Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen over de wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 35450-XVI)
2020D21591 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de regering inzake de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende
met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 35 450 XVI).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Nr.
Vraag
1.
Kunt u de volgende passage op pagina 18 van de Voorjaarsnota 2020 1 uitleggen: «Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting wordt, vooruitlopend
op de jaarlijkse onderuitputting, reeds een korting verwerkt op diverse beleidsartikelen.
Daarmee wordt beoogd om gedurende het jaar minder onderuitputting op te laten treden?»
2.
Waarom werd het tekort van € 550 miljoen op de uitgaven in de Wet langdurige zorg
(Wlz) niet eerder voorzien in de ontwerpbegroting 2020? Wat is sinds de begroting
2020 op dit punt veranderd in de zorgvraag?
3.
In hoeverre worden de extra covid-gerelateerde kosten opgebracht door middel van respectievelijk
het verhogen van de staatsschuld, het aanspreken van reserves van zorgverzekeraars
en het verhogen van de premie?
4.
Waarom wordt in de eerste suppletoire begroting niet verwezen naar artikel 2.27, tweede
lid van de Comptabiliteitswet? Kunnen alle uitgaven in deze eerste suppletoire begroting
wachten totdat beide Kamers van de Staten-Generaal over dit wetsvoorstel hebben gestemd?
5.
Hoe lang zijn de wachtlijsten in de ggz momenteel, zowel in de specialistische ggz
als in de basis ggz? Kan een jaarlijks overzicht naar de Kamer worden gestuurd van
het aantal wachtenden in basis- en specialistische ggz sinds 2008?
6.
Overweegt u om indien een grote stijging van de inkomensafhankelijke bijdragen en
nominale premies (Zorgverzekeringswet) voor 2021 dreigt als gevolg van extra kosten
door de bestrijding van het coronavirus, dit te voorkomen door middel van een tijdelijke
verhoging van de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds?
7.
De aanpak van de verdubbeling van de post «Dak- en thuislozen» is € 75 miljoen in
2020 (en € 125 miljoen in 2021), kunt u deze € 75 miljoen uitsplitsen in verschillende
posten? Welk bedrag is tot op heden uitgegeven en aan welke posten?
8.
Kunt u een overzicht geven van alle generale mutaties in deze suppletoire begroting
die ten gunste, dan wel ten laste van de begroting VWS zijn gebracht?
9.
Welke uitgaven vallen onder de post «Vangnet cruciale jeugdhulp»?
10.
De desaldering Intravacc bedraagt € 3.494.000,-, waaruit is dit bedrag precies opgebouwd?
11.
Hoeveel onderuitputting is in 2019 op de totale VWS-begroting ontstaan en op welke
artikelen?
12.
Heeft u op uw begroting inderdaad € 58,2 miljoen ontvangen als eindejaarsmarge, zoals
vermeld is in de bijlage van de Voorjaarsnota? Zo ja, waar is dat bedrag naar toe
gegaan en waar in de eerste suppletoire begroting kan de Kamer dit terugvinden? Zo
nee, om welke bedrag gaat het dan en waar wordt dat toegelicht in de suppletoire begroting?
13.
Hoe is de hoogte van de bijdrage van Nederland van € 50 miljoen aan Coalition for
Preparedness Innovations (CEPI) bepaald? Hoe verhoudt dit zich tot de bijdrage van
andere deelnemers en is al bepaald aan welke projecten deze middelen zullen worden
besteed? Wie draagt nog meer bij aan dit initiatief en met welke bedragen?
14.
Welke invloed hebben de ontwikkelingen en maatregelen rondom het coronavirus op de
reguliere begrotingsuitgaven voor dit jaar en de komende jaren?
15.
Kunt u aangeven welk deel van de noodmaatregelen betreffende het coronavirus uit andere
begrotingen worden gedekt en zo ja, uit welke begrotingen?
16.
Waarom heeft u een deel van de corona-noodmaatregelen uit de eigen VWS-begroting gedekt?
17.
Waar is de budgettaire ruimte van € 41 miljoen op de VWS-begroting waaruit deze corona-gerelateerde
meerkosten worden betaald precies gevonden?
18.
Kunt u bij de 12 corona-gerelateerde uitgavenposten die genoemd worden in tabel 3,
ook aangeven welk deel van het budget op welk moment daadwerkelijk is of nog wordt
uitgegeven?
19.
