Nota van wijziging : Tweede nota van wijziging
35 468 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met uitbreiding van de hardheidsclausule en invoering van een hardheidsregeling en een vangnetbepaling (Wet hardheidsaanpassing Awir)
Nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 10 juni 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het voorgestelde artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het tweede lid wordt «betrekking heeft» vervangen door «betrekking heeft en
een jaar na de dagtekening van de beschikking tot toekenning van de tegemoetkoming,
bedoeld in artikel 14, is verstreken».
b. In het zesde lid wordt «de vijfjaarstermijn, bedoeld in het tweede lid, niet zou
gelden» vervangen door «de termijnen, bedoeld in het tweede lid, waarbinnen herziening
mogelijk is, niet zouden gelden». Voorts wordt «die rente» vervangen door «die rente
voor zover betaald of verrekend».
2. In het voorgestelde artikel 49a wordt «, die zich hebben voorgedaan bij een beschikking
tot vaststelling of tot terugvordering» vervangen door «, die zich hebben voorgedaan
bij een beschikking tot vaststelling of tot terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag,
dan wel bij het niet toekennen van een persoonlijke betalingsregeling vanwege de onterechte
kwalificatie opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien
van het ontstaan van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag».
3. Het voorgestelde artikel 49b wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. Voorts wordt «Het verlenen van
compensatie» vervangen door «Het vaststellen van de beschikking tot toekenning van
de compensatie».
b. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. De Belastingdienst/Toeslagen kan een toegekende compensatie herzien indien de beschikking
tot toekenning van de tegemoetkoming of de beschikking tot herziening van de tegemoetkoming
alsnog op een hoger bedrag is vastgesteld dan waarmee bij de bepaling van de hoogte
van de compensatie rekening is gehouden. De herziening bedraagt het hieruit voortvloeiende
verschil, doch maximaal het bedrag van de eerder vastgestelde beschikking tot vaststelling,
voor zover dat deel uitmaakt van de compensatie, bedoeld in het eerste lid. Het voorgaande
is van overeenkomstige toepassing op de beschikking tot terugvordering of beschikking
tot herziening van de terugvordering. Voor zover de compensatie betrekking heeft op
een vergoeding van over een berekeningsjaar in rekening gebrachte en betaalde of verrekende
rente als bedoeld in artikel 29 of op een vergoeding die betrekking heeft op overeenkomstige
toepassing van rente als bedoeld in artikel 27 inzake het betreffende berekeningsjaar,
wordt het bedrag van de compensatie verminderd met de over hetzelfde berekeningsjaar
over de in de eerste zin bedoelde verhoging vergoede rente, bedoeld in artikel 27,
doch maximaal met het bedrag dat in de compensatie ter zake van voornoemde rentecomponenten
is begrepen.
3. Indien de compensatie, bedoeld in het eerste lid, in de situatie, bedoeld in het
tweede lid, wordt herzien, kan het daaruit voortvloeiende terug te vorderen bedrag
worden verrekend met het aan de belanghebbende over hetzelfde berekeningsjaar uit
te betalen bedrag van de verhoging, bedoeld in het tweede lid, eerste zin. Het voorgaande
is van overeenkomstige toepassing op de beschikking tot terugvordering of beschikking
tot herziening van de terugvordering.
Toelichting
I. Algemeen
Deze nota van wijziging bevat naast een inhoudelijke wijziging van de vangnetbepaling
enkele technische wijzigingen die met name bedoeld zijn om de voorgestelde wettekst
in overeenstemming te brengen met de bedoeling van de voorgestelde bepalingen. Zo
wordt voor een situatie waarin nog herziening van de beschikking tot vaststelling
of tot terugvordering mogelijk is, geregeld dat dan niet (tevens) een beroep kan worden
gedaan op toepassing van de hardheidsregeling. Verder wordt verduidelijkt dat alleen
voor zover de over een berekeningsjaar in rekening gebrachte (invorderings)rente is
betaald of verrekend, deze bij het vaststellen van de hardheidstegemoetkoming naar
evenredigheid wordt herzien. Voor zover de betreffende rente niet is betaald of verrekend,
is er geen sprake van een rentenadeel dat zou moeten worden meegenomen bij het vaststellen
van de hoogte van de hardheidstegemoetkoming.
