Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 405 Raming der voor de Tweede Kamer in 2021 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 19 maart 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbe-reidend onderzoek
van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35 405 nrs. 1 – 3 ), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen. Over de paragrafen
in het Verslag die niet zijn ingevuld, hebben de Leden geen direct aan de betreffende
paragraaf te adresseren vragen gesteld of opmerkingen gemaakt.
Onder het voorbehoud dat het presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende
voorbereid.
Inhoudsopgave
1.
Geleidende brief
2
1.1
Terugblik Raming 2020
2
1.1.1
– Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
3
1.1.2
– Herziening Reglement van Orde
3
1.1.3
– Integriteit
3
1.1.4
– Ondersteuning fracties
4
1.1.5
– Viering 75 jaar vrijheid
4
1.1.6
– Betrokkenheid burgers bij de Kamer
5
1.1.7
– Interne organisatie
5
1.2
Vooruitblik Raming 2021
6
1.2.1
– Tweede Kamerverkiezingen
6
1.2.2
– Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
6
1.2.3
– Parlementair proces / werkwijze van de Kamer
7
1.2.4
– Onderzoeksinstrumenten Kamer
8
1.2.5
– Informatiepositie Kamer
8
1.2.6
– Transparantie Kamerwerk
9
1.2.7
– Fysieke en digitale beveiliging
11
2.
Raming van de uitgaven en de ontvangsten
12
3.
Begrotingstoelichting
12
3.1
Algemeen
12
3.1.a
– Algemene uitgangspunten
12
3.1.b
– Financiële uitgangspunten
12
3.1.c
– Opbouw
12
3.2.
Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het
Europees Parlement
12
3.3.
Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
12
3.4.
Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
13
4.
Staat van de Kamer 2019
13
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
voor het jaar 2021. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden de volgende vragen aan
het presidium.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Raming voor
2021 en willen het presidium nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van het
voorliggende voorstel voor de Raming der Kamer voor het jaar 2021. Op dit moment hebben
zij – mede gelet op de bijzondere situatie waarin het land en ook de Kamer nu verkeren
– geen urgente vragen over het voorliggende voorstel. Voor nu willen deze leden via
het presidium alle Kamermedewerkers die zich de komende periode inzetten voor de voortgang
van het parlementaire proces en voor het mogelijk maken van goede thuiswerk faciliteiten
danken en een goede gezondheid toewensen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming
voor de Tweede Kamer 2021 en de Staat van de Kamer 2019. Volgend jaar wordt een verkiezingsjaar
maar ook het jaar van de renovatie, daaraan wordt de benodigde aandacht besteed in
de toe-lichting, ook in de budgettaire sfeer. De leden van de SP-fractie hebben over
de Raming nog de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
Raming voor de Tweede Kamer in 2021.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
van de Tweede Kamer voor 2021. Zij hebben hier enkele vragen over.
1. Geleidende brief
1.1 Terugblik Raming 2020
De leden van de CDA-fractie onderkennen, dat het menu van het Kamer- restaurant in
het kader van de Raming een voorwerp van aanhoudende zorg is. Deze leden vertrouwen
erop, dat het restaurantbedrijf ruimhartig uitvoering geeft aan de motie-Van der Molen
/ Geurts (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 6), waarin de Kamer heeft gevraagd het aanbod van Nederlandse (streek)producten in
de restaurants te verruimen. Deze leden hebben met aandacht de kleine lettertjes gelezen
op de menu’s van het Kamerrestaurant, net boven de informatie over allergenen: «Het
restaurantbedrijf streeft ernaar, zoveel als mogelijk, gebruik te maken van Nederlandse
producten die duurzaam en biologisch zijn.» Deze leden hebben kennisgenomen van de
brief van het presidium over de uitvoering van deze motie (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 10). Deze leden begrijpen dat het restaurant-bedrijf met het criterium «herkomst van
dichtbij» beoogt de hoeveelheid voedsel-kilometers te beperken, maar ook het stimuleren
van de nationale biodiversiteit, het koesteren van regionale producten en het ondersteunen
van lokaal ondernemerschap. De leden van de CDA-fractie vragen het presidium te bevestigen
dat het criterium «Nederlandse (streek)producten» opgenomen wordt in de eerstvolgende
aanbesteding.
1.1.1 – Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
1.1.2 – Herziening Reglement van Orde
De leden van de VVD-fractie constateerden vorig jaar al dat er sprake is van een enorme
stijging in het aantal moties, debataanvragen, schriftelijke vragen en hoofdelijke
stemmingen en vroegen destijds of er geen sprake is van een vastlopen van het democratische
proces. In de Raming van dit jaar wordt gesteld dat een herziening van het Reglement
van Orde niet alles oplost en dat er juist ook gekeken moet worden naar een verandering
van de parlementaire cultuur. Hoe ziet het presidium dit? En wat is de rol van de
partijen zelf in een dergelijke verandering van de parlementaire cultuur?
De leden zijn benieuwd hoe de commissies in stelling gebracht kunnen worden om de
plenaire agenda zoveel mogelijk te ontlasten. De behandeling van de wijzigingsvoorstellen
Reglement van Orde vindt op dit moment plaats. De leden horen graag op wat voor termijn
de behandeling afgerond zal zijn. Tevens horen zij graag of de huidige omstandigheden
(coronavirus) naar verwachting zullen leiden tot vertraging.