Hoe is binnen de VWS-begroting bepaald wat precies corona-gerelateerde kosten zijn
en welk deel als reguliere begrotingsuitgaven kan worden gezien? Hoe wordt daarbij
omgegaan met grensgevallen?
20.
Kan aangegeven worden of en zo ja, hoeveel extra corona-gerelateerde kosten nog te
verwachten zijn in dit jaar?
21.
Kan aangegeven worden of en zo ja, hoeveel extra corona-gerelateerde kosten nog te
verwachten zijn voor de komende jaren?
22.
Waarop is de raming gebaseerd van € 700 miljoen aankoopkosten uit hoofde van medische
hulpmiddelen, respectievelijk waarop is de veronderstelling gebaseerd dat hier € 240
miljoen aan verkoopopbrengsten uit voortvloeien?
23.
Kunt u een meer gedetailleerde onderbouwing geven over de aankoopkosten van medische
hulpmiddelen waarin duidelijk wordt om welke hulpmiddelen, welke hoeveelheden en welke
aan- en verkoopprijzen het gaat?
24.
Hoe wordt de «reguliere prijs» bepaald die zorginstellingen betalen aan het Landelijk
Consortium Hulpmiddelen (LHC)?
25.
Kan worden gesteld dat gemiddeld 2,4 maal de reguliere prijs is betaald voor de aanschaf
van hulpmiddelen? Kunt u cijfers geven van hoe deze verhoudingen in andere Europese
landen liggen?
26.
Waarom heeft u ervoor gekozen om uitgaven ten behoeve van de coronamaatregelen net
als andere bewindspersonen al in een incidentele suppletoire begroting aan de Kamer
voor te leggen, maar pas mee te nemen in de reguliere eerste suppletoire begroting?
27.
In welke mate waren er in maart jl., toen de Kamer de eerste incidentele suppletoire
begrotingen van verschillende ministeries ontving, bij u ook al uitgaven gedaan in
het kader van de coronacrisis?
28.
Waarom is het budget voor de aanpak van gezondheidsachterstanden neerwaarts bijgesteld
met € 122.000,- tot slechts € 15.000,-?
29.
Is een overzicht op hoofdlijnen beschikbaar hoe de € 20 miljoen voor onderzoek naar
COVID-19 is of wordt ingezet? Welke onderzoeken zijn afgerond, lopen nu of worden
met dit bedrag nog opgestart?
30.
Bestaat de kans dat de € 20 miljoen die voor onderzoek naar COVID-19 is of wordt ingezet
nog verhoogd wordt? Zo ja, hoe reëel is deze kans?
31.
Hoe is de hoogte van de bijdrage van Nederland van € 50 miljoen aan de CEPI bepaald?
Wie dragen nog meer bij aan dit initiatief en met welke bedragen?
32.
Wat is tot op heden gedaan met het CEPI-budget? Zijn er al eerste resultaten te melden?
Zo nee, wanneer kunnen de eerste resultaten verwacht worden?
33.
Zijn naast de genoemde bijdragen van € 20 miljoen en € 50 miljoen voor de CEPI, elders
binnen of buiten de VWS-begroting nog onderzoeksbudgetten beschikbaar voor nieuw onderzoek
naar de gevolgen van de verspreiding van het coronavirus?
34.
Kunt u toelichten waar uit de begroting de € 20 miljoen vandaan komt ten behoeve van
de expertgroep die gevraagd is om onderzoeksvoorstellen te prioriteren, die op korte
termijn mogelijkheden inventariseren om verdere verspreiding van het coronavirus te
voorkomen en het herstel van de Nederlandse bevolking te bespoedigen? Kunt u tevens
aangeven hoe deze € 20 miljoen verdeeld zal worden?
35.
Hoeveel mensen hebben gebruik gemaakt van de tegemoetkoming Q-koorts?
36.
Hoeveel extra kosten hebben het RIVM, respectievelijk de GGD’s dit jaar gemaakt met
de bestrijding van het coronavirus? Welk deel hiervan is op welke posten in deze eerste
suppletoire begroting nu budgettair verwerkt?
37.
Op welke plek in de suppletoire begroting VWS zijn de kosten voor testen en traceren
terug te vinden?
38.
Welke partijen, naast GGD’s, zijn betrokken bij het beleid van traceren en testen
en wie betalen uiteindelijk deze kosten? In hoeverre en op welke plek slaan deze kosten
ook neer in de VWS-begroting?
39.
