Lijst van vragen : 35490 Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)
2020D25327 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van deze wetsvoorstellen, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de Wijziging
van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (eerste incidentele
suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)
(Kamerstuk 35 490), de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
(XII) voor het jaar 2020 (tweede incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding
voor het openbaar vervoer) (Kamerstuk 35 491), de Adviesaanvraag aan het samenwerkingsverband van planbureaus en het RIVM over
de vraag hoe voorkomen kan worden dat de komende maanden iedereen weer met de auto
of het ov gaat reizen en thuiswerken (Kamerstuk 31 305, nr. 313), de brief Beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer onder concessie (Kamerstuk
23 645, nr. 723) en de brief Toelichting beschikbaarheidsvergoeding ov en comptabiliteitswet Art.
2.27 (Kamerstuk 23 645, nr. 722).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
Nr.
Vraag
1
Kunt u aangeven wat de gevolgen van de terugval in inkomsten van openbaar vervoersbedrijven
(ov-bedrijven) is voor de geplande investeringen in vergroening, capaciteitsgroei,
frequentie en comfort? Helpt het beschikbaarheidsfonds voldoende om de ambities voor
de middellange termijn overeind te houden?
2
Wat zijn de kosten voor de korte termijn voor het ov nu het nog steeds op 10–20% bezetting
rijdt, omdat voor het ov (in tegenstelling tot vliegtuigen) nog steeds de regel geldt
dat men het ov alleen voor noodzakelijke reizen gebruikt?
3
Hoe snel verwacht u dat het ov met het bedoelde aandeel van 40% capaciteit rijdt?
Hoe gaat u hierop sturen?
4
Hoe staan de ov-bedrijven, zoals de stadsvervoerders, er voor die geen (of amper)
concessievergoedingen of subsidies ontvangen en het vooral van reizigers moeten hebben?
Hebben zij de afgelopen maanden al hun reserves moeten gebruiken? Moesten zij schulden
aangaan?
5
Kunt u uitleggen wat de relatie is tussen steun en kosten bij ov-bedrijven met een
buitenlandse moedermaatschappij of een buitenlandse dochter? Ontvangen die ov-bedrijven
ook steun uit het buitenland? Wordt Nederlandse steun gebruikt voor buitenlandse activiteiten?
Zijn er vergelijkbare regelingen in die landen en hoe beïnvloeden die de bedrijfseconomische
positie van die bedrijven? Lopen bedrijven met Nederlandse concessies het risico op
faillissement in het buitenland? Lopen de concessies in Nederland risico?
6
Welke compensatieregelingen kennen België, Duitsland en Frankrijk en welke financiële
omvang hebben deze regelingen?
7
Waren er liquiditeitsproblemen bij (een van) de betrokken vervoerders voor de COVID-19-periode?
8
Op basis waarvan is de eigen bijdrage van vervoerders vastgesteld? Waarom is gekozen
voor maximaal 7% van de kosten?
9
Wanneer komt een vervoersbedrijf in aanmerking om een verhoging van maximaal 2% bovenop
de kostendekkingsgraad van 93% te ontvangen? Wat wordt precies bedoeld met de voorwaarde:
«als overtuigend kan worden aangetoond dat er bedrijfseconomisch geen andere mogelijkheid
is dan de dienstverlening af te schalen om continuïteit te borgen»?
10
Hoe worden misbruik en oneigenlijk gebruik van de vergoeding voorkomen? Hoe wordt
gemonitord dat geen dividend mag worden uitgekeerd, dat geen bonussen aan een Raad
van Bestuur en hoger management uitgekeerd mogen worden of ontslagvergoedingen voor
bestuurders worden verstrekt en dat geen eigen aandelen mogen worden ingekocht?
11
Op welk moment deze zomer gaat u met de concessieverleners (provincies, gemeenten
en vervoersregio’s) in overleg voor het vervolg van de afspraken voor 2021, gezien
het feit dat zij hun exploitatiebijdragen door moeten blijven betalen? Klopt het dat
deze bijdragen voor het jaar 2020 zijn begroot en dat dat nu nog geen negatieve financiële
consequenties heeft, maar dat te voorzien is dat het door blijven betalen in het jaar
2021 niet onder dezelfde afspraak kan doorgaan, omdat de begrotingscyclus voor 2021
ook voor hen deze zomer start?
12
Klopt het dat de streekvervoerders enerzijds financiële ondersteuning krijgen van
de provinciale concessieverleners en anderzijds van de rijksoverheid met deze beschikbaarheidsvergoeding?
Zijn hier afspraken over gemaakt tussen Rijk en provincies of ontvangen deze commerciële
vervoerders nu dubbelop?
13
Heeft u al nagedacht over de periode na december 2020 (tot wanneer de beschikbaarheidsvergoedingsafspraak
duurt) ingeval de coronamaatregelen in het ov dan nog steeds gelden en de vervoerders
steun nodig hebben om de volledige dienstregeling te blijven rijden? Hoe zorgt u ervoor
dat hier vroegtijdig op wordt ingespeeld?
14
Klopt het dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een bedrag van 167 miljoen
euro, afkomstig van de concessievergoeding die NS aan dit ministerie betaalt, inzet
voor de financiële steun aan de commerciële streekvervoerders? Zo nee, waar wordt
dan dekking gevonden en hoe wordt ervoor gezorgd dat NS niet indirect meebetaalt aan
financiële steun voor zijn concurrenten?