De leden van de D66-fractie hebben gezien dat de werkgroep onder leiding van de heer
Van der Staaij ook enkele suggesties heeft gedaan ten aanzien van de inrichting van
de verschillende commissiezalen om deze qua opstelling beter af te stemmen op het
type activiteit. Een rondetafelgesprek of technische briefing vraagt om een andere
opzet van de sprekers ten opzichte van elkaar dan een pittig politiek debat. Dit geldt
zowel in de tijdelijke als in de gerenoveerde permanente huisvesting. Graag horen
deze leden hoe het presidium met deze suggestie denkt om te gaan en welke acties hier
al voor ondernomen zijn.
De leden van de SP-fractie stellen vast dat de nog lopende herziening van het Reglement
van Orde (Werkgroep-Van der Staaij) enkele traditionele discussies «weghaalt» bij
de Raming, zoals de lange lijst van debatten en de noodzakelijke herziening van het
Vragenuur. Hoe ziet het presidium dit, wat is de verhouding tussen de behandeling
van de Raming en de Herziening van het RvO?
1.1.3 – Integriteit
De leden van de D66-fractie roepen in herinnering dat vorig jaar tijdens het debat
over de Raming een motie is ingediend en vervolgens aangenomen (Kamerstuk 35 166, nr. 20), om het toezicht en de handhaving op het gebied van integriteit te versterken. Het
presidium heeft hier vorige maand op gereageerd, maar deze regels zijn nog niet inwerking
getreden. Kan het presidium toelichten hoe zij de verdere parlementaire behandeling
en invoering hiervan voor zich ziet? Tevens hebben deze leden met belangstelling kennis
genomen van de benoeming van een integriteitsadviseur die Kamerleden kunnen raadplegen.
Op basis van berichten in de pers hebben deze leden de indruk gekregen dat zij reeds
een eerste advies heeft gegeven. Klopt de indruk van deze leden dat zij deze opdracht
heeft aanvaard voordat haar «termijn» daadwerkelijk was begonnen? Is dit advies wel
in haar hoedanigheid als integriteitsadviseur van de Kamer gegeven? In deze mediaberichten
kwam ook de vraag op of zaken/kwesties uit het verleden binnen de reikwijdte van het
mandaat van de integriteitsadviseur liggen of dat deze uitsluitend op «actuele» kwesties
(waar het Kamerlid nog een keuze moet maken hoe te handelen in relatie tot bepaalde
regels) ziet? Indien ook kwesties uit het verleden daaronder vallen, vernemen deze
leden graag hoe haar mandaat wordt afgebakend vis-a-vis het nog in te stellen college
dat belast wordt met het toezicht en de handhaving van de integriteitsregels. Tevens
hadden deze leden begrepen dat dit advies door de aanvrager(s) openbaar zou worden
gemaakt, maar zij hebben dit advies niet gezien. Ten slotte, constateren deze leden
dat de integriteitsadviseur ongeveer 3 maanden nodig heeft gehad om advies uit te
brengen. Deze leden menen dat dit erg lang is om een Kamerlid in onzekerheid te laten
cq te laten «bungelen». Kan het presidium in reactie op deze vragen nader uiteenzetten
wat hier nu precies gebeurd is en hoe zij hierop reflecteert? De aan het woord zijnde
leden vinden het namelijk van belang om lessen te trekken uit deze eerste «adviesaanvraag».
De leden van de SP-fractie vinden dat er goede stappen worden gezet op het gebied
van afspraken over Integriteit, er is een gedragscode en een adviseur, en er komt
toezicht en handhaving. Er zijn dus goede stappen gezet, maar de leden van de SP-fractie
constateren dat er vragen blijven. Bijvoorbeeld over de verblijfkostenregeling, hoeveel
tijd een Kamerlid op een bepaald adres moet verblijven om een (soms forse) onkostenvergoeding
te ontvangen. Die onkostenvergoeding is in veel gevallen terecht, maar steeds ophef
en gedoe hierover is zeer kwetsbaar. Wordt hier over nagedacht, hoe kan dit worden
verminderd?
1.1.4 – Ondersteuning fracties
De leden van de VVD-fractie kijken uit naar de resultaten van het in kaart brengen
van de gevolgen van de uitbreiding van fractieondersteuning voor de huisvesting van
fracties. Op wat voor termijn zullen de resultaten bekend zijn?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het structureel extra geld voor ondersteuning
van de Kamerfracties dat naar aanleiding van de motie-Jetten is gerealiseerd. Adequate
ondersteuning is noodzakelijk om de democratische besluitvorming op niveau te houden.
Temeer omdat, vergeleken landen om ons heen, de ondersteuning van Kamerleden wat mager
was. Daarom is het extra geld voor ondersteuning een goede zaak.
1.1.5 – Viering 75 jaar vrijheid
De leden van de VVD-fractie vinden een goede organisatie van herdenkingen van groot
belang, getuige onder meer de motie van de leden Ziengs en Van der Molen (Kamerstuk
25 166 nr. 16) en het voorstel van het lid Van Gent. Op welke wijze wordt er zorg voor gedragen
dat Kamerleden geïnformeerd worden over herdenkingen? Is het mogelijk om met een richtlijn
te komen voor organisaties van herdenkingen, zodat zij weten op welke wijze zij Kamerleden
kunnen uitnodigen? Hoe kijkt het presidium naar een herdenkingenregister, zoals naar
voren komt in het voorstel van het lid Van Gent? En hoe beziet het presidium het huidige
protocol rondom kransleggingen?
