Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over nucleaire veiligheid
2020D24521 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de wettelijke evaluatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid
en Stralingsbescherming (ANVS) (Kamerstuk 25 422, nr. 263) en haar brief inzake verschillende onderwerpen op het terrein van nucleaire veiligheid
en stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 266).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
3
CDA-fractie
3
D66-fractie
4
GroenLinks-fractie
5
SP-fractie
6
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten
behoeve van het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid, en hebben daarover nog
enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrieven en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geagendeerde
stukken omtrent nucleaire veiligheid. Deze leden staan positief tegenover de beslissing
om de beleidsverantwoordelijkheid weg te halen bij de ANVS, zodat de ANVS zich volledig
kan focussen op haar rol als toezichthouder. Deze leden hebben nog wel enkele vragen
en opmerkingen omtrent nucleaire veiligheid.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven horende
bij het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid van 17 juni 2020. Deze leden willen
de Staatssecretaris nog een aantal vragen stellen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de punten op de agenda
voor het schriftelijk overleg over nucleaire veiligheid en hebben enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die voor dit overleg
op de agenda staan. Er zijn een aantal vragen bij deze leden opgekomen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn al langer voorstander van nucleaire energie. De geest
van de Nederlanders lijkt langzamerhand ook steeds meer klaar te zijn voor deze zeer
schone vorm van energie. Het is goed om te zien, ook naar aanleiding van het geringe
aantal stukken dat voor dit overleg op de agenda staat, dat er veel aandacht blijft
voor veiligheid. Want hoewel deze vorm van energie inmiddels al zeer veilig is, kan
het nooit kwaad te blijven kijken naar verdere verbeteringen op dat gebied.
Wettelijke evaluatie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en
Stralingsbescherming (ANVS) goed functioneert. Toch, zo blijkt uit de aanbevelingen,
is er ruimte voor verbetering. Het is belangrijk dat er serieus gekeken wordt naar
de aanbevelingen. In de brief gaat de Staatssecretaris kort in op een aantal aanbevelingen.
Deze leden zijn van mening dat deze inhoudelijke reactie aan de korte kant is, en
dat sommige aanbevelingen helemaal onbesproken blijven. Zij vragen de Staatssecretaris
dan ook alsnog in te gaan op de onbesproken gebleven aanbevelingen.
Verschillende onderwerpen op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming
De leden van de VVD-fractie constateren dat er inmiddels stappen gezet worden wat
betreft het versterken van de kennisinfrastructuur van de gehele sector van nucleaire
technologie en stralingstoepassingen. Deze leden juichen dit toe. In de brief wordt
aangegeven dat het rapport besproken zal worden met relevante partijen, waarna vervolgstappen
bepaald zullen worden. Deze leden benadrukken dat het versterken van de kennisinfrastructuur
van belang is en moedigen de Staatssecretaris aan snel in gesprek te gaan met de relevante
partijen. Wanneer kunnen deze leden meer informatie verwachten over de voortgang van
de gesprekken en de vormgeving van de vervolgstappen?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij het met deze leden
eens is dat kernenergie een zeer veilige en betrouwbare manier is om Nederland van
energie te voorzien en, zo ja, of zij zich gaat inzetten voor de bouw en exploitatie
van nieuwe kerncentrales.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris welke gevolgen het heeft
voor de onafhankelijkheid van de ANVS, de kosten en de bureaucratie, als de verantwoordelijkheid
voor de beleidsvoorbereiding ten aanzien van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming
wordt belegd bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in plaats
van bij de ANVS, zoals nu het geval is.
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie lezen dat er in het grensgebied tussen Nederland en België
zorgen leven over de opslag van kernafval in het grensgebied. Deze leden staan daarom
positief tegenover het contact dat de Staatssecretaris zoekt met haar Belgische collega.
