Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens over de verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag (Kamerstuk 31066-683)
2020D37252 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 24 september 2020 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane voorgelegd over haar op
17 juli 2020 toegezonden reactie op het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens
over de verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag» (Kamerstuk
31 066, nr. 683).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Buisman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie zijn geschrokken van de bevindingen van de Autoriteit
Persoonsgegevens (AP) over de werkwijze van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst.
De afdeling Toeslagen heeft zich in drie gevallen niet gehouden aan de Wet bescherming
persoonsgegevens (AVG) en bij twee van deze gevallen was er sprake van discriminerend
en onbehoorlijk handelen. De VVD-fractie is van mening dat discriminatie nooit mag
plaatsvinden, en zeker niet bij een overheidsinstelling. Deze leden herkennen het
afnemende vertrouwen van de ouders in de overheid en erkennen dat de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane nog grote stappen moet zetten om dit vertrouwen
enigszins te kunnen terugwinnen.
Wanneer kan de Kamer het aangekondigde plan van aanpak verwachten? Waaruit blijkt
dat de Staatssecretaris voortvarend met de aanbevelingen uit het AP-rapport aan de
slag gaat?
Specifiek op het punt van de verwerking van de nationaliteit vragen de leden van de
VVD-fractie welke stappen de afdeling Toeslagen op korte termijn heeft gezet om te
kunnen beoordelen welke andere verwerkingen van nationaliteit (binnen de afdeling
dan wel binnen de Belastingdienst) mogelijk onrechtmatig en discriminerend zijn. Is
reeds bekend of, en zo ja welke, andere verwerkingen van nationaliteit binnen de Belastingdienst
onrechtmatig en discriminerend zijn? Mochten er andere discriminerende verwerkingen
van nationaliteit plaats hebben gevonden, dan vragen de leden van de VVD-fractie om
een toelichting bij welke onderdelen binnen de Belastingdienst dit heeft plaatsgevonden.
Zijn deze verwerkingen, naast meteen beëindigd, ook meteen verwijderd?
De leden van de VVD-fractie vragen verder waar en wanneer zowel de afdeling Toeslagen
als de AP vindt dat met het gebruik van nationaliteit een grens wordt overgegaan.
Hoe wordt deze grens bepaald en wie ziet binnen de afdeling Toeslagen, andere onderdelen
van de Belastingdienst en onderdelen van de overheid er op toe dat deze grens niet
overschreden wordt? In welke gevallen ziet de AP een objectieve rechtvaardiging voor
het gebruik van nationaliteit?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane breder in gesprek wil met ouders over de effecten van de bevindingen van
de AP. Hebben deze gesprekken in breder verband reeds plaatsgevonden? Zo nee, waarom
niet en hoe is de Staatssecretaris voornemens deze gesprekken op te gaan zetten? Zeker
ook gezien het steeds kleiner wordende vertrouwen van de groep gedupeerden in de Belastingdienst
en de afdeling Toeslagen. Zo ja, in welk verband hebben deze gesprekken plaatsgevonden
en hoe reageerden de ouders?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie wanneer de AP voornemens is het onderzoek
naar de Fraude Signalering Voorziening (FSV) te publiceren. Deze leden spreken de
hoop en de verwachting uit dat de duur van dit onderzoek vele malen korter is dan
dit onderzoek naar het gebruik van nationaliteit bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
Met interesse hebben de leden van de PVV-fractie kennisgenomen van de brief van de
Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane van 17 juli 2020 inzake de verwerking
en bescherming van persoonsgegevens. Naar aanleiding van deze brief hebben de leden
van de PVV-fractie nog enkele vragen.
Conclusies en aanbevelingen AP
Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane bevestigen dat de AP constateert
dat de handelwijze van de afdeling Toeslagen bij drie verwerkingen van nationaliteit
onrechtmatig was, waarbij het één niet relevante verwerking van de nationaliteit betrof,
één verwerking betrof in het kader van het risicomodel en één verwerking betrof in
het kader van een onderzoek naar georganiseerde fraude?
Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeven hoe drie onrechtmatige
verwerkingen in verhouding staan tot het totaal aantal verwerkingen bij Toeslagen?
In hoeverre vallen deze verwerkingen statistisch op dan wel vallen in het niet op
het totaal aantal verwerkingen? Kan de staatsecretaris van Financiën – Toeslagen en
Douane aangeven of deze verwerkingen nagenoeg geheel zijn toe te schrijven aan het
gebruik van digitalisering, algoritmes en aanverwante digitale profielen, zeker nu
twee samenhangen met het risicomodel en een onderzoek naar georganiseerde fraude?
De AP dringt er op aan dat er Belastingdienst-breed onderzoek wordt gedaan naar mogelijke
onrechtmatige verwerkingen. Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoeveel onrechtmatige verwerkingen er Belastingdienst-breed
zouden zijn indien de geconstateerde onrechtmatige verwerkingen bij Toeslagen simpelweg
geëxtrapoleerd zouden worden?
Bevindingen AP bij de afdeling Toeslagen en reeds genomen maatregelen
Kan de staatsecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aan de leden van de PVV-fractie
aangeven in welke mate nationaliteit als één van de tientallen risico indicatoren
in het verleden (voor 6 januari 2014) aantoonbaar heeft bijgedragen aan het opsporen
en bestrijden van fraude? De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
geeft aan dat de tweede nationaliteit als risico-indicator was opgenomen in het risicomodel
naar aanleiding van constateringen bij toezichtsactiviteiten in het verleden. Kan
de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeven welke en hoeveel
constateringen dat waren en waarmee die constateringen samenhingen? Zijn die constateringen
door de loop van de tijd verandert, toegenomen, afgenomen, achterhaalt, niet meer
relevant dan wel anderszins van ondergeschikt belang geworden?
