Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 394 Wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van de regeling voor loonkostensubsidie en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief)
ARTIKEL I. WIJZIGING PARTICIPATIEWET
ARTIKEL II. WIJZIGING ZIEKTEWET
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET ARBEID EN ZORG
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om meer mensen met een
arbeidsbeperking aan het werk te helpen en dat het daarom wenselijk is verschillende
wijzigingen aan te brengen in de Participatiewet en enkele andere wetten, zoals het
vereenvoudigen en verbeteren van het instrument loonkostensubsidie en de passende
ondersteuning aan belanghebbenden en te bevorderen dat werken loont voor mensen die
in deeltijd met behulp van loonkostensubsidie werken;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING PARTICIPATIEWET
De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel g, door een
puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. proefplaats:
het verrichten van onbeloonde werkzaamheden bij een werkgever voor een beperkte duur
gericht op arbeidsinschakeling bij die werkgever.
2. Het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
B
Aan artikel 6a wordt een opschrift toegevoegd, luidende: Algemene verordening gegevensbescherming.
C
Aan artikel 7, derde lid, onderdeel b, wordt na «artikel 44» ingevoegd «, tenzij,
gelet op de omstandigheden van de persoon, het college ondersteuning bij arbeidsinschakeling
noodzakelijk acht».
D
Aan artikel 8a, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel b door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:
c. de wijze waarop het administratieve proces met betrekking tot het verstrekken van
loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10d, wordt vormgegeven;
d. onder welke voorwaarden het college toestemming verleent aan een persoon als bedoeld
in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, die algemene bijstand ontvangt om op een proefplaats
gedurende twee maanden, met mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden,
werkzaamheden te verrichten;
e. met betrekking tot de persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die
persoon opgedragen taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid:
1°. de duur en intensiteit van de persoonlijke ondersteuning en op welke wijze het college
ervoor zorgdraagt dat die zowel in natura als door middel van subsidieverstrekking
kan worden gerealiseerd;
2°. welke kwaliteitseisen aan een persoon als bedoeld in artikel 10, derde lid, onderdeel
a, worden gesteld en op welke wijze die eisen worden geborgd;
f. op welke wijze het college welke voorzieningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid,
verstrekt die bestaan uit:
1°. een vervoersvoorziening die ertoe strekt dat de persoon zijn werkplek, proefplaats
of opleidingslocatie kan bereiken;
2°. een noodzakelijke intermediaire activiteit in het geval er sprake is van een visuele
of motorische handicap;
3°. een meeneembare voorziening voor de inrichting van de werkplek, de productie- en werkmethoden,
de inrichting van de opleidingslocatie of de proefplaats en de bij het werk of opleiding
te gebruiken hulpmiddelen;
g. op welke wijze waar nodig voor een persoon als bedoeld in de artikelen 7, eerste lid,
onderdeel a, of 10d, tweede lid, wordt voorzien in:
1°. integrale ondersteuning, en
2°. voortgezette persoonlijke ondersteuning bij de overgang van onderwijs naar werk, van
werk naar onderwijs en van werk naar werk.
E
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid tot zesde lid, worden drie leden ingevoegd,
luidende:
3. De persoonlijke ondersteuning kan, afhankelijk van de omstandigheden van de persoon
die de ondersteuning nodig heeft, gegeven worden door:
a. een erkende deskundige die methodische ondersteuning biedt aan personen met een arbeidsbeperking
en aan werkgevers, gericht op het vinden en behouden van werk; of
b. een interne werkbegeleider die de werknemer dagelijks op het werk begeleidt.
4. Voor het oordeel of een voorziening voor de arbeidsinschakeling noodzakelijk is,
in welke mate en voor welke duur, verricht het college onderzoek en neemt een besluit
met inachtneming van de resultaten van het onderzoek.
5. Een persoon als bedoeld in het eerste of tweede lid, of een werkgever, kan bij het
college een aanvraag indienen om gevolg te geven aan de aanspraak, bedoeld in het
eerste lid.