Kan een inschatting gemaakt worden hoe lang andere partijen dan de GGD's betrokken
zijn bij het beleid van het traceren en testen?
40.
Kunt u toelichten uit welke middelen de extra kosten voor het uitvoeren van tests,
contactonderzoek en voor een track en trace-systeem in verband met COVID-19 worden
betaald?
41.
Wordt het budget voor medisch specialistische zorg naar beneden bijgesteld enkel vanwege
uitgestelde zorg?
42.
Kunt u hier een meer gedetailleerde onderbouwing van geven, waarin duidelijk wordt
om welke hulpmiddelen, welke hoeveelheden en welke aan- en verkoopprijzen het gaat?
43.
Kunt u aangeven waar welke hulpmiddelen zijn aangeschaft en/ of verkocht en verdeeld?
44.
Hoeveel beademingsapparaten zijn of worden aangeschaft met het in de suppletoire begroting
genoemde bedrag van € 250 miljoen? Is daarmee de benodigde (nood)capaciteit aan dergelijk
apparatuur nu op peil? Zo nee, wanneer verwacht u wel voldoende capaciteit te hebben?
45.
Kunt u een meer gedetailleerde onderbouwing geven van de voorgestelde mutatie van
€ 1.012,1 miljoen van het subsidiebudget voor medische producten?
46.
Welke producten worden, naast hulpmiddelen en beademingsapparatuur die op € 950 miljoen
worden becijferd, voor de overige € 62 miljoen aangeschaft?
47.
Waarom worden deze gelden verstrekt via het instrument subsidies en niet als opdrachten?
48.
Zijn met de mutatie van € 5 miljoen op de post «Opdrachten» van artikel 2 Curatieve
zorg alle kosten voor het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS)
en het extra patiëntenvervoer gedekt?
49.
Komen bijvoorbeeld de kosten van noodopvang (Rotterdam, Maastricht) ook ten laste
van begrotingsartikel 2?
50.
Is er overleg met zowel zorgorganisaties en/of instellingen en zorgverzekeraars over
de meerkosten als gevolg van de coronacrisis (bijvoorbeeld over de kosten van de noodopvang
in Rotterdam en Maastricht)?
51.
Is al meer bekend over de kostenverdeling van de niet-gebruikte locaties voor noodopvang
in Rotterdam en Maastricht? In hoeverre is de kans aanwezig dat u een gedeelte van
deze kosten via de VWS-begroting voor uw rekening neemt?
52.
'In 2040 is de ziektelast als gevolg van een ongezonde leefstijl en ongezonde leefomgeving
met 30% afgenomen», betekent deze missie dat ook expliciet wordt ingezet op de verankering
in het beleid van een groene leefomgeving? Zo ja, hoe kan het dat «groene leefomgeving»
– als bewezen gezond – niet in het jaarverslag genoemd wordt, terwijl dit wel expliciet
in het Nationaal Preventieakkoord is opgenomen? In hoeverre is het mogelijk om beleid
op een gezonde (groene) leefomgeving – ter bevordering van positieve gezondheid –
op te nemen in de inkoopcriteria van de Wlz, de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo 2015) en de Zorgverzekeringswet?
53.
Waar is de korting van € 133 miljoen op de VWS-begroting die in tabel 6.2 van de Voorjaarsnota
wordt genoemd terug te vinden in de eerste suppletoire begroting VWS?
54.
Ten koste van welke voorgenomen uitgaven is de Voorjaarsnota-korting op de VWS-begroting
van € 133 miljoen ingeboekt?
55.
Naar welke zorglocaties zijn hoeveel beademingsapparaten gestuurd? Kunt u een overzicht
aangeven?
56.
Kunt u toelichten waar de problematiek op de VWS-begroting bij het artikel «Medisch
specialistische zorg» uit ontstaan is?
57.
Kunt u aangeven welke maatregelen tot nu toe genomen zijn om onverzekerde verzekeringsplichtigen
alsnog te verzekeren?
58.
Welke acties kunnen verwacht worden om onverzekerde verzekeringsplichtigen alsnog
te verzekeren?
59.
Kunt u meer inzicht geven in de aantallen onverzekerden? Is een trend te zien in dat
aantal en zo ja, welke?
60.
Hoe wordt besloten of en hoe de meerkosten in de acute zorg als gevolg van de coronacrisis
worden vergoed? Wanneer loopt dit via de VWS-begroting en hoe verhoudt dit zich tot
de overige extra kosten in de zorg als gevolg van de coronacrisis?