De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de gevolgen zijn van de maatregelen
tegen het coronavirus voor de geplande activiteit met betrekking tot de viering van
75 jaar vrijheid in Nederland. Is de verwachting dat bepaalde activiteiten geen doorgang
zullen kunnen vinden? En wordt er nagedacht over alternatieven voor eventueel gecancelde
evenementen?
1.1.6 – Betrokkenheid burgers bij de Kamer
De leden van de CDA-fractie waarderen het, dat de Kamer in de Statenpassage ruimte
heeft geboden aan een tentoonstelling over de Statenvertaling, de eerste Bijbelvertaling
in het Nederlands uit de grondtekst, waarvoor de Staten-Generaal de opdracht gaven
naar aanleiding van Synode van Dordrecht 1618–1619. In dit verband blikken deze leden
alvast vooruit naar het jaar 2022. Het is dan precies 450 jaar geleden dat in Dordrecht
de eerste vrije Statenvergadering plaatsvond.
In 2019 waren er meer dan honderdduizend bezoekers van het Kamergebouw. De leden van
de ChristenUnie-fractie vinden het positief dat meer mensen de Tweede Kamer bezoeken.
Zij lezen ook dat het presidium wel benoemt dat er grenzen zitten aan het aantal bezoekers
dat de Kamer kan bezoeken. Waar ligt deze grens, en wat is hierin de kritieke factor,
zo vragen genoemde leden. En wat zal de grens zijn van de tijdelijke huisvesting als
ook de Tweede Kamer na renovatie?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het van belang dat het Kamer-gebouw voor
eenieder toegankelijk is. Zij betreurden het dan ook dat tijdens het debat over de
voortgang van de implementatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met
een handicap, niet genoeg plek was voor mensen met een rolstoel op de publieke tribune.
Welke mogelijkheden zijn er om de capaciteit voor rolstoelen en andere vervoersmiddelen
voor mensen met een beperking op de publieke tribune uit te breiden? Bijvoorbeeld
middels een multi-inzetbaar gedeelte waar stoelen staan, die indien nodig plaats kunnen
maken voor meer rolstoelplekken.
1.1.7 – Interne organisatie
De leden van de D66-fractie menen, mede in het licht van de versterking van de fractie-ondersteuning,
dat de Kamer ook de plicht heeft om naar efficiënte inzet van publieke middelen te
blijven streven. Deelt het presidium deze opvatting? Deze leden zijn van mening dat
dit begint met inzicht in de formatie en vragen daarom aan het presidium of zij een
overzicht zou kunnen geven van alle functies binnen de Kamerorganisatie? Is hier een
organogram van beschikbaar?
De leden van de SP-fractie erkennen dat storingen in ICT nooit helemaal uitgesloten
kunnen worden en dat overlast (bv. door updates) niet te voorkomen is, het belang
van informatiebeveiliging en digitale veiligheid is enorm, alle inzet moet hier op
gericht zijn. Tegelijkertijd zijn we zo afhankelijk geworden van ICT dat het belang
van goed functionerende ICT steeds groter wordt. Kan hierop gereflecteerd worden?
Wordt hierin voldoende geïnvesteerd, zowel qua kennis als expertise? Kan uitgebreider
worden toegelicht wat het voor de Kamer betekent dat de ICT-organisatie versterkt
wordt en in eigen beheer zal worden uitgevoerd? Hoe zal «de ICT werkplek stabieler
worden gemaakt» en «functioneel gezien naar een hoger niveau worden gebracht», zoals
allemaal te lezen is in de geleidende brief bij de Raming?
De digitale infrastructuur is naar de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie
zeer belangrijk voor het functioneren van de Kamer. Hetgeen nog eens duidelijk is
geworden tijdens de Citrix-storing. Acht het presidium het wenselijk om te bezien
hoe in de toekomst bij eventuele storingen, de bereikbaarheid op afstand alsnog kan
worden geborgd? Welke mogelijkheden zouden er bijvoorbeeld zijn om in zulke gevallen
wel te voorzien in een mogelijkheid tot mobiele toegang van de mail?
In de geleidende brief lezen de leden van de ChristenUnie dat de transitie van de
ICT-dienstverlening naar het Shared Service Centre van binnenlandse Zaken niet is
doorgegaan. Wat was hier van de reden en welke kosten gaan hiermee gepaard? En is
de keuze om ICT in eigen beheer uit te voeren een logische gevolgtrekking, of waren
er ook alternatieven?
Tevens zien de leden met enige zorg dat er een hoop staat te gebeuren op ICT-gebied.
De genoemde uitdagingen zijn namelijk verhuizen, uitbreiden, stabieler maken en naar
een hoger niveau brengen van de ICT-voorzieningen. Hoe wordt de haalbaarheid van deze processen geborgd? Op welke wijze vindt
prioritering plaats? En hoe wordt tegelijkertijd continuïteit van het primaire proces
geborgd?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het positief dat er werk is gemaakt van
het verbeteren van de sociale veiligheid in de Kamerorganisatie, alsmede binnen de
verschillende fracties. Ook zijn zij positief over de aanstelling van vertrouwenspersonen.
Op welke wijze vindt, uiteraard met inachtneming van de vertrouwelijkheid, rapportage
door de vertrouwenspersonen plaats?
1.2 Vooruitblik Raming 2021
1.2.1 – Tweede Kamerverkiezingen
1.2.2 – Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen m.b.t. de renovatie van het Binnenhof.