De aanpassing van de tekst van de vangnetbepaling hangt samen met de omstandigheid
dat ook ouders bij het niet toekennen van een persoonlijke betalingsregeling vanwege
de onterechte kwalificatie opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner
ten aanzien van het ontstaan van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag in
zeer schrijnende gevallen terecht kunnen komen, waarin toepassing van de Algemene
wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) of de daarop berustende bepalingen of de
uitvoering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet kinderopvang, heeft geleid
tot ernstige onbillijkheden van overwegende aard. Indien aan nader te bepalen voorwaarden
wordt voldaan, dient naar het oordeel van het kabinet ook in dergelijke gevallen een
beroep op de vangnetbepaling mogelijk te zijn. De aanpassing van de tekst van de vangnetbepaling
heeft tot gevolg dat ouders die zijn geconfronteerd met een onterechte kwalificatie
opzet/grove schuld en daarom geen persoonlijke betalingsregeling hebben gekregen,
een beroep kunnen doen op de vangnetbepaling ingeval zij aan de nader te stellen voorwaarden
voldoen. Het kabinet beoogt met de vangnetbepaling en deze aanpassing van de tekst
van de vangnetbepaling geen precedent te scheppen. De vangnetbepaling betreft een
zeer uitzonderlijke regeling die gerechtvaardigd wordt geacht op grond van de uitzonderlijke
omstandigheden waarvan de vangnetbepaling het gevolg is. In dat licht is het kabinet
van oordeel dat, mede op grond van het legaliteitsbeginsel, een dergelijke regeling
alleen zijn grondslag kan vinden in een wet in formele zin en het risico van precedentwerking
ook gering is gegeven de uitzonderlijkheid van de situatie. Hiermee wordt gewaarborgd
dat alleen de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk tot een dergelijke regeling
kunnen besluiten.
De eerdergenoemde zeer schrijnende gevallen zullen bekend worden door meldingen bij
de Belastingdienst/Toeslagen. De aanvullende voorwaarden inzake de vangnetbepaling
worden nog uitgewerkt en zullen worden opgenomen in een algemene maatregel van bestuur
(AMvB). De commissie van wijzen of de commissie aanvullende schade wordt ingeschakeld
voor de beoordeling of bij die meldingen sprake is van zeer schrijnende gevallen als
bedoeld in deze vangnetbepaling. Na opstelling van het kader in de AMvB zal dat worden
bekendgemaakt. Aan de ouders zal de gelegenheid worden geboden een beroep op de regeling
te doen door middel van een aanvraag. Tegen de uiteindelijke beslissing op deze aanvraag
staat bezwaar en beroep open op basis van de regels van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb). Bij een ingediend bezwaarschrift zal een onafhankelijke adviescommissie bezwaarschriften
worden geraadpleegd.
De voordracht voor een krachtens het voorgestelde artikel 49a Awir vast te stellen
AMvB wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der
Staten-Generaal is overgelegd. Door middel van deze voorhangprocedure kan er een parlementaire
toetsing van de algemene maatregel van bestuur plaatsvinden.
Daarnaast wordt de compensatieregeling aangevuld met enkele zaken die reeds zijn opgenomen
in het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken, alsmede daarmee
samenhangende kwesties die het dubbel toekennen van compensatie/tegemoetkoming beogen
te voorkomen. Het is wenselijk dat deze zaken en kwesties in de wettekst worden opgenomen.
Het is de bedoeling dat een toegekende compensatie kan worden herzien en derhalve
verminderd voor zover na het toekennen van die compensatie op andere wijze in een
tegemoetkoming wordt voorzien.
