Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 23 maart 2020
2020D10851 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 23 maart 2020
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2133).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
Inhoudsopgave
Blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Algemeen
2
Uitbraak van het coronavirus
2
Libië
4
Venezuela
6
Sahel
6
Midden-Oosten Vredesproces
7
Turkije
7
Overige onderwerpen
10
II.
Antwoord / Reactie van de Minister
11
III.
Volledige agenda
11
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 23 maart 2020, alsook van het verslag
van de vorige Raad. Wel hebben deze leden nog een aantal vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van RBZ
en van het verslag van de vorige bijeenkomst.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
RBZ van 23 maart. Deze leden hebben enkele vragen over het repatriëren van EU-burgers
die zich op dit moment buiten Europa bevinden.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
voor de RBZ van 23 maart 2020. Zij hebben daar nog vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
RBZ van 23 maart 2020. Deze leden hebben daarover nog vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstellig kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en hebben nog een aantal vragen over de kabinetsinzet bij de Raad.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
verslag van de RBZ gehouden op 5 en 6 maart jl. en van de geannoteerde agenda voor
de RBZ van 23 maart aanstaande. Deze leden hebben daarbij nog enkele vragen.
De uitbraak van het coronavirus
De VVD-leden maken zich zorgen om de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en benadrukken
het belang van (internationale-)samenwerking. Zij waren dan ook ongerust na het horen van geluiden dat de Verenigde Staten
de rechten van een corona-vaccin exclusief voor haar eigen burgers zou willen laten
veiligstellen. Zou de Minister willen informeren naar de stand van zaken hiervan en
bij zijn collega’s het belang van samenwerking en bescherming van alle burgers willen
benadrukken? Welke mogelijkheden ziet de Minister om te voorkomen dat een vaccin of
medicijn maar voor één of enkele landen beschikbaar blijkt? In hoeverre werken de
lidstaten samen met betrekking tot het ondersteunen bij de terugkomst van EU-burgers
uit landen vanwaar zij in verband met het virus vanuit willen of moeten vertrekken,
maar waarbij zij hierin grote belemmeringen tegenkomen? Wat kunnen de lidstaten gezamenlijk
doen en hoe kan de Europese Commissie hierbij helpen?
De leden van de CDA-fractie vinden het terecht dat de bespreking van de internationale
aspecten van coronavirus aan de agenda van de RBZ is toegevoegd. Deze pandemie grijpt
wereldwijd om zich heen, met vergaande gevolgen. De urgentie om nationaal en internationaal
maatregelen te nemen is hoog. Deze leden roepen de Minister op te pleiten voor een
actieve gemeenschappelijke externe EU-strategie. Zij vragen tevens of het klopt het
dat de Schengen-buitengrenzen gesloten zijn voor reizigers van buiten de EU. Kan de
Minister hierop ingaan?
De leden van de D66-fractie maken zich ernstige zorgen over de vele Nederlanders die
op dit moment buiten de EU zijn en door de COVID-19-pandemie in onzekere tijden verkeren.
Studenten, toeristen en zakenreizigers zitten ver weg van familie en vrienden in onzekerheid
of zij terug kunnen. Naar alle waarschijnlijkheid besluit de EU vandaag om de Schengen-zone
voor 30 dagen te sluiten voor niet-EU-burgers. Het vliegverkeer van, naar en binnen
de EU valt voor een zeer groot deel stil. Hierdoor zitten veel Nederlanders en andere
EU-burgers die zich buiten de EU-bevinden in grote problemen. In veel gevallen weten
zij niet of er nog vluchten gaan en zo ja, wanneer. In sommige gevallen zitten zij
in landen waar communicatie lastig is, waar vervoer lastig is, waar de informatievoorziening
ondermaats is en waar de gezondheidszorg gebrekkig is. De Franse regering heeft tegen
Franse burgers gezegd dat zij naar de Franse ambassade kunnen om gerepatrieerd te
worden.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het kabinet zich zo veel mogelijk
moet inspannen om Nederlanders die naar Nederland terug willen komen hierin te ondersteunen.
