Lijst van vragen : Lijst van vragen over najaarsnota 2019 (Kamerstuk 35350-1)
2019D50228 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen over de Najaarsnota 2019
en bijlagen (Kamerstuk 35 350, nr. 1) ter beantwoording voorgelegd aan de Minister van Financiën.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Nr.
Vraag
1.
Hoe zou de belastingdruk per 10%-groep, waar het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) over publiceert, eruit zien wanneer daarin ook de indirecte belastingen zouden
worden meegenomen?
2.
Wat zou de opbrengst zijn indien bedrijven niet 30% maar slechts 10% van de rente
mogen aftrekken?
3.
In hoeverre lost de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet een reëel bestaand
probleem op?
4.
In hoeverre is ondergebruik of zelfs niet-gebruik van toeslagen meegenomen in de koopkrachtplaatjes?
5.
Voor hoeveel miljard is er de afgelopen dertig jaar aan eigen aandelen opgekocht door
bedrijven?
6.
Wanneer en met welke redenen zijn de regimes «vrijgestelde beleggingsinstelling» en
«fiscale beleggingsinstelling» in het leven geroepen?
7.
Wat zou de budgettaire opbrengst zijn wanneer vrijgestelde en fiscale beleggingsinstellingen
(resp. vbi’s en fbi’s) vennootschapsbelasting (vpb) zouden betalen?
8.
Hoeveel winst zit opgepot in fbi’s en vbi’s?
9.
Welke andere landen kennen regimes die vergelijkbaar zijn met de fbi en/of de vbi?
10.
Hoe verschilt de wijze van belastingheffing op een fbi of een vbi wanneer deze wordt
vergeleken met een belegging van een privépersoon, of een belegging door een vennootschap?
Op welke wijze valt er belastingvoordeel te behalen?
11.
Kan worden aangegeven in hoeverre een verhoging van de vpb doorwerkt in de consumentenprijzen?
Kan dit voor een CO2-taks worden aangegeven? In hoeverre betalen consumenten deze doorwerking in de consumentenprijzen
ook daadwerkelijk? Gaan zij op zoek naar goedkopere alternatieven?
12.
Welk deel van de incidentele 460 miljoen euro voor onderwijs wordt betaald door het
– middels kasschuif – naar voren halen van middelen?
13.
Zijn de genoemde overboekingen tussen de deelplafonds in lijn met de begrotingsregels?
14.
Met hoeveel procent bbp zullen de zorgkosten toenemen tussen 2019 en 2025? En met
hoeveel miljard euro?
15.
Met hoeveel procent bbp zullen de collectieve uitgaven toe- of afnemen tussen 2019
en 2025 indien geen aanvullende maatregelen worden genomen? En met hoeveel miljard
euro?
16.
Ontvangt de Kamer nog steeds in het vierde kwartaal een brief over mogelijke investeringen
voor het toekomstig groeipotentieel? Zo ja, wanneer?
17.
Waarom zijn de meeste nieuwe uitgaven niet onderbouwd conform artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet
2016 (CW)? Wanneer gebeurt dit alsnog?
18.
Waarom worden middelen voor onderwijs, die pas in latere jaren worden uitgegeven,
al toegevoegd aan de begroting 2019? Kan worden verzekerd dat deze allemaal worden
doorgeschoven naar volgende jaren?
19.
Kunt u een totaaloverzicht geven van de stortingen in revolverende fondsen in 2019,
de ontwikkeling van het investeringsvermogen en de voortgang van de uitgaven?
20.
Kunt u de omvangrijke verplichtingenmutaties op de suppletoire begrotingen van BUHA-OS,
JenV en VWS nader toelichten?
21.
Is er in de begroting voor 2019 of voor 2020 een voorziening opgenomen voor de compensatie
en de schadevergoedingen in het kader van de lopende toeslagenaffaire? Zo nee, waarom
niet?
22.
Hoe vaak heeft het kabinet de begrotingsregels geschonden?
23.
Klopt het dat de stand van de «begrotingsreserve asiel» in het jaar 2019 eindigt op
0,0 euro? Hoeveel toevoegingen en hoeveel onttrekkingen worden hier verwacht in 2020?
Is deze begrotingsreserve toereikend voor het beoogde doel?
24.
Hoe heeft het bedrag in revolverende fondsen zich sinds het Rekenkameronderzoek ontwikkeld?
25.
Kunt u aangeven hoeveel extra belastingopbrengsten er in 2019 zouden zijn geweest
als tweede pijler pensioenen vanaf 2009 gelijk gestegen zouden zijn met consumentenprijzen?
26.
Met welk overheidsbeleid zorgt het kabinet ervoor dat een hoger dan verwachte asielinstroom
doorwerkt naar meer aanbod van sociale huurwoningen?
27.
Kunt u in een cirkeldiagram de meest actuele cijfers tonen van de verdeling van pensioenvermogen
(per lidstaat) in de eurozone?
