Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen over wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake COVID-19 crisismaatregel herverzekering leverancierskredieten) (Kamerstuk 35433)
2020D13960 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit
wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen
met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 10 april 2020 voorgelegd aan de
regering.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Nr.
Vraag
1
Hoe wordt, gegeven de volgende passage, de evaluatie om te beslissen of verlenging
noodzakelijk is van deze regeling precies uitgevoerd: «Door middel van frequente rapportages vanuit de private verzekeraars afzonderlijk
krijgen wij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille. In deze rapportage staan
onder andere de uitgekeerde schade, vorderingen, inkomsten en aangegane verplichtingen
vermeld. Daadwerkelijk evalueren of de regeling een succes is lijkt niet zo makkelijk,
aangezien er geen nulmeting kan worden gedaan. Het doel van de regeling is immers
het voorkomen dat de kortlopende omzetmarkt stilvalt doordat limieten op leverancierskredieten
beëindigd worden. Het meten of dit voorkomen is vanwege invoering van deze regeling
valt lastig te meten.»?
2
Welke lessen heeft men geleerd van de uitvoering van de Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering
(TASK) anders dan dat de huidige regeling ook toegepast zal worden voor kredieten
die beëindigd worden in plaats van enkel verlaagd?
3
Hoe wordt de Kamer, lopende de regeling, op de hoogte gehouden over de werking ervan,
ook gegeven de onzekerheid rondom de kosten van de regeling? Wanneer verwacht u de
Kamer te kunnen informeren om zo meer zekerheid te geven over de kosten van de regeling?
4
Worden de adviezen, waarvan u verwacht dat ze komende weken allemaal worden afgerond,
na afronding ook in het geheel aan de Kamer gestuurd?
5
Met welke ondernemingen die kredietverzekeringen aanbieden is door de diverse ministeries
gesproken over de vormgeving van de regeling?
6
Is het mogelijk om de verlenging van de herverzekering, waartoe uiterlijk drie maanden
voor het einde van het jaar besloten zal worden, ook voor een aantal maanden te doen
of dient dit wederom voor minimaal een jaar te gebeuren?
7
Wordt er een analyse gemaakt van de risico’s dat minder verantwoord gedrag uit het
verleden van de verzekeraar nu wordt beloond door het overnemen van de portefeuilles?
Hoe wordt hierbij gekeken naar factoren als bijvoorbeeld gemiddeld prijsniveau en
polislimieten en hun bijdrage aan de claims ratio?
8
Hoe wordt ervoor gewaakt dat de regeling de concurrentie op de markt op de (middel-)lange
termijn niet beschadigt?
9
Komen alle krediet(her)verzekeraars die onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) in aanmerking voor de regeling of wordt hier een andere selectieprocedure
op toegepast? Zo ja, welke krediet(her)verzekeraars komen in aanmerking?
10
Hoe zal de AFM, gegeven de unieke situatie en de unieke maatregel, de komende tijd
toezicht houden op de markt? Hoe wordt hierbij samengewerkt met buitenlandse toezichthouders,
daar sommige krediet(her)verzekeraars ook deels onder buitenlands toezicht staan?
11
Wordt toezicht gehouden op de huidige acceptatiegraad van de krediet(her)verzekeraars
zodat er geen misbruik gemaakt kan worden door grote spelers op de markt door nu met
staatsgaranties compleet andere polissen aan te bieden waardoor andere krediet(her)verzekeraars
uit de markt gedreven worden?
12
Is er, gelijk aan de TASK-regeling in het verleden, contact geweest met de Europese
Commissie over deze regeling en kan deze (juridische gezien) op goedkeuring rekenen?
13
Hoeveel heeft de TASK-regeling de Nederlandse staat toentertijd in totaal gekost en
opgeleverd?
14
Welke afspraken zijn gemaakt met krediet(her)verzekeraars en wat gebeurt er indien
partijen zich niet aan de gemaakte afspraken houden?
15
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de terugwerkende kracht die de maatregel
behelst? Hoe wordt omgegaan met reeds ingetrokken kredieten?
16
Wat verstaat u onder mkb-ondernemers? Kunt u uitleggen welke omzet, aantal personeelsleden
etc. volgens u bij een mkb-onderneming horen?