Deze leden stellen voor dat dit in EU-verband gezamenlijk wordt gedaan, om zo veel
mogelijk EU-burgers zo snel mogelijk te repatriëren. Zij vragen de Minister om met
andere EU-landen te inventariseren of gezamenlijk repatriëringsvluchten mogelijk zijn.
Is de Minister bereid te inventariseren of de EU hiervoor het Union Civil Protection Mechanism in werking wil stellen, zoals ook gebeurd is tijdens de repatriëringsvluchten vanuit
Wuhan. Is het kabinet bereid indien nodig hier regeringsvliegtuigen of defensie-vliegtuigen
voor in te zetten? Welke capaciteit zou daarmee bereikt kunnen worden? Op welke termijn
zouden dergelijke repatriëringsmissies opgestart kunnen worden? En heeft Nederland
de capaciteit om dit zelfstandig te doen, mocht dit in EU-verband niet haalbaar zijn?
Heeft het kabinet al een beeld van het aantal Nederlanders dat in de problemen is
geraakt en door de ontstane situatie niet terug naar huis kunnen komen?
De leden van de GroenLinks-fractie merken met grote zorgen de grootschalige impact
van COVID-19 op de rest van de wereld op. Deze leden merken op dat zeker in deze tijden
consulaire dienstverlening van groot belang is. Wat wordt gedaan om Nederlanders in
het buitenland te ondersteunen met terugkeer, en wat is het beleid voor wat betreft
ambassadepersoneel en hun families? Is het kabinet van mening dat het nu niet beter
zou zijn om een algeheel «oranje» reisadvies te geven voor de hele wereld, waarbij
noodzakelijke reizen wel doorgang vinden, maar waarbij mensen niet naar regio’s reizen
waar nog geen COVID-19 is gesignaleerd, maar waar dat mogelijk in de toekomst wel
het geval gaat zijn?
Daarnaast vragen de leden van de GroenLinks-fractie hoe Afrika in bredere zin is voorbereid
op COVID-19, en welke hulp Nederland en de Europese Unie hierbij kunnen bieden.
Ten aanzien van de uitbraak van het coronavirus vragen de leden van de SP-fractie
de Minister op welke wijze er in EU-verband en daarbuiten internationaal samen wordt
gewerkt met betrekking tot de aanpak van het coronavirus. Is er bijvoorbeeld bijstand
verleend aan Italië, dat hard getroffen is door het virus, of wellicht aan andere
landen, ook buiten de EU, die ook hard geraakt worden? Kan de Minister inzicht geven
in deze samenwerking en bijstandverlening? Hoe ziet internationale solidariteit eruit?
Welke internationale inspanningen zijn er om te komen tot een vaccin tegen het virus?
Deelt de Minister de mening van de leden van de SP-fractie dat dit ter beschikking
gesteld zou moeten worden via de Wereldgezondheidsorganisatie aan alle landen en mensen,
kosteloos?
De leden van de SP-fractie hebben voorts kennisgenomen van berichten uit Iran dat
de illegale, eenzijdige sancties van de VS tegen Iran de aanpak van het coronavirus
in dat land ernstig belemmeren. Dit komt vooral omdat broodnodige medicijnen niet
geïmporteerd kunnen worden. De leden van de SP-fractie vragen hierop een reactie van
de Minister. Erkent de Minister de sanctie-gerelateerde problemen in Iran? Is hij
bereid er bij de Verenigde Staten op aan te dringen, bij voorkeur in EU-verband, dat
de sancties, die levering van medische zaken in de weg staan, in ieder geval tijdelijk
worden opgeschort? Zo nee, waarom niet? Kan de EU, via beschikbare kanalen als het
instrument INSTEX, wellicht zelf meer doen in de richting van Iran?