Is de conclusie van de leden van de PVV-fractie correct dat heden zowel de eerste
en/of enige als de tweede nationaliteit niet meer gehanteerd worden als risico-indicator?
Kortom, kan de staatsecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane de leden van de
PVV-fractie bevestigen dat nationaliteit op dit moment geen deel uit maakt van het
risicomodel? Wordt een nationaliteit (enige, eerste of tweede) op dit moment bijvoorbeeld
niet (meer) gebruikt in combinatie met een postcode en/of woonplaats (of een andere
willekeurige risico-indicator) om een risico-inschatting te maken van mogelijke verhoogde
kans op fraude? Kan de staatsecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeven
of het niet meer verwerken van een (enige, eerste en/of tweede) nationaliteit fraudebestrijding
(ernstig) bemoeilijkt, kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
hierbij aangeven waarom het fraudebestrijding al dan niet bemoeilijkt?
Kan de Staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het stopzetten
van een aantal applicaties en verwerkingsprocessen al dan niet fraudeopsporing belemmert?
Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane aangeven of het on hold zetten van de werkzaamheden van het Combiteam Aanpak Facilitators(CAF)-team fraudeopsporing
al dan niet belemmert? Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
aangeven hoe fraudebestrijding en fraudeopsporing momenteel wordt vormgegeven?
Hoeveel fraudezaken komen nu (vermoedelijk) niet meer aan het licht dan wel worden
(veel) later ontdekt sedert de nationaliteit niet meer verwerkt wordt in het Beheer
van relaties (BVR) dan wel het hieruit voortvloeiende Toeslagen verstrekkingen Systeem
(TVS) noch deel uit maakt van het risicomodel, onderzoek van CAF-teams on hold is gezet en diverse applicaties zijn stopgezet?
Overige reeds getroffen maatregelen
De leden van de PVV-fractie nemen er kennis van dat het onderwerp diversiteit en discriminatie
onderdeel uit maakt van het cultuurtraject binnen de Belastingdienst. Een onderdeel
daarvan is het voorkomen van (onbedoelde) discriminatie. Kan de Staatssecretaris van
Financiën – Toeslagen en Douane aangeven wat er in het kader van het cultuurtraject
wordt verstaan onder (onbedoelde) discriminatie? Kan de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane nader informeren omtrent het curriculum dan wel de lesstof van
het cultuurtraject? Graag vernemen de leden van de PVV-fractie hierbij tevens wie
het curriculum dan wel de lesstof verzorgt; zijn dat interne medewerkers van de Belastingdienst,
het Ministerie van Financiën of wordt het extern aangekocht en/of verzorgd? Kan de
Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane hierbij nader ingaan op de kwalificaties
en objectiviteit van degenen (personen en/of instanties) die bij het cultuurtraject
betrokken zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane op het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens
over de verwerking van de nationaliteit van aanvragers van de kinderopvangtoeslag.
Deze leden willen allereerst aangeven dat zij het absurd vinden dat de AP nauwelijks
onderzoek kon doen, omdat de Belastingdienst geen, onvolledige of onjuiste informatie
heeft verschaft. Effectief toezicht door welke organisatie dan ook, begint erbij dat
de Belastingdienst zelf weet wat zij doet en hoe zij dat doet. Eerder is aangegeven
dat de Belastingdienst met zoveel systemen werkt, die soms ook lokaal ontworpen zijn,
en dat daardoor later vaak nog nieuwe informatie naar boven kwam. De leden van de
CDA-fractie begrijpen dit echter niet. Het management in de Belastingdienst zou immers
om effectief leiding te kunnen geven altijd moeten weten welke systemen er voor de
werkzaamheden gebruikt worden. Dit geldt des te meer nu in verband met de ICT-legacy en het zeer noodzakelijke ICT-onderhoud exact in kaart gebracht is welke systemen
er zijn en of die onderhoud nodig hebben. Kan de Staatssecretaris van Financiën –
Toeslagen en Douane aangeven waarom de AP zoveel jaren moet aandringen en trekken
om nog enigszins de juiste informatie boven tafel te krijgen? Wat is er gedaan om
deze informatie over systemen en de werkwijze nu wel helder en inzichtelijk te hebben
voor iedereen die deze informatie nodig heeft, zoals leidinggevenden binnen de Belastingdienst,
het managementteam, de Staatssecretaris zelf, de Algemene Rekenkamer en de Auditdienst
Rijk?
De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane beschrijft dat de AP in 2017
twee signalen had gekregen dat de nationaliteit bij de kinderopvangtoeslag verkeerd
gebruikt werd, maar dat de afdeling Toeslagen aan de AP onterecht verklaarde dat zij
geen gegevens met betrekking tot de tweede nationaliteit hadden. In april 2019 is
dit door de afdeling Toeslagen zelf gerectificeerd volgens de Staatssecretaris van
Financiën – Toeslagen en Douane. De leden van de CDA-fractie merken hierbij op het
al vervelend genoeg is als de Belastingdienst per ongeluk verkeerde informatie geeft
aan een onderzoeksinstantie, maar dat het in dit geval veel erger was omdat de afdeling
Toeslagen bewust verkeerde informatie aan de AP verstrekt heeft. En dat zij dit ook
niet uit zichzelf heeft gerectificeerd, maar dat dit kwam na druk vanuit degenen die
het signaal gemeld hadden en door vragen vanuit de Kamer. Kan de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane bevestigen dat de twee signalen zeer concreet
waren en van personen kwamen die de verwerking van de nationaliteit zelf gezien hadden?
En dat de onterechte verklaring dus ook niet voortkwam uit onwetendheid, maar uit
het willen afdekken van de werkwijze? Kan de bewust onjuiste informatie van de afdeling
Toeslagen aan de AP ermee te maken hebben gehad dat de afdeling Toeslagen wist van
wie deze signalen afkomstig waren en dat het afdekken daarom onderdeel was van de
nietsontziende jachtcultuur die was ontstaan binnen de CAF-zaken?
