Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over een Extra ingelaste Transportraad in verband met het coronavirus
2020D16268 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brief inzake de Informele high-level videoconferentie van
EU-transportministers d.d. 29 april 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 804), haar brief houdende het verslag van de informele bijeenkomst van Transportministers
d.d. 11 maart 2020 in Opatija, Kroatië (Kamerstuk 21 501-33, nr. 801), haar brief houdende het verslag van de informele videoconferentie van Transportministers
d.d. 18 maart 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 800) en haar antwoorden op vragen over de ingelaste informele high level videoconferentie
van transportministers van EU-lidstaten d.d. 18 maart 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 799).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
VVD-fractie
PVV-fractie
CDA-fractie
D66-fractie
GroenLinks-fractie
SP-fractie
PvdA-fractie
SGP-fractie
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de extra ingelaste
Transportraad in verband met het coronavirus en hebben hierover nog enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrieven en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en de overige stukken en hebben de volgende vragen bij dit schriftelijk overleg.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten
behoeve van het schriftelijk overleg Extra ingelaste Transportraad in verband met
het coronavirus op 28 april 2020. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen
over deze stukken.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier
enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de
extra ingelaste Transportraad in verband met het coronavirus en hebben enkele vragen
over de gevolgen van het coronavirus op de transportsector.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben naar aanleiding
daarvan enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben naar aanleiding
daarvan nog enkele vragen en opmerkingen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden het van belang dat goederenstromen, vanwege de
uitbraak van corona, naast de reguliere afhandeling zoveel mogelijk ongehinderd door
Europa getransporteerd kunnen worden. Deze leden zijn verheugd te constateren dat
het mogelijk is afspraken te maken met buurlanden en andere landen om dit te realiseren.
De prioriteit zou volgens deze leden moeten liggen bij de hervatting van verkeer en
goederentransport, op een verantwoorde en veilige manier, die de economie zo min mogelijk
schade toebrengt. Deze leden wensen de Minister veel succes bij deze opgaven en zien
uit naar de uitkomsten. Indien de Minister steun of een uitspraak van de Kamer verlangt,
vernemen deze leden dit graag en zullen zij dit toetsen aan bovenstaande. Nederland
heeft als handelsland en open economie bijzonder veel baat bij een vlot vervoer over
de weg, door de lucht, per spoor en binnenvaart.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister de logistieke sector op de hoogte
kan houden van alle afschalingsmaatregelen per lidstaat, zodat er duidelijkheid is
over stand van de genomen maatregelen.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister kan voorstellen om de verruiming
van rij- en rusttijden voorlopig te handhaven, zodat maximale flexibiliteit aan chauffeurs
geboden kan blijven worden.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister kan voorstellen om de coulanceregeling
voor verlopen rijbewijzen en certificaten te verlengen, totdat zicht is op het teruglopen
van de achterstanden.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister tot een snelle tegemoetkoming kan
komen in de oplopende parkeerkosten voor spoorgoederenmaterieel.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister ervoor kan zorgen dat onze Nederlandse
vrachtwagenchauffeurs ook in het buitenland gebruik kunnen maken van goede basisvoorzieningen.
De leden van de PVV-fractie constateren dat veel lidstaten maatregelen hebben genomen,
zodat chauffeurs met verlopen rijbewijzen of Code 95 alsnog de weg op kunnen. Momenteel
is echter niet duidelijk of de lidstaten onderling deze maatregelen erkennen. Deze
leden willen dat onze nationale maatregelen in andere lidstaten worden erkend. Een
formele bevestiging tijdens de Transportraad schept de benodigde duidelijkheid, waardoor
chauffeurs ongehinderd op pad kunnen. Is de Minister bereid daarvoor te zorgen?