Het lijkt leden van de PvdA-fractie evident dat tijdens de RBZ de verspreiding van
COVID-19 en de internationale gevolgen daarvan nog ter sprake komen. Immers, ook internationaal
speelt de uitwisseling van informatie betreffende de verspreiding van het virus en
de (gevolgen van de) getroffen maatregelen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor
de mobiliteit tussen de EU en overige landen? Hoe zit het de beschikbaarheid van medische
hulpmiddelen wereldwijd en alle overige zaken die niet alleen de EU aangaan, maar
zeker ook de relatie van de EU met andere landen, zoals bijvoorbeeld Iran, India en
de Verenigde Staten? Wat is hierbij de inzet van Nederland? Ook zijn internationaal
veel bijeenkomsten opgeschort, zoals bijvoorbeeld de VN-Mensenrechtenraad. Op welke
wijze ziet u dat deze overleggen vorm gaan krijgen?
Libië
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgang van
de nieuwe operatie in de Middellandse Zee. Zij vragen hoe de Minister denkt dat de
Europese Unie kan voorkomen dat generaal Haftar voordeel heeft bij het met marineschepen
gehandhaafde wapenembargo tegen Libië, omdat hij zijn materieel over land krijgt,
terwijl de Government of National Accord grotendeels afhankelijk is van aanvoer over zee. Daarnaast zouden deze leden willen
weten of er al meer bekend is over de manier waarop de Europese Unie wil voorkomen
dat de missie toch migranten gaat oppikken in de Middellandse Zee, en zo ja, wat.
De leden van de CDA-fractie steunen de nieuwe operatie in de Middellandse Zee ter
opvolging van EUNAVFOR MED Operatie Sophia. Hopelijk kunnen vraagstukken die nog moeten
worden beantwoord snel worden opgelost, zoals de procedure om de maritieme component
te kunnen verplaatsen indien sprake is van verhoging van irreguliere migratie als
gevolg van inzet van operatieschepen, alsmede het ontschepingsvraagstuk. De nieuwe
operatie zal primair gericht zijn op de implementatie van het VN-wapenembargo. De
leden van de CDA-fractie spreken de hoop uit dat de missie ook aan Turkije wordt uitgelegd.
Turkije, dat niet alleen het wapenembargo schendt, maar ook Syrische rebellen naar
Libië stuurt. Deze leden roepen de Minister op in contact te treden met Frankrijk,
dat zelf heeft waargenomen dat Turkse marineschepen oorlogsmaterieel verscheepten
in Tripoli. Is de Minister daartoe bereid?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over de nieuwe operatie ter opvolging
van Operatie Sophia. Hoe gaat deze operatie bijdragen aan de strijd tegen mensensmokkel?
Kan dit nog wel effectief gebeuren, gezien de reikwijdte van de missie die zich beperkt
tot de oostkant van Libië? Deze leden merken op dat er zorgen bestaan over een veranderende
machtsbalans in het voordeel van generaal Haftar, gezien de meeste wapenleveranties
hem toekomen via het land in plaats van via de zee. Wat is de opinie van het kabinet
hierover, die de zittende regering in Libië steunt? Zijn er mogelijkheden om de wapensmokkel
via landsgrenzen strenger te controleren?
De leden van de SP-fractie lezen dat de EU in de loop van deze maand een nieuwe militaire
operatie wil starten om bij te dragen aan handhaving van het wapenembargo van de VN.
Dit omdat het embargo tegen Libië op systematische wijze wordt geschonden. Het tegengaan
van wapenleveranties aan dit nu al zwaar overbewapende, in burgeroorlog verwikkelde
land is van groot belang, stellen de leden van de SP-fractie. Maar of de EU-operatie
daar ook echt aan bij kan dragen, is de vraag. Veel wapens richting Libië gaan niet
via zee, waar de EU zich op richt, maar door de lucht of over land. Hoe kan hiertegen
opgetreden worden? Bekend is ook dat veel wapens worden geleverd door zogenaamde bondgenoten
van het Westen. Vorige week verscheen er nog een artikel dat de Verenigde Arabische
Emiraten (VAE) sinds januari dit jaar meer dan honderd vluchten vol met wapens naar
Libië heeft gestuurd.1 Dat zijn vaak wapens die de VAE eerder in Westerse landen heeft gekocht. Daarom is
een EU-wapenembargo tegen de VAE belangrijk. Kan de Minister aangeven wat hij daarvan
vindt? Spant hij zich daarvoor in? Verder biedt het VN-embargo kennelijk een opening
aan landen om zogenaamde niet-letale militaire steun te leveren. Is de Minister het
ermee eens dat die mogelijkheid ongedaan gemaakt moet worden? Is daar overleg over?