Budgettaire gevolgen
De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen direct effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte budgettaire
gevolgen. Gebruik van de grondslag via een AMvB geeft duidelijkheid over de reikwijdte
van de vangnetbepaling, de bijbehorende bijzondere tegemoetkoming en de budgettaire
gevolgen. Een raming van die gevolgen zal gelijktijdig met de AMvB verstuurd worden.
Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven
De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen
effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte administratieve lasten voor bedrijven.
Uitvoeringskosten Belastingdienst
Voor de in deze nota van wijziging opgenomen voorstellen geldt dat de eerder dienaangaande
uitgebrachte uitvoeringstoets onverkort van kracht is.
II. Onderdeelsgewijs
Onderdeel A, onder 1
Artikel I, onderdeel D (artikel 49 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
Met de wijziging van het voorgestelde artikel 49, tweede lid, Awir wordt beter aangesloten
bij de tekst van artikel 5a, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen. Herziening van de beschikking tot vaststelling of
tot terugvordering is immers ook mogelijk ingeval wel vijf jaren zijn verstreken na
de laatste dag van het berekeningsjaar waarop die beschikking betrekking heeft, maar
de termijn van een jaar na de dagtekening van de beschikking tot toekenning van de
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 14 Awir, nog niet is verstreken. Binnen die eenjaarstermijn
(die dus buiten de eerdergenoemde vijfjaarstermijn kan eindigen) is het derhalve mogelijk
gebruik te maken van de mogelijkheid tot herziening van de beschikking tot vaststelling
of tot terugvordering, waardoor het niet nodig is gebruik te kunnen maken van de hardheidsregeling.
In aansluiting op het voorgaande wordt het zesde lid van het voorgestelde artikel
49 Awir op dat punt aangepast. Tevens wordt in genoemd zesde lid verduidelijkt dat
alleen voor zover de over een berekeningsjaar in rekening gebrachte rente, bedoeld
in artikel 29 Awir, is betaald of verrekend, deze bij het vaststellen van de hardheidstegemoetkoming
naar evenredigheid wordt herzien. Voor zover de betreffende rente niet is betaald
of verrekend, is er geen sprake van een rentenadeel dat zou moeten worden meegenomen
bij het vaststellen van de hoogte van de hardheidstegemoetkoming.
Onderdeel A, onder 2
Artikel I, onderdeel D (artikel 49a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
De tekst van de voorgestelde vangnetbepaling wordt aangepast in verband met de omstandigheid
dat ook buiten de gevallen van een beschikking tot vaststelling of tot terugvordering
inzake de kinderopvangtoeslag zich zeer schrijnende gevallen kunnen voordoen, waarin
toepassing van de Awir of de daarop berustende bepalingen of de uitvoering van de
kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet kinderopvang, heeft geleid tot ernstige onbillijkheden
van overwegende aard. Zeer schrijnende gevallen kunnen zich namelijk voordoen bij
het niet toekennen van een persoonlijke betalingsregeling vanwege de onterechte kwalificatie
opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien van het ontstaan
van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag. Indien aan de voorwaarden daartoe
wordt voldaan, dient ook in dergelijke gevallen een beroep op de vangnetbepaling mogelijk
te zijn.
Onderdeel A, onder 3
Artikel I, onderdeel D (artikel 49b van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
Nu de oorspronkelijk in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 voorgestelde compensatieregeling
bij nota van wijziging is overgeheveld naar het onderhavige wetsvoorstel en daarbij
wordt opgenomen in artikel 49b Awir, is het ook gewenst dat de vormgeving/terminologie
beter aansluit bij die van de Awir. Met de in dat kader aangebrachte wijzigingen is
geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Van enkele zaken die reeds zijn opgenomen in paragraaf 5 van het Besluit Compensatieregeling
CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken en daarmee samenhangende kwesties die het dubbel
toekennen van compensatie/tegemoetkoming beogen te voorkomen, is het wenselijk dat
deze in de wettekst worden opgenomen. Daartoe worden twee nieuwe leden aan het voorgestelde
artikel 49b Awir toegevoegd, waarbij de eerder voorgestelde tekst van artikel 49b
Awir als eerste lid wordt aangeduid.