CDA-fractie
Transport van cruciale goederen en voorkomen van wachttijden
De leden van de CDA-fractie merken op dat de transportsector een belangrijke rol vervult
tijdens de coronacrisis. Het zijn mede de vrachtwagenchauffeurs die ervoor zorgen
dat onze zorgverleners de spullen krijgen die zij nodig hebben en dat wij onze boodschappen
kunnen blijven doen. Deze leden vinden het van groot belang dat het transport van
cruciale goederen geen vertraging oploopt. De Minister gaf bij het vorige schriftelijke
overleg aan dat uit haar contacten met de sector blijkt dat zich op dit moment nog
geen knelpunten op dit terrein voordoen. Wat is de laatste stand van zaken? Lopen
grenscontroles inmiddels soepel om lange wachttijden te voorkomen? Is de situatie
inmiddels opgelost dat bij de Poolse grens lange files staan? En hoe staat het met
de wachttijd voor de Kanaaltunnel? Kan de Minister aangeven of alle lidstaten er inmiddels
van afzien om onder specifieke voorwaarden binnengrenscontroles in te voeren, zoals
Tsjechië heeft gedaan? Wat zijn de effecten van de maatregelen van de Europese Unie
om vloeiende doorgang voor vrachtverkeer te verzekeren? Hoe staat het met het draagvlak
voor het instellen van zogenaamde «green lanes» voor een snelle doorstroming van essentiële
goederen bij met name grensovergangen? De Minister geeft in de geannoteerde agenda
aan dat Nederland lidstaten oproept de richtsnoeren over de «green lanes» volledig
en uniform te implementeren om zo bestaande knelpunten in het goederenvervoer en het
vrij verkeer van personen werkzaam in de transportsector op te heffen. Verwacht de
Minister dat alle lidstaten deze oproep zullen overnemen?
De leden van de CDA-fractie zijn verder benieuwd of er voldoende coördinatie tussen
de lidstaten is, zodat duidelijke informatie ontstaat en duidelijk is voor chauffeurs
aan welke regels zij zich moeten houden. Kan de Minister aangeven of er inmiddels
een Europees platform is waarop structureel informatie gedeeld kan worden over de
ontwikkelingen in het transportdomein? Wordt dit platform ook gebruikt om alle afschalingsmaatregelen
per lidstaat te melden, de afbouw van maatregelen zo veel als mogelijk te stroomlijnen
en ervoor te zorgen dat lidstaten afbouwmaatregelen accepteren en op elkaar afstemmen?
De leden van de CDA-fractie hebben begrepen dat veel lidstaten maatregelen hebben
genomen, zodat chauffeurs met verlopen rijbewijzen of Code 95 alsnog de weg op kunnen.
Kan de Minister aangeven of de lidstaten onderling deze maatregelen erkennen? Is de
Minister bereid om zich er tijdens de Transportraad voor in te zetten dat nationale
maatregelen onderling moeten worden erkend, om zo onduidelijkheid bij controle te
voorkomen waardoor chauffeurs ongehinderd op pad kunnen? De Minister geeft aan dat
haar inzet is dat op Europees niveau wordt besloten om verlopen Code 95 en verlopen
rijbewijzen en certificaten, in ieder geval die van C/D-rijbewijzen, in alle lidstaten
het komende half jaar als geldig te beschouwen. Waarom is de inzet van de Minister
een half jaar?
De leden van de CDA-fractie vragen hoe het er Europees voor staat met de verruiming
van rij- en rusttijden. Hoe worden grote onderlinge verschillen tussen lidstaten en
fouten in de handhaving voorkomen? Kan de Minister verder aangeven of wachttijden
bij laad- en loslocaties oplopen? Zo ja, ziet de Minister hier een oplossing voor?
Deze leden hebben begrepen dat Transport en Logistiek Nederland (TLN) samen met de
bonden en andere aan transport gelieerde organisaties een platform heeft opgericht
dat overschotten en tekorten in de sector inventariseert. Via dat platform hoopt de
sector stilgevallen vrachtwagens in te zetten voor bedrijven die overlopen van het
werk. Kan de Minister aangeven hoe het hiermee gaat en op welke wijze het ministerie
hierbij is betrokken? Om het wegvervoer tegemoet te komen heeft de Minister de regels
voor chauffeurs versoepeld. Bijvoorbeeld dat vrachtwagenchauffeurs nu dagelijks maximaal
elf uur achter het stuur zitten, in plaats van de gebruikelijke negen uur, en ze zeven
in plaats van zes dagen aaneengesloten mogen werken. Kan de Minister aangeven of de
maatregelen goed werken? Klopt het dat deze regels zeker tot 1 juni van dit jaar versoepeld
zijn?
Omstandigheden voor vrachtwagenchauffeurs
De leden van de CDA-fractie hebben begrepen dat de sluiting van horecagelegenheden
en sanitaire voorzieningen langs de weg soms tot problematische situaties heeft geleid.