Klopt het dat Frankrijk dergelijk «niet letaal» militair materieel aan Libië levert?
Wordt Frankrijk hierop aangesproken?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat het kabinet een sterke en eensgezinde
EU essentieel acht en moedigt de EU aan actief bij te dragen aan de opvolging van
«Berlijn». Maar hoe denkt het kabinet dit te realiseren? Is het niet zo dat de verdeeldheid
tussen de EU-lidstaten (onder meer Frankrijk en Italië) over de toekomst van Libië
een effectief gezamenlijk EU-optreden dwars zit? Heeft deze verdeeldheid wellicht
bijgedragen aan de rol die Rusland, Turkije en de VAE nu in Libië spelen? Welke concrete
invulling wil de Minister in vervolgtraject van «Berlijn» terugzien? Hoe actief zou
de EU in zijn visie moeten zijn en zou een eventuele fysieke aanwezigheid daar een
verschil kunnen maken?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat nu de vergadering van de Mensenrechtenraad
in Genève ook tot nader orde is opgeschort, dit ook betekent dat er niet gesproken
zal worden over een verantwoordingsmechanisme (Commission of Inquiry) om de mensenrechtenschendingen in Libië te onderzoeken en terug te dringen. Er werd
nog (veelbelovend) onderhandeld over een resolutie die een dergelijk mechanisme in
moest stellen. Op welke wijze zet het kabinet zich in om er alsnog voor te zorgen
dat schendingen in Libië worden onderzocht en tegengegaan?
Tot slot stellen de leden van de PvdA-fractie dat het positief is dat er schepen varen,
want die hebben een reddingsverplichting. Het kabinet geeft aan dat het in de eerste
plaats gaat om de terechte handhaving van het wapenembargo. Maakt de uitvoering van
reddingsmissies ook onderdeel uit van het mandaat? Zo niet, waarom niet? Zo ja, houden
de routes die deze schepen zouden gaan varen hier dan rekening mee?
Venezuela
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang van de gesprekken
van Speciaal Adviseur Enrique Iglesias over Venezuela. Nu het bezoek aan Venezuela
met als doel het vinden van ruimte voor een onderhandelde oplossing geen doorgang
kan vinden, vragen de VVD-leden hoe de Minister denkt dat de voortgang van het proces
zo goed mogelijk gewaarborgd kan worden.
Sahel
De leden van de CDA-fractie delen de zorgen over de snel verslechterende veiligheidssituatie
in de Sahel. Deze dreigt bovendien steeds meer over te slaan naar de West-Afrikaanse
kustlanden. Het is een goede zaak dat de Europese Commissie besloten heeft de bestaande
Sahelstrategie uit 2011 te herzien. Wanneer verwacht de Minister dat deze in de RBZ
besproken gaat worden?
De leden van de CDA-fractie maken zich ernstig zorgen over de opmars van de radicale
islam in de Sahelregio, die gepaard gaat met geweld en terreur tegen onder meer christenen.
Is de Minister bereid dit te adresseren? Is hij ook bereid expliciet aandacht te vragen
voor de christenvervolging in de Sahelregio? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie nemen met zorg kennis van de snel verslechterde
situatie in de Sahel. De Minister schrijft dat de verslechterende veiligheidssituatie
over dreigt te slaan naar West-Afrikaanse kustlanden. Om welke landen gaat het dan
specifiek en wat wordt ondernomen om dit scenario te vermijden?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister hierbij ook hoe, gezien de impact
van COVID-19 op de consulaire diensten in het buitenland, de voorgestelde kabinetsinzet
op het gebied van veiligheid, vrouwenrechten, het tegengaan van straffeloosheid, ondersteuning
maatschappelijk middenveld en klimaatverandering uitgevoerd gaan worden. Welke beperkingen
komen hierbij kijken en wat zijn de eerste prioriteiten, ook gezien de voorgenomen
upgrade van diverse ambassadeposten in de Sahel? Deze leden spreken de wens uit dat
de Nederlandse medewerkers overal ter wereld, en dus ook in de Sahel, met de grootst
mogelijke veiligheid een bijdrage kunnen leveren aan de genoemde belangrijke onderwerpen.