Beide signalen aan de AP kwamen van een eigenaar van een opvanginstelling waarvan
de ouders waren stopgezet door de afdeling Toeslagen. Het eerste signaal (uit april
2017) kwam van de eigenaar van het gastouderbureau in de CAF 11-zaak en dat was bij
de afdeling Toeslagen bekend. De afdeling Toeslagen wist immers dat dit signaal zag
op lijsten van de ouders in de CAF 11-zaak waarop de tweede nationaliteit stond, welke
lijsten met de eigenaar van het gastouderbureau besproken is. De leden van de CDA-fractie
merken hierbij nog op dat reeds een jaar voordat er een melding bij de AP werd gedaan
reeds een melding over het onterecht gebruiken van de nationaliteit bij de Belastingdienst
was gedaan en dat in 2017 specifiek nog een keer deze melding is gedaan bij de functionaris
gegevensbescherming. De meldingen aan de Belastingdienst lijken daarmee geen effect
te hebben gesorteerd. Wat zijn de concrete stappen die de functionaris gegevensbescherming
ondernomen heeft na het ontvangen van de melding dat de tweede nationaliteit oneigenlijk
was vastgelegd? Wat gaan de beide staatssecretarissen van Financiën doen om te zorgen
dat meldingen aan de Belastingdienst van onjuiste praktijken serieus genomen gaan
worden?
De meldingen aan de AP in 2017 in april en juni waren rond de tijd dat de afdeling
Toeslagen volop procedeerde tegen de ouders tot aan de Raad van State toe. De leden
van de CDA-fractie vermoeden dan ook dat bij de afdeling Toeslagen het beeld leefde
dat als zij direct aan de AP bekend had dat zij de gegevens over de nationaliteit
hadden bijgehouden dat de CAF 11-zaak zou kunnen schaden. De Staatssecretaris van
Financiën – Toeslagen en Douane vermeldt heel neutraal dat de informatie aan de AP
vanuit de afdeling Toeslagen niet juist bleek. De leden van de CDA-fractie missen
hierbij echter het essentiële onderscheid tussen een per ongeluk onjuiste mededeling en een bewust onjuiste mededeling aan de AP. Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane eerlijk toegeven dat de Belastingdienst bewust onjuiste informatie in het
antwoord aan de AP gezet had?
De leden van de CDA-fractie hechten om twee redenen zo aan dit onderscheid. Ten eerste
tekent dit de nietsontziende strijd van de afdeling Toeslagen om kinderopvangtoeslag
terug te vorderen. Een onwaarheid vertellen was daarbij een grens die gewoon overtreden
kon worden als dat nodig was om de terugvorderingen in stand te houden. Ten tweede
is de oplossing ook wezenlijk anders. Als instanties, zoals de AP, maar ook de Auditdienst
Rijk of de Algemene Rekenkamer, per ongeluk onjuiste informatie ontvangen van de Belastingdienst,
kan dit worden opgelost met betere vastlegging van informatie. Maar als deze instanties
bewust onjuiste informatie krijgen, is een andere vorm van toezicht en een cultuurverandering
noodzakelijk. Kan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane ingaan op
de reden van de onjuiste mededeling aan de AP en op welke wijze dit in de toekomst
kan worden voorkomen?
De tweede overtreding die door de AP geconstateerd is, gaat over het gebruik van nationaliteit
in het zelflerende risicomodel van de afdeling Toeslagen tussen 2013 en 2018. De leden
van de CDA-fractie zien in de beschrijving van de Staatssecretaris van Financiën –
Toeslagen en Douane van de twee overtredingen die door de AP geconstateerd zijn een
groot verschil tussen de eerste en de tweede overtreding. Ten eerste werden Nederlanders
met een dubbele nationaliteit bij de selectie uit de tweede overtreding door het systeem
aangemerkt als Nederlander. Ten tweede was het gebruik van de nationaliteit als factor
onderdeel van het model en daardoor veel minder zichtbaar voor de Belastingdienst.
Dat maakt het nog niet juist en het is heel goed dat nationaliteit vanaf april 2019
niet meer voorkomt als indicator, maar het lijkt erop dat deze overtreding veel minder
bewust is begaan. De leden van de CDA-fractie is het echter niet geheel duidelijk
hoe de beide overtredingen zich tot elkaar verhouden. De tweede melding uit 2017 (juli
2017) bij de AP zag er heel specifiek op dat binnen eenzelfde kinderopvanginstelling,
die niet bij een CAF-zaak betrokken was, de cliënten van buitenlandse afkomst wel
op stop gezet waren en de Nederlandse cliënten niet. Kan de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane aangeven of dit signaal tot nu toe intern bij de afdeling Toeslagen
onderzocht is? Klopt het dat specifiek alleen de buitenlandse cliënten zijn stopgezet
en op basis van welke informatie is dat gebeurd? Het komt de leden van de CDA-fractie
voor dat het zou kunnen dat de buitenlandse cliënten wel door het risicomodel werden
aangewezen en de Nederlandse cliënten niet. Deze leden zien dan echter niet hoe het
kan dat een dubbele nationaliteit niet door het systeem geselecteerd werd. Kan de
Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane daar nader op ingaan?