Welke creatieve oplossingen zijn bedacht, nu veel wegrestaurants of truckstops gesloten
zijn, vrachtwagenchauffeurs op sommige locaties geen gebruik mogen maken van de WC
en ze daar niet meer terecht kunnen voor eten of drinken? Heeft de opkomst van restaurants
die afhaalmaaltijden zijn gestart hierbij geholpen? De Minister geeft aan dat het
«Coronaprotocol Transport en Logistiek» is opgesteld in samenwerking tussen TLN, VVT,
FNV Transport & Logistiek, CNV Vakmensen, Evofenedex, en VERN. Kan de Minister aangeven
hoe dit protocol ervoor gaat zorgen dat de omstandigheden voor vrachtwagenchauffeurs
verbeteren? Deze leden hebben ook begrepen dat in Polen lange files hebben gestaan
zonder dat vrachtwagenchauffeurs konden eten, drinken of naar het toilet konden gaan.
Is de situatie inmiddels verbeterd? Heeft de Minister contact met de Europese collega’s
om ervoor te zorgen dat vrachtwagenchauffeurs in Europa niet in problematische omstandigheden
terechtkomen?
Luchtvaart
De leden van de CDA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de inzet van de Minister
is gericht op het verkrijgen van politieke steun voor tijdelijke aanpassing van Verordening
(EG) Nr. 261/2004 passagiersrechten waardoor het verstrekken van vouchers door luchtvaartmaatschappijen
tijdelijk wordt gelegaliseerd. De Nederlandse termijn waarna reizigers alsnog de voucher
kunnen omwisselen voor geld is nu gesteld op twaalf maanden. Deze leden hebben begrepen
dat dit langer is dan in sommige andere landen. Klopt dit? Waarom heeft de Minister
niet gekozen voor zes maanden, net zoals de aanbieders van pakketreizen doen? Is de
Minister bereid om een compromis te bereiken waarbij het toestaan van vouchers via
aanpassing van de Verordening mogelijk wordt, waarbij de termijn waarna reizigers
alsnog de voucher kunnen omwisselen voor geld korter wordt dan twaalf maanden?
Scheepvaart
De leden van de CDA-fractie krijgen signalen dat schepen die varen om ons van voedsel
en goederen te voorzien hun bemanning niet of nauwelijks kunnen aflossen. Kan de Minister
aangeven hoe wordt omgegaan met de consequenties hiervan? Kan de Minister aangeven
of hierdoor de aanvoer van voedsel en goederen onder druk is komen te staan? Kan de
Minister schetsen hoe het gaat met de bemanning qua gezondheid? Is de Minister bereid
dit onderwerp ook onder de aandacht te brengen bij haar Europese collega’s? Is de
Minister bereid om praktisch met de sector mee te denken, bijvoorbeeld rond het verlopen
van certificaten om te mogen varen? Deze leden lezen in de geannoteerde agenda de
appreciatie van de mededeling van de Europese Commissie inzake richtsnoeren ten aanzien
van zeevarenden die specifiek ingaan op de acute problematiek van bemanningswisselingen
en cruiseschepen. Kan de Minister toelichten in welke mate deze richtsnoeren ervoor
gaan zorgen dat de acute problematiek wordt opgelost? Kan de Minister verder aangeven
of er nog veel schepen zijn die vastliggen in buitenlandse havens?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de mate van consumentenbescherming
in de luchtvaartsector, nu de coronacrisis gaande is. Alhoewel deze leden van mening
zijn dat de acceptatie van vouchers kan worden gestimuleerd om liquiditeitsproblematiek
te voorkomen, vinden zij dat door het gedoogbeleid van de Minister ten aanzien van
vouchers in de luchtvaartsector het consumentenrecht ernstig in het geding is gekomen.