Zij vragen de Minister of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn om dit te bewerkstelligen.
Ook vragen de leden van de GroenLinks-fractie zich af of de genoemde EU-G5-Saheltop
op 26 maart aanstaande doorgaat, eventueel via een online conferentie. Welke urgente
interventies in de meest fragiele regio’s is het kabinet van plan om te benadrukken
bij de geplande Saheltop? Kan de Minister daarbij schetsen hoe de beschreven «coherentie
van Europese inzet» eruitziet en wat daar nog aan verbeterd kan worden? Is er ook
al meer bekendheid over de eventuele inzet van de EU Battle Groups in de Sahel? Deze leden zijn blij dat er in Brussel afspraken zijn gemaakt over een
nieuw mandaat van de European Union Training Mission (EUTM). Kan het kabinet meer duidelijkheid geven over de inhoud van het herziene
mandaat van EUTM en welke wijzigingen hierin zijn doorgevoerd? Wat betekent het nieuwe
mandaat voor de omvang van de missie en voor de Nederlandse bijdrage?
De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de Kamerbrief
met kabinetsinzet voor de Sahel en ook de inzet van Nederland in de EU (ontvangen
op 17 maart 2020). Het is goed om te vernemen dat Nederland een actieve rol op zich
neemt bij de herziening van de Sahelstrategie uit 2011 evenals de aandacht voor de
samenwerking met de buurlanden van Mali ten behoeve van de implementatie van het huidige
VN-sanctieregime Mali. De situatie in de Sahelregio baart zorgen en zeker ook de mate
waarin mensen hun heil zoeken in relatief veiliger landen. Dit brengt ook weer problemen
met zich en vooral ook zorgen voor de betreffende West-Afrikaanse landen, zowel voor
de inwoners als de mensen die op zoek zijn naar veiligheid. Zal de Minister dit ook
meenemen in de gesprekken over de veiligheidssituatie in de Sahel, de gevolgen van
de verslechterende situatie in de Sahel voor de West-Afrikaanse kustlanden? Is de
situatie in de Sahel tijdens bezoek van de Europese Commissie aan Ethiopië in het
kader van de EU-Afrika Strategie ook besproken? Is er ter sprake gekomen hoe de Afrikaanse
landen de problemen in de Sahel zien en aan welke oplossingen voor de situatie die
een groot deel van de landen direct, dan wel indirect treft, zij denken?
De leden van de ChristenUnie-fractie zouden ten aanzien van de EUTM Mali graag willen
weten wat er precies bedoeld wordt met «meer aandacht voor het uitvoeren van decentrale,
mobiele activiteiten» en wat de Nederlandse rol daarin precies is.
Midden-Oosten Vredesproces
De leden van de PvdA-fractie vragen de Minister of hij een toelichting kan geven op
wat hij precies verstaat onder een nieuwe dynamiek die het Amerikaanse plan teweeg
kan brengen. Blijft de Minister voorstander van het hanteren van de grenzen zoals
door het internationaal recht vastgesteld? En zo ja, waaruit bestaat dan de nieuwe
dynamiek? Welke risico ziet de Minister in het Amerikaanse plan? En wat zal er naast
het Amerikaanse plan nog meer worden besproken als het gaat om het Midden-Oosten Vredesproces?
Welke verwachtingen heeft de Minister nu de heer Gantz in Israël de formatie gaat
leiden?
Turkije
Er is door de leden van de VVD-fractie met interesse kennisgenomen van het voorgenomen
standpunt dat de EU eensgezind optreedt en de druk op het Syrische regime en zijn
bondgenoten dient te verhogen om hen te bewegen tot deelname aan het politiek proces.
Hoe denkt de Minister dat het beste druk op alle betrokken partijen uitgeoefend kan
worden om het staakt het vuren in stand te houden en tot een duurzame oplossing te
komen?