28.
Kunnen de overschrijdingen en de onderschrijdingen op de kaders bij Najaarsnota van
de laatste tien jaar gegeven worden?
29.
Kunnen de overschrijdingen en onderschrijdingen over het jaar heen gegeven worden?
In welke maanden nemen de onder-/overschrijdingen relatief veel toe? Is daar een patroon
in te ontdekken over de jaren heen?
30.
Welke beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota worden nog verwacht? Wordt de Kamer
voor al deze beleidsmatige mutaties apart en tijdig geïnformeerd?
31.
Hoeveel geld is er nu in totaal gereserveerd/beschikbaar voor de stikstofproblematiek?
32.
Kunnen de precieze regels die het Ministerie van Financiën hanteert voor kasschuiven
gegeven worden? Op grond van welke (begrotings)regels of afwegingen besluit u of een
kasschuif wordt toegestaan? Zijn hier kaders voor? Worden alle kasschuiven voorgelegd
aan Financiën? Hoe vaak worden kasschuiven geweigerd?
33.
Wat zijn de regels omtrent de begrotingspost nominaal/onvoorzien? Wanneer mogen departementen
hiervan gebruikmaken? Wordt dit overlegd met Financiën?
34.
Kan de rekensom voor de investeringen in de publieke sector sinds het regeerakkoord
geüpdatet worden? Hoeveel wordt er geïnvesteerd in onderwijs (Regeerakkoord plus aanvullende
investeringen), hoeveel in veiligheid, hoeveel in defensie, hoeveel in infrastructuur
en hoeveel in zorg?
35.
Kunnen de defensiebudgetten voor de laatste tien jaar gegeven worden in absolute aantallen?
Wat is de verwachting voor de komende tien jaar?
36.
Kunnen de totale kadermutaties in verband met de conjuncturele effecten voor de bijstand
en de WW gegeven worden voor alle budgettaire nota’s van Rutte III? Wordt achteraf
nog getoetst of de conjuncturele effecten goed uitgesplitst bleken? Zo ja, hoe? Zo
nee, waarom niet?
37.
Wie maakt de berekeningen voor het conjuncturele effect van de bijstand en de WW?
Kunnen deze berekeningen voortaan met de Kamer gedeeld worden of expliciet opgenomen
worden in (een bijlage van) de budgettaire nota’s?
38.
Wat wordt bedoeld met «Door de vertraging bij de Belastingdienst bij het uitvoeren
van de herstelactie Wet kindgebonden budget (WKB) wordt het kasritme niet gehaald.
Hierdoor wordt in 2019 83 miljoen euro minder uitgekeerd.»? Kan hier een uitgebreidere
verklaring van gegeven worden?
39.
Hoeveel gezinnen moeten nu langer wachten op hun herstelactie? Hoe is dat met deze
gezinnen gecommuniceerd? Welke «vormgeving» van deze regeling kostte meer tijd dan
verwacht? Kan de Kamer intensief/intensiever betrokken worden bij het opzetten en
uitvoeren van deze regeling?
40.
Kan de lagere opbrengst binnen de indirecte belastingen verklaard worden? Kan dit
per tegenvallende belastingsoort gedaan worden?
41.
Wat is de ratio achter het feit dat nieuwe begrotingsreserves wel ten laste komen
van begrotingen in 2019 (zoals bij LNV en VWS) en daarmee ten laste van het uitgavenplafond,
terwijl er geen feitelijke uitgaven in 2019 uit voortkomen?
42.
Wat is het totaalsaldo van alle begrotingsreserves op dit moment?
43.
Klopt het dat de toekomstige uitgaven ten laste van begrotingsreserves dan niet meetellen
voor de plafonds? Hoe worden deze toekomstige uitgaven budgettair beheerst en ingepast
in toekomstige begrotingen? Is er een raming beschikbaar voor het moment dat deze
tot besteding komen?
44.
Is er een raming beschikbaar van het moment waarop deze feitelijk tot uitgaven zullen
leiden?
45.
Wat was de oorspronkelijke raming voor uitgaven Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet langdurige
zorg (Wlz) in 2019 en hoe hebben deze uitgaven zich feitelijk ontwikkeld in 2019?
46.
Wat is de inhoudelijke verklaring voor het feit dat de Zvw-uitgaven ten opzichte van
de laatste raming 600 miljoen lager uitvallen? Bij welke partijen slaan deze meevallers
neer?
47.
Waarop zijn (gemiddeld) de premies voor Zvw en Wlz voor 2019 vastgesteld? Waar zouden
deze premies op uitkomen indien de nu bekende mee- en tegenvallers verdisconteerd
zouden zijn in de premiestelling?
48.
Is er een analyse gemaakt van de stelselmatige onderschrijding van het plafond zorg
sinds 2013? Was deze additionele meevaller onder het plafond zorg in deze Najaarsnota
voorzien? Past deze qua aard, omvang en oorzaken in het beeld van eerdere jaren?