Nederland worstelt op dit moment nog altijd met de stikstof-problematiek, problematiek
die gevolgen heeft voor meerdere sectoren. Een van die sectoren betreft de bouw. De
leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de stikstofproblematiek wordt meegenomen
in het proces rond de renovatie van het Binnenhof? Verwacht het presidium dat de renovatie
in 2021 door kan gaan, of dient er rekening gehouden met mogelijk aanvullend uitstel
van de verbouwing?
De aan het woord zijnde leden constateren dat de tijdelijke verhuizing van de Tweede
Kamer met een jaar is uitgesteld naar de zomer van 2021. Zij vragen zich af in hoeverre
het zeker is dat de verhuizing in 2021 wel daadwerkelijk door zal gaan? En waar hangt
dat besluit vanaf?
Tot slot vragen deze leden zich af hoe de publieksfunctie van de Tweede Kamer in de
lange periode waarin de Kamer niet op het Binnenhof gevestigd zal zijn optimaal gewaarborgd
zal worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in het jaar 2021 een hoop veranderingen
zullen plaatsvinden op het gebied van huisvesting. Allereerst vragen zij of een tussentijdse
verhuizing wordt voorzien, bij veranderingen in fractiegroottes, na de verkiezingen
van 2021, of dat dit voor de periode tot de zomer van 2021 op een andere wijze zal
worden opgevangen.
Verder lezen zij de begrijpelijke wens van het presidium om het Binnenhof niet langer
te verlaten dan strikt noodzakelijk is. Tegelijkertijd zien zij ook dat langer blijven
in het Binnenhof, ook meerkosten met zich meebrengt. Bijvoorbeeld op het gebied van
ICT en beveiliging. Op welke wijze speelt dit mee in de afweging die wordt gemaakt?
1.2.3 – Parlementair proces / werkwijze van de Kamer
Een vraag die de leden van de SP-fractie op zouden willen werpen is of het wel logisch
is dat er steeds vaker brieven worden aangevraagd aan bewinds-personen tijdens de
stemmingen, na het aannemen van een motie. Zou het niet zo moeten zijn dat de regel
is dat moties altijd worden uitgevoerd en dat de Kamer hier eigenlijk standaard over
geïnformeerd zou moeten worden? Dat zou niet alleen tijd besparen in de plenaire zaal
maar ook beter passen bij het belang van de informatiepositie van de Kamer, als we
de hoofdregel dat moties worden uitgevoerd en de Kamer hier standaard over geïnformeerd
wordt zouden herbevestigen. Deze leden ontvangen graag een reactie hierop.
Over de werkwijze van de Kamer zal in het kader van de Commissie-Van der Staaij nog
verder worden gesproken. Toch hebben de leden van de Chris-tenUnie-fractie op dit
moment behoefte aan het stellen van een aantal vragen.
Allereerst lezen zij dat het presidium in het bijzonder de aanbeveling onderschrijft
om een betere balans te zoeken tussen plenaire en commissieactiviteiten. Hoe zou die
balans er uit moeten zien?
Met de toenemende hoeveelheid vragen die worden gesteld, neemt ook de stukkenstroom
richting de Kamer toe. Welke mogelijkheden zijn er om bij beantwoording van vragen,
opvolging van toezeggingen en afdoening van moties de betrokken Kamerleden ook rechtstreeks
hierover te informeren?
Rondom wetgeving hebben de leden van de ChristenUnie-fractie geconstateerd dat het
voorkomt dat bij de voorbereiding van amendementen met Bureau Wetgeving waar technisch
juridische bijstand wordt ingeroepen van het betrokken departement, er tevens een
politiek beleidsadvies wordt meegegeven, of zelfs derden hiervan op de hoogte zijn.
De leden zijn van mening dat er een strikte scheiding tussen beleid en technisch juridische
bijstand voor Kamerleden bij het opstellen van amendementen zou moeten bestaan. Zij
vragen een reflectie van het presidium hierop.
De leden van de ChristenUnie-fractie maken tot slot gebruik van deze mogelijkheid
tot inbreng om enkele vragen te stellen over het functioneren van de Kamer in crisissituaties
en in het bijzonder rondom het Coronavirus.
Allereerst vragen de leden van de ChristenUnie-fractie naar de gevolgen voor personeel
van de Kamer. Hoeveel zelfstandigen, uitzendkrachten en/of 0-urencontractanten zijn
in dienst van de Kamer en hoe worden zij deze periode financieel bejegend?
Kan het presidium verder aangeven op welke wijze besluitvorming plaatsvindt over de
voortzetting van het parlementaire werk in crisissituaties? Op welke wijze is hierin
ook afstemming met de Eerste Kamer en met de relevante ministeries? Voorts vragen
de leden van de ChristenUnie-fractie of wetgeving en in het bijzonder het Reglement van Orde het presidium
genoeg ruimte biedt om parlementaire werkzaamheden en procedures aan te passen in
crisissituaties? Genoemde leden kunnen zich goed voorstellen dat na beëindiging van
de Coronapandemie in brede zin wordt bezien op welke wijze het primaire proces van
de Tweede Kamer in crisissituaties kan worden geborgd en of hiertoe aanpassing van
wetgeving nodig is.
Als laatste vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of een inschatting mogelijk
is van de financiële gevolgen van het Corona-virus en de genomen maatregelen voor
de Kamerorganisatie.
1.2.4 – Onderzoeksinstrumenten Kamer
De leden van de SP-fractie constateren dat altijd veel wordt gevraagd van al het werkzame
personeel in de Tweede Kamer, maar zeker nu parlementaire middelen en onderzoeksinstrumenten
steeds vaker ingezet worden. Is er voldoende capaciteit en ondersteuning voor al die
mensen die het werk van (veel vragende) Kamerleden mogelijk maken?