17
Kunt u onderbouwen dat kredietverzekeraars werkelijk genoodzaakt zijn hun belangen
af te bouwen?
18
Wat krijgt de samenleving terug voor het feit dat deze garant staat? Hebt u bijvoorbeeld
met de verzekeraars afgesproken dat er geen ontslagen vallen, en er geen uitzendkrachten
niet meer worden ingehuurd?
19
Hebt u kredietverzekeraars gevraagd iets terug te doen voor de samenleving vanwege
het feit dat deze garant staat voor zo'n groot bedrag? Zo neen, waarom niet?
20
In welke orde van grootte vallen de 75.000 bedrijven? Hoeveel directe werkgelegenheid
leveren deze op, en hoeveel indirecte?
21
Is de werkwijze gelijk aan de exportkredietverzekering? Wat zijn de verschillen? Kunnen
bedrijven ook van beide gebruik maken?
22
Welke bedrijven zullen ervan gebruikmaken? Mkb’ers of grote bedrijven?
Gaat het om nationaal of internationaal opererende bedrijven?
23
Gaat u ervoor zorgen dat de private verzekeraars uiteindelijk alles zullen terugbetalen,
zodat er geen sprake kan zijn van private winsten in goede tijden maar publieke lasten
wanneer het tegenzit?
24
Wat zijn de (financiële) consequenties voor de verzekeraars?
25
Kunt u aangeven hoeveel premie er reeds is geïnd door de overheid?
26
In hoeverre zijn er (financiële) randvoorwaarden (hierbij dient gedacht te worden
aan het limiteren van bonussen, dividenden, verwerven van (eigen) aandelen, arbeidsvoorwaarden
van (tijdelijke) werknemers e.d.) verbonden aan de toekenning van de staatsgarantie
voor de krediet(her)verzekeraars?
27
Is er overwogen om enkel garant te staan voor het als gevolg van de crisis niet-rendabele
deel van de openstaande portefeuilles van de krediet(her)verzekeraars? Zo ja, waarom
is hier niet voor gekozen? Zo nee, waarom niet?
28
Kunt u een lijstje geven met alle EU-lidstaten die een vergelijkbare regeling voor
herverzekering leverancierskrediet en/of exportkredieten hebben, of in overweging
hebben?
29
Zijn deze crisismaatregelen in principe toegankelijk voor alle ondernemingsvormen
en rechtspersonen?
30
Waarom moeten kredietverzekeraars hun blootstelling op een groot deel van de door
de COVID-19-maatregelen getroffen bedrijven per direct afbouwen?
31
Wat is het verschil tussen de voorgestelde garanties à 12 miljard euro en de garanties
die de Nederlandse overheid in de kredietcrisis aan banken verschafte voor slechte
leningen?
32
Zijn er naast deze overheidsgaranties voor herverzekeraars ook overheidsgaranties
nodig voor banken?
33
Waarom zijn de voorgestelde garanties nodig aangezien de kern van een verzekeraar
is dat ze risico’s verzekeren die niet individueel gedragen kunnen worden? Kan dit
niet door de verzekeraars zelf gedragen worden?
34
Is er sprake van bepaalde sectoren waarin de 75.000 bedrijven die worden geholpen
actief zijn? Welke?
35
Heeft een eenmanszaak van een persoon die de pensioengerechtigde leeftijd al heeft
bereikt, ook toegang tot de exportkredietverzekering en de herverzekering van leverancierskrediet?
36
Op welke wijze is er sprake van coördinatie op Europees/internationaal niveau, bij
het ontwerpen en bij het uitvoeren van de uitgebreide exportkredietverzekering?
37
Kunt u een breakdown geven van de 75.000 bedrijven voor wie volgens de memorie van
toelichting «deze vorm van kredietverlening geheel dreigt te verdwijnen» (graag in
elk geval op basis van omzet en rechtspersoon)?
38
Wat is de ondergrens van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)-provisie met inachtneming
van de de-minimisdrempel?
39
Wat zijn de budgettaire gevolgen van een verlaging van de BMKB-provisie naar 0%?
40
Kunnen kredietinstellingen hun kredietvoorwaarden aanpassen, zodat ze impliciet profiteren
van de voorgestelde regelingen? Op welke wijze monitort u of deze regelingen (onwenselijke)
gevolgen heeft voor de rente en andere kredietvoorwaarden?