49.
Is er ook onderuitputting opgetreden op posten die de afgelopen jaren ook onderuitputting
lieten zien? Zo ja, welke posten zijn dat? Zo nee, is de volledige onderuitputting
eenmalig van karakter en incidenteel?
50.
Kan de Kamer met een begrotingsamendement ook onderuitputting van 2019 doorschuiven
naar de begroting 2020? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
51.
Hoe wordt de afweging gemaakt of onderuitputting via de eindejaarsmarge wordt doorgeschoven
(zoals middelen voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde) of via
een kasschuif (zoals middelen voor de Transitieautoriteit Jeugd)?
52.
Hoe wordt de afweging gemaakt tussen inzet van kasschuiven, een begrotingsfonds of
een begrotingsreserve in het geval pas in latere begrotingsjaren geraamde uitgaven
worden voorzien?
53.
Hoe verhoudt de besluitvorming over een extra uitgavenpakket ten tijde van de Najaarsnota
zich tot het in de begrotingsregels vastgelegde hoofdbesluitvormingsmoment?
54.
Kunt u aangeven hoe en wanneer voor de begrotingsreserve stikstof zal worden voldaan
aan de eisen uit artikel 3.1 CW?
55.
Hoe is de Kamer geïnformeerd over de onderbouwing van de omvang van de begrotingsreserve
stikstof en de specifieke reservering van € 250 miljoen daarbinnen voor natuurherstel
en -verbetering? Indien deze onderbouwing in dit stadium niet voorhanden is, hoe wordt
de omvang van de reserve tussentijds geëvalueerd?
56.
Kunt u aangeven in hoeverre voor de onderwijsinvesteringen is of zal worden voldaan
aan artikel 3.1 CW? Zijn dit de meest doeltreffende en doelmatige maatregelen?
57.
Hoe wordt de Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de extra middelen voor het onderwijs?
58.
Waarom zijn de middelen voor de sociale advocatuur al bij Najaarsnota 2019 voor het
lopende jaar toegevoegd, terwijl ze bedoeld zijn voor 2020 en 2021?
59.
Hoe blijven de in 2019 toegevoegde middelen voor de sociale advocatuur beschikbaar
voor dit doel in 2020 en 2021? Waarom is voor deze oplossing gekozen?
60.
Kunt u nader toelichten waarom bij de extra uitgaven voor urgente maatschappelijke
problemen in verschillende gevallen voor verschillende manieren is gekozen voor het
«meenemen» van budget naar latere jaren? Hoe is deze keuze afgewogen?
61.
Welke definitie en criteria zijn gehanteerd met betrekking tot de invulling van het
begrip urgente maatschappelijke problemen?
62.
Zijn er ook nog andere urgente maatschappelijke problemen in de afweging betrokken
om te komen tot het in de Najaarsnota genoemde pakket? Zo nee, betekent dit dat alle
bekende problemen in de Najaarsnota zijn opgelost? Zo ja, welke andere problemen zijn
beoordeeld en hoe is gekomen tot de keuze voor de in de Najaarsnota genoemde problemen?
63.
Kunt u voor de aanvullende maatregelen voor urgente maatschappelijke problemen aangeven
hoe is voldaan aan artikel 3.1 CW?
64.
In welke fase van besluitvorming rond de toekenning van middelen die reeds in een
begrotingsreserve zijn geplaatst, zoals nu gebeurt rond de stikstofproblematiek, dient
de Kamer volgens u een toelichting te ontvangen op de beoogde doeltreffendheid en
doelmatigheid van de besteding van deze middelen?
65.
Hoe verwacht u de nog openstaande in=uittaakstelling van € 562 miljoen bij de Slotwet
in te vullen? Waar verwacht u de onderuitputting om deze resterende in=uittaakstelling
in te vullen?
66.
Wat gebeurt er als u de resterende in=uittaakstelling van € 562 miljoen dit jaar niet
meer kan invullen?
67.
Kunt u een meerjarig totaaloverzicht geven van alle kasschuiven die het begrotingsjaar
2019 betreffen en waarvoor de Tweede Kamer dus nu bij de Najaarsnota (c.q. in de 2e suppletoire begrotingen) autorisatie wordt gevraagd?
68.
Is bij het besluit om urgente maatschappelijke problemen in 2019 aan te pakken ook
overwogen om dat via kasschuiven te doen? Zo ja, waar in de Voorjaarnota 2019 is budget
naar voren gehaald en zijn uitgaven versneld? Zo nee, waarom niet?
69.
Welke maatregelen neemt u om te zorgen dat de relatie tussen beleidsmiddelen, beleidsinzet
en het doelbereik van de begrotingsreserve stikstof te volgen blijft nu deze zich
over meerdere financieringsbronnen en meerdere beleidsartikelen verspreiden?
70.
Hoe is het bedrag van € 500 miljoen voor de begrotingsreserve stikstof onderbouwd?