1.2.5 – Informatiepositie Kamer
De leden van de VVD-fractie constateren dat het presidium het kabinet heeft laten
weten dat het zeer onwenselijk is dat Kamer en media vaak op vrijwel hetzelfde moment
worden geïnformeerd. Daarvoor complimenteren de leden het presidium. Ondanks deze
actie van het presidium blijft de informatiepositie van de Kamer een punt van zorg.
Ziet het presidium nog aanvullende mogelijkheden om de informatiepositie van de Kamer
beter te waarborgen?
Daarnaast horen de leden graag wat precies de stand van zaken is m.b.t. de KVKO. Hoe
wordt hiermee omgegaan in de commissies?
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat de Kamer in november 2018 een
drietal moties heeft aangenomen over omgang met vertrouwelijke stukken. Dit zijn de
motie-Van der Molen / Omtzigt (Kamerstuk 28 362, nr. 16) over het in de Tweede Kamer blijven van vertrouwelijk ter inzage gelegde stukken;
de motie-Van der Molen / Omtzigt (Kamerstuk 28 362, nr. 17) over de wijziging van de Regeling vertrouwelijke stukken; en de motie-Van Nispen
c.s. (Kamerstuk 34 683, nr. 15) over het onderschrijven van de analyse van het rapport van de Tijdelijke commissie
evaluatie Wet op de parlementaire enquête (TCEWPE) en het overnemen van de conclusies
en aanbevelingen. Deze drie moties hebben geheel of gedeeltelijk betrekking op vertrouwelijke
informatievoorziening door het kabinet aan de Kamer. Concreet betreft het drie aspecten
hiervan:
• onderscheid maken tussen het beroep door het kabinet op het belang van de staat in
artikel 68 Grondwet enerzijds en vertrouwelijke verstrekking van inlichtingen anderzijds
(aanbevelingen TCEWPE/ motie Van Nispen c.s.);
• versterking eigen rol Kamer en aanpassing procedure bij vertrouwelijke verstrekking
van kabinetsstukken (motie Van der Molen/Omtzigt nr. 17 en TCEWPE/ motie-Van Nispen
c.s.); en
• archivering van vertrouwelijke stukken (motie-Van der Molen/Omtzigt nr. 16 en TCEWPE/motie-Van
Nispen c.s.), specifiek van stukken die tijdelijk ter inzage worden gegeven en na
een vooraf bepaalde periode retour naar het ministerie gaan.
In de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming voor 2020 maakte het presidium
melding van een bijeenkomst in april 2019 met experts op het gebied van vertrouwelijke
stukken, waarvan de resultaten zouden worden uitgewerkt. Deze uitwerking zou worden
betrokken bij een voorstel waarin recht gedaan wordt aan de ingediende moties. Op
grond van het motievolgsysteem concluderen deze leden, dat er sindsdien niets meer
is gebeurd. Wat is de stand van zaken, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
In verband met het debat over de reikwijdte van artikel 68 van de Grondwet vragen
de leden van de CDA-fractie het presidium ook toe te zien op de uitvoering van de
recent aangenomen motie-Omtzigt c.s. (Kamerstuk 28 362, nr. 25) over de bevestiging dat op grond van art. 68 GW een individueel Kamerlid specifieke
documenten binnen een redelijke termijn moet kunnen ontvangen; de motie-Omtzigt c.s.
(Kamerstuk 28 362, nr. 26) over het verstrekken van interne stukken ontdaan van persoonlijke beleidsopvattingen,
en de motie-Van Weyenberg / Sneller (Kamerstuk 28 362, nr. 28) over voorstellen om de Kamer meer informatie te verstrekken over activiteiten zoals
de aan- en verkoop van aandelen, financiële transacties, overnames en investeringen.
De leden van de SP-fractie waarderen het belang dat door het presidium steeds, en
ook nu weer in de toelichting bij de Raming wordt toegekend aan de informatiepositie
van de Kamer. Het krijgen van de juiste en tijdige informatie is een voorwaarde om
de regering te kunnen controleren, veel belangrijke en grote debatten gaan hier juist
ook over. Het is goed dat het presidium de regering herinnert aan de werkafspraken,
dat de Kamer eerder geïnformeerd wordt dan de media, dat fracties in gelijke mate
worden geïnformeerd, en of informatie wel vertrouwelijk moet zijn. Maar als uiteindelijk
deze afspraken niet worden nagekomen, wat kunnen we dan nog? Dan is het per casus
toch aan de Kamer om de Minister hierover aan de tand te voelen, terecht te wijzen,
of (ultiem) het vertrouwen op te zeggen? Ook het lekken van informatie is de leden
van de SP-fractie een doorn in het oog. Kan ook hier op in worden gegaan? Over het
eerst de krant informeren en pas daarna de Kamer is veel ongenoegen, maar vooral sommige
Ministers blijven hier mee doorgaan. Het lijkt erger te worden, en niet beter. Zouden
we niet af moeten spreken dat iedere keer als een Minister eerder informatie naar
de media stuurt, of als uit een ministerie eerder informatie lekt, hier standaard
voorafgaand aan een debat een ordedebat gevoerd zal worden, waarin alle woordvoerders
hun ongenoegen uiten en bijvoorbeeld excuses kunnen vragen? Zou dit geen goed idee
zijn om te laten merken dat het ernst is? Kan hierop gereageerd worden?