2. Aan het zesde lid (nieuw) wordt toegevoegd «waarbij in het geval de werkgever een
aanvraag doet als bedoeld in het vijfde lid, onder belanghebbende wordt verstaan de
persoon ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan».
F
Artikel 10d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «verleent het college» ingevoegd «ambtshalve dan wel op
aanvraag van de werkgever of die persoon».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het college verleent op aanvraag van de werkgever of werknemer, gedaan binnen zes
maanden na het begin van de dienstbetrekking, in aanvulling op artikel 7, loonkostensubsidie
als na vaststelling door het college blijkt dat de persoon met voltijdse arbeid niet
in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon en die persoon in de periode
van zes maanden voorafgaand aan de dienstbetrekking:
a. deelnam aan:
1°. het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs;
2°. het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra;
of
3°. de entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2., eerste lid, onderdeel a, van de Wet
educatie en beroepsonderwijs; dan wel
b. een persoon was als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a.
3. Het tiende lid vervalt.
4. Het twaalfde lid komt te luiden:
12. De beschikking tot loonkostensubsidie wordt genomen binnen vijf weken:
a. nadat de loonwaarde is vastgesteld, bedoeld in artikel 10d, eerste lid, aanhef en
onderdeel a; of
b. nadat is vastgesteld dat de vaststelling van de loonwaarde achterwege kan blijven,
bedoeld in artikel 10d, eerste lid, aanhef en onderdeel b.
G
Artikel 10e komt te luiden:
Artikel 10e. Lagere regelgeving
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot artikel 6, ten aanzien van de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde
en de wijze waarop deze wordt vastgesteld.
2. Bij of krachten algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot artikel
10 regels worden gesteld die zien op:
a. de persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen
taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid, waaronder het stellen van kwaliteitseisen
aan een persoon als bedoeld in artikel 10, derde lid, aanhef en onderdeel a, en op
welke wijze die eisen worden geborgd;
b. de integrale ondersteuning en voortgezette persoonlijke ondersteuning bij de overgang
van onderwijs naar werk, van werk naar onderwijs en van werk naar werk van een persoon
als bedoeld in de artikelen 7, eerste lid, onderdeel a, of 10d, tweede lid;
c. voorzieningen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, die bestaan uit:
1°. een vervoersvoorziening die ertoe strekt dat de persoon zijn werkplek, proefplaats
of opleidingslocatie kan bereiken;
2°. een noodzakelijke intermediaire activiteit in het geval er sprake is van een visuele
of motorische handicap;
3°. een meeneembare voorziening voor de inrichting van de werkplek, de productie- en werkmethoden,
de inrichting van de opleidingslocatie of de proefplaats en de bij het werk of de
opleiding te gebruiken hulpmiddelen.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de artikelen 10b, 10c en 10d.
H
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel r wordt na «voor zover hij algemene bijstand ontvangt» ingevoegd «en
onderdeel y, z of aa niet van toepassing is».
b. In onderdeel y wordt «onderdeel n of r» vervangen door «onderdeel n».
c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma, worden
de volgende onderdelen toegevoegd:
z. inkomsten uit een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 10d, eerste of tweede lid,
van een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, tot 15 procent van
deze inkomsten uit arbeid, met een maximum van € 136,26 per maand, gedurende een periode
van twaalf maanden nadat de periode van zes maanden, bedoeld in onderdeel n, is verstreken,
voor zover hij algemene bijstand ontvangt, tenzij onderdeel y van toepassing is;
aa. inkomsten uit een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 10d, eerste of tweede lid,
van een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, tot 15 procent van
deze inkomsten uit arbeid, met een maximum van € 136,26 per maand, nadat de periode
van twaalf maanden, bedoeld in onderdeel z, is verstreken, voor zover hij algemene
bijstand ontvangt en het college gelet op de in de persoon gelegen omstandigheden
een uitbreiding van zijn arbeidsomvang niet mogelijk acht.