71.
Is op hoofdlijnen al te zeggen welke departementen, onder welke voorwaarden en voor
welke doelen, onttrekkingen mogen doen aan deze reserve?
72.
Welk deel van de in 2019 nog aan te gane verplichtingen leidt in 2019 tot uitgaven?
Welk deel van deze verplichtingen leidt in de komende jaren (dus na 2019) nog tot
kasuitgaven? Kunt u hierbij een uitsplitsing geven in welk jaar welke verplichting
tot een uitgave zal leiden?
73.
Kunt u de wijze waarop de verplichtingenmutaties worden toegelicht in (suppletoire)
begrotingen verbeteren en uniformeren, waarbij de werkwijze van OCW en Financiën als
best practice kan worden gezien? Kunt u deze verbeteringen ook doorvoeren in de interne
richtlijnen zoals de Rijksbegrotingsvoorschriften?
74.
Kunt u, zoals in het jaarverslag van het Ministerie van Financiën (IX) aangekondigd,
toelichten wat de stand van zaken is ten aanzien van het rijksbreed verbeteren en
uniformeren van de verplichtingenboekhouding en informatieverstrekking daarover in
de begrotingsstukken?
75.
Klopt het dat de Najaarsnota eigenlijk alleen bedoeld is voor wijzigingen in het huidige
begrotingsjaar?
76.
Zijn er al uitgaven gedaan die volgen uit de 2e suppletoire begroting voordat beide Kamers hebben ingestemd? Zo ja, is dat juridisch
toegestaan? Zo nee, gaat het kabinet alles binnen twee weken uitgeven?
77.
Hoe verhoudt Tabel 2.1 zich tot Tabel 2.3? Hoe verhoudt zich de € 1,4 miljard zich
tot de € 2,2 miljard?
78.
Hoe verhoudt Tabel 2.4 zich tot Tabel 2.2? Waarom telt de som van onderuitputting
niet op tot de som van de onderschrijding?
79.
Kunt u de ontwikkeling weergeven van het geld dat is/wordt opgehaald uitgesplitst
naar burgers en bedrijven ten behoeve van stimulering duurzame energie in de periode
2013 t/m 2030 (per jaar)? En hoeveel geld is hier inmiddels van besteed en welke verplichtingen
zijn inmiddels aangegaan?
80.
Op welke begrotingen is in 2019 structurele onderuitputting ingeboekt?
81.
Wat zijn de kosten voor het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar in de jaren
2022 t/m 2025 (graag per jaar aangeven)?
82.
Kunt u voor de periode 2000–2019 per jaar aangeven met hoeveel de huren zijn gestegen?
83.
Kunt u toelichten welke afwegingen worden gemaakt bij het toekennen van middelen aan
gemeenten voor maatregelen met betrekking tot energietransitie en duurzaamheid? In
hoeverre wordt gekeken naar de samenhang tussen de verschillende toegekende middelen
en bijbehorende maatregelen?
84.
Verwacht u de € 300 miljoen voor investeringen in het primair en voortgezet onderwijs
nog (voor een deel) in 2019 te besteden? Zo ja, waaraan worden die middelen dan precies
besteed in 2019 en daarna?
85.
Kunt u over de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 de verwachting van de opbrengst van
de vennootschapsbelasting bij de opstelling van de Miljoenennota, afzetten tegen de
stand bij de Najaarsnota en (indien beschikbaar) definitief bij de verantwoording?
86.
Wat kunt u ondernemen om de kwaliteit van de ramingen van de opbrengst van de vennootschapsbelasting
te verbeteren? Wordt er in de ramingen al optimaal rekening gehouden met de economische
cyclus en de ontwikkeling van verrekenbare verliezen over de tijd?
87.
Klopt het dat de aanvullende maatregelen voor urgente maatschappelijke problemen gefinancierd
worden uit onderuitputting en meevallers?
88.
Waren er bij de meevallers ook meevallers die structureel van aard zijn?
89.
Met welke posten correspondeert de 0,3 miljard euro voor de budgettaire verwerking
van enkele technische posten?
90.
Wat zijn de financiële gevolgen (trap-op-trap-af) van de extra uitgaven in deze Najaarsnota
voor het Gemeente- en Provinciefonds?
91.
Wat is het beleid voor de invulling van de in=uittaakstelling? Ook qua tijdstippen
en momenten om deze taakstelling in te vullen?
92.
Kunt u de 500 miljoen euro die u extra vrijmaakt om maatregelen te treffen tegen het
stikstofprobleem nader uitsplitsen?
93.
Hoe zal de doeltreffendheid van de stikstofmaatregelen worden gemeten?
94.
Welke andere bedragen zijn er eerder vrijgemaakt tegen de stikstofproblematiek? Kunt
u dit opsommen?
95.
Hadden de structurele meevallers volgens de begrotingsregels ook ingezet kunnen worden
voor structurele lastenverlichting?