Deze leden hebben eerder (in de schriftelijke overleggen Luchtvaart d.d. 21 april
2020 en EU Toerismeraad d.d. 20 april 2020) de mening uitgesproken dat het onwenselijk
is dat het resultaat van het beleid van de Minister is dat consumenten twaalf maanden
lang tegen wil en dank geldverstrekker worden om de liquiditeit van luchtvaartmaatschappijen
in stand te houden. Dit vooral vanwege het feit dat op dit moment geen garantiefonds
voor faillissementen van luchtvaartmaatschappijen bestaat, waardoor consumenten na
twaalf maanden wachten mogelijk alsnog niet ontvangen waar zij recht op hebben, namelijk
hun geld terug. Deze leden vragen de Minister of zij naar aanleiding van de richtsnoeren
op de Verordening (EG) Nr. 261/2004 van de Europese Commissie voornemens is haar gedoogbeleid
te wijzigen, omdat hieruit blijkt dat de Europese Commissie tegen het gedoogbeleid
is. Bovendien vragen deze leden de Minister of zij bereid is zich bij deze Transportraad
in te zetten voor een gecoördineerde beleidsvoering in Europa op het gebied van de
voucheruitgifte. Wat deze leden betreft wordt daarbij niet alleen gekeken naar de
bescherming van de belangen van luchtvaartmaatschappijen, maar nadrukkelijk ook naar
de rechten van consumenten. Deze leden hebben eerder geopperd om het accepteren van
vouchers weer vrijwillig te maken, in combinatie met de garantstelling van overheden
dat de voucher niet onbruikbaar wordt bij faillissementen. Kan de Minister zich vinden
in dit idee? Zo ja, is zij bereid zich hiervoor in te zetten bij de Transportraad,
zodat de consumentenbescherming ook in andere landen die afwijken van de Verordening
niet in het geding komt? Als de Minister zich hier niet in kan vinden, kan zij aangeven
welke andere stappen zij onderneemt om te zorgen dat consumenten voldoende worden
beschermd? Is de Minister ook bereid te bekijken hoe consumenten die een niet-pakketreis
hebben geboekt, beter kunnen worden beschermd tegen faillissementen van luchtvaartmaatschappijen?
Is de Minister het met deze leden eens dat de noodzaak hiervoor door de coronacrisis
is blootgelegd? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie merken op dat de coronacrisis ook nog andere zwaktes in
de luchtvaartsector aan het licht heeft gebracht. Zwaktes die na de crisis in elk
geval op Europees en mondiaal niveau moeten worden geadresseerd. Een eerste voorbeeld
hiervan is de bijdrage aan de snelle spreiding van het virus als gevolg van de luchtvaart.
Deze leden willen de Minister daarom vragen of zij bereid is samen met haar collega’s
vooruitlopend op het eind van de coronacrisis te reflecteren welke lessen geleerd
kunnen worden. Deze leden vragen voorts hoe de luchtvaartsector eruit zou moeten zien
in de anderhalvemetermaatschappij. Gaat de Minister pleiten voor een gecoördineerd
Europees beleid hierover? Worden mondkapjes aan boord van vliegtuigen tijdelijk verplicht
en wordt ook een richtlijn gehanteerd voor het bewaren van afstand aan boord? Moeten
naast veiligheidscontroles, straks ook gezondheidscontroles worden uitgevoerd? Hoe
wenselijk acht de Minister een dergelijke situatie? Wordt de regie hierover overgelaten
aan individuele luchtvaartmaatschappijen en luchthavens, of aan de lidstaten? Of is
het voornemen om hier Europees beleid op te maken? Deelt de Minister de mening van
deze leden dat Europese standaarden op dit gebied wenselijk zijn voor zowel reizigers
als luchtvaartmaatschappijen? Deze leden zien hierover graag meer duidelijkheid.
Volgens de leden van de D66-fractie laat ook de snelheid waarmee sommige luchtvaartmaatschappijen
moesten aankloppen bij overheden voor staatssteun zien dat het huidige economische
systeem in de luchtvaartsector op de schop moet. De weerbaarheid van luchtvaartmaatschappijen
is door jarenlange flinterdunne marges op vliegtickets sterk gereduceerd. Ook hier
zouden deze leden willen vragen of de Minister voornemens is met haar collega’s te
reflecteren op de vraag welke lessen uit de coronacrisis getrokken kunnen worden.
Hoe kan de financiële positie van luchtvaartmaatschappijen in de toekomst worden versterkt?