De derde overtreding betreft twee query’s naar nationaliteit die de AP heeft aangetroffen. Een derde query is in juni dit jaar aan de AP gemeld en daarna heeft de afdeling Toeslagen nog drie
query’s gevonden. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris van Financiën –
Toeslagen en Douane van alle zes de query’s uiteen te zetten wat het doel was van de query, wat de inhoud ervan was, op welke populatie de query betrekking had en op welke tijdsperiode. Kan de Staatssecretaris van Financiën –
Toeslagen en Douane tot slot aangeven wat er met de uitkomsten van de zes query’s is gebeurd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het rapport van
de Autoriteit Persoonsgegevens over de verwerking van de nationaliteit van aanvragers
van kinderopvangtoeslag. Deze leden delen dat de bevindingen van de AP over de werkwijze
bij de afdeling Toeslagen zeer ernstig zijn en dat de AVG en het verbod op discriminatie
strikt gerespecteerd dienen te worden. De AP geeft aan dat er geen sprake is geweest
van etnisch profileren. Tegelijkertijd heeft de Belastingdienst/Toeslagen niet alleen
in strijd gehandeld met de bescherming van persoonsgegevens, maar was er sprake van
discriminerend en onbehoorlijk handelen. Het is goed dat de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane haar oprechte excuses aanbiedt. De leden van de D66-fractie
wijzen op de brede steun in de Kamer voor de motie van Weyenberg c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 506) waarin is uitgesproken dat etnisch profileren onaanvaardbaar is en dat het niet
zo kan zijn dat iemand vanwege een dubbele nationaliteit anders wordt behandeld dan
iemand met alleen de Nederlandse nationaliteit. Ook is het kabinet verzocht om te
borgen dat de Belastingdienst een dubbele nationaliteit niet meer als risico-indicator
gebruikt bij het toekennen van toeslagen en om bij het verschijnen van de onderzoeken
van de AP en de Nationale ombudsman de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de
wijze waarop het kabinet de lessen van deze onderzoeken implementeert. De leden van
de D66-fractie verwelkomen dat het kabinet stappen zet om de aanbevelingen van de
AP te implementeren. Deze leden hebben een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie vragen naar de voortgang sinds de brief van juli 2020.
Deze leden vragen specifiek naar de wijze waarop het kabinet invulling geeft aan de
opmerking van de AP dat het essentieel is dat de Belastingdienst op korte termijn
beoordeelt welke andere verwerkingen
van nationaliteit mogelijk ook onrechtmatig en discriminerend zijn en het feit dat
de AP erop aandringt dergelijke onrechtmatige en discriminerende verwerkingen, indien
dat nog niet is gebeurd, onmiddellijk te beëindigen.
De leden van de D66-fractie vinden het pijnlijk dat de Belastingdienst de AVG de afgelopen
jaren heeft overtreden en privacy nu tegelijkertijd wel een probleem en drempel vormt
voor het verder helpen en ondersteunen van ouders die de dupe zijn van de toeslagenaffaire.
Deze leden vragen of het kabinet in overleg is getreden met de AP om te toetsen welke
mogelijkheden de wet- en regelgeving biedt om deze ouders zo snel mogelijk te helpen.
De leden van de D66-fractie vragen welke mogelijkheden er zijn om te onderzoeken wat
de verdwenen queeryverzoeken, en resultaten daarvan, inhielden.
De leden van de D66-fractie lezen dat de directeur Toeslagen heeft verklaard dat in
BVR bestaande gegevens over dubbele nationaliteiten pas begin 2015 zijn verwijderd.
Het valt deze leden op dat dit ongeveer een jaar na inwerkingtredeng van de Basisregistratie
Personen (BRP) is gebeurd. Waarom zijn bestaande gegevens over dubbele nationaliteiten
in de BVR niet voorafgaand aan, of tegelijkertijd met, de inwerkingtreding van de
BRP verwijderd? De leden van de D66-fractie lezen dat op de peildatum 14 april 2020
in één deelsysteem van TVS nog circa 370 burgers met naast de Nederlandse nationaliteit
ook nog een andere nationaliteit resteren. Deze leden vragen om de bevestiging dat
deze gegevens nu geheel zijn verwijderd.
De leden van de D66-fractie vragen hoe zelflerende (risico-classificatie)modellen
omgaan met het feit dat wet- en regelgeving wordt aangepast?
De leden van de D66-fractie lezen dat een uitworp voor een handmatige beoordeling
kan leiden tot het tegenhouden van de vrijgave van de conceptbeschikking en daarmee
tot het uitstellen van de uitbetalingen van het (nieuwe) toeslagbedrag. Deze leden
vragen of dit betekent dat een risicoselectiemodel, nog voordat er een handmatige
beoordeling plaatsvindt, dus wel al financiële en materiële gevolgen kan hebben omdat
een uitbetaling van een voorschot wordt uitgesteld? Zij doelen daarmee op de liquiditeitspositie
van huishoudens.
De leden van de D66-fractie vragen om een uitgebreide toelichting op de constatering
van het AP dat het niet duidelijk is geworden waarom het signaal van een medewerker
van de Landelijke Toezichtsorganisatie (LTO) van de Belastingdienst, dat betrekking
had op 120 tot 150 personen, heeft geleid tot een onderzoek naar alle personen met
de Ghanese nationaliteit.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Belastingdienst heeft verklaard dat bepaalde
queery’s, bijvoorbeeld waarbij enkel werd geselecteerd op nationaliteit, met de kennis van
nu disproportioneel zijn. Deze leden vragen waarom hier wordt gewezen op de kennis
van nu. Deze leden vragen of het kabinet de mening deelt dat deze queery’s ook met de kennis van toen als disproportioneel beoordeeld hadden kunnen worden.
De leden van de D66-fractie vragen wat er wordt bedoeld als wordt gesproken over een
cultuurgebonden casus, zoals naar voren komt in de briefwisselingen tussen de AP en
de Belastingdienst/Toeslagen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben met grote zorg kennisgenomen van het rapport van
de AP en van de reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane,
alsmede de bijlagen. Dat er stelselmatig is gediscrimineerd door de overheid en dat
daarbij meerdere overtredingen zijn begaan is een verdrietig, ingrijpend nieuw dieptepunt
voor ouders in de toeslagenaffaire en een schandvlek voor de Belastingdienst. Het
was wel duidelijk dat niet de vraag of er discriminatie had plaatsgevonden, maar hoe
stelselmatig dit heeft plaatsgevonden. De leden van de SP-fractie vinden de mate en
de duur van de discriminatie echt zorgelijk. Deze leden krijgen graag een bespiegeling
hierop.