96.
Zo ja, stel dat deze structurele meevallers waren gestopt in een lastenverlichting
door aanpassing van het belastingtarief eerste schijf, wat had dit betekend in koopkracht,
uitvoering en communicatie?
97.
Kunt u een overzicht geven van de kader- of plafondtoetsen in de periode 2009–2019
bij Najaarsnota en bij Slotwet?
98.
Hoe vaak is het in de periode 2009–2019 voorgekomen dat de onderschrijding van het
uitgavenplafond bij Slotwet groter was dan bij Najaarsnota?
99.
Op Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sprake van een onderschrijding
van totaal € 73,2 miljoen; wat is daarvan de reden? Is dit een structurele onderschrijding?
100.
Tot welke kasschuiven in 2019 is na de Miljoenennota 2020 nog besloten en wat is het
effect in andere begrotingsjaren dan 2019?
101.
Kan er meer informatie worden gegeven over de reden van de uitgavenmutatie van de
rentelasten? Kan er, in aanvulling op het inzicht in de uitsplitsing op pagina 36/37,
een totaal overzicht verstrekt worden, waarin de € 39 miljoen uitgesplitst wordt?
102.
Binnen de begrotingsreserve stikstof wordt € 250 miljoen gereserveerd voor natuurherstel-
en verbetering; hoe worden deze middelen ingezet? Hoe worden de uitgaven beoordeeld
op effectiviteit en doelmatigheid in relatie tot de vermindering van de stikstofdepositie?
Hoe wordt voorkomen dat de middelen uitgegeven worden aan andere zaken dan het doel
vermindering stikstofdepositie? Hoe wordt dit gemonitord? Op welke begroting komt
de begrotingsreserve stikstof te staan?
103.
Kunnen de middelen die voor ondermijning worden vrijgemaakt in 2019 bij onderuitputting
in 2019 nog naar latere jaren worden doorgeschoven? Hoe werkt dit begrotingstechnisch?
104.
Waarom worden de middelen voor de stikstofaanpak in een begrotingsreserve gestopt
en de middelen voor (bijvoorbeeld) ondermijning rechtstreeks op de begroting geplaatst,
terwijl voor beide geldt dat besteding in 2019 onrealistisch is?
105.
Waarom wordt er 500 miljoen euro gereserveerd voor de stikstofmaatregelen, terwijl
eerst nog in kaart moet worden gebracht welke stikstofmaatregelen genomen kunnen worden,
wat deze opleveren qua vermindering van stikstofdepositie en wat de budgettaire gevolgen
van deze maatregelen zijn? Waarop is het bedrag van 500 miljoen euro dan gebaseerd?
106.
Op welke wijze voldoet de begrotingsreserve stikstof aan de eisen uit artikel 3.1
CW?
107.
Op welke wijze kan de Kamer volgen dat de extra uitgaven i.v.m. convenant aanpak lerarentekort
ook daadwerkelijk gebruikt worden voor verlichting van het lerarentekort en de werkdruk?
108.
Hoe groot is de resterende in=uittaakstelling bij de verschillende ministeries (totaal
562 miljoen euro)?
Bij de Najaarsnota wordt 60 miljoen euro van de in=uittaakstelling ingevuld, maar
klopt het dat dit gewoon gebeurt door middelen vanuit het generieke beeld en dus ten
laste van de algemene middelen? Om welke in=uittaakstelling gaat het, van welk(e)
ministerie(s)?
109.
Kunt u specifieker toelichten, indachtig artikel 3.1 CW, waarvoor de extra middelen
voor «digitale veiligheid» worden aangewend?
110.
Waarom is de begrotingsreserve garanties op de VWS-begroting onderdeel van het kader
RBG-eng?
111.
Wanneer komen de middelen voor de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)
en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) tot besteding? Is dat nog
in 2019?
112.
Kunt u nader toelichten wat er wordt verstaan met «digitale veiligheid», waartoe 75,5 miljoen
euro wordt toegevoegd om de betrouwbaarheid en continuïteit te waarborgen?
113.
Kunt u toelichten waarom er een begrotingsreserve garanties van 200 miljoen euro wordt
aangehouden? Waar wordt dit precies aan besteed?
114.
Wat is de maximale eindejaarsmarge 2019 per begrotingshoofdstuk en bij welke departementen
wordt de eindejaarsmarge overschreden, uitgaande van de huidige ramingen van de onderuitputting?
115.
Bij de douane houdt men 12 miljoen euro over (onderbesteding), wat is daarvan de reden?
116.
Wat is de reden dat de mogelijke liquiditeitssteun van de Jeugdautoriteit niet tot
besteding is gekomen terwijl er wel zorgverleners in problemen zijn gekomen?
117.
Waardoor wordt de onderuitputting van € 33,5 miljoen bij de Transitieautoriteit Jeugd
dit jaar veroorzaakt?
118.