Zo wordt in het tweede lid van het voorgestelde artikel 49b Awir opgenomen dat de
Belastingdienst/Toeslagen een (eerder) toegekende compensatie kan herzien indien de
beschikking tot toekenning van de tegemoetkoming of de beschikking tot herziening
van de tegemoetkoming alsnog op een hoger bedrag is vastgesteld dan waarmee bij de
bepaling van de hoogte van de compensatie rekening is gehouden. Het is dan redelijk
dat de compensatie kan worden herzien (de compensatie blijft immers ook achterwege
voor zover op andere wijze in een vergoeding of tegemoetkoming ter zake is of wordt
voorzien). De herziening van de compensatie bedraagt het uit het hoger vaststellen
van de beschikking tot toekenning van de tegemoetkoming of de beschikking tot herziening
van de tegemoetkoming voortvloeiende verschil, maar maximaal het bedrag van de eerder
vastgestelde beschikking tot vaststelling, voor zover dat deel uitmaakt van de compensatie,
bedoeld in het eerste lid van artikel 49b Awir.
Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de (definitieve) beschikking tot
terugvordering of beschikking tot herziening van de terugvordering. Wanneer de terugvordering
naar beneden wordt bijgesteld nadat de compensatie reeds is vastgesteld is het immers
ook redelijk dat de compensatie kan worden herzien (lees: naar beneden kan worden
bijgesteld).
Het slot van het tweede lid van het voorgestelde artikel 49b Awir ziet op het voorkomen
van het dubbel toekennen van een compensatie van rentenadeel. Voor zover de compensatie
betrekking heeft op een vergoeding van over een berekeningsjaar in rekening gebrachte
en betaalde of verrekende (invorderings)rente als bedoeld in artikel 29 Awir of op
een vergoeding die betrekking heeft op overeenkomstige toepassing van rente als bedoeld
in artikel 27 Awir inzake het betreffende berekeningsjaar, wordt het bedrag van de
compensatie verminderd met de over hetzelfde berekeningsjaar over de in de eerste
zin van genoemd tweede lid bedoelde verhoging (van de tegemoetkoming) vergoede rente,
bedoeld in artikel 27 Awir, doch maximaal met het bedrag dat in de compensatie ter
zake van voornoemde rentecomponenten is begrepen.
In het derde lid van het voorgestelde artikel 49b Awir wordt opgenomen dat indien
de compensatie (bedoeld in het eerste lid van artikel 49b Awir) in de situatie, bedoeld
in het tweede lid van artikel 49b Awir, wordt herzien, het daaruit voortvloeiende
terug te vorderen bedrag kan worden verrekend met het aan de belanghebbende over hetzelfde
berekeningsjaar uit te betalen bedrag van de verhoging, bedoeld in artikel 49b, tweede
lid, eerste zin, Awir. Het is redelijk dat deze verhoging (van de tegemoetkoming)
en het terug te vorderen bedrag van de eerder toegekende compensatie met elkaar worden
verrekend omdat de betreffende bedragen zien op dezelfde component. Zonder deze verrekening
zou dezelfde component twee keer worden uitbetaald. Het voorgaande is van overeenkomstige
toepassing op de beschikking tot terugvordering of beschikking tot herziening van
de terugvordering.
Overigens kan worden opgemerkt dat het uit te betalen bedrag aan compensatie (bedoeld
in het eerste lid van artikel 49b Awir) door de Belastingdienst/Toeslagen niet kan
worden verrekend (met andere openstaande terugvorderingen aan toeslagen of met belastingschulden).
Dit volgt ook uit artikel 4:93 Awb en sluit aan bij hetgeen is geregeld aan het slot
van paragraaf 5 van het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)
zaken.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.