2. Aan het vijfde lid wordt toegevoegd «, met dien verstande dat onderdeel j wel van
toepassing is als het gaat om een persoon jonger dan 27 jaar die behoort tot de doelgroep
loonkostensubsidie.»
I
In artikel 38, derde lid, wordt «de 31, tweede lid, onderdelen j, n, r en y,» vervangen
door «artikel 31, tweede lid, onderdelen j, n, r, y, z en aa,».
J
Aan artikel 41, vierde lid, wordt toegevoegd «De vorige zin is niet van toepassing:
a. voor de duur van een jaar op alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden wanneer
een van de personen uiterlijk een jaar voorafgaand aan de aanvraag ingeschreven heeft
gestaan bij:
1°. het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs,
of
2°. het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra;
b. op alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden wanneer een van de personen medisch
urenbeperkt is of behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.»
K
Na artikel 45 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 45a Betaling loonkostensubsidie
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de termijn waarbinnen
het bedrag aan loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10d, vierde of vijfde lid, wordt
berekend en betaald.
L
Na artikel 78ee wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 78ff
Artikel 10d, twaalfde lid, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel F, van de Wet van ... tot wijziging van de Participatiewet
en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van de regeling voor loonkostensubsidie
en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief) (Stb. ..., ...) blijft van
toepassing indien het recht op ziekengeld is ontstaan voor dat tijdstip.
ARTIKEL II. WIJZIGING ZIEKTEWET
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 29d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 29e
1. Als het gaat om een werknemer waarvoor de werkgever loonkostensubsidie als bedoeld
in artikel 10d, eerste of tweede lid, van de Participatiewet ontvangt, en de werknemer
een recht heeft op ziekengeld als bedoeld in de artikelen 29, tweede lid, onderdeel e,
29a, 29b, tweede lid, onderdelen e of f, of 29d, wordt het ziekengeld vermenigvuldigd
met de voor die werknemer vastgestelde loonwaarde, bedoeld in artikel 6, eerste lid,
onderdeel g, van de Participatiewet.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot
het eerste lid.
B
Na artikel 86d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 86e
Artikel 29e is niet van toepassing op de werknemer wiens recht op ziekengeld is ontstaan
voor het tijdstip van inwerkingtreding artikel II van de Wet van ... tot wijziging
van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van de
regeling voor loonkostensubsidie en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief)
(Stb. ..., ...).
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET ARBEID EN ZORG
De Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3:13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde en zevende lid komen te luiden:
6. Als het gaat om een werknemer waarvoor de werkgever loonkostensubsidie als bedoeld
in artikel 10d, eerste of tweede lid, van de Participatiewet ontvangt, en de werknemer
een recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 3:7, wordt de uitkering vermenigvuldigd
met de voor die werknemer vastgestelde loonwaarde, bedoeld in artikel 6, eerste lid,
onderdeel g, van de Participatiewet.
7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot
het derde lid.
2. Het achtste lid vervalt.
B
Aan artikel 4:2c worden twee leden toegevoegd, luidende:
5. Als het gaat om een werknemer waarvoor de werkgever een recht heeft op loonkostensubsidie
als bedoeld in artikel 10d, eerste of tweede lid, van de Participatiewet, en de werknemer
een recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 4.2b, wordt de uitkering vermenigvuldigd
met de voor die werknemer vastgestelde loonwaarde, bedoeld in artikel 6, eerste lid,
onderdeel g, van de Participatiewet.
6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot
het zevende lid.
C
Na artikel 6:10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6:11
Artikel 3:13, zesde en zevende lid, is niet van toepassing op de werknemer wiens recht
op uitkering als bedoeld in artikel 3:7 is ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel III van de Wet van ... tot wijziging van de Participatiewet en enkele
andere wetten in verband met het verbeteren van de regeling voor loonkostensubsidie
en enkele andere wijzigingen (uitvoeren breed offensief) (Stb. ..., ...).
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.