Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang maatregelen interdepartementaal beleidsonderzoek naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt (Kamerstuk 29544-1019)
2020D37854 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
d.d. 8 juli 2020 inzake de voortgang van de maatregelen interdepartementaal beleidsonderzoek
naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt (Kamerstuk 29 544, nr. 1019).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
3
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
5
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
6
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
8
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
8
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
9
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgang van
de maatregelen volgend uit het interdepartementaal beleidsonderzoek naar jongeren
met een afstand tot de arbeidsmarkt. De leden ondersteunen de lijn van het kabinet
om de duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van kwetsbare schoolverlaters en jongeren
met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbeteren. Zij hebben wel enkele vragen hierover.
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat er nog steeds 3.625 jongeren van
het vo1 en mbo2 niet in beeld zijn. Kan de Minister toelichten hoe dit kan? Op welke manier gaat
de Minister ervoor zorgen dat deze jongeren weer in beeld komen? In welke mate is
er sprake van contact met de ouders van deze jongeren die niet in beeld zijn, zo vragen
de leden.
Monitoring van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet voornemens is om gemeenten een grotere
regiefunctie te geven om jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen.
In de eerste plaats wordt er gesproken over het ontbreken van een langetermijnvisie
op een goede ketenaanpak. Is deze er al? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.
Ten tweede wordt er gesproken over het monitoren van jongeren tussen de 16 en 27 jaar.
Hoe gaat deze vorm van monitoring eruitzien? Wat verstaat de Minister precies onder
«het zoeken naar gezamenlijke financieringsvormen»? Wanneer is het maatschappelijke
«kosten-baten-onderzoek» afgerond en wat wordt hier nu eigenlijk precies onderzocht,
zo vragen de leden.
Regie en monitoring van jongvolwassenen zonder startkwalificatie tot 27 jaar
De leden van de VVD-fractie lezen in hoofdstuk 4.2 van de rapportage Multiproblematiek en vsv3
. Is er een relatie tussen multiproblematiek en voortijdig schoolverlaten?4, dat er data beschikbaar zijn voor vervolgonderzoek naar specifieke problemen die
ten grondslag liggen aan de multiproblematiek zoals gezondheid, opvoeding en criminaliteit.
Is de Minister bereid om hier verder onderzoek naar te doen, zo vragen de leden.
Meer maatwerk in het middelbaar beroepsonderwijs
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de inzet van het kabinet om studenten van
mbo niveau 2 meer zelfredzaam te maken waardoor ook zij een beter arbeidsmarktperspectief
kunnen ontwikkelen door aanpassingen binnen de kwalificatiedossiers.
Ouderbetrokkenheid
In de initiatiefnota van het lid Tielen over eerder en duidelijker grenzen stellen5 wordt aandacht besteed aan de risicofactoren die bijdragen aan grensoverschrijdend
gedrag en de rol die ouders (kunnen) hebben bij de opvoeding van kinderen in relatie
tot schoolverzuim. Wat is de reactie van Minister ten aanzien van punt 1, Verplichte ouderbetrokkenheid in alle zorg-, onderwijs- en straftrajecten, één van de voorgestelde maatregelen van het lid Tielen met betrekking tot het mbo?
In hoeverre ziet de Minister de mogelijkheid om communicatie tussen minderjarige mbo-studenten
altijd via de ouders van de betreffende student te laten verlopen? In hoeverre ziet
de Minister de mogelijkheid om communicatie van jongeren met multiproblematiek, ook
als ze ouder zijn dan 18 jaar, via de ouders te laten lopen, zo vragen de leden.
Ten tweede willen de leden van VVD-fractie de Minister danken voor de toelichting
op motie Smals c.s.6. Kan de Minister toelichten in hoeverre de door het expertisepunt LOB ontwikkelde
handreiking door scholen en gemeenten reeds wordt gebruikt om beleid omtrent ouderbetrokkenheid,
vooral in relatie tot multiproblematiek, te bevorderen? Bij hoeveel gemeenten is deze
handreiking omgezet in beleid? Daarnaast zijn de voorgenoemde leden tevreden met het
ontwikkelen van een toolbox om het beleid omtrent ouderbetrokkenheid beter vorm te
geven. Wanneer wordt hierover een update naar de Kamer gestuurd? De leden zijn van
mening dat er spoed is bij het bevorderen van ouderbetrokkenheid juist nu blijkt dat
er een toename in het aantal vsv’ers is en er duizenden kinderen niet meer in beeld
zijn bij de onderwijsinstellingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een verkenning wordt gedaan naar bestaande
praktijken en werkzame elementen van integrale ondersteuning van jongeren tot 27 jaar.