1.2.6 – Transparantie Kamerwerk
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de stelling van het presidium, dat het
zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk een blijvend aandachtspunt is. De
leden van de CDA-fractie herinneren in dit verband bijvoorbeeld aan de motie-Amhaouch
/ Schouten (Kamerstuk 34 444, nr. 13), die vroeg om een motievolgsysteem. De leden van de CDA-fractie zijn van mening,
dat de Kamer moet kunnen beschikken over een volwaardig motievolgsysteem dat zowel
politici als burgers in staat stelt te volgen wat er van de uitspraken van de Kamer
geworden is. In 2017 hebben deze leden bij de behandeling van de Raming vrij precies
beschreven aan welke eisen zo’n systeem zou moeten voldoen. Een eerste stap in de
goede richting is wat deze leden betreft de koppeling die in Parlis wordt aangebracht
tussen de brieven van de regering in reactie op moties en de betreffende motie. Ook
via de publieke website van de Kamer wordt inzichtelijk gemaakt welke brief van de
regering ziet op uitvoering van een motie (op de motiepagina). Daarmee is dezelfde
functionaliteit van het interne motievolgsysteem ook voor het grote publiek gerealiseerd,
zo stelde het presidium in de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming
voor 2020. Is de presentatie op de publieke website gebruikersvriendelijk en toegankelijk,
zo vragen de leden van de CDA-fractie. Naar de mening van deze leden neemt de Kamer
zelf haar instrumentarium niet serieus, als de uitvoering van een motie voor leden
en voor buitenstaanders niet op een adequate wijze te volgen is.
Bij de presentatie van de Rijksbegroting voor 2020 hebben de leden van de CDA-fractie
opnieuw geconstateerd dat de verschillende ministeries uiteen-lopende opvattingen
hebben over wat adequate informatie aan de Kamer over de uitvoering van een motie
is. Dit blijkt naar het oordeel van deze leden uit de verschillen tussen de bijlagen
bij de memorie van toelichting op de begrotingshoofdstukken. Deze leden vragen het
presidium nogmaals bij de regering aan te dringen op verbetering van de informatie
in de bijlage bij de memorie van toelichting op de begroting, waarbij het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als voorbeeld moge dienen.
De leden van de CDA-fractie waarderen het dat in de toezeggingenregistratie mogelijk
is gemaakt een toezegging van een bewindspersoon te registreren op naam van het lid
aan wie de toezegging is gedaan. Deelt het presidium de mening van deze leden, dat
de toezeggingenregistratie openbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke termijn denkt
het presidium dat te realiseren? Deze leden verwijzen in dit verband naar de toezeggingenregistratie
op de website van de Eerste Kamer.
De leden van de CDA-fractie vinden het een goede zaak dat de toegankelijkheid van
vergaderingen via internet de laatste jaren aanzienlijk is uitgebreid. Wel vragen
deze leden aandacht voor het feit, dat bijvoorbeeld bij technische briefings de in
de zaal vertoonde presentaties voor kijkers op afstand niet zichtbaar zijn. Kan daarvoor
een oplossing worden gevonden?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het zichtbaar en inzichtelijk maken
van het Kamerwerk ook betrekking heeft op het Kamerwerk in het verleden. In dit verband
vragen deze leden naar de collectie Staten-Generaal Digitaal, die vorig jaar onderdeel
is geworden van de website officielebekendmakingen.nl. Deze leden constateren dat
de zoekmogelijkheden in historische parlementaire documenten als gevolg van de verhuizing
van de collectie Staten-Generaal Digitaal naar officielebekendmakingen.nl drastisch
zijn verminderd. Op www.statengeneraaldigitaal.nl werden bij sprekers in een debat beknopte biografische gegevens getoond als pop-up.
Waarom is die functionaliteit niet meer beschikbaar? Waarom zijn Handelingen en Kamerstukken
van vóór 1995 alleen nog als PDF te raadplegen?
Deze leden vragen of het klopt dat de verantwoordelijkheid voor het inhoudelijk beheer
van de historische parlementaire documenten bij de Tweede Kamer zelf berust, zoals
de Staatssecretaris van BZK stelt in het antwoord op schriftelijke vragen over het
verdwijnen van de website statengeneraaldigitaal.nl (Aanhangsel Handelingen II 2018/19,
nr. 3602). Deelt het presidium de mening van de leden van de CDA-fractie, dat een historische
collectie zoals Staten-Generaal Digitaal onderhoud en beheer vergt? Zo ja, waar is
die verantwoordelijkheid binnen de organisatie van de Tweede Kamer belegd? Is er ook
voorzien in een aanspreekpunt voor gebruikers? Wordt er gewerkt aan verbetering van
de zoekmogelijkheden in historische parlementaire documenten? Zo nee, waarom niet?
Welke hiaten zijn er sinds de lancering van Staten-Generaal Digitaal geconstateerd?
Zijn deze hiaten hersteld? Zo nee, op welke termijn gaat dat dan gebeuren? Waar kunnen
gebruikers op dit moment melding maken van hiaten die zij constateren?
Wordt er gewerkt aan verbetering van de omzetting van het gedigitaliseerde (negentiende-eeuwse)
drukwerk in digitaal leesbare tekst? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie zijn voorstander van maximale transparantie van het reilen
en zeilen van de Tweede Kamer. Zaken die aan de openbaarheid kunnen bijdragen zijn
het open dataportaal en het door de CDA-fractie voorgestelde openbare toezeggingenregister.