41
Kunnen verzekeraars in de komende periode (heden tot eind 2020) nieuwe verzekeringen
aangaan? Zo ja, welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Zo nee, waarom niet en welke
consequenties heeft dit voor sectoren en bedrijven die vooruitlopend op een mogelijke
versoepeling van de regels ter bestrijding van COVID-19 nieuwe verplichtingen moeten
aangaan? En zo nee, wat zijn de consequenties voor ondernemers? Kunt u hierbij ingaan
op specifieke sectoren waar seizoensgebonden verplichtingen aangegaan moeten worden?
Zijn er andere branches waar het niet kunnen aangaan van nieuwe kredietverzekeringen
tot problemen kan leiden? Welke zijn dat?
42
Kan worden aangeven of er kredietverzekeraars zijn die in de afgelopen weken kredietlimieten
hebben ingetrokken of afgebouwd? Zo ja, hoe wordt in deze situaties omgegaan met de
garantie herverzekering leverancierskredieten? Bent u bereid om afspraken te maken
met de kredietverzekeraars indien dit nodig blijkt? Kunt u aangeven waar ondernemers
in deze situatie zich kunnen melden?
43
Waarom en op welke manier is de garantie herverzekering leverancierskredieten volgens
u effectief in haar huidige omvang? Voor welke sectoren is deze garantstelling een
oplossing?
44
Zijn er, naast de garantie herverzekering leverancierskredieten, andere onderdelen
van deze tweede incidentele suppletoire begroting waar de Europese Commissie op toeziet
in het kader van staatssteun? Wanneer verwacht u de goedkeuring van de Europese Commissie
en hoeveel tijd is nodig om de garantstelling daadwerkelijk van kracht te laten worden?
45
Kunt u een nadere onderbouwing geven van het verlies/afschrijving verzekeringen en
eventueel andere risico's bij het overnemen van de portefeuille kredietverzekeringen?
46
Op welke informatie baseert het ministerie dat er 75.000 bedrijven zijn waar afzet
tot stilstand dreigt te komen?
47
Kan uitgesplist worden in welke bedrijfstakken ondernemingen actief zijn die geraakt
worden door de geschetste problematiek?
48
Is er meer bekend over de mate waarin de door de ontwikkelingen geraakte leveranciers
reeds gebruikmaken van andere noodregelingen en de mate waarin deze noodregelingen
in staat zijn om klappen bij deze leveranciers op te vangen?
49
Welke contractuele vrijheden liggen er in de regel aan ten grondslag dat verzekeraars
in staat zijn om op korte termijn hun posities richting leveranciers af te bouwen
dan wel in te trekken?
50
Zijn er substantiële verschillen in de mate waarin verschillende aanbieders van kredietverzekeringen
in staat zijn om op korte termijn hun posities af te bouwen dan wel in te trekken
en zo ja, welke factoren liggen ten grondslag aan deze verschillen?
51
Is er meer bekend over de mate waarin huidige (private) aanbieders van herverzekeringen
succesvol in staat zijn om kredietverzekeraars te bedienen om herverzekeringen af
te sluiten teneinde te voorkomen dat kredietverzekeraars hun posities versneld afbouwen
dan wel intrekken?
52
Waarop is de schatting gebaseerd dat er 12 miljard euro aan garantiestellingen nodig
zal zijn om de geschetste problematiek adequaat te adresseren?
53
Zouden kredietverzekeraars nog meer bewogen kunnen worden om hun posities niet af
te bouwen op het moment dat de totaalomvang van de garantie hoger zou zijn en waarom
wel of niet?
54
Is de geraamde uitgave van 1.470 miljoen euro gebaseerd op de analyse van de externe
adviseurs?
55
Is er op het ministerie en/of door externe adviseurs een schatting gemaakt van de
verwachte noodzakelijke omvang van de garanties en schade onder verschillende macro-economische
scenario’s, zoals onder andere recentelijk uitgewerkt door het Centraal Planbureau,
en zo ja, kan uiteengezet worden wat deze schattingen impliceren voor de mogelijke
omvang van af te geven garanties en verwachte schade?
56
Kan een onderbouwing gegeven worden van de omvang van de verwachte inkomsten uit premies
respectievelijk schaderestituties?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.