Het is goed dat Nederlandse belanghebbenden op landelijk, regionaal en lokaal niveau
worden betrokken, zoals de Staatssecretaris ook heeft aangegeven bij haar Belgische
collega. Ook is het belangrijk dat een veelvoud aan actoren, zoals drinkwaterbedrijven,
non-gouvernementele organisaties (ngo’s) en burgers, betrokken wordt bij het ontwerpplan
voor de eindberging van radioactief afval van de lidstaten van de EU. Hoe is dit gesprek
met de verantwoordelijke Belgische bewindspersoon gegaan, zo willen deze leden weten.
Deze leden worden graag op de hoogte gehouden van de gesprekken met de Belgische verantwoordelijke
Minister en het Belgische instituut NIRAS. Hoe kunnen Nederlandse actoren inspraak
geven en hoe worden zij hierover geïnformeerd? Daarnaast vragen deze leden welke mogelijkheden
de Staatssecretaris ziet om meer grensoverschrijdende samenwerking aan te gaan met
België, als het gaat om nucleaire veiligheid.
De leden van de CDA-fractie reageren positief op het rapport van de commissie onder
leiding van de heer Van der Zande dat gaat over het versterken van de nationale kennisinfrastructuur
voor de nucleaire- en stralingssector. Wat bovengenoemde leden betreft moet nucleaire
kennis niet alleen vanuit het perspectief van de Ministeries van Economische Zaken
en Klimaat en IenW worden bekeken, maar ook breder vanuit een onderzoeks- en kennisperspectief.
Graag ontvangen deze leden een uitgebreide reactie van de Staatssecretaris en andere
betrokken partijen op de vier hoofdaanbevelingen van de commissie. Deze leden vragen
de Staatssecretaris te schetsen wat de verdere vervolgstappen zijn en wanneer die
worden genomen.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de conclusie dat
de ANVS de afgelopen jaren goed heeft gefunctioneerd. Wel onderschrijven zij het belang
om negen geïdentificeerde verbeteringen zorgvuldig door te voeren. Zij maken zich
daarbij zorgen over de beslissing van de Staatssecretaris om het formuleren van beleid
bij de toezichthouder te leggen en niet op het Ministerie van IenW. Deze leden vragen
de Staatssecretaris om uitgebreider toe te lichten waarom ervoor is gekozen om deze
aanbeveling niet door te voeren.
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris verder hoe ervoor gezorgd wordt
dat de nieuw op te richten eenheid binnen het ministerie voldoende deskundigheid heeft
om dit complexe thema te behandelen, natuurlijk met voldoende aandacht voor kennisborging
en het voorkomen van versnippering van kennis binnen de ANVS.
De leden van de D66-fractie zien uit naar de rapportage Staat van de Nucleaire Veiligheid
en Stralingsbescherming. Deze leden vragen de Staatssecretaris op welke termijn de
Kamer deze kan verwachten.
De leden van de D66-fractie hebben er met interesse kennis van genomen dat de stresstestmaatregelen
bij Borssele grotendeels zijn afgerond. Deze leden begrijpen dat er nog wordt gewerkt
aan het verder verbeteren van een systeem voor het verzamelen en verwerken van ervaringen
met bedrijfsvoering en van ervaringen met vergunning en toezicht. Deze leden vragen
de Staatssecretaris of verwacht wordt dat deze ervaringen leiden tot significante
veranderingen in de bedrijfsvoering en in de vergunning en het toezicht.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat in verband met de COVID-19-pandemie de toetsingsconferentie
voor het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid (CNS) is uitgesteld. Deze leden vragen
de Staatssecretaris om te onderzoeken of deze conferentie op een veilige en eventueel
digitale manier toch op korte termijn doorgang kan vinden.
De leden van de D66-fractie zijn geschrokken van de brand bij kerncentrale Dodewaard.
Gelukkig is de veiligheid niet in het geding geweest, maar dit laat wel zien dat bij
branden in kerncentrales er zorgen ontstaan over de veiligheid. Deze leden vragen
de Staatssecretaris om naast de publicatie van de ANVS op de website, ook per brief
de Kamer te informeren over het onderzoek van de ANVS naar deze brand.