De leden van de D66-fractie vragen, nu de slotverordening al tijdelijk is opgeschort
door de gevolgen van de coronacrisis en er animo blijkt te zijn om dit tot het eind
van het IATA-seizoen te doen bij andere lidstaten, of de Minister de mogelijkheid
ziet om te pleiten voor structurele herziening van deze verordening. Is de Minister
het met deze leden eens dat niet de historische rechten maar duurzaamheidsprestaties
het verkrijgen van landingsrechten zouden moeten bepalen? Zo nee, waarom niet? Kan
de Minister toelichten of (en zo ja, hoe) zij op andere manieren wenst te reflecteren
op de lessen van deze crisis? Ten slotte hopen deze leden dat ook alvast wordt gereflecteerd
op de duurzame heropbouw van de luchtvaartsector en de wijze waarop hier vanuit Europa
aan kan worden bijgedragen. Kan de Minister toelichten of en op welke wijze zij voornemens
is dit te doen?
De leden van de D66-fractie hebben met grote teleurstelling kennisgenomen van de beslissing
van de Europese Commissie om door de coronacrisis de initiatieven RefuelEU Aviation
– Sustainable Aviation Fuels en FuelEU Maritime – Green European Maritime Space uit
te stellen. Deze leden zijn van mening dat het van groot belang is dat de coronacrisis
geen vertraging oplevert in het aanpakken van de andere gigantische crisis die zich
op dit moment afspeelt, namelijk de klimaatcrisis. Door het uitstellen van deze initiatieven
uit de Green Deal wordt niet bijgedragen aan de vergroening van de sector na de coronacrisis,
maar -erger nog- wordt ook het signaal afgegeven dat de klimaatcrisis op zich kan
laten wachten. Kan de Minister aangeven waarom ervoor is gekozen om deze projecten
uit te stellen? Kan zij bovendien aangeven wat volgens haar de gevolgen van het uitstel
zijn voor de Europese aanpak van de klimaatcrisis?
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat tijdens de vorige informele videoconferentie
van Transportministers is gesteld dat actie moet worden genomen op het niveau van
de International Maritime Organization (IMO) om rechten van zeevarenden te borgen
en onacceptabele blokkades te voorkomen. Bovendien gaf de Minister aan dat een meerderheid
van de lidstaten opriep tot flexibiliteit voor de geldigheidsduur van diploma’s en
certificaten voor maritiem personeel. Kan de Minister aangeven wat de effecten zouden
zijn van dergelijke acties? Kan zij bovendien nader toelichten wat de inzet van Nederland
was op deze gebieden?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister hoe zij zich in Europees verband blijft
inzetten voor de verduurzaming van vrachtvervoer, aangezien dit bijdraagt aan het
groene herstel na de coronacrisis. Deze leden willen benadrukken dat investeringen
in elektrisch rijden (voor personenvervoer en vrachtvervoer over lange afstanden)
en in de fiets een significante bijdrage kunnen leveren aan een groen herstel. Deze
leden vragen de Minister wat de stand van zaken is in Nederland en de rest van de
Europese Unie van een goede bebording voor elektrisch laden langs de snelwegen. Dit
omdat het de zichtbaarheid en mogelijkheden van elektrisch laden voor consumenten
beter in beeld brengt en daarmee, naar de mening van deze leden, het elektrisch rijden
stimuleert.
De leden van de D66-fractie hebben uit bronnen vernomen dat Nederland een Europees
manifest heeft opgesteld waarin het belang van goede laadinfrastructuur en fietspaden
voor groen herstel wordt beschreven. Is de Minister bekend met dit manifest? Wat is
de status ervan? En heeft dit manifest gevolgen voor de afgesproken maatregelen in
het mobiliteitspakket uit het Nederlandse Klimaatakkoord?
De leden van de D66-fractie beschouwen investeringen in het verbeteren van internationale
spoorverbindingen als zeer belangrijk en zijn van mening dat de trein een goed alternatief
kan bieden voor korteafstandsvluchten. Ziet de Minister, net zoals deze leden, kans
om in het licht van de coronacrisis extra te investeren in internationale spoorverbindingen,
zeker gezien het huidige vooruitzicht dat de luchtvaart de aankomende jaren stevig
zal krimpen? Zo ja, is de Minister bereid tijdens de Transportraad het belang van
investeringen in het internationaal spoor te benadrukken?