61.
Waarom is het budget voor bovenregionaal gehandicaptenvervoer neerwaarts bijgesteld
met € 3,5 miljoen?
62.
Welk percentage van de € 19 miljoen die toegevoegd wordt aan de Stimuleringsregeling
E-health Thuis (SET) is bestemd voor visievorming, welk deel voor opschaling en welk
deel voor onderzoek?
63.
Hoeveel zorgaanbieders maken momenteel gebruik van de SET? Op hoeveel zorgaanbieders
stond de teller voor de coronacrisis?
64.
Hoe kan er «abusievelijk» € 3,4 miljoen te veel worden overgeboekt van Aanbesteden
Sociaal Domein naar Opdrachten?
65.
Wat wordt precies bedoeld met «het programma Waardigheid en trots laat een andere
liquiditeitsbehoefte zien»? Aan welke criteria die hier vooraf mee gemoeid waren wordt
niet voldaan? Hoe wordt nu invulling gegeven aan de behoefte van meer kwaliteit van
leven in de verpleeghuiszorg?
66.
Kunt u de € 11,8 miljoen meeruitgaven aan PGB 2.0 specificeren? Welk bedrag was gemoeid
met extra uitgaven aan het PGB 2.0 systeem, welk bedrag met beheer en welk bedrag
met communicatie?
67.
Hoe bereidt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zich voor op de door de coronacrisis
uitgestelde indicatie-aanvragen voor de Wlz?
68.
Hoeveel extra (voormalige) zorgprofessionals kunnen in de zorg worden ingezet met
behulp van onder andere korte trainingen tegen de bestrijding van het coronavirus
nu daar € 24,8 miljoen voor wordt ingezet?
69.
Hoe hoog is de tegemoetkoming voor zorgverleners die te maken hebben gehad met COVID-19
en aan de gevolgen zijn overleden of na een IC-behandeling dusdanige schade hebben
overgehouden dat arbeidsongeschiktheid is ontstaan? Hoeveel zorgverleners betreft
dit (op dit moment)?
70.
Hoeveel mensen maken tot nu toe gebruik van stichting ZWIC (Zorg na Werk in Coronazorg)?
Bij hoeveel personen gaat het hierbij om een zorgverlener die is overleden en bij
hoeveel personen gaat het om arbeidsongeschiktheid?
71.
Hoeveel extra personeel is toe nu toe ingezet en ingewerkt tijdens de coronacrisis?
Hoeveel extra personeel was dit per sector? In hoeverre blijft dit personeel behouden
voor de zorg?
72.
Kunt u aangeven wat het gemiddelde brutosalaris en het nettosalaris is van een helpende,
verzorgende, verzorgende IG, mbo-verpleegkundige, hbo- verpleegkundige en gespecialiseerde
verpleegkundige?
73.
Wat zijn de gemiddelde opleidingskosten voor een helpende, verzorgende, verzorgende
IG, mbo-verpleegkundigen, hbo- verpleegkundige en gespecialiseerde verpleegkundige?
74.
Wat zijn de gemiddelde werkgeverslasten voor een helpende, verzorgende, verzorgende
IG, mbo-verpleegkundigen, hbo- verpleegkundige en gespecialiseerde verpleegkundige
en medisch specialist?
75.
Wat is het gemiddelde bruto maandsalaris van een verzorgende in de verschillende zorgbranches?
In welke salarisschaal zitten zij?
76.
Hoe hoog zijn de personeelstekorten op dit moment in de zorg? Kunt u dit aangeven
per sector?
77.
Kunt u een overzicht geven van de instroom- en uitstroom van zorgverleners per beroep
en per sector vanaf 2015 t/m heden?
78.
Hoe groot is de benodigde (extra) capaciteit aan zorgverleners de komende jaren (t/m
2030)? Kunt u dit aangeven per zorgberoep?
79.
Circa 1,2 miljoen mensen werken in de zorg, maar waar bestaan deze beroepsgroepen
precies uit? Hoe groot is het aantal verpleegkundigen en hoe zijn deze verdeeld onder
de verschillende branches (ziekenhuis, huisartsen, ggz, gehandicaptenzorg, etc)? Hoeveel
verzorgenden werken in totaal in de zorg en hoe is dit verdeeld over de verschillende
branches? Hoeveel verzorgenden werken bijvoorbeeld in de thuiszorg, wijkverpleging,
ouderenzorg en gehandicaptenzorg?