Hier wordt specifiek «life coaching» genoemd, kan de Minister kort uitleggen wat hieronder
wordt verstaan, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid d.d. 8 juli 2020 inzake de voortgang maatregelen interdepartementaal
beleidsonderzoek naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. De leden onderschrijven
de noodzaak dat juist vanwege de coronacrisis de inzet voor deze doelgroep versterkt
wordt. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan schetsen hoe het komt dat 3.625
jongeren nog niet in beeld zijn. Waarom is het nog niet gelukt deze jongeren in beeld
te hebben? Zijn dit meer vo-scholieren of mbo-studenten, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister aan geeft dat ook voor jongeren
met een mbo-diploma in een opleidingsrichting met weinig arbeidsmarktkansen ingezet
wordt op het bij- en omscholen. Over welke opleidingsrichtingen heeft de Minister
het dan? Gaat zij hier ook aan de voorkant actie op ondernemen, zo willen de leden
weten, bijvoorbeeld door kansrijke opleidingen te promoten en kansarme opleidingen
te ontmoedigen.
Meer maatwerk op mbo-niveau 2
De leden van de CDA-fractie zijn positief over de mogelijkheid om een nieuw sectordoorsnijdend
dossier «Dienstverlenende beroepen» voor te stellen. Graag willen zij weten wat uit
het onderzoek van SBB7 naar haalbaarheid en wenselijkheid zou kunnen komen waardoor dit toch niet mogelijk
is. Tevens willen de voorgenoemde leden graag weten of ook naar sectordoorsnijdende
dossiers voor andere sectoren gekeken gaat worden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat uit de analyse van de SBB blijkt dat ongeveer
de helft van de vmbo8-leerlingen een gemotiveerde keuze weet te maken voor de overstap naar het mbo. Het
andere deel van de groep twijfelt sterk over de te kiezen opleiding of overziet het
arbeidsmarktperspectief niet. Deze groep is oververtegenwoordigd binnen de sociale,
economische en administratieve opleidingen. Ziet de Minister ook een extra aandachtspunt
voor deze opleidingen om jongeren een duidelijker beeld van hun arbeidsmarktperspectief
te geven? Ziet zij daarbij ook het belang dat beroepen waar veel kansen, zoals in
de techniek en zorg, ook onder de aandacht worden gebracht?
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie van de leden Kuik en Smals9 over de strategie ten aanzien van kansopleidingen, zo willen de leden tevens graag
weten.
Wetsvoorstel verlengde kwalificatieplicht
De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel reacties er naar aanleiding van de internetconsultatie
zijn ontvangen. Kunt u aangeven wanneer het wetsvoorstel naar de Raad van State gaat
en wat de reden is dat het nog een half jaar moet duren voordat het in de Tweede Kamer
behandeld kan worden, zo vragen de leden.
Meer maatwerk in het middelbaar beroepsonderwijs
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven wat in het huidige
bekostigingsstelsel belemmert om in de eerste fase van een opleiding gemeenschappelijke
onderdelen van verschillende opleidingen te programmeren.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de toenemende laaggeletterdheid
in de samenleving. Veel jongeren verlaten helaas ook laaggeletterd het onderwijs.
Deze leden onderschrijven het belang om tijdens de intake van een mbo-opleiding al
te kijken of iemand extra ondersteuning nodig heeft op het gebied van taal en op welke
manier dit vorm gegeven kan worden. Graag willen deze leden weten in hoeverre mbo-instellingen
dit al toepassen en hoe de Minister hierop toeziet. Tevens zijn deze leden positief
over de mogelijkheid van remediërende keuzedelen op niveau 2 zodat er meer onderwijstijd
voor taal kan ontstaan. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat dit niet enkel onder
de aandacht wordt gebracht maar dat de instellingen hier zo snel mogelijk mee aan
de slag gaan, zo willen de leden graag weten.