Waaruit bestaat de onderuitputting op VWS van € 93,9 miljoen? Waarom is dit in de
suppletoire begroting VWS niet terug te vinden?
119.
Wat is de bestaande praktijk c.q. wat zijn de bestaande afspraken met betrekking tot
de actualisatie van de Wlz-uitgaven? Hoe werd dit in de afgelopen jaren gedaan? Wat
is de reden dat de prognose van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hoger uitkomt?
Waarom kon dit opgevangen worden binnen de bestaande budgetten; er is immers 2 miljard
euro toegevoegd in deze kabinetsperiode? In hoeverre is het budget van 60 miljoen
euro voor de toename van de wachtlijsten niet nieuw beleid in plaats van een technische
aanpassing?
120.
Wat is de inhoudelijke oorzaak van de onderschrijding van 600 miljoen euro op de Zvw-uitgaven?
121.
Wat zijn de oorzaken van de meevaller en tegenvaller in het plafond zorg?
122.
Wat is de reden voor de vrijval van middelen bij de subsidieregeling medisch specialisten
overstap naar loondienst en welk bedrag is er in 2019 dan wel tot besteding gekomen?
123.
Verwacht u dat de middelen voor de subsidieregeling medisch specialisten in loondienst
het komende jaar en de jaren daarna wel tot besteding zullen komen? Zo ja, waar baseert
u dat op?
124.
In welk jaar werd voor het eerst aangevangen met een subsidieregeling medisch specialisten
in loondienst? Hoeveel medisch specialisten hebben sindsdien gebruikgemaakt van een
dergelijke regeling, uitgesplitst over de verschillende jaren? En hoeveel medisch
specialisten hebben sindsdien de overstap gemaakt van een zelfstandige vorm, zoals
de maatschap of coöperatie van bv's, naar loondienst zonder daarbij gebruik te maken
van een dergelijke subsidieregeling?
125.
Kunt u uiteenzetten hoe hoog de over- dan wel onderschrijding per jaar was, ook in
relatie tot het totale budget, sinds voor het eerst werd aangevangen met een subsidieregeling
medisch specialisten in loondienst?
126.
Welke andere (financiële) maatregelen bestaan en/of bestonden er naast de subsidieregeling
medisch specialisten in loondienst om medisch specialisten te stimuleren in loondienst
te treden?
127.
Wat is de reden van de tegenvallende accijnzen (124 miljoen euro)? In welke accijnzen
zit dit?
Wat is de reden voor bij bijstelling van de schenk- en erfbelasting (50 miljoen)?
Waarom zijn de ontvangsten hoger? In welke belasting zit dit?
128.
Kunt u toelichten wat de oorzaak is van de opwaartse bijstelling van de vennootschapsbelasting?
129.
Kunt u per onderdeel toelichten waarom er minder wordt ontvangen voor wat betreft
accijnzen, belastingen op milieugrondslag, overdrachtsbelasting en verhuurdersheffing?
130.
Hoe verklaart u het dat er meer ontvangen wordt als het gaat om loon- en inkomensheffing?
Hoe valt dit te rijmen met het verlagen van lasten op arbeid?
131.
Welk deel (in euro’s) van het begrotingsoverschot in 2019 wordt veroorzaakt door meevallers
in de sociale zekerheid die buiten de uitgavenkaders zijn geplaatst?
132.
Welk deel (in euro’s) van het begrotingsoverschot in 2019 wordt veroorzaakt door uitgaven
die worden doorgeschoven naar latere jaren?
133.
Wat is de meest recente raming van het EMU-saldo in 2020, 2021, 2022 en 2023? (of
voor de jaren dat het nu al bekend is)
134.
Kunt u toelichten waarom de raming van het EMU-saldo in de middellangetermijnraming
van het Centraal Planbureau (in 2021 –0,4%, daarna verbeterend naar –0,3% in 2024)
afwijkt van de meerjarenraming bij de Miljoenennota (In 2021 –0,3%, daarna verslechterd
naar –0,7% in 2024)?
135.
Kunt u de onderliggende posten in het «saldo van uitgaven en ontvangsten bij aan-
en verkoop van staatsbezit» uitsplitsen?
136.
Waarom is in de Najaarsnota zelf geen overzicht opgenomen van de verkoop van staatsbezit,
die zorgen voor verbetering van de overheidsschuld? Kan dat overzicht alsnog worden
gegeven?
137.
Wanneer is er duidelijkheid voer de wijze van verwerking van de betaling van TenneT?
Wanneer is het overleg met Eurostat afgerond? En hoe wordt de Tweede Kamer daarover
geïnformeerd? Wat kunnen de gevolgen zijn van het overleg met Eurostat voor het EMU-saldo?
138.
Hoeveel bedraagt de EMU-schuld volgens de Najaarsnota 2019? Kan er een overzicht worden
gegeven van de opbouw van de overheidsschuld (een tabel zoals tabel 2 op pagina 10
van de Najaarsnota 2018)?