De leden van de SP-fractie spreken hun afschuw uit over het gemak waarmee binnen één
van de grootste overheidsdiensten inbreuken kunnen worden gemaakt op de bescherming
van persoonsgegevens. Zij vragen het kabinet om de garantie te geven dat de bescherming
van persoonsgegevens bij andere uitvoeringsorganisaties van de rijksoverheid wel serieus
wordt genomen. Ook stellen de leden van de SP-fractie vast dat dit helemaal geen zaak
van enkel Belastingdienst/Toeslagen was, omdat duidelijk naar voren komt dat tot op
het hoogste ambtelijke niveau zaken bekend waren. Deze leden vragen de Staatssecretaris
van Douane en Toeslagen dan ook om de beantwoording van dit schriftelijk overleg gezamenlijk
met de Minister van Financiën ter hand te nemen.
De leden van de SP-fractie vinden dat de Belastingdienst vooringenomen heeft gehandeld
door zo structureel gebruik te maken van risicomodellen en -selectie die onrechtmatig
was. Hoe kijken de Minister en de Staatssecretaris daartegenaan?
De leden van de SP-fractie vragen ook of er niets verwijderd zal worden omdat zij
vinden dat nader onderzoek moet worden gedaan en omdat mensen die slachtoffer zijn
van de vooringenomen behandeling recht moeten hebben op inzage in de gegevens die
de Belastingdienst over hen heeft verzameld, gekoppeld en welke interpretatie daaruit
volgde. Zijn de Minister van Financiën en Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane bereid dit toe te zeggen?
De leden van de SP-fractie constateren dat het onderzoek van de AP zich heeft gericht
op het gebruik van nationaliteit en de proportionaliteit daarvan. Deze leden vragen
of de AP ook gekeken heeft naar de verwerking van andere gegevens, zoals bijvoorbeeld
postcodes, gezinssamenstelling, beroepen, die mogelijk ook onrechtmatig en disproportioneel
zijn geweest. Als de AP hier geen onderzoek naar heeft gedaan, vinden de Minister
van Financiën en Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane dat dit alsnog
moet gebeuren? De leden van de SP-fractie stellen deze vraag niet voor niets. De commissie-Donner
oordeelde dat het groepsgewijs aanpakken van ouders met kinderopvangtoeslag vooringenomen
was, en de leden van de SP-fractie vinden dat bij het profileren van mensen op basis
van onrechtmatige interpretatie van gegevens ook sprake kan zijn van vooringenomenheid.
Deze leden vragen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën –
Toeslagen en Douane om een reactie.
In de brief met de (eerste) kabinetsreactie op het rapport van de AP zegt de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane excuus aan te bieden. Hebben betrokken ouders
in de toeslagenaffaire een persoonlijke excuusbrief mogen ontvangen? Welke gevolgen
verbinden de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane verder aan deze excuses? Waarom zijn de bevindingen van de AP niet betrokken
bij de compensatieregelingen inzake CAF-onderzoeken? Zijn de Minister van Financiën
en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane bereid dit alsnog te doen?
Net als de leden van de SP-fractie geeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane aan de conclusie van de AP «zeer pijnlijk» te vinden. Maar wat stellen excuses
daadwerkelijk voor, als daarna geen verantwoordelijkheid wordt genomen voor onrechtmatig
overheidshandelen? Welke concrete initiatieven gaat het kabinet nemen voor genoegdoening?
In de Kamerbrief zegt de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane de uitkomsten
van het rapport en de gevolgen hiervan voor gedupeerde ouders te gaan bespreken, onder
andere met het ouderpanel. Is dat inmiddels gebeurd? En wat willen de Minister van
Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane dan precies ter
bespreking voorleggen?
De leden van de SP-fractie zijn er niet gerust op dat de risicomodellen en de risicoselectie
die nu gebruikt worden niet vooringenomen werken. Deze leden willen dat risicomodellen
en selectiecriteria openbaar worden gemaakt en getoetst kunnen worden op hun proportionaliteit.
Hoe kijken de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane hier tegenaan?
De leden van de SP-fractie willen dat er meer gecontroleerd wordt met een aselecte
steekproef om te voorkomen dat het zoeklicht naar fouten, fraude en dies meer zij
zich beperkt tot een beperkte groep die al dan niet terecht uit de risicoselectie
komt. De leden van de SP-fractie horen graag of de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane dit gaan doen.
De leden van de SP-fractie concluderen dat in ieder geval in 2019 nog is gewerkt met
de tweede nationaliteit als criterium in modellen en vragen de Minister van Financiën
en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane waarom het zo laat doordrong
dat zij zich hiermee niet aan haar eigen wet hield. Welke verantwoording heeft zij
voor het feit dat dit gegeven en andere niet voor fraudeopsporing ter zake doende
gegevens gebruikt werden? De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën
en Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane waarom ervoor gekozen is om
een dermate grote inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens te maken en welk
doel zij hiermee dacht te kunnen behalen. Werd al voor 2013 gebruik gemaakt van de
risicoselectie op basis van nationaliteit of andere criteria?
De leden van de SP-fractie zijn totaal verbijsterd dat er tot vlak voor het uitkomen
van het rapport van de AP nog query’s zijn gedraaid met het criterium «nationaliteit». Hoe kan dit, zo vragen deze leden?
Hoe moeten de leden van de SP-fractie de zin «Deze kwamen binnen in een werkpostbus
en werden niet meer gebruikt» lezen? De leden van de SP-fractie maken zich zorgen
dat er geen controle mogelijk is op automatische systemen. Deze leden vragen de Minister
van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane uit te leggen
wat voor query’s dit waren, wie daartoe opdracht heeft gegeven en waarom niemand dit uitgezet heeft,
terwijl er al meerdere keren door de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane en haar ambtsvoorganger gezegd is dat discriminatie
niet mag plaatsvinden?