De leden van de D66-fractie hebben over beide zaken vragen aan het presidium. Deze
leden constateren dat het open dataportaal nog steeds niet goed werkt. Dit hadden
deze leden al aangekaart in het laatste wetgevingsoverleg inzake de Raming Tweede
Kamer dd. 13 juni 2019. Hoe zit het met de realisatie hiervan? Kan het presidium toelichten
wanneer het open dataportaal volledig is en goed bruikbaar is? Debat Direct blijft
erg beperkt in functionaliteiten terwijl een dergelijk open data portaal voor ontwikkelaars
van apps en websites een schat van bronmateriaal kan opleveren waar niet alleen Kamerleden
en -fracties maar ook het bredere publiek zijn voordeel mee kan doen. Ook de toezeggingen-registratie
is nog steeds niet openbaar. De leden van de D66-fractie geloven dat deze openbare
registratie kan bijdragen aan het indammen van de verhoogde stroom van moties van
de laatste jaren. Kamerleden hoeven een toezegging van de bewindspersoon immers niet
meer per motie te «claimen». Deze leden vragen het presidium wanneer de registratie
openbaar zal zijn? Ten slotte merken deze leden op dat zij erg enthousiast zijn over
het voorstel om een parlementaire kennisbank op te bouwen met toelichting over het
werk van de Kamer voor belangstellende burgers. Waar kunnen deze leden het reeds verzamelde
materiaal zien? Het zou immers ook goed zijn als individuele fracties en Kamerleden
dit kunnen gebruiken om bepaalde aspecten van het Kamerwerk voor een bredere doelgroep
inzichtelijk te maken. Graag zouden zij in dit verband speciaal aandacht vragen voor
de (laagdrempelige) toegankelijkheid van de site waar de status van wetsvoorstellen
inzichtelijk wordt gemaakt. (Hoe) kunnen de verschillende fases van het wetgevingsproces
eenvoudiger worden toegelicht voor een groot publiek, zo vragen deze leden.
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de toegankelijkheid van de Tweede
Kamer. Een vrije, open democratie hoort veel bezoekers te kunnen ontvangen, in de
juiste balans van gastvrijheid en veiligheid. Hoe is dit tijdens de Renovatie in het
nieuwe gebouw geregeld? In het huidige gebouw gebeurt het nu geregeld dat er zoveel
bezoekers op debatten afkomen dat ze niet allemaal een plaats krijgen, soms kunnen
bezoekers die van ver komen zelfs de Kamer niet meer worden binnengelaten als er geen
plek meer is. Mensen die zich vooraf hebben aangemeld via de website van de Tweede
Kamer zijn daardoor hevig teleurgesteld, maar dit moet ook zoveel mogelijk worden
voorkomen. Het personeel van de beveiliging, de bodes, de griffies en alle andere
medewerkers spannen zich hier tot het uiterste toe in. Maar kan hierin niet nog een
extra stap worden gezet, bijvoorbeeld door meer flexibiliteit in het plaatsen van
schermen en stoelen in de Statenpassage of bijvoorbeeld een scherm aan de buitenkant
van de Tweede Kamer, op de Hofplaats? Wellicht zijn er mogelijkheden te verzinnen
dat zo min mogelijk bezoekers van het parlementaire proces teleurgesteld hoeven te
worden. Graag een reactie.
1.2.7 – Fysieke en digitale beveiliging
De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat er precies bedoeld wordt met «gastvrije»
scanstraten? Hoe zou dit eruit komen te zien? Waar zouden deze scanstraten komen?
En wat moet daar voor gebeuren? Graag verduidelijking.
De leden van de D66-fractie erkennen het grote belang van investeringen om de digitale
weerbaarheid van de Tweede Kamer te garanderen. In januari werd dat voor iedere Kamerbewoner
duidelijk toen Citrix met veiligheidsproblemen kampte en alle mobiele functies eruit
lagen, waardoor bijvoorbeeld ook thuiswerken onmogelijk werd. Deze leden vragen het
presidium welke concrete acties er nu worden genomen om de digitale weerbaarheid van
de Tweede Kamer te vergroten? Hoe groot zijn de financiële investeringen voor digitale
weerbaarheid? Kunnen deze investeringen worden uitgesplitst per concrete actie? Daarnaast
is voorlichting aan Kamerleden en ondersteunend personeel op dit vlak van groot belang.
Heeft de Tweede Kamer een voorlichtingsplan op het gebied van digitale weerbaarheid?
Zo ja, hoe ziet dat plan eruit? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat wordt geëxperimenteerd met «gastvrije
scanstraten». Wat mogen zij hieronder verstaan?
2. Raming van de uitgaven en de ontvangsten
3. Begrotingstoelichting
3.1 Algemeen
3.1.a – Algemene uitgangspunten
3.1.b – Financiële uitgangspunten
3.1.c – Opbouw
3.2. Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van
het Europees Parlement
De leden van de SP-fractie zien in de begroting dat de bedragen voor de schadeloosstelling
leden Tweede Kamer de afgelopen jaren fors oplopen, zowel het totale bedrag als het
gemiddelde per lid van de Tweede Kamer. Hoe is dit te verklaren? Is dit rechtvaardig?
Kan dit uitgebreid worden toegelicht?
Recent was er ook discussie over de belastingvrije vergoedingen van Kamerleden.1 Volgens belastingexperts zijn de belastingvrije vergoedingen van Kamerleden véél
ruimer dan gewone werkenden mogen ontvangen. Is het niet heel slecht als de regels
voor Kamerleden ruimer zijn dan voor gewone werknemers? Deelt u de mening dat dit
onderzocht en aangepast zou moeten worden?