De leden van de D66-fractie achten investeringen in duurzaam internationaal spoorvervoer
verder van belang voor het transport van goederen. Kan de Minister uiteenzetten wat
de coronacrisis betekent voor de Europese Green Deal en het streven naar groei van
duurzaam goederenvervoer per spoor?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het nieuws dat door het schrappen
van reizigerstreinen er in veel Europese lidstaten een intensivering van het spoorgoederenvervoer
heeft plaatsgevonden. Welke gevolgen heeft deze intensivering voor het Europese spoornetwerk
als geheel? Kan de Minister de veiligheid van spoormedewerkers nog steeds goed waarborgen?
In het voorgaande schriftelijk overleg betreffende de Transportraad gaf de Minister
aan dat er voldoende treinpaden waren gereserveerd om het vervoer van goederen per
spoor te accommoderen. Kan de Minister toelichten of er op dit moment nog steeds voldoende
treinpaden zijn? Ziet de Minister momenteel knelpunten ontstaan in het goederenvervoer
die er in de eerste weken na het uitbreken van de coronacrisis niet waren? Zo ja,
welke?
Kan de Minister aangeven hoe de samenwerking met de rest van Europa op het spoor momenteel
verloopt? Wordt bijvoorbeeld in Europees verband al nagedacht over het weer opstarten
van de internationale treinverbindingen voor personenverkeer?
De leden van de D66-fractie achten continuïteit van goederenvervoer zeer belangrijk
en staan positief tegenover groene corridors voor goederenvervoer, de zogeheten «green
lanes». Deze leden lezen dat er bij een aantal grenspassages tussen een aantal Europese
lidstaten nog hardnekkige knelpunten bestaan waardoor wachttijden kunnen oplopen.
Ook hebben deze leden kennisgenomen van de problemen die ontstaan rondom administratieve
procedures rond het personeel bij zowel het wegvervoer, spoorgoederenvervoer als de
binnenvaart, die het vrij verkeer van personen werkzaam in de transportsector belemmeren.
Kan de Minister uiteenzetten wat voor gevolgen deze knelpunten hebben voor de stroom
van het goederenvervoer? Welke problemen rondom administratieve procedures ziet de
Minister precies ontstaan?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling de brief van de Minister
gelezen. In de passage over de luchtvaart schrijft de Minister dat zij zich hard maakt
voor een wijziging van de slotverordening en voor het behoud van historische rechten
en verder voor het inperken van de consumentenbescherming door vouchers toe te staan.
De brief zegt niets over de steun aan KLM, Air France of andere directe en indirecte
overheidssteun aan luchtvaartmaatschappijen. De plannen voor KLM werden pas later
bekend, maar deze leden missen wel een algemene positie met betrekking tot directe
steun aan (nationale) carriers. Dit zal toch ook in Europees verband aan bod moeten
komen? Wat wordt de positie van Nederland met betrekking tot verschillende soorten
steun? Is nu alles geoorloofd? Wanneer is iets noodsteun en wanneer marktverstoring
of nationalisatie? Wat deze leden betreft, is steun geoorloofd, zolang dit nodig is
voor behoud van de kortetermijnwerkgelegenheid en samengaat met verduurzaming en herstructurering
voor een duurzamere luchtvaart gericht op bereikbaarheid. Is de Minister het eens
met deze leden dat ook de luchtvaart in lijn moet komen met de klimaatafspraken van
Parijs en de Europese Green Deal? Wat betekent dit voor de manier waarop er steun
zal worden verleend aan de luchtvaart? Steun voor het behouden of verkrijgen van een
groter marktaandeel of om noodzakelijke herstructurering te voorkomen, kan niet de
bedoeling zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de eerste stap om een deel van
de oude slotverordening buiten werking te stellen is genomen. Maar dit beschermt vooral
de gevestigde belangen. Deze leden vragen de Minister om voorstellen te doen die leiden
tot een gehele herziening van de slotverordening. De verdeling van de schaarste aan
slots moet veel meer leiden tot een slotverdeling die maximale bereikbaarheid en connectiviteit
bij een minimaal aantal vluchten én gezonde concurrentie en slotmobiliteit mogelijk
maakt. De markt en het vasthouden aan een status quo met slechts ruimte voor nieuwe
initiatieven door verdere groei, is niet langer houdbaar. Deze crisis kan niet uit
zichzelf leiden tot een nieuwe luchtvaart voor Europa. Maar de steun die marktpartijen
ontvangen en de nieuwe inzichten over klimaat, overlast, bereikbaarheid en collectieve
kosten versus particuliere winsten, maken wat deze leden betreft wel dat dit moment
moet worden aangegrepen voor het inslaan van een nieuwe weg. Deze leden pleiten ervoor
om in te zetten op veel meer sturing van de luchtvaartmarkt. Met name op het gebied
van milieu en hinder, overbodige vluchten, arbeidsrechten en het routenetwerk/markttoegang,
moeten er strenge en concrete eisen worden gesteld en deze moeten ook verbonden worden
aan steun. Steun zou in de vorm van garanties moeten komen in plaats van subsidies
en samen moeten gaan meteen verbod op dividend, bonussen of belastingontduiking. Alle
landen en Europa als geheel hebben er baat bij om hier gezamenlijk in op te trekken.