De leden van de PVV-fractie kijken met groot ongenoegen naar de toenadering die Brussel
zoekt in de richting van president Erdogan. Ook vinden deze leden dat aan het EU-Turkije-beleid
geen touw is vast te knopen. In het verslag van de vorige Raadsbijeenkomst staat dat
de EU zich op het standpunt stelt «dat de inzet van vluchtelingen als politiek wapen
onacceptabel is». Toch wordt nu weer met Erdogan gesproken, terwijl hij dat politiek
wapen nog steeds inzet en ook te kennen heeft gegeven dat hij daarmee door zal gaan
totdat hij zijn zin heeft gekregen.
Waarom wordt vandaag (17 maart 2020) dan toch weer met Erdogan/Turkije gesproken?
Hiermee geeft de EU toch toe aan de chantagepolitiek van Erdogan en het feit dat hij
migranten inzet als politiek wapen? Graag ontvangen de leden van de PVV-fractie een
nadere verklaring.
De leden van de PVV hebben vernomen dat er een telefonische mini-top wordt gehouden
over de Turkijedeal.2 De NOS bericht dat aan die top president Erdogan, bondskanselier Merkel en president
Macron deelnemen. Klopt dit? Of is onze premier of Minister van Buitenlandse Zaken
ook aanwezig bij dit telefonische overleg? Kan de regering ervoor zorgen dat de Kamer
een woordelijk verslag van die top krijgt? Als geen enkele Nederlandse bewindspersoon
deelneemt aan die mini-top, heeft Nederland dan überhaupt wel iets in de melk te brokkelen
ten aanzien van de EU-Turkije-relatie? De leden van de PVV-fractie vrezen van niet
en voorzien dat Nederland straks door Erdogan, Merkel en Macron weer een rekening
door de strot geduwd krijgt voor een Turkijedeal 2.0. Een deal waar we als land geen
enkele invloed op hebben gehad, maar waar we wel aan moeten meebetalen.
Wat de leden van de PVV-fractie betreft gaat er geen cent meer naar Erdogan, buigen
we niet voor de Turkse chantagepraktijken en zetten we onze (financiële) middelen
in voor het Nederlands belang. Er mag nog geen euro aan Turkije toegezegd worden,
alleen al omdat we al onze middelen nodig hebben om Nederland overeind te houden nu
ons land en de bevolking zwaar getroffen worden door het coronavirus.
De leden van de CDA-fractie vragen welke mogelijke gevolgen het sluiten van de Schengen-buitengrenzen
voor reizigers van buiten de EU (i.v.m. het coronavirus) heeft voor de migratiedeal
met Turkije. Kan de Minister aangeven hoe de gesprekken tussen de EU en Turkije verlopen
om te komen tot een nieuw akkoord?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet daarbij stelt dat de situatie rond
Idlib «een van de belangrijkste oorzaken van de huidige migratiedruk» zou zijn. Kan
de Minister dit toelichten en daarbij ingaan op het feit dat Turkije zijn grens juist
gesloten houdt voor Syrische vluchtelingen uit Idlib?
De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat heden een telefoongesprek plaats
zal vinden tussen de Turkse president, de Duitse bondskanselier en de Franse president
over de Turkijedeal en mogelijke aanpassingen hiervan. Deze leden vragen of de regering
de afgelopen dagen contact heeft onderhouden met Frankrijk en Duitsland, en zo ja,
of de Minister iets kan zeggen over de inzet van deze landen. Kan de Minister toelichten
waarom Griekenland, gezien de situatie aan de Turks-Griekse grens, niet bij deze gesprekken
zit?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister kan bevestigen dat Turkije
migranten momenteel nog steeds aanmoedigt om te pogen de grens met Griekenland over
te steken, en zo ja, wat dit betekent voor het onderling vertrouwen waarin de gesprekken
met Turkije al dan niet plaatsvinden. Hoe is de situatie aan de Turks-Griekse grens
en op de Griekse eilanden nu, waar bevinden de aanvankelijk minstens tienduizend vluchtelingen
in het niemandsland zich nu? Is er sprake van voorbereiding op COVID-19, hoe kunnen
vluchtelingen hiervoor beter beschermd worden en kunnen er bijvoorbeeld snel meer
IC-bedden worden vrijgemaakt op de Griekse eilanden?