139.
Wat zijn de financiële gevolgen van het jaar uitstel van de start van de renovatie
van het Binnenhof en voor de kosten van de tijdelijke huisvesting?
140.
Hoe is de toekomst van het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) en Recherchesamenwerkingsteam
(RST) geregeld?
141.
Kunt u een update geven van hoeveel Nederland in 2019, 2020 en 2021 in totaal afdraagt
aan de EU (s.v.p. uitsplitsen naar bni-afdracht, btw-afdracht, landbouwheffingen,
invoerrechten, perceptiekostenvergoeding voor inning invoerrechten en overige inkomsten)?
142.
Hoeveel dragen de niet-EU-landen in 2018, 2019 en 2020 af aan de EU (graag per land
uitsplitsen)?
143.
Welke openstaande taakstellingen zijn er nog op de verschillende begrotingen? En wanneer
worden deze ingevuld?
144.
Hoe kan het dat er op de rechtsbijstand een bedrag van 15 miljoen euro is overgebleven
dat opnieuw ingezet kan worden?
145.
Ten laste van welk budget c.q. ten koste waarvan gaat de tegenvaller m.b.t. de bijdrage
aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die binnen JenV wordt gefinancierd?
146.
Welke middelen staan er in de begroting opgenomen voor het afpakken van vermogen van
criminelen (op de begroting JenV en/of Financiën)? Wat is de realisatie in de afgelopen
jaren geweest, wat stond er de afgelopen jaren in de begroting? En hoe is het in de
toekomst opgenomen in de begroting?
147.
Wat is de reden voor de aanpassing van kostprijzen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) voor € 37 miljoen en speelt hier ook de beloning van tolken een rol in?
148.
Hoe en wanneer worden de extra middelen voor ondermijning besteed?
149.
Wat zijn de structurele kosten van de stroomstootwapens? En hoe worden die betaald?
150.
In hoeverre komen de middelen ondermijning nog tot besteding in 2019? (Hoe) worden
deze middelen daarna meegenomen maar 2020 en 2021?
151.
Waarom stond de trajectcontrole uit vanwege de wegwerkzaamheden en was het niet mogelijk
om de te meten snelheid te verlagen?
152.
Wat is de reden waarom de politie minder beschikkingen oplegt dan geraamd?
153.
Wat is het verwachte effect op de boete-inkomsten als gevolg van het verlagen van
de maximumsnelheid?
154.
Hoe kan het dat de middelen voor bestrijding jihadisme dit jaar naar verwachting niet
geheel uitgeput kunnen worden?
155.
Wat wordt bedoeld met «middelen voor bestrijding Jihadisme die dit jaar naar verwachting
niet geheel uitgeput kunnen worden»? Om welke middelen gaat dit? Waarom komen deze
niet tot besteding? Hoe is de Kamer hierover geïnformeerd?
156.
Waarom worden de waterschappen gecompenseerd voor hun WOZ-bijdrage in 2019? Hoe ging
dit in andere jaren c.q. wat is het beleid/afspraak hiervoor?
157.
Wat is de ontvangen bijdrage voor de bankkosten van Vestia?
158.
Hoe vindt besluitvorming over besteding uit de Klimaatenveloppe plaats? Welke voorwaarden
worden gehanteerd voor besteding uit de klimaatenveloppe?
159.
Waarom zijn er meevallers op de regelingen lerarenbeurs en schoolleidersbeurs?
160.
Kan er een tabel gegeven worden met een overzicht van de posten onder «meevaller uitgaven
studiefinanciering», die in totaal optellen tot 128 miljoen euro?
161.
Wat is de reden van de onderschrijding van de uitgaven studiefinanciering?
162.
Wat zijn de concrete doelen en resultaten die specifiek met de 450 miljoen euro voor
de aanpak van het personeelstekort en de werkdruk in het onderwijs moeten worden bereikt?
Hoe kan de doelmatigheid en effectiviteit van de inzet van deze middelen worden bepaald
c.q. gevolgd?
163.
Hoe kan het dat 10,3 miljoen euro declaraties van wachtgeldkosten in het onderwijs
onterecht waren?
164.
Hoe groot is de begrotingsereserve EKV (export- en kredietverzekeringen) op dit moment?
165.
Wat is de oorzaak van het toenemende aantal gesprekken bij de Belastingtelefoon?
166.
Hoe worden de compensatiemaatregelen voor de kinderopvangtoeslagaffaire in de begroting
afgedekt? Welke stappen moeten hiervoor worden gezet?
167.
Is de verwachting dat de inzet van eigen personeel bij de Belastingdienst komend jaar
verbetert?
168.
Waaruit bestaan de uitgaven die gemoeid zijn met de verkoop van de aandelen SABB?
Kunt u deze, inclusief de bedragen, uitsplitsen?
169.
Welke belangen in financiële instellingen heeft de Staat nu nog als gevolg van interventies
in de financiële crisis? Wat is de actuele waarde van deze belangen?