Nederland heeft als eerste een Europees initiatief genomen door voor te stellen de
slotverordening aan te passen. Deze leden vragen de Minister nadrukkelijk om dit initiatief
te verbreden en met een voorstel voor steun en herstructurering volgens bovengenoemde
lijnen te komen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de Minister in de brief uitspreekt
het openbaar vervoer te willen steunen. Dat moet ook, want de sector loopt op dit
moment 200 miljoen euro per maand mis; bedragen die geen enkel spoor- of ov-bedrijf
in Nederland in reserve heeft. In tegenstelling tot de luchtvaart blijft het ov rijden
en dit maakt dus grote kosten, zonder noemenswaardige omzet. De sector kan op geen
enkele wijze aan de concessieafspraken voldoen. Deze leden zijn benieuwd naar de manier
waarop deze verliezen gedeeld zullen worden. Elk ov-bedrijf in Europa staat voor vergelijkbare
uitdagingen. Hoe vrij zijn landen om zelf afspraken met hun ov-bedrijven te maken?
Worden alle concessies herzien, of (tijdelijk) genegeerd tot de coronamaatregelen
worden opgeheven?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat het redelijk is om vergunningen,
rijbewijzen en certificaten met een beperkte periode automatisch te verlengen, of
een verlopen document tijdelijk te gedogen, mits de -houder niets te verwijten valt
en de veiligheid niet in het geding komt. Dat is iets anders dan een algehele vrijbrief
voor alles. Maar daar waar bureaucratische achterstanden, een onmogelijkheid om keuringen
of examens af te nemen tot onredelijke gevolgen leidt, is een tijdelijke ontheffing
op zijn plaats.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ten slotte benieuwd naar de wijze waarop de
coronamaatregelen zo geharmoniseerd kunnen worden dat het internationale verkeer,
wegverkeer, luchtvaart en grensoverschrijdend ov, zo min mogelijk hinder voor reizigers
opleveren, maar het personeel, de reizigers en de bevolking wel voldoende beschermd
zijn en deze maatregelen duidelijk zijn voor alle partijen. In een aantal landen geldt
een mondkapjesgebod, of wordt op verschillende manier invulling gegeven aan anderhalvemeterregels.
Hoe pakt dit uit voor de trein en de luchtvaart? Blijven dit allemaal nationale (of
regionale) regels of kunnen we een Europese harmonisatie verwachten? Zet Nederland
hier op in?
SP-fractie
De leden van de SP-fractie merken op dat het coronavirus volgens de laatste inschatting
van de situatie de komende maanden nog zal rondwaren door Europa, waarbij het niet
ondenkbaar is dat landen hun maatregelen af en op moeten schakelen. Dit kan voor de
transportsector gevolgen hebben voor de mate van beschikbaarheid van (sanitaire) voorzieningen
onderweg. Zelfs kan dit gevolgen hebben voor de wijze waarop grensovergangen overgestoken
kunnen worden. Deze leden vragen de Minister daarom om zich ervoor hard te maken dat
Europese landen, ongeacht de lokale maatregelen, ervoor zorgen dat vrachtwagenchauffeurs
altijd toegang hebben tot (sanitaire) voorzieningen.
Daarbij kunnen deze leden zich voorstellen dat het strikt handhaven van de rij- en
rusttijden niet reëel is wanneer er lange wachttijden ontstaan door «lock down»-maatregelen.
Herkent de Minister dit probleem en is zij bereid om – onder voorwaarde dat het niet
tot een vermindering van de verkeersveiligheid leidt – een versoepeling van de rij-
en rusttijden te bepleiten?