Blijvende inzet op behalen van een startkwalificatie (vervolgaanpak vsv)
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven hoeveel mbo 3 en 4
studenten die voortijdig school verlaten en daardoor niet aan de voorwaarden voldoen
waardoor de basisbeurs, aanvullende beurs en het reisproduct een studieschuld worden
in plaats van een gift. Wat is de omvang van hun schuld? In hoeverre wordt juist bij
deze kwetsbare groep, hun potentiele schuld tijdig onder de aandacht gebracht, zo
vragen de leden.
Duurzame inzetbaarheid na verlaten mbo
De leden van de CDA-fractie vragen wat de bevindingen waren van het bedrijfsleven
in de pilot met het testmodel van de mbo-verklaring. Is voor hen het onderscheid tussen
mbo-verklaring, mbo-certificaat en een regulier diploma in voldoende mate duidelijk,
zo vragen zij.
Reiskosten voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
De leden van de CDA-fractie zijn geen voorstander van de individuele bijzondere bijstand
uit de Participatiewet. Vavo10-studenten zijn dan teveel afhankelijk van de willekeur van een gemeente aan de ene
kant en aan de andere kant wordt het, vanwege de individuele beoordeling, moeilijker
om dit goed vindbaar te laten zijn voor studenten.
Deze leden willen graag weten hoeveel een ho11 ov-kaart kost en hoeveel een mbo ov-kaart kost.
Verschillen in stagevergoeding tussen sectoren
De leden van de CDA-fractie vragen welke specialistische kennis er in huis is vanuit
de sociale partners en het onderwijs om fiscale behandeling van stagevergoedingen
te veranderen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het interdepartementaal
beleidsonderzoek naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze leden hebben
nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de werkloosheid in ieder geval tot en
met 2021 oploopt en dat 70 procent van de mensen die nu minder betaald werk hebben
door de coronacrisis jongeren tussen de 15 en de 25 jaar zijn. Kan de Minister toelichten
welk beleid er wordt gevoerd om deze groep jongeren te ondersteunen? Deze leden vragen
de Minister welke routes er zijn voor deze jongeren om zich om te laten scholen naar
tekortberoepen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de bonden van mening zijn dat de verschillen
in stagevergoeding verkleind moeten worden. Hoe kijkt de Minister naar het voorstel
om een minimumstagevergoeding in te voeren, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie constateren dat in coronatijd het praktijkgedeelte van
beroepsopleidingen onder druk komt te staan. Welke mogelijkheden hebben opleidingen
bij het organiseren van stages en praktijklessen in coronatijd en kan de Minister
de best practices delen, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake de voortgang maatregelen interdepartementaal
beleidsonderzoek naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. De voornoemde
leden zijn tevreden met de investeringen in lokale oplossingen en ondersteunen deze
van harte. Deze leden constateren echter dat de oplossingen voor de langere termijn
grotendeels worden doorgeschoven naar een volgende kabinetsperiode. Gezien de urgentie
van de problematiek, mede met het oog op de uitbraak van het coronavirus hebben de
leden enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de brief dat in de eerste maand van de
coronacrisis 7.300 jongeren in het voortgezet onderwijs en mbo niet in beeld waren
bij de scholen12. Voornoemde leden vragen of de bewindslieden uiteen kunnen zetten wat de voornaamste
redenen waren voor het van de radar verdwijnen van deze jongeren.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat meermaals in de brief van de bewindslieden
wordt gewezen op de rol van de SBB bij het aanpakken van jeugdwerkloosheid. Voornoemde
leden vragen hoe de Minister dat rijmt met het twee jaar op rij niet uitkeren van
de loon- en prijsbijstelling voor SBB, wat ten koste gaat van projecten. De leden
vragen de bewindslieden, gezien de verslechterde positie van jongeren op de arbeidsmarkt
als gevolg van de coronacrisis, of zij de loon- en prijsbijstelling alsnog willen
uitkeren.
Voorts lezen de leden van de GroenLinks-fractie dat de bewindslieden op basis van
het advies van SBB 30 miljoen euro extra hebben uitgetrokken om bedrijven in conjunctuur-
en contactgevoelige sectoren te stimuleren meer stages en leerbanen aan te bieden13. Voornoemde leden willen graag van de bewindslieden horen welke sectoren dit zijn.
Deze leden vragen de bewindslieden waar het bedrag van 30 miljoen euro op is gebaseerd
en of 30 miljoen euro voldoende is om de stagetekorten in het mbo van 21.000 op te
lossen14.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de bewindslieden zo precies mogelijk
kunnen voorrekenen welke maatregelen nodig zijn om de stagetekorten volledig weg te
werken en welke kosten hieraan verbonden zijn. Graag ontvangen zij een reactie. Het
kabinet heeft terecht herhaaldelijke oproepen aan het bedrijfsleven gedaan om meer
stageplaatsen te creëren. Maar hoe neemt de overheid haar verantwoordelijkheid? Deze
leden horen van mbo-instellingen dat overheden ook minder stageplaatsen aanbieden.
Klopt het dat de helft van het tekort aan stages bestaat uit missende stages in publieke
sectoren en zo ja, wat gaan rijksoverheid en lokale overheden doen om deze tekorten
op te lossen? Is de Minister bereid om een reactie te geven op elk van de voorstellen
die GroenLinks en VVD gedaan hebben om de stagetekorten op te lossen15?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de brief dat het de bedoeling is om oriëntatie
via Kiesmbo.nl structureel beschikbaar te maken voor leerlingen uit het voortgezet
onderwijs én studenten uit het mbo16. Daarnaast lezen de voornoemde lezen in het adviesrapport van SBB dat een structurele
financiering van de site nodig is om deze vorm van loopbaanoriëntatie beschikbaar
en actueel te houden17. Begrijpen de leden het goed dat het kabinet voldoet aan deze vraag van de SSB? Zo
nee, hoe wil zij de structurele beschikbaarheid van Kiesmbo.nl dan wel garanderen,
zo vragen zij.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de bewindslieden in hun brief schrijven
dat de (on)wenselijkheid van het bestaan van stagefondsen besproken zal worden met
de sociale partners in het onderwijs.18 Kan de Minister uiteenzetten onder welke omstandigheden een stagefonds onwenselijk
zou zijn? Hoe kijkt de Minister aan tegen het voorstel om een stagefonds op te richten
voor het creëren van stageplaatsen en leerwerkplaatsen in publieke sectoren, naar
analogie van het Stagefonds Zorg? Graag ontvangen deze leden een reactie.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de SBB in haar advies ten behoeve
het aantrekkelijk maken voor studenten voorstelt om op een later tijdstip in hun leven
in het kader van leerrecht met een voucher een certificaat te behalen. Deze vouchers
moeten beschikbaar blijven ook na het passeren van de leeftijd van 27 jaar. Hiermee
kunnen studenten bekostigd een certificaat behalen waarmee ze de studievaardigheden
actualiseren of een carrièrewending mee faciliteren, zo stelt de SBB19. Kunnen de bewindslieden toelichten of dit advies wordt overgenomen? Zo nee, waarom
niet, zo vragen de leden.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het CBS20 in haar rapport een voorstel doet voor een vervolgonderzoek waarbij onderzocht zou
kunnen worden of mbo-schoolverlaters blijven «hangen» bij de werkgevers waar ze hun
stage hebben gedaan: krijgen vsv’ers daar een baan of stappen ze over naar een ander
bedrijf?21 De leden vragen, met het oog op de zorgplicht van bedrijven, of het kabinet dit voorstel
voor een vervolgonderzoek kan uitvoeren. Zo nee, waarom niet, zo vragen zij.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben tenslotte een vraag over het amendement
van het lid Bruins c.s., dat tijdens de behandeling van de Begroting van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid van 2020 is aangenomen.22 Voornoemde leden vragen het kabinet wat het resultaat tot nu toe is van deze impuls
voor extra arbeidstoeleiding en begeleiding van praktijkonderwijs/voortgezet speciaal
onderwijs-leerlingen. Er zijn al jaren zorgen over de samenwerking tussen praktijkonderwijs/voortgezet
speciaal onderwijs -scholen en gemeenten. De leden vragen hoe het nu met deze samenwerking
gaat.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang op de aangekondigde
maatregelen met betrekking tot jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. De coronacrisis
toont het belang van het in beeld brengen van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt
en goede begeleiding naar werk, opleiding of een andere zinvolle invulling van hun
tijd. De leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie merken op dat de Minister meldt dat in de eerste maand
van de crisis 7.300 jongeren in het voortgezet onderwijs en mbo niet in beeld waren
bij de scholen en dat dit is terug gelopen naar 3.625. Dit is natuurlijk erg fijn,
maar de leden zijn benieuwd welke inspanningen scholen en overheden hierbij leveren.
Welke middelen gebruiken zij om leerlingen en studenten op te sporen? Wat zijn de
redenen dat leerlingen en studenten uit beeld verdwijnen van scholen en overheden,
zo vragen de leden. Daarnaast merkt de Minister op dat er mogelijk een nieuwe groep
is die het risico loopt op achterstanden. De leden vragen of de Minister iets kan
zeggen over de omvang en samenstelling van deze groep. De leden vragen ook wat het
totaal aantal kwetsbare jongeren is dat niet meer in beeld is en welke inspanning
de Minister gaat leveren om deze jongeren in beeld te krijgen.
De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over jongeren tot 27 jaar zonder startkwalificatie.
Vaak hebben zij geen recht op een uitkering. Verschillende organisaties pleiten daarom
voor uitbreiding van de taak van RMC23 voor jongeren vanaf 16 tot 27 jaar. De leden zijn benieuwd wat de Minister hiervan
vindt. De leden vragen hoe jongeren tussen de 23 en 27 jaar worden begeleid naar werk
of een passende opleiding in deze tijd van crisis.
De ondersteuningsmaatregelen voor jongeren in een kwetsbare positie zijn nu nog tijdelijk
en de leden vragen in hoeverre de Minister van plan is van deze ondersteuningsmaatregelen
duurzame maatregelen te maken, zodat ook jongeren na de crisis op passende wijze ondersteund
worden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
voortgangsbrief.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de formele indiening van het wetsvoorstel verlengde
kwalificatieplicht is voorzien na ommekomst van de Raad van State in het voorjaar
van 2021. Deze leden wijzen erop dat het toenmalige lid Jadnanansing al in 2014 samen
met het lid Rog een initiatiefwetsvoorstel indiende over introductie van de verlengde
kwalificatieplicht in het onderwijs24 en het regeerakkoord van het huidige kabinet vermeldde: «Het kabinet zal bezien hoe
een meer verplichtende variant van de maatschappelijke diensttijd een rol kan spelen
in de verlengde kwalificatieplicht. Het kabinet heeft het voornemen de kwalificatieplicht
te verhogen naar 21 jaar. Er worden pilots uitgevoerd in de grote steden.» Kunnen
beide bewindslieden nader specificeren in hoeverre zij inmiddels gestalte hebben gegeven
aan deze bepalingen en of zij resultaten hebben geboekt?
De regering zet in op bij- en omscholing van kwetsbare schoolverlaters (leidend tot
een mbo-diploma, mbo-certificaat of mbo-praktijkverklaring) om hun directe en duurzame
inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te verbeteren. Een kwetsbare groep vormen hierbij
de entree-gediplomeerden, die niet kunnen functioneren op niveau 2. Zij kunnen geen
gebruik maken van een praktijkleerroute met een praktijkverklaring (vallen immers
niet in de doelgroep), certificaten op niveau 2 zijn te hoog gegrepen en een tweede
entree-opleiding mogen ze niet volgen. Welke mogelijkheden ziet de Minister binnen
het mbo voor deze groep? Wat gaat de Minister doen om te voorkomen dat dit een vergeten
groep wordt, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.