15
Op welke manier heeft u rekening gehouden met de financiële steun aan ov-bedrijven
door andere landen aan hun eigen vervoerders en/of staatsdeelnemingen, zoals de miljardensteun
van Duitsland aan Deutsche Bahn en dochteronderneming Arriva, die in Nederland actief
is? Gezien het feit dat de financiële steun wordt verschaft op basis van nacaculatie,
wordt de buitenlandse steun verrekend met de beschikbaarheidsvergoeding?
16
Waarom is er gekozen voor een open-kosten-berekening en niet voor een percentage van
de omzet als compensatie?
17
Welke bijdragen dan wel garanties leveren de grote moederbedrijven uit Duitsland en
Frankrijk? Zijn deze (moeder)bedrijven om een bijdrage in welke vorm dan ook gevraagd?
Zo ja, wat was het antwoord? Zo, nee, waarom niet en wordt dit alsnog gedaan?
18
Hoe groot is de kans dat de capaciteit in het ov op korte termijn wordt opgeschaald
en wat betekent dit voor de bijdrage?
19
Ten laste waarvan komen dan de resterende 5–8%, als de ov-bedrijven 92–95% vergoed
krijgen? Is geen winstuitkering en geen bonusuitkering genoeg om dit te dekken? Lopen
de schulden op? Hoe voorkomen we dat dit gat gedekt wordt met bezuinigingen op het
personeel of op investeringen in de toekomstige dienstverlening?
20
Kunt u inzichtelijk maken hoe een enigszins uniforme regeling uitpakt voor de toch
wel zeer verschillende bedrijven? Hoe kan eenzelfde regeling hetzelfde uitpakken voor
een nationale spooraanbieder en een stedelijk ov-bedrijf en een gemengde regionale
vervoerder met bus-, spoor- en grensoverschrijdende lijnen?
21
Waarom worden er geen aanvullende eisen gesteld aan de hoogte van de vergoedingen
voor bestuurders bij staatsdeelnemingen? Blijven deze bestuurders nu bijna tweemaal
de balkenendenorm verdienen?
22
Waarom was er geen voorhangprocedure in het proces omtrent extra steun? Is de rol
van de Kamer daarmee niet verkleind, iets wat niet de schoonheidsprijs verdient?
23
Waarom hoeft het ov geen gebruik te maken van de bestaande ondersteuningsmaatregelen,
zoals iedere andere ondernemer? Waarom worden gewone ondernemers anders behandeld
dan grote ov-bedrijven?
24
Kunnen mensen die een reisabonnement voor het ov hebben, gezien het feit dat hen wordt
afgeraden daarvan gebruik te maken, compensatie krijgen?
25
Is de genoemde 1,5 miljard euro het maximumbedrag voor de vergoeding? Is dit een hard
plafond? Of kan de compensatie hoger uitvallen?
26
Kan een deel van het bedrag ook worden gebruikt voor om- of bijscholing van medewerkers,
zodat ze werk kunnen zoeken buiten de sector?
27
Er wordt aangegeven dat decentrale overheden de bijdragen vanuit de huidige concessieafspraken
volledig doorbetalen. Hoe hoog is dit bedrag?
28
Uit welke post komt de overschrijding? En hoe en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
29
Wat is de reden om gebruik te willen maken van artikel 2.27, lid 2 van de Comptabiliteitswet?
Waarom wordt niet gewacht totdat de Tweede en Eerste Kamer dit formeel geautoriseerd
hebben?
30
Wat is de onderbouwing van het feit dat er voldaan zou zijn aan het «spoedeisend belang»,
wat een voorwaarde is van genoemd wetsartikel?
31
Hoe is uitvoering gegeven aan onderdeel 2.27b van de Comptabiliteitswet, waarin staat
dat de Tweede en de Eerste Kamer der Staten-Generaal vooraf zijn geïnformeerd?
32
Welke ov-bedrijven hebben liquiditeitsproblemen of hebben dit gehad?
33
Zijn er ov-bedrijven waarbij binnen drie maanden liquiditeitsproblemen worden verwacht?
34
Waren er op het moment van het (voorgenomen) besluit signalen dat er binnen drie maanden
faillissementen te verwachten waren bij de ov-bedrijven? Als er liquiditeitsproblemen
waren, waarom is er toen niet gekozen om die, zoals bij een van de waddenveerbedrijven
is gedaan, direct op te lossen?
35
Waarom wordt er gekozen voor het aanbieden van een volwaardige dienstregeling?
36
Waarom is er niet gekozen om een volwaardige dienstregeling in de spits te rijden
met een versoberde dienstregeling op momenten buiten de spits?
37
Zijn de mogelijkheden onderzocht om een dienstregeling van 95% of 90% te bieden of
bijvoorbeeld 75%? Heeft u scenario’s door laten rekenen waarin de dienstregeling iets
werd afgeschaald? Zo ja, welke scenario’s zijn doorgerekend en wat zijn daarvan de
uitkomsten?
38
Uit welke begroting komt de 1,3 miljard euro die nu aan Infrastructuur en Waterstaat
geboekt wordt?
39
Welk project kan of welke projecten kunnen er niet uitgevoerd worden nu er 167 miljoen
euro minder in het investeringsfonds zit?
40
Is het bedrag dat genoemd wordt in de bijdrage aan het Infrastructuurfonds de concessievergoeding
van NS?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.