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie op dit punt of het Nederlandse
kabinet open staat voor een herziening van de huidige Turkijedeal, die inmiddels bijna
vier jaar oud is waardoor sommige dingen zijn achterhaald. Is de Minister daarom bereid
om in de RBZ bijvoorbeeld te pleiten voor een nieuwe agenda voor een Turkijedeal 2.0,
zoals het doen van een aanbod van meer relocatie van vluchtelingen uit Turkije of
de regio rond Idlib om Turkije meer te ontlasten en het naleven van mensenrechten
in Turkije, die na de coup van 2016 drastisch zijn verslechterd?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister in te gaan op de laatste ontwikkelingen
in Idlib, Syrië. Houdt het staakt-het-vuren daar enigszins stand? Welke afspraken
zijn er precies gemaakt, tussen Rusland en Turkije en met Syrië? Hoe beoordeelt de
Minister deze? Kan de Minister ook ingaan op de duizenden vluchtelingen in het niemandsland
aan de grens met Griekenland? Wat is daar de laatste stand van zaken? Worden zij geholpen?
En hoe is in de EU gereageerd op het voorstel van de Minister voor een no-flyzone
boven Idlib voor het Syrische leger? Kan de Minister daarnaast aangeven wat naar zijn
opvatting de knelpunten zijn wat betreft de EU-Turkije-verklaring en aan welke oplossingsmogelijkheden
hij denkt? In het verslag van de vorige RBZ staat dat binnen de NAVO wordt bezien
of betere invulling mogelijk is van eerder door de NAVO getroffen maatregelen ten
behoeve van Turkije. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister het ermee eens
is dat dit op geen enkele wijze intensivering van de steun aan Turkije mag zijn, maar
dat er juist moet worden gekeken naar het verminderen van de militaire samenwerking.
De leden van de PvdA-fractie menen dat het van groot belang is dat er op de kortst
mogelijk termijn in ieder geval een oplossing komt voor de vluchtelingen die zich
nu in Turkije bevinden.
Wie zijn -wat de Minister betreft- onderdeel van het breder politieke akkoord dat
de Minister nastreeft? Welke verwachtingen heeft de Minister van een eensgezind EU-optreden
en voorziet u hierin problemen, en zo ja, welke? Is er -voor zover de Minister bekend-
inmiddels al contact geweest tussen de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken Çavuşoğlu
en de heer Borrell? En hoe zijn deze contacten verlopen? Op welke termijn verwacht
de Minister voorafgaand aan de Europese Raad de Kamer te informeren over de uitkomst
van de gesprekken en de oplossingsmogelijkheden? Klopt het dat de Duitse bondskanselier
Merkel en de Franse president Macron nog apart met de Turkse president Erdogan gaan
praten? En zo ja, is dat in overleg met de heer Borrell of is dit naast het overleg
dat de heer Borrell heeft? Verwacht de Minister dat er tijdens de Raad ook gesproken
zal worden over wat te doen als het coronavirus in één van de kampen de kop opsteekt?
De leden van de ChristenUnie begrijpen uit het verslag van de RBZ gehouden op 6 maart
jl. dat de aan Griekenland toegezegde steun van 700 miljoen euro in elk geval bedoeld
is voor een grote investering voor infrastructuur ten behoeve van de opvang van vluchtelingen
op de Griekse eilanden en voor de ondersteuning van het Europees Ondersteuningsbureau
voor Asielzaken
en Frontex. Deze leden zouden graag willen weten op welke termijn er plannen voor
die infrastructuur ten behoeve van de opvang van vluchtelingen gemaakt zullen worden
en wat die plannen dan inhouden. Zij zijn van mening dat met een dergelijk bedrag
een grote verbetering in de opvang op de Griekse eilanden bewerkstelligd moet kunnen
worden en zij vragen de Minister er bij de komende RBZ ook op aan te dringen dat dit
zo snel mogelijk gebeurt.