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris hoe het staat met de ontmanteling
van Dodewaard. Hoe staat met het de financiële situatie rondom de ontmanteling en
de juridische procedure?
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris naar de financiële situatie
in Borssele. Zijn er voldoende reserves opgebouwd om de ontmanteling te financieren?
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris naar de stand van zaken rondom
de financiële knelpunten van het historisch afval in Petten.
De leden van de D66-fractie onderschrijven nogmaals het belang van een goede nationale
kennisinfrastructuur voor de nucleaire- en stalingssector. Deze leden vragen de Staatssecretaris
wanneer meer duidelijkheid komt over de vervolgstappen en zij vragen de Staatssecretaris
de Kamer kort na de zomer 2020 te informeren over de status hiervan.
GroenLinks-fractie
URENCO
De leden van de GroenLinks-fractie hebben ten eerste nog enkele vervolgvragen naar
aanleiding van het verslag van een schriftelijk overleg over URENCO (Kamerstuk 25 422, nr. 265). De Minister van Financiën gaat in de beantwoording niet in op de rol van URENCO
bij het Amerikaanse kernwapenprogramma en omzeilt in de antwoorden de vraag of het
verrijkt uranium van URENCO mogelijk kan worden gebruikt voor de productie van kernwapen-tritium
in de Verenigde Staten. Dat is voor deze leden een cruciale vraag en zij hopen hierop
alsnog antwoorden te ontvangen. Bovendien schrijft de Minister dat alleen hoogverrijkt
uranium van 20% of hoger geschikt is voor het gebruik als explosief in kernwapens
(in tegenstelling tot high-assay low enriched uranium (HALEU) (tot 19,45% verrijkt
uranium). Deze leden hebben echter vernomen dat het onderzoeksinstituut Stockholm
International Peace Research Institute (SIPRI) al in 1983 meldde dat de kritische
massa voor een kernbom al boven 10% verrijking afneemt. Zij vragen het kabinet daarom
om meer verduidelijking rondom dit punt, aangezien deze leden willen voorkomen dat
ons kernafval bijdraagt aan de instandhouding van het Amerikaanse kernwapenarsenaal.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich in zijn algemeenheid zorgen over het
gebrek aan parlementaire controle over URENCO. Het valt deze leden op dat er absolute
geheimhouding is rondom de Gemengde Commissie die toezicht houdt op URENCO, waaronder
zelfs het reglement van orde. Daarom vragen deze leden hoe het parlement kan controleren
wat er met het Nederlandse kernafval gebeurt en op welke manier het parlement invloed
kan uitoefenen op te nemen besluiten.
Inspraak Belgisch kernafval
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat er in België tot 13 juni 2020
een online publieksbevraging door NIRAS werd gehouden over de eindberging van hoogradioactief
kernafval. Hierbij wordt gezocht naar locaties in het hele land. Potentiële locaties
voor geologische berging bevinden zich in de nabijheid van de Nederlandse, Luxemburgse
en Duitse grensregio’s en bevinden zich eveneens deels in natuurbeschermingsgebieden
en waterwingebieden. Met name in het zuiden van Nederland zijn er grote zorgen over
de manier waarop het kernafval voor honderdduizenden jaren wordt opgeslagen in België.
Deze leden hebben van hun collega’s in België vernomen dat er alle schijn is dat dit
lastige besluit in de schaduw van de coronacrisis wordt genomen en dat er geen recht
wordt gedaan aan het grote maatschappelijke belang van deze besluitvormingsprocedure.
Deze leden maken zich zorgen over het voorstel van NIRAS, want als het in de Belgische
grensgebieden fout gaat, kunnen er ook in Nederland grote gevolgen zijn door ongecontroleerde
verspreiding van kernafval in het milieu. Helaas is er in België geen gehoor gegeven
aan het pleidooi van GroenLinks en de groene partijen van Duitsland en Luxemburg om
inspraak te verlenen aan de inwoners en relevante instellingen van deze respectievelijke
landen. Gezien het grote belang van een zorgvuldige uitwerking van de eindberging
van kernafval in België, vragen deze leden de Staatssecretaris om er bij haar Belgische
collega op aan te dringen dat inspraak van Nederlandse inwoners en relevante instellingen
(in grensgebieden) in dit besluitvormingsproces van groot belang is.
