nu slechts 40% van de doelstelling wordt behaald, maar de
verwachting is dat dit na 2024 «ruimschoots» wordt gecompenseerd? Kan dit worden toegelicht?
27
Op welke wijze wordt de integrale afweging gemaakt tussen de verschillende belangen,
zoals waterveiligheid, bevaarbaarheid, natuur, ecologische waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid
en regionale economische ontwikkelingen? Worden de verschillende belangen gelijk gewogen?
Zijn er belangen die zwaarder wegen? Zo ja, welke? Bestaat de kans dat bij de integrale
afweging het belang van een goede waterkwaliteit wordt achtergesteld ten opzichte
van economische belangen?
28
Op welke manieren wordt met gerichte innovaties ingezet op zuinig gebruik en hergebruik
van water? Kunt u uiteenzetten wat deze gerichte innovaties precies zijn en wat het
besparingspotentieel van de verschillende innovaties is?
29
Hoe is de samenloop met de Kaderrichtlijn Water in de governance van het Deltaprogramma
vastgelegd?
30
Klopt het dat de aanbevelingen van de Beleidstafel Droogte verder door het Deltaprogramma
worden opgepakt?
31
Zijn er bij de internationale Rijn- en de Maas- (en Schelde)commissie ook afspraken
gemaakt over de vermindering van de lozing van stoffen die bij hogere concentraties
mogelijk een bedreiging vormen voor de waterkwaliteit? Zo ja, welke afspraken? Zo
nee, waarom niet? Is bekend wat droogte en lage waterstand doen met de concentratie
van potentieel gevaarlijke stoffen in het water?
32
Op welke wijze wordt geborgd dat nieuwe wijken op veilige locaties worden gebouwd,
die ook in 2050 en daarna nog veilig zijn? Kan hier concreter en uitgebreider op worden
ingegaan?
33
Op welke wijze wordt lokale deskundigheid op deze complexe materie verzekerd?
34
Hoe wordt vastgelegd dat klimaatbestendig en waterrobuustheid vast onderdeel in alle
beleid en handelen» wordt?
35
Kan een update worden gegeven van de huidige stand van zaken inzake de stresstests
en risicodialogen? Kan worden toegelicht hoe dit uiteindelijk wordt omgezet in concreet
beleid? Wie heeft hierop de regie en waar ligt de eindverantwoordelijkheid?
36
Hoe wordt de zesjaarlijkse cyclus in wet- en regelgeving vastgelegd?
37
Op welke wijze is de regie en eindverantwoordelijkheid over de uitvoeringsagenda’s
van provincies en gemeenten vastgelegd?
38
In hoeverre heeft de coronacrisis invloed op de prioritering door gemeenten bij het
opstellen van concrete uitvoeringsagenda’s met maatregelen die zij nemen om klimaatbestendig
en waterrobuust te worden?
39
Hoe worden partijen als woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en (bouw)bedrijven
gestimuleerd om klimaatbestendig en waterrobuust bouwen en inrichten als het nieuwe
normaal te zien?
40
In hoeverre kan van partijen als (bouw)bedrijven worden verwacht dat zij stappen zetten
om klimaatbestendig en waterrobuust bouwen en inrichting als het «nieuwe normaal»
te zien, gelet op de gevolgen die de coronacrisis voor bedrijven heeft?
41
Op welke manier wordt de koppeling van ruimtelijke adaptatie met bodemdaling precies
gelegd?
42
Op welke manier wordt de koppeling van ruimtelijke adaptatie met kringlooplandbouw
precies gelegd?
43
In hoeverre wordt klimaatmitigatie, bijvoorbeeld door het aanleggen van kwelders en
schorren, ook als meekoppelkans benut in het Deltaprogramma? Kunt u concrete voorbeelden
geven van hoe daarop wordt ingezet?
44
Is het Rijk van plan actief de regie te voeren op de uitvoering van de Handreiking
Slim Koppelen Klimaatadaptatie voor gemeenten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
manier?
45
Welke criteria zullen worden gehanteerd om de vrijgemaakte 200 miljoen voor de tijdelijke
impulsregeling te besteden?
46
Op welke wijze zorgt het opzetten van het waterpeil voor een verslechtering van de
zoetwaterbeschikbaarheid?
47
Hoe wordt georganiseerd en gemonitord dat bij iedere dijkversterking in de Zuidwestelijke
Delta wordt onderzocht of ook kansen voor natuur, cultuur, landschap mogelijk zijn?
Hoe worden die kansen in actie of beleid omgezet?
48
Wordt naast projecten rond het vasthouden van water of grondwater op de hoge zandgronden,
ook gekeken naar de mate van belasting van het watersysteem door de watervraag van
de landbouw, intensieve veehouderij en industrie? Welke projecten zijn er om de belasting
vanuit deze sectoren te verminderen?
49
Is met de toewijzing van een budget van ongeveer 900 miljoen in de periode van 2021
tot 2034 de kwaliteit van ons water gewaarborgd en worden hiermee de doelen van de
Kaderrichtlijn Water in 2027 gehaald?
50
Welke risico’s worden met de risicoreservering van 341 miljoen, over de periode 2021–2034,
afgedekt en hoeveel van deze reservering betreft het budget voor de waterkwaliteit?
51
In hoeverre heeft de brexit invloed op de samenwerking met Engeland in het kader van
zeespiegelstijging?
52
Is het onderzoek naar de permanente oostelijke aanvoer (POA) afgerond, omdat het in
de lijstjes niet meer voorkomt? Zo ja, wat waren de uitkomsten? Waarom is er niet
voor gekozen om de kier onderdeel te laten zijn van het Deltaprogramma? Kan het bespaarde
water niet juist ingezet worden voor de kier en is de kier niet een van hoofdkranen
van het zoetwatersysteem? Hoe verhoudt dat zich met streven naar integrale benadering?
53
Kunt u ingaan op het begeleidend schrijven van de Deltacommissaris, waarin hij vraagt
om intensivering bij het volgende kabinet en waarin hij aangeeft dat voor ruimtelijke
klimaatadaptatie, zoetwatervoorziening en omgaan met zeespiegelstijging niet voldoende
geld voorzien is? Hoe zit dit? Zijn er kosten meegenomen voor vervanging van rijkskeringen?
Wat zijn die kosten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.