80.
Wat wordt precies verstaan onder «gezonde leefomgeving»? In hoeverre heeft dit betrekking
op de verdere uitwerking van het «gezonde groene leefomgeving concept» zoals in het
Nationaal Preventieakkoord genoemd? In hoeverre wordt het buiten sporten hier verder
in bevorderd?
81.
Wanneer kan de Kamer de contourennota verwachten? Welke organisaties worden betrokken
bij het op te stellen beleid?
82.
Kunt u toelichten waarom het niet in alle gevallen mogelijk is om de huisartseninformatie
van speciale corona-huisartsenpraktijken in te kunnen zien? Op welke manier wordt
deze informatie digitaal ontsloten?
83.
Welk bedrag wordt er in 2020 in totaal uitgegeven aan KIK-V (Keteninformatie Kwaliteit
Verpleeghuiszorg)? Hoe hoog is dit bedrag tot nu toe in totaal, ongeacht in welk jaar?
84.
Wat is de reden van de onderbesteding bij artikel 5 Jeugd op de post «Jeugdstelsel»?
In hoeverre wordt het bedrag later alsnog uitgegeven?
85.
Hoe komt het dat meer aanvragen worden gedaan voor tegemoetkomingen specifieke zorgkosten
en dat de Belastingdienst ze sneller afhandelt?
86.
Kunt u aangeven rondom welke specifieke zorg de kosten zich vooral zullen concentreren?
87.
Kunt u aangeven hoe groot de bijdrage van Duitsland, Engeland en Noorwegen is aan
de CEPI, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19?
88.
Kunt u een overzicht geven van aantallen fte en van soorten functies die zijn of worden
aangesteld met de verhoging van € 18,3 miljoen van het personeelsbudget van het Ministerie
van VWS?
89.
Hoe hoog bedraagt het aantal fte’s, van het aantal personeelsleden dat extra is aangenomen
vanwege de coronacrisis, dat na de coronacrisis in dienst van het Ministerie van VWS
kan blijven?
90.
Hoe wordt jaarlijks de benodigde formatie voor het Ministerie van VWS bepaald? Waarom
was deze budgetverhoging van 12% niet voorzien in de ontwerpbegroting 2020?
91.
In hoeverre leidt de coronacrisis tot uitbreiding van personele capaciteit op het
Ministerie van VWS van eigen personeel of externen? Is dat ook (deels) al meegenomen
in de personele mutaties in deze suppletoire begroting?
92.
Kan er een uitsplitsing komen in aantallen vaste-, tijdelijke- en flexcontracten betreffende
de uitbreiding van de personele capaciteit op het Ministerie van VWS?
93.
Waaruit bestaan de kosten genoemd onder «Materiele uitgaven», waarvan overige materiele
uitgaven à raison de € 12.626 (x1.000)?
94.
Kunt u de bijna verdubbeling van het budget voor inhuur externen nader toelichten?
Hoeveel personen voor welke activiteiten worden betaald uit deze budgetverhoging van
bijna € 8 miljoen?
95.
Waarom wordt de subsidieregeling DUS-I uitgevoerd door externen? Gebeurt dat bij meer
subsidies?
96.
Kunt u de hogere kosten voor de RTE (Regionale Toetsingcommissies Euthanasie) uitsplitsen?
97.
Kunt u al een eerste inschatting geven per sector in welke mate en orde van grootte
er mee- en tegenvallers als gevolg van COVID-19 worden verwacht?
98.
Kunt u per sector een eerste inschatting maken welke mee- en tegenvallers als gevolg
van de coronacrisis van invloed zijn op (familie van) patiënten, cliënten, zorgverleners
en mantelzorgers?
99.
Zijn er al cijfers of ramingen beschikbaar van de omzetderving als gevolg van COVID-19
waar zorgaanbieders mee te maken hebben?
100.
Hoe wordt bepaald of meerkosten als gevolg van de coronacrisis worden betaald via
de rijksbegroting (noodmaatregelen, extra rijksbijdragen Zorgverzekeringswet (Zvw)
en/of Wlz) of ten laste komen van de vermogens van zorgaanbieders en/of verzekeraars?
101.
Kunt u de tegenvaller in het Wlz-kader van € 480 miljoen uitleggen? In hoeverre was
deze tegenvaller te voorspellen? Hoe wordt voorkomen dat de Kamer in de toekomst opnieuw
worden geconfronteerd met een dergelijke tegenvaller?