Dodewaard
De leden van de GroenLinks-fractie schrokken van de brand die plaatsvond op het terrein
van voormalig kerncentrale Dodewaard. Zij vragen de Staatssecretaris hoe de brand
heeft kunnen ontstaan en waarom er mogelijk gasflessen op het dak lagen. Deze leden
lezen dat de gevelplaten van het reactorgebouw vlam hebben gevat. In welke mate is
de betonnen constructie – waarbinnen zich radioactief materiaal bevindt – bestand
tegen brand? En welke maatregelen worden er genomen om dergelijke incidenten in de
toekomst te voorkomen? Deze leden vragen de Staatssecretaris ook of er voldoende oog
is voor goede communicatie met bezorgde omwonenden. Deze leden vragen bovendien of
dergelijke incidenten reden geven tot het vervroegen van de ontmanteling van de voormalige
kerncentrale en of dat wenselijk zou zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Staatssecretaris tijdens het laatste
algemeen overleg over nucleaire veiligheid op 27 november 2019 benoemde dat er een
getuigenverhoor heeft plaatsgevonden in 2019 om te onderzoeken of de aandeelhouders
aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de ontmantelingskosten van de voormalige
kerncentrale Dodewaard. Destijds kon de Staatssecretaris daar weinig over zeggen.
Deze leden vragen of er inmiddels al meer over de voortgang bekend is.
SP-fractie
De leden van de SP-fractie willen allereerst ingaan op het evaluatierapport over de
ANVS. Vanwege de enorme gevolgen die een incident met nucleair materiaal kan hebben,
is het voor deze leden van groot belang dat de ANVS goed georganiseerd is en goed
haar werk kan doen. Zo vragen deze leden of de Staatssecretaris duidelijk uiteen kan
zetten hoe de functie van beleidsvoorbereiding van de ANVS eruit gaat zien. Voor deze
leden is de functie van toezichthouder zeer belangrijk omdat dat, bij goed functioneren,
in grote mate de veiligheid van de omwonenden waarborgt. Andere functies, die deze
kwaliteit van toezicht verslechteren, zouden volgens deze leden door anderen moeten
worden vervuld. Kan de Staatssecretaris duidelijk aangeven hoe de verschillende functies
worden gescheiden? Is er voldoende capaciteit om de verschillende functies uit te
voeren? Zo nee, hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat de functies allemaal
op goed niveau kunnen worden uitgevoerd? Kan de Staatssecretaris ook aangeven op welke
termijn een «Staat van Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming» verwacht wordt?
De leden van de SP-fractie uitten al vaker hun zorgen over de communicatie tijdens
een crisis. Zij zijn blij te lezen dat de ANVS hier stappen in de goede richting heeft
gezet. Kan de Staatssecretaris inzichtelijk maken welke veiligheidsregio’s nu nog
geen rampenbestrijdingsplan hebben aangaande een nucleaire ramp? Waarom is dat zo?
En wanneer zijn die plannen wel op orde?
De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van het jaarverslag van de ANVS
ook een aantal vragen. Deze leden lezen in het jaarverslag van de ANVS: «Vanwege de
complexiteit van kernongevallen hebben de veiligheidsregio’s behoefte aan advies van
experts over de te nemen maatregelen en het tijdstip waarop deze moeten worden genomen.
De tijd die het duurt om een advies vanuit de experts uit te brengen en de wens van
de veiligheidsregio’s om snel tot actie over te gaan, kunnen op gespannen voet met
elkaar staan.» Deze leden lezen ook dat het Rijk overleg heeft gehad met de veiligheidsregio’s.
Wat is daar uitgekomen? Kunnen de veiligheidsregio’s nu overweg met een nucleaire
ramp? Is de informatievoorziening tijdens een ramp op orde?