De leden van de SP-fractie constateren dat niet alleen KLM staatssteun heeft gevraagd,
maar dat overal in Europa luchtvaartmaatschappijen aankloppen bij de overheid. Het
aangevraagde bedrag ligt volgens Greenpeace per 22 april 2020 al op 12,8 miljard euro.
Dat terwijl veel van de maatschappijen die nu om belastinggeld vragen de afgelopen
jaren nog gewoon winst hebben gemaakt en dividend hebben uitgekeerd. Los van het feit
dat deze leden het verwerpelijk vinden dat de winsten geprivatiseerd worden en de
schulden publiek gemaakt worden, vragen zij of de Minister bereid is om in Europa
te pleiten voor harde eisen aan staatssteun. Deze leden denken aan het niet uitkeren
van dividend, geen bonussen en geen ontslagen van flex- of vast personeel.
PvdA-fractie
Luchtvaart
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de Minister de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) een aanwijzing heeft afgegeven omtrent het afzien van handhaving
bij de uitgifte van vouchers door luchtvaartmaatschappijen bij vluchtannuleringen
in het licht van Covid-19. Is de Minister zich ervan bewust dat dit ingaat tegen Europese
wetgeving en dus tot zaken bij het Europees Hof kan leiden? Kan dit eventuele nadelige
gevolgen voor Nederland hebben? Hoe kijkt de Minister tegen het feit aan dat consumenten
nu mogelijk honderden euro’s kwijt zijn vanwege geannuleerde vluchten? Is de Minister
het ermee eens dat luchtvaartmaatschappijen, waarbij geen sprake is van zware druk
op hun liquiditeitspositie, zoals budgetmaatschappijen Wizz Air en Ryanair, wel een
terugbetaling aan klanten dienen te geven? Is de Minister het met deze leden eens
dat hiermee budgetmaatschappijen die jarenlang werknemers hebben uitgebuit en daardoor
o.a. veel liquiditeit hebben, extra worden geholpen?
Groene corridors voor goederenvervoer (green lanes)
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de Minister de versoepeling van de rij-
en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs tot 1 juni 2020 heeft verlengd en dus met
een periode van meer dan 30 dagen. Klopt het dat de Minister hiermee de maximale versoepelingsperiode
heeft overtreden? Zo ja, hoe rechtvaardigt de Minister dit besluit? Verder vragen
deze leden hoe wordt voorkomen dat door het verruimen van de rij- en rusttijden gevaarlijke
situaties kunnen ontstaan door vermoeide chauffeurs. Deze leden constateren verder
dat de tijdelijke vrijstellingen voor rij- en rusttijden gedurende de coronacrisis
in iedere Europese lidstaat anders zijn geregeld. Is de Minister bereid om te pleiten
voor een uniforme implementering van de rij- en rusttijden gedurende de crisis?
SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister of zij zich tijdens de Transportraad
sterk wil maken voor wederzijdse erkenning van maatregelen die ervoor moeten zorgen
dat chauffeurs tijdens deze coronacrisis door kunnen rijden met verlopen certificaten,
rijbewijzen, Code 95 en andere vereiste documenten, zolang nog geen sprake is van
een Europees geregelde verlenging. Het is nu niet duidelijk of lidstaten deze coulance
wederzijds erkennen. Afspraken hierover tijdens de komende Transportraad kunnen onaangename
verrassingen wellicht voorkomen.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister om tijdens de Transportraad te pleiten
voor afstemming van de afbouw van vervoerbeperkende maatregelen. Voorkomen moet worden
dat in de afbouwfase opnieuw problemen ontstaan bij goederenvervoer over de grens,
doordat de afbouw niet op elkaar afgestemd is of afbouwmaatregelen niet erkend worden.
Is de Minister voornemens dit in te brengen?
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister of zij tijdens de Transportraad in
wil zetten op afspraken over de handhaving van de rij- en rusttijden in deze coronatijd.
Verschillende lidstaten hebben eigenstandig versoepelingen ingevoerd. De onderlinge
verschillen zijn groot, zo hebben deze leden begrepen. Dat kan risico opleveren als
de normale rij- en rusttijden weer van kracht worden, terwijl bij controles tot vier
weken teruggekeken kan worden. Het is voor chauffeurs niet te doen om alles bij te
houden. Is de Minister bereid afspraken te maken over het betrachten van coulance
bij de handhaving?
II. Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.