Voor wat betreft de 700 miljoen euro steun aan Griekenland zijn de leden van de ChristenUnie-fractie
ook van mening dat er aan de verstrekking van dit bedrag voorwaarden dienen worden
gesteld. Deze leden willen daarom van de Minister weten welke voorwaarden hieraan
gesteld zullen worden. Is de Minister het ermee eens dat aantoonbare betekenisvolle
verbetering van de infrastructuur voor de opvang van vluchtelingen op de Griekse eilanden
tot die voorwaarden zou moeten behoren? Kan de Minister overigens aangeven op welke
manier uitvoering is gegeven aan de motie-Voordewind c.s. (Kamerstuk 32 317, nr. 608) die de regering heeft opgedragen samen met andere landen er bij de Griekse overheid
op aan te dringen om de 2.500 kwetsbare alleenstaande kinderen op de Griekse eilanden
naar het vasteland over te brengen en te pleiten voor humane en beschermde opvang?
Naar aanleiding van de opmerkingen in de geannoteerde agenda hierover, zouden de leden
van de fractie van de ChristenUnie verder graag precies uitgelegd krijgen wat de overeenkomsten
en verschillen zijn tussen Operatie Sophia en de nieuwe missie die daarvoor in de
plaats komt.
Overige onderwerpen
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen over recente escalatie van geweld
in Irak, waar aanvallen op een Amerikaanse basis zijn uitgevoerd en de VS-luchtaanvallen
uitvoeren tegen formeel Iraakse militaire eenheden. Welk beeld heeft de Minister hiervan?
Klopt het dat in Irak opnieuw opgeroepen wordt dat de resolutie van het parlement
wordt uitgevoerd die de internationale troepen vraagt het land te verlaten? Hoe reageert
de Minister op die oproepen? Wat is hier de laatste stand van zaken?
De leden van de SP-fractie hebben vorig jaar al een aantal keer aandacht gevraagd
vanwege de coup in Bolivia tegen president Morales. Deze leden hebben de Minister
toen opgeroepen de militaire machtsgreep en het geweld dat daarop volgde, dat vooral
gericht was tegen aanhangers van de partij van Morales, te veroordelen. Maar het woord
«coup» wilde de Minister niet in de mond nemen. Dit omdat de Organisatie van Amerikaanse
Staten (OAS) zou hebben vastgesteld dat de door Morales gewonnen verkiezingen in oktober
2019 niet eerlijk waren verlopen. In het rapport van de gerenommeerde Amerikaanse
universiteit Massachusetts Institute of Technology
in Boston dat vorige maand verscheen, wordt geconcludeerd dat de kritiek van de OAS
niet op feiten is gebaseerd, dat er geen statistisch bewijs voor fraude is.3 Kan de Minister hierop reageren? Hoe kijkt hij naar het onderzoek van het MIT? Heeft
de Minister inhoudelijke kritiek op het rapport? Hoe verhouden de bevindingen in dit
rapport zich tot het eerdere standpunt van de Minister in deze kwestie?
Begin mei zijn er nieuwe verkiezingen in Bolivia. Het is belangrijk dat die eerlijk
verlopen, aldus de leden van de SP-fractie. Maar er zijn allerlei berichten dat potentiele
kandidaten van de partij van Morales, de Movimiento al Socialismo, worden tegengewerkt
of (mogelijk) zelfs uitgesloten van deelname. Welk beeld heeft de Minister hiervan?
Wordt Bolivia hierop aangesproken? Hoe wordt gegarandeerd dat de aankomende verkiezingen
eerlijk zullen verlopen?
Gezien de actualiteit en in aansluiting op de schriftelijke vragen die zijn ingediend
hebben de leden van de PvdA-fractie een vraag over de het bericht «In Saudi Arabia,
contacting the EU is a crime».4 Deze leden vragen of u de mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië en in het bijzonder
de gevolgen van contact met EU-vertegenwoordigers en marge van de Raad nog inbrengen.
II. Antwoord/reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 23 maart 2020, brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok, d.d. 16-03-2020.
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) en Raad Buitenlandse Zaken van
5 en 6 maart 2020, brief van de Minister van Buitenlandse Zaken S.A. Blok, d.d. 10 maart 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R. Konings, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.