De voorzorgsmaatregel als gevolg hiervan voor Borssele die daaruit is voortgekomen,
lijkt een tussenoplossing. Wanneer is er een definitief plan voor Borssele? Welke
verbeterpunten zijn er uit de oefeningen die ANVS en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) gekomen? Wanneer zullen deze verbeterpunten doorgevoerd zijn? Hoe
staat dit met de andere kerncentrales die bij een ramp grote gevolgen kunnen hebben
voor de Nederlandse samenleving?
De leden van de SP-fractie vragen ook naar het plan dat de ANVS op zou stellen waarin
de veiligheidseisen van de eindberging worden geformuleerd. Hoe staat het met dat
plan? Welke eisen zijn erin opgenomen? Is daar een wijziging van de wet voor nodig?
Wat betekent dit voor mogelijke berging in Nederland? Wanneer start het maatschappelijke
debat hierover dat het Rathenau Instituut voorbereidt? Hoe wordt ervoor gezorgd dat
verschillende partijen daar gelijkwaardig aan deel kunnen nemen?
De leden van de SP-fractie zijn lazen in de brief van 11 juni 2020 dat nu blijkt dat
er toch fouten zijn gemaakt bij de
levensduurverlenging van kerncentrale Borssele, terwijl de Staatssecretaris eerder
aangaf dat dit goed was verlopen. De levensduurverlenging van kerncentrale Borssele
is in strijd met het verdrag van Aarhus verlopen. Hoe gaat de Staatssecretaris regelen
dat iedereen wel toegang heeft tot alle benodigde informatie tijdens de inspraakprocedure?
Op welke termijn? Is bekend of er een andere uitkomst zou zijn geweest wanneer dit
in orde was geweest? Wat vindt de Staatssecretaris ervan dat het publiek nu geen inspraak
heeft gehad? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat omwonenden recht hebben
op informatie op deze verkeerd gelopen procedure? Wat gaat zij doen om omwonenden
te informeren?
De leden van de SP-fractie hebben ook kennisgenomen van het rapport Naar een Agenda
en Platform Nucleaire Technologie en Straling. Zij vinden dat er bij dit rapport wel
erg wordt uitgegaan van een toekomst voor nucleaire energie in Nederland. De commissie
wil ruim investeren in verschillende onderdelen. Deze leden willen benadrukken dat
zij geen toekomst zien voor nucleaire energie, zolang er geen 100% veilige manier
voor de berging van afval is. Ook de enorme bedragen voor het bouwen van een nieuwe
kerncentrale zien deze leden liever geïnvesteerd in duurzame energie. Hoe ziet de
Staatssecretaris dit? Waarom zoveel investeren in bewustwording, onderzoek, onderwijs
en internationale samenwerking, wanneer de laatste kerncentrale binnen vijftien jaar
ontmanteld gaat worden?
De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van de brand op het dak van de kerncentrale
in Dodewaard vorige maand, ook een aantal vragen. Welke gezondheidsgevolgen zijn er
nog, wanneer een brand niet tijdig geblust zou zijn? Wat zijn de risico’s? Waarom
wordt deze centrale pas in 2045 definitief ontmanteld? Is het niet toch mogelijk dit
eerder te doen? Hoe is de communicatie geweest rondom deze brand?
De leden van de SP-fractie merken op dat in de beantwoording van de Minister van Financiën
van een schriftelijk overleg over URENCO, een aantal vragen niet worden beantwoord.
De Gemengde Commissie van het Verdrag van Almelo houdt toezicht op URENCO. Deze leden
vragen zich af of het reglement van orde openbaar is. Zo nee, waarom niet? Hoe kan
de Kamer besluiten nemen aangaande het transport van verrijkt uranium? En hoe kan
de Kamer dan controleren hoe en wat URENCO uitvoert?
De leden van de SP-fractie vragen zich ook af hoe het met Ultra Centrifuge Nederland
(UCN) staat. Hoe vaak zou deze onderneming geëvalueerd moeten worden? Wanneer is dit
voor het laatst gebeurd?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.