102.
Op basis waarvan is de actuele stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond
Zorg afgerond € 1.0 miljard in 2020 en € 1.2 miljard in 2021? Kan dit geld op een
andere manier besteed worden?
103.
In hoeverre kan de huidige ruimte onder het plafond Zorg in 2020 (€ 1,0 miljard) en
2021 (€ 1,2 miljard) benut worden voor het opvangen van mogelijke meerkosten en tegenvallers
als gevolg van de coronacrisis?
104.
Waarom treedt er sinds 2013 jaarlijks een onderschrijding van het Uitgavenplafond
Zorg op en daarnaast vrijwel altijd een overschrijding van het Uitgavenplafond Rijksbegroting?
105.
In hoeverre zullen (meer)kosten van de coronacrisis in de Zvw- en Wlz-uitgaven worden
verwerkt door het plafond Zorg ervoor te corrigeren? Hoe wordt die afweging gemaakt?
106.
Kan de Kamer haar budgetrecht en recht van amendement ook uitoefenen door een rijksbijdrage
te amenderen om daarmee middelen vanuit de begroting aan te wenden voor doelen in
de premiegefinancierde zorgsectoren?
107.
Andersom, kan de Kamer haar budgetrecht en recht van amendement ook uitoefenen door
een rijksbijdrage te amenderen om daarmee eventuele budgettaire ruimte vanuit de premiegefinancierde
zorgsectoren aan te wenden voor doelen op de VWS-begroting?
108.
Verwacht wordt dat de uitgaven aan wijkverpleging in 2019 € 441 miljoen lager uitvallen
dan geraamd, wat is de verklaring hiervoor?
109.
Wat is de verklaring voor het feit dat het Zorginstituut Nederland constateert dat
in 2019 er € 441 minder uitgegeven is aan wijkverpleging dan geraamd?
110.
Waarom kan op basis van de cijfers over 2019 het budget voor wijkverpleging in 2020
structureel met € 341 miljoen omlaag? Is dit een budgetverlaging ter compensatie van
het stijgende Wlz-kader, zoals vermeld op pagina 48?
111.
Hoe verhoudt zich de structurele verlaging met € 341 miljoen van de uitgaven betreffende
de raming voor de wijkverpleging met de toename van het aantal cliënten? Hoe is in
deze structurele verlaging de toename meegenomen van het aantal mensen dat wijkverpleging
nodig heeft na te zijn getroffen door het coronavirus? Hoe wordt voorkomen dat de
extra vraag in dit segment zich zal vertalen in een extra aanspraak op Wmo-budgetten
van gemeentes?
112.
Wanneer kan de Kamer deze rapportage verwachten? Wordt hierbij ook het belang meegenomen
van groene buitenruimte in de buurt – zoals nu ook herhaaldelijk zichtbaar werd in
deze crisis? Zo ja, op welke manier?
113.
Hoe komt het dat de verwachte uitgaven voor geneesmiddelen lager uitkomen dan geraamd?
114.
Is met de (structurele) onderschrijding van uitgaven aan geneesmiddelen de taakstelling
in het Regeerakkoord gehaald?
115.
Zijn verdere besparingen in relatie tot uitvoering van maatregelen zoals de invoering
van de herziene Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) per 1 oktober aanstaande of de modernisering
van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) nog aan de orde, aangezien het immers
een gegeven is dat deze maatregelen negatieve effecten kunnen hebben voor de beschikbaarheid
van geneesmiddelen en daarmee gevolgen voor de patiënt?
116.
Op welke wijze wordt een deel van de misgelopen besparing vanwege uitstel van de Wgp
binnen het bestaande financiële kader voor extramurale geneesmiddelen opgevangen?
117.
Op basis van welke verwachtingen wordt de raming van uitgaven aan geneesmiddelen met
€ 128 miljoen in 2020 en vanaf 2021 met € 100 miljoen verlaagd? Kan dit nader worden
toegelicht?
118.
Waar baseert u de bedragen van 2 x 25 miljoen euro op? In november 2019 maakte de
Minister voor Medische Zorg in de Kamer nog melding van geschatte kosten van € 100
miljoen.
119.