170.
Hoe groot was het belang in ABN AMRO aan het begin van deze kabinetsperiode? Hoe groot
is het belang nu?
171.
Kunt u uiteenzetten waar de 2%-norm van de NAVO is vastgelegd? Is deze afspraak juridisch
bindend?
172.
Wat zijn de gevolgen van het benutten van onderuitputting materieelinvesteringen van
Defensie voor exploitatie-uitgaven? Wat betekent dit voor materieelinvesteringen waarvoor
dit geld was bedoeld? Waarom is het nodig voor de exploitatie-uitgaven?
173.
In hoeverre wordt het geld voor de AIVD en MIVD besteed aan het verbeteren van de
inlichtingenpositie van de diensten, want het lijkt erop dat het besteed wordt aan
organisatorische zaken, die gewoon tot de reguliere werkzaamheden behoren?
174.
Houdt het feit dat de uitgaven voor de subsidie verduurzaming Groningen lager zijn
dan geraamd, dus dat de uitgaven naar benden zijn bijgesteld, in dat er in latere
jaren meer beschikbaar is/komt?
175.
Wat is de reden dat het Nationaal Programma Groningen (NPG) in 2019 voor € 45 miljoen
niet gerealiseerd is en wordt dit geld wel behouden voor dit doel?
176.
Wat zijn de uitgaven voor Holst?
177.
Is het feit dat de middelen terugvloeien naar de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de EZK-begroting conform de (begrotings-)regels c.q. afspraken?
178.
Kunt u toelichten waarom gekozen is voor versterking van het eigen vermogen van EBN
met 40 miljoen euro? Waarop is de hoogte van dit bedrag gebaseerd? Wanneer is de Kamer
hierover geïnformeerd?
179.
Waarom vindt de verhoging van het eigen vermogen plaats via een lagere dividendafdracht?
180.
Waarom heeft er voor de versterking van het eigen vermogen van EBN geen voorhangprocedure
plaatsgevonden op grond van artikel 4.7, lid 1.b van de Comptabiliteitswet?
181.
Waarom worden de ramingen voor de middelen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) bijgesteld, hoe gebeurt dit en op basis waarvan?
Waarom houdt de NVWA daarnaast Brexit-middelen over?
Wat is de reserve apurement?
182.
Wat is de reden van de daling van uitgaven aan het kindgebonden budget (83 miljoen
euro)?
183.
Hoeveel gezinnen krijgen later compensatie door het doorschuiven van de herstelactie
van het kindgebonden budget naar 2020?
184.
Welke complexiteit gaat gepaard met de herstelactie kindgebonden budget waardoor er
extra tijd nodig is om het te herstellen?
185.
Wanneer zijn alle herstelacties naar verwachting verricht? Zit er ook geen vertraging
binnen 2020?
186.
Welke mogelijke belemmeringen zijn nog een risico waardoor verder uitstel mogelijk
is?
187.
Welke afwegingen spelen nog mee om te bepalen of iemand recht heeft op de herstelactie
kindgebonden budget?
188.
Waarom vallen de middelen voor de subsidieregeling in het kader van het participatiemodel
vrij? Wat is er de afgelopen tijd gedaan om dit te stimuleren?
189.
Hoe hoog was het beschikbare budget voor de subsidieregeling waarmee medisch specialisten
worden gefaciliteerd bij de overstap naar loondienst? Waarom is hier 7,1 mln. onderuitputting
opgetreden? Blijft dit budget beschikbaar voor deze regeling?
190.
Wat is de stand van zaken van het overleg met de gemeenten naar aanleiding van de
motie bij de Algemene Politieke Beschouwingen en de daar gedane toezeggingen in relatie
tot meer stabiliteit voor gemeenten/provincies?
191.
Waarom komt de compensatie BTW gebruiksvergoeding december niet meer tot betaling
in 2019? Betekent dit een tegenvaller in 2020?
192.
Hoe staat het met het onderzoek naar de stabiliteit van het gemeentefonds? Wanneer
wordt dit onderzoek naar verwachting opgeleverd?
193.
Hoeveel prijsbijstelling is er gedurende 2019 precies uitgekeerd aan elk ministerie?
Bij welke ministeries is dit over het jaar heen gewijzigd?
194.
De in=uittaakstelling voor 2019 is gedurende 2019 gedeeltelijk ingevuld; hoe?
195.
Waarom zijn de ramingen voor de ontvangsten van de internationale financiële instellingen
op de begroting van Financiën bijgesteld? Om welke internationale financiële instellingen
gaat het dan?
196.
Wat is de reden dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken de opbrengsten uit de verkoop
van vastgoed kan inzetten voor de rationalisering en versobering van de eigen vastgoedportefeuille?
Hoe wordt dit gemonitord? Hoe wordt voorkomen dat het anders wordt ingezet dan voor
rationalisering en/of versobering?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.