Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 300 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2020
Nr. 5
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 november 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 10 oktober 2019 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat. Bij brief van 6 november 2019 zijn ze door de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Israel
Vraag 1
Waarom ontbreken de cijfers ten aanzien van dijken/duinen en kunstwerken, bladzijde
38 Begroting, in het Deltafonds?
Antwoord 1
In de beleidsbegroting (Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting) is de beleidsmatige verantwoording
over de toestand van alle primaire waterkeringen opgenomen.
Vraag 2
Waarom zijn er geen recentere cijfers betreffende veiligheid van dijken/duinen en
kunstwerken?
Antwoord 2
Op grond van de Waterwet moet de toestand van alle primaire waterkeringen tenminste
eens in de 12 jaar door de beheerder worden beoordeeld. De laatste beoordelingsronde
is afgerond in 2014. De beoordelingsronde die nu loopt, wordt afgerond in 2022 en
leidt in 2023 tot een rapportage aan uw kamer. Op dat moment komen er recentere cijfers
beschikbaar betreffende dijken/duinen en kunstwerken.
Vraag 3
Op welke termijn voldoen de dijken/duinen en kunstwerken die nu nog niet voldoen?
Antwoord 3
Voor de primaire waterkeringen die op grond van de beoordeling niet aan de norm blijken
te voldoen, worden versterkingsmaatregelen geprogrammeerd op het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
De komende jaren worden die versterkingsmaatregelen in volgorde van urgentie uitgevoerd.
Aan het einde van de lopende beoordelingsronde, die wordt afgerond in 2022, wordt
duidelijk hoeveel van deze primaire keringen dan aan de norm voldoen. In 2023 wordt
uw kamer daarover geïnformeerd. Uiterlijk in 2050 moeten alle primaire waterkeringen
aan de normen voldoen en het afgesproken beschermingsniveau bieden.
Vraag 4
Zijn ruimtelijke adaptatie en klimaatadaptatie verschillende zaken, aangezien dit
door elkaar wordt gebruikt in de begroting? Wat wordt onder beide verstaan?
Antwoord 4
Met ruimtelijke adaptatie worden de maatregelen bedoeld die in de ruimtelijke inrichting
van bebouwd en landelijk gebied worden genomen om de gevolgen van klimaatverandering
op te vangen. Bijvoorbeeld het anders inrichten van straten om water beter af te voeren,
het vergroenen van steden tegen hittestress of het aanleggen van grootschalige waterbuffers
in het landelijk gebied. Klimaatadaptatie is een breder begrip: aanpassen aan klimaatverandering
kan behalve door ruimtelijke maatregelen ook door bijvoorbeeld het aanpassen van teelten
in de landbouw of het veranderen van gedrag. Hierbij kan gedacht worden aan de maatregelen
die de GGD’en in lokale hitteplannen hebben opgenomen.
Vraag 5
Op welke manier wordt er gestreefd naar hoge waterkwaliteit in de kleine wateren,
in het verlengde van doelen uit de Kaderrichtlijn Water?