De leden van de SP-fractie lezen in de reactie van de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane dat, omdat het gebruik van de tweede nationaliteit niet gericht
was op het maken van onderscheid op basis van etniciteit, er geen sprake zou zijn
geweest van etnisch profileren of rassendiscriminatie. Toch is het naar de mening
van deze leden bepaald niet uitgesloten dat de tweede nationaliteit gebruikt is bij
de beoordeling van individuele casus. Het onderzoek van de AP, dat conform haar taken
zich richt op het stelsel van gegevensverwerking, kan daarom in zijn opzet al geen
antwoord geven op de vraag of sprake is of is geweest van discriminatie op basis van
etniciteit. Deze leden vragen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van
Financiën – Toeslagen en Douane daarom welke nadere onderzoeken zij gaan uitvoeren
naar etnisch profileren en discriminatie bij de behandeling van ouders van wie kinderopvangtoeslag
is teruggevorderd.
In de Kamerbrief over het rapport lezen de leden van de SP-fractie dat er sprake is
van bestuursrechtelijke overtredingen, en dat over de vraag of sprake is van mogelijk
strafrechtelijk verwijtbare feiten het Openbaar Ministerie (OM) een oordeel moet vellen.
Is het OM actief geïnformeerd over de bevindingen van de AP, zeker gezien de context
van de aangifte tegen de dienst wegens beroepsmatig discrimineren? Zo nee, waarom
niet, en zijn de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane bereid te bevorderen dat dit alsnog gebeurt? Ook vragen deze leden zich
af of het OM proactief is geïnformeerd over de bevindingen van KPMG inzake het onderzoek
naar FSV-achtige applicaties, waarin ook zorgwekkende bevindingen zijn opgenomen over
de verwerking en het gebruik van (tweede) nationaliteit.
De leden van de SP-fractie vragen zich ook af hoe het heeft kunnen gebeuren dat relevante
informatie hierover slechts druppelsgewijs naar buiten kwam. Deze leden vragen zich
af hoe het kan dat daardoor de AP en de Kamer niet juist en niet (tijdig) volledig
zijn geïnformeerd. De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën en
de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane naar het oordeel daarvan;
was er sprake van een doofpot? Zo ja, waar bevond die zich dan precies?
Was de huidige politieke leiding van Belastingdienst/Toeslagen overigens op de hoogte
van de (mogelijke/waarschijnlijke overtredingen van de AVG en het onrechtmatig handelen,
toen compensatieregelingen op basis van Commissie-Donner-I en Commissie-Donner-II
werden uitgewerkt? Zo ja, waarom is dit niet gemeld aan de Kamer? Voort zouden de
leden van de SP-fractie willen weten welke informatie er thans beschikbaar is over
nadere, onrechtmatige verwerkingen van (tweede) nationaliteit in de systemen van de
Belastingdienst. Deze leden zouden graag een uitputtend overzicht ontvangen, in lijn
met de aanbeveling van de AP om dit grondig in kaart te brengen.
Verder vragen de leden van de SP-fractie zich af hoe het kan dat de Adviescommissie
Uitvoering Toeslagen (AUT) kennelijk reeds op 4 augustus 2019 is geïnformeerd over
het gebruik van (tweede) nationaliteit als indicator in CAF-zaken, ruim anderhalve
maand voor de melding aan de AP. Hoe is de commissie geïnformeerd? Welke informatie
is toen overgedragen? Deze leden zouden graag een afschrift van de betreffende stukken
aan de AUT ontvangen. De leden van de SP-fractie merken op dat de Auditdienst Rijk
(ADR) blijkens de antwoorden op feitelijke vragen naar aanleiding van het bericht
«Eerste 100 ouders uitbetaald» (Kamerstuk 31 066, nr. 693), kennelijk pas op 13 november 2019 is geïnformeerd over het gebruik van (tweede)
nationaliteit als indicator in CAF-zaken. Deze leden vragen zich af waarom de ADR
toen pas is geïnformeerd en hoe de ADR is geïnformeerd. De leden van de SP-fractie
zouden graag een afschrift tegemoet zien van de stukken waarmee de ADR is geïnformeerd
over deze kwestie.
De leden van de SP-fractie willen in dit licht weten wanneer bij de ambtelijke en
politieke leiding bekend was dat (tweede) nationaliteit werd gehanteerd als indicator
in CAF/fraudezaken (zie: rapport AP, pagina 29 en brief van DG Bel aan AP van 20 september
2019)? Bij wie, en op welk niveau was bekend dat – onder meer – de homogeniteit, cultuur,
herkomst (en dus (tweede) nationaliteit) indicator vormde voor extra toezicht en controle?
Hoe verhoudt dit zich tot de beantwoording van pers- en Kamervragen, waarin werd gesteld
dat tweede nationaliteit geen rol speelde, en waarin werd gezegd dat het draaien van
query’s en quick-scans slechts en uitsluitend diende om een «beeld» te krijgen van de onderzoekspopulatie?
Was het gegeven dat (tweede) nationaliteit een rol speelde bij CAF-of fraudeonderzoeken
bekend op de twee momenten waarop de opdrachtverlening aan de ADR aan de orde was
(in juli en september 2019)? Hoe moet in dit licht de formulering worden gelezen dat
de ADR de opdracht kreeg te onderzoeken of (tweede) nationaliteit een «bepalende»
rol speelde bij fraudeonderzoeken, zo vragen de leden van de SP-fractie. Wist de ambtelijke
en politieke leiding op dat moment van (tweede) nationaliteit wel degelijk gold als
indicator? Waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd toen deze informatie boven
tafel kwam?