Betekent de reservering van 2 x 25 miljoen euro dat een plan van aanpak beschikbaar
is met betrekking tot het aanleggen van een ijzeren voorraad, aangezien tijdens het
algemeen overleg Geneesmiddelenbeleid op 6 november 2019 de Minister voor Medische
Zorg aangekondigde om samen met betrokken partijen een plan van aanpak (inclusief
financiering) op te stellen en deze in het voorjaar van 2020 naar de Kamer te sturen?
De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) is samen met andere partijen constructief
met u in gesprek, op dit moment heeft u nog geen plan van aanpak gedeeld met de betrokken
partijen, klopt het dat in de Voorjaarsnota al wel financiële middelen gereserveerd
zijn met betrekking tot het aanleggen van een ijzeren voorraad? Zo ja, wanneer wordt
dit plan van aanpak – conform de toezegging – afgestemd met de betrokken partijen
en naar de Kamer gestuurd?
120.
In hoeverre komt het budget voor wijkverpleging in het gedrang als mensen langer thuis
blijven wonen omdat er nog geen plek is in een verpleeghuis, aangezien uitgaven voor
de wijkverpleging worden verlaagd om de wachtlijsten in de ouderenzorg op te vangen?
Wat is het tijdspad voor het wegwerken van deze wachtlijsten?
121.
Wat is de reden dat op basis van de cijfers 2019 het budget voor wijkverpleging in
2020 structureel met € 341 miljoen omlaag kan? Is dit een budgetverlaging ter compensatie
van het stijgende Wlz-kader?
122.
Waarom is in 2019 aan wijkverpleging € 441 minder uitgegeven dan was geraamd?
123.
Hoe is de verdergaande vergrijzing in de meerjarenbegroting opgenomen? Hoe wordt voorkomen
dat dit najaar wederom een bijstelling van het Wlz-kader aan de orde is?
124.
Wat is de consequentie van het met € 20 miljoen naar beneden bijstellen van de raming
voor zorginfrastructuur?
125.
Waarom is gekozen voor de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) om
namens de Staat garant te staan richting marktpartijen bij de aankoop van geneesmiddelen,
grondstoffen en andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd
aan de behandeling van COVID-19 patiënten?
126.
Wat was het gevolg geweest als u de NVZA niet had gevraagd om namens de Staat garant
te staan richting marktpartijen bij de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en
andere geneeskundige middelen voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling
van COVID-19 patiënten?
127.
Kunt u aangeven waarom het ingevulde afwegingskader met betrekking tot de garantieovereenkomst
voor de aankoop van geneesmiddelen, grondstoffen en andere geneeskundige middelen
voor de gezondheidszorg gerelateerd aan de behandeling van COVID-19 patiënten, niet
vooraf aan de besluitvorming met het parlement gedeeld kan worden?
128.
Welke (dreigende) geneesmiddelentekorten zijn er geweest sinds de start van de crisis
of worden nog verwacht?
129.
Kunt u aangeven of, en zo ja, hoe het parlement in de gelegenheid wordt gesteld om
adequaat te reageren op het ingevulde afwegingskader wanneer dit een globaal karakter
heeft?
130.
Wat is de status van de «Bijlage Garantieregeling» en de daarin genoemde bedragen
en het garantieplafond? Zijn deze ter informatie opgenomen, of dient de Kamer deze
ook te autoriseren? Zo ja, hoe? Zo nee, hoe verhoudt het verstrekken van deze garanties
zich tot het budgetrecht?
131.
Waarom kent de garantieregeling met de NVZA een plafond en de garantieregeling LCH
niet?
132.
Zijn er tot op heden al daadwerkelijke betalingen gedaan of schades geleden op grond
van deze door de staat verstrekte garanties? Zo ja, kunt u daar een overzicht van
geven en een toelichting op de reden waarom een garantie tot betaling is gekomen?
133.
Wat is de inschatting van de kosten van deze garantieregelingen voor de nog resterende
looptijd? Is uw inschatting dat verlenging of aanpassing van de nu verstrekte garanties
nog aan de orde zijn?
134.
Kunt u aangeven waarom het ingevulde afwegingskader met betrekking tot de garantieovereenkomst
voor de inkoop van noodzakelijke beschermingsmiddelen, niet voorafgaand aan de besluitvorming
met het parlement gedeeld kan worden?
135.
Waarom is er niet voor gekozen om als overheid de risico’s te beheersen van het zelf
aankopen, distribueren en factureren van geneesmiddelen?
136.
Waarom is Mediq aangewezen als zowel inkopende als leverende partij?
X Noot
1
Kamerstuk 35 450
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.