3.3. Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de mogelijk extra gemaakte kosten voor
de verhuizing van het Binnenhof. Kan het presidium bevestigen dat er extra middelen
nodig zijn voor de verhuizing van het Binnenhof? Zo ja, kan het presidium de kosten
zoals deze in de begrotingstoelichting nader toelichten en uitsplitsen?
De leden van de SGP-fractie constateren dat er in artikel 3 € 0,7 mln. extra uitgegeven
wordt voor de kosten van beveiliging. Wordt dit bedrag volledig ingezet voor extra
personeel? Wat betekent dit concreet voor het aantal beveiligers van de Kamer?
In artikel 3.3 is een bedrag opgenomen voor de publicatie van officiële documenten.
De leden van de SGP-fractie vragen zich af of dit bedrag mede bedoeld is voor het
onderhoud van de digitale collectie van de Kamerstukken en Handelingen van voor 1995,
zoals die eerder op Statengeneraaldigitaal.nl beschikbaar was? In hoeverre is de Kamer
hier zelfstandig verantwoordelijk voor? Wordt ook gewerkt aan het zoveel mogelijk
bieden van de faciliteiten, zoals die ook eerder via genoemde website beschikbaar
waren, zoals het niet alleen als pdf, maar ook als gewone tekst beschikbaar zijn van
de documenten? Wordt er ook gewerkt aan verbetering van de toegankelijkheid in het
algemeen door bijvoorbeeld korte introteksten, zodat niet steeds eerst het document
geopend hoeft te worden voordat duidelijk is waar een document over gaat? Zijn er
concrete plannen om de digitale beschikbaarheid van deze grote hoeveelheid informatie
te verbeteren een inzichtelijk te maken?
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over het extra budget voor de fracties.
Dat is afzonderlijk opgenomen als «extra budget» bij artikel 3.4. Is het de bedoeling
om dit bedrag vanaf volgend jaar structureel mee te nemen in de hoogte van het budget
van artikel 3.4, zonder het apart te vermelden?
3.4. Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
4. Staat van de Kamer 2019
De leden van de CDA-fractie constateren dat inmiddels voor de tiende maal de Raming
vergezeld gaat van de Staat van de Kamer. Het presidium stelt, dat de Staat van de
Kamer is bedoeld om, op basis van de weergegeven kengetallen, met elkaar te reflecteren
op (ontwikkelingen in) het eigen handelen. De leden van de CDA-fractie vragen op welke
wijze de kengetallen de voorgestelde zelfreflectie zullen bevorderen, aangezien de
daarvoor benodigde duiding in de Staat van de Kamer ontbreekt.
Deze leden herinneren eraan dat de Staat van de Kamer is voortgekomen uit het proces
van parlementaire zelfreflectie. Op basis van de inleidende teksten van de eerste
jaargangen van de Staat van de Kamer hadden deze leden hogere verwachtingen. Zo is
bijvoorbeeld de oorspronkelijk beoogde waarbor-ging van een juiste wetenschappelijke
vraagstelling door het betrekken van externe deskundigen vooralsnog achterwege gebleven
en is de duiding van de gegevens gaandeweg tot een minimum teruggebracht.
Deze leden betreuren het dat mede daardoor alleen de basisgegevens over het Kamerwerk
in zijn geheel worden gegeven, zodat de Staat de gebruiker/kiezer niet in staat stelt
de verrichtingen per fractie of per Kamerlid te bezien. Juist daar is het de kiezer
naar de mening van deze leden om te doen.
Ook zijn de gegevens pas achteraf beschikbaar zodat ze voor de dagelijkse organisatie
van het Kamerwerk van geringe betekenis zijn. Dit is te meer te betreuren omdat niet
alleen de nodige veranderingen ter optimalisatie van het Kamerwerk al op stapel staan,
maar ook omdat in het huidige tijdsgewricht een toenemende veranderdruk te verwachten
valt. Het is daarbij zaak de vinger goed aan de pols te kunnen houden. Deelt het presidium
de mening van de leden van de CDA-fractie, dat er alle reden is om te bezien of er
iets aan deze onvolkomenheden kan worden gedaan? In dit verband vragen deze leden
het presidium na te gaan over welke kennis, databestanden en analyseinstrumenten de
Staatscommissie parlementair stelsel kon beschikken.
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de Staat van de Kamer steeds
een selectie bevat van verschenen boeken en publicaties in tijdschriften over de Tweede
Kamer. Deze leden waarderen het, dat dat overzicht is voorzien van een duiding van
de inhoud. Naar de mening van deze leden bieden de opeenvolgende jaarlijkse literatuuroverzichten
een goed overzicht van het externe onderzoek naar het functioneren van de Kamer.
Het verbaast deze leden wel, dat in het literatuuroverzicht ook het voorstel tot algehele
herziening van het Reglement van Orde van de werkgroep-Van der Staaij is opgenomen. Deze leden vragen of hier geen sprake is van een Droste-effect.
In 2019 zijn er 18 wetenschappelijke publicaties opgesteld in opdracht van de Tweede
Kamer. De leden van de CDA-fractie waarderen het handzame overzicht daarvan, dat in
de Staat van de Kamer is opgenomen. Wel vragen deze leden, waarom voorlichting van
de Algemene Rekenkamer ook onder deze kop wordt vermeld. In hoeverre verschilt die
van voorlichting van de Raad van State, zo vragen deze leden.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.