De leden van de SP-fractie verzoeken de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane om de – geanonimiseerde – documenten van medewerkers
aan de Tweede Kamer te doen toekomen, waarin bij de voorbereiding van de beantwoording
van vragen van de AP in 2017 bekend was dat (tweede) nationaliteit structureel in
beeld werd gebracht bij CAF-onderzoeken. De leden van de SP-fractie verwijzen hierbij
naar de beantwoording van vragen van het lid Omtzigt (CDA, Tweede Kamer, vergaderjaar
2019–2020, Aanhangsel, nr. 3794), waarin het volgende is opgenomen:
«Uit de voorbereiding van de reactie aan de AP in juli 2017 komt het beeld naar voren
dat door de betrokken medewerkers niet is stilgestaan bij de mogelijkheid dat de (dubbele)
nationaliteit uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) geregistreerd is gebleven
in het systeem van Belastingdienst/Toeslagen (TVS genaamd) na de overgang naar de
BRP. Ook zijn geen opmerkingen terug te vinden over de indicator Nederlanderschap
ja/nee in het risicoclassificatiemodel, die sinds de invoering van het model in 2013
daarin was opgenomen. Wel werd een relatie gelegd met het een CAF 11-onderzoek, waarbij
onder meer werd opgemerkt dat Belastingdienst/Toeslagen hierbij niet selecteerde op
nationaliteit, maar dat alle gegevens van de betrokken ouders wel zichtbaar werden
gemaakt. De betrokken medewerkers wisselden onderling opmerkingen uit over de vraag
of het nodig was de nationaliteit in dit kader op te nemen en of Belastingdienst/Toeslagen
die bevoegdheid wel had. Daarop werd aangegeven dat de registratie van nationaliteit
in het kader van het CAF 11-onderzoek niet nodig leek en dat registratie van nationaliteit
op grond van artikel 18 Wet beschermingspersoonsgegevens (Wbp) onder meer slechts
mag plaatsvinden met het oog op de identificatie van de betrokkene en voor zover dit
voor het doel onvermijdelijk is. In zijn algemeenheid werd genoemd dat de informatie
wel nodig kan zijn voor het bepalen van het recht op een toeslag, omdat daarvoor nodig
is te kunnen bepalen of iemand de Nederlandse nationaliteit heeft en zo nee, of de
vreemdeling wel of niet rechtmatig verblijf in Nederland heeft. In de reactie aan
de AP is in juli 2017 vervolgens alleen deze laatste algemene bepaling opgenomen onder
verwijzing naar de artikelen 8 en 11 Vreemdelingenwet en artikel 9 Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen (Awir). Helaas is destijds geen opvolging gegeven aan de opmerkingen over
de bevoegdheid van de registratie van nationaliteit door Belastingdienst/Toeslagen
in het kader van het CAF-11 onderzoek.»
De leden van de SP-fractie zouden willen weten of de ambtelijke en de politieke leiding
in 2017 zijn geïnformeerd over de verwerking en het gebruik van (tweede) nationaliteit
in het CAF 11-onderzoek en over andere onderzoeken en over afwegingen dit al dan niet
aan de AP te melden. Is er uitsluitend tussen (lagere) medewerkers gecorrespondeerd,
of zijn er ook memo’s aan de ambtelijke of de politieke leiding? Voorts vragen de
leden van de SP-fractie zich af hoe het mogelijk is dat «steeds nieuwe informatie»
boven tafel kwam. Deze leden vragen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane om een tijdlijn, waaruit duidelijk wordt welke
informatie op welk moment op welk niveau bekend was. Het verzoek is om daarbij ook
de vragen en klachten van burgers en hun gemachtigden te betrekken die over de verwerking
van (tweede) nationaliteit gingen.
Het valt de SP-fractie op dat categorisch is ontkend dat bevindingen in CAF-zaken
zijn gebruikt als input voor het risicoclassificatiemodel (van Toeslagen) (zie het
antwoord op vraag 24, in de vragenreeks over de uitbetaling aan de eerste 100 ouders;
Kamerstuk 31 066, nr. 693). Deze leden zouden graag een toelichting willen op hoe dit zich verhoudt tot openbaar
gemaakte verslagen van het Managementteam Fraude, waarin letterlijk is gesteld: «De
CAF-dossiers worden tevens ingebracht in het risicoselectiemodel.»1
De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane bij de beantwoording van deze vraag ook in te
gaan op een mogelijke samenhang tussen de risicoselectie en risicoselectiemodellen
en de Fraude Signalering Voorziening (FSV), nu KPMG heeft vastgesteld dat FSV mede
diende als voeding/basis voor het de risicoselectie bij Toeslagen die in 2013 gestalte
kreeg. Deze leden vragen daarbij bijzondere aandacht voor een passage op pagina 100
van het KPMG-rapport: «Na afronding van onze onderzoekswerkzaamheden zijn wij bekend
geworden met nieuwe informatie waaruit mogelijk blijkt dat samenhangende signalen
afkomstig van het CAF in FSV zijn geregistreerd. In fase 2 van het FSV-traject dat
binnen de Belastingdienst wordt uitgevoerd dient de Belastingdienst deze nieuwe informatie
te onderzoeken om deze te duiden en eventuele implicaties zorgvuldig in kaart te kunnen
brengen.» De leden van de SP-fractie zouden een toelichting willen ontvangen op wat
die «nieuwe informatie» behelsde, waarom die pas na afronding van het KPMG-onderzoek
aan het licht kwam, of de KPMG-conclusie juist is, en hoe de conclusie zich verhoudt
tot eventuele selectie-bias in zowel FSV als risicoselectiemodellen.
De leden van de SP-fractie vragen zich hierbij ook af of de door KPMG bedoelde informatie
ook anderszins heeft doorgewerkt in risicoselectie en risicomodellen. In deze context
vragen deze leden zich af of ook in de zogeheten Antifraudebox (AFB), die in 2011
is opgericht, mogelijk sprake is geweest van selectie-bias of profilering. Sluiten
de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
uit dat (tweede) nationaliteit op enigerlei wijze een rol heeft gespeeld in de AFB,
direct, of via proxy?
De leden van de SP-fractie willen daarnaast ook weten of het doorgeven van met CAF
samenhangende signalen in FSV en/of risicoselectie op enigerlei wijze heeft doorgewerkt
in projecten als KEF en GEBO. Deze leden wijzen erop dat het er alle schijn van heeft
dat er in de selectie sprake is van olievlekwerking, van het in kaart brengen van
netwerken en verbanden en een mogelijk «guilty by association». In dit verband zouden deze leden ook opheldering willen over het zogeheten CAF-Anker-project,
dat blijkens het dossier kennelijk ook namen heeft gehad als Mast en Steven. Hoe verhouden deze namen zich tot projecten met dezelfde namen in de correspondentie
van de DG Bel met de AP over «Mast» en Steven»?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie nogmaals aandacht voor het Expertisecentrum
Handhaving en Intelligence (EHI), de voorloper van de Broedkamer/DF&A. In antwoord
op eerdere Kamervragen is gesteld dat medewerkers van EHI hebben aangegeven dat bij
het opstellen van analyses en risicoselectie en detectie nadrukkelijk ook is gekeken
naar nationaliteit. Deze leden zouden graag expliciet verhelderd zien om welke vormen
van nationaliteit dit ging. Betrof dit uitsluitend eerste nationaliteit (en zo ja,
hoe) of ook tweede nationaliteit (en zo ja, hoe). Hoe hebben de analyses en producten
van EHI doorgewerkt in risicoselectiemodellen en de datafundamenten van DF&A?
De leden van de SP-fractie hebben de bijlagen bij de Kamerbrief goed bestudeerd en
het valt hen op dat er veel CAF-onderzoeken zijn buiten de afdeling Toeslagen. Kunnen
de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
daarover een uitputtende lijst naar de Kamer sturen? Daarbij vragen de leden van de
SP-fractie wie er in de «begeleidingsgroep CAF» zaten (bijlage 2, daarbinnen bijlage
12). Is het mogelijk om de gelakte stukken van dit document (Bespreekpunt/Beslispunt;
Mogelijke toekomstige maatregelen; Voorstel aanpak van het verleden) integraal openbaar
te maken? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie valt het op dat de toenmalig directeur van de Belastingdienst
actief op de hoogte werd gehouden van onderzoeken en toestemming gaf voor het maken
van query’s (bijlage 2 en daarbinnen bijlagen 13 en 14). Kunnen de Minister van Financiën en
de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane laten weten hoe het CAF-team
organisatorisch ingebed was binnen de Belastingdienst? Aan de AP is ook een overzicht
van casussen verstrek van «team HHR&I». De leden van de SP-fractie vragen de Minister
van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane toe te lichten
wat dit voor een team was en hoe die was ingebed in de organisatie met betrekking
tot handhaving en CAF (bijlage 2, daarbinnen bijlage 8).
Het valt de leden van de SP-fractie ook op dat er een correspondentie bestaat over
onderzoek naar een groep Bulgaren en Roemenen, onder de naam Genua, waarin medewerkers
van team Handhaving elkaar informeren over het feit dat Logius «alles op dit moment
meldt aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dat ze «voorzichtiger»
moeten zijn. Kunnen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane uitleggen waar deze waarschuwing uit voortkwam? De leden van
de SP-fractie hebben sterk de indruk dat de medewerkers van team Handhaving wisten
dat ze oneigenlijk aan het profileren waren. Hoe reageren de Minister en de Staatssecretaris
daarop? (bijlage 2, daarin bijlage 17)
De leden van de SP-fractie zien dat er in bijlage 2 van de brief en daarbinnen bijlage
19 een «weekverslag CAF» is. Deze leden vragen voor wie dit weekverslag was bedoeld?
Kunnen de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane alle nog aanwezige weekverslagen van CAF openbaar maken? En kunnen zij laten
weten waarover met DG Bel afstemming plaats vindt «over een nieuwe zaak waar mogelijk
een politiek tintje aan zit»?
De leden van de SP-fractie zien ook dat er tussen iemand van team Handhaving contact
plaats vindt met de FIOD en iemand van het Ministerie van Financien (bijlage 2, daarbinnen
bijlage 7). Dit betreft de casus Accra over mensen met de Ghanese nationaliteit. Kunnen
de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
aangeven of het bestand ook met de AP gedeeld is, of alleen de mailwisseling? Is het
mogelijk om het bestand openbaar te maken en inzicht te krijgen in de analyse die
destijds tot aan het ministerie gedeeld werd?
De leden van de SP-fractie zouden graag worden geïnformeerd over de voorgenomen sanctie
van de AP tegen de Belastingdienst, vanwege de overtredingen van de AVG. Om wat voor
voornemen gaat het? Is de Belastingdienst voornemens zich te schikken naar het oordeel
van de AP, of overweegt de Belastingdienst de inzet van juridische middelen? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet? De leden van de SP-fractie zouden op dit punt graag een
uitvoerige motivering tegemoetzien.
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie aandacht voor het verstrekken van informatie
van de Belastingdienst aan burgers. Vele mensen willen weten wat er in hun dossier
staat, met vele verschillende redenen. Zij lopen tegen dichte deuren aan en een halsstarrige
dienst die geen informatie verstrekt die over deze mensen zelf gaat. De leden van
de SP-fractie zien graag dat Minister van Financiën en Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane verordonneren dat het afwijzen van inzageverzoeken stopt en
dat de Belastingdienst open is op basis van welke signalen of bewijzen ze oordelen
velt over mensen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Judith Tielen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.P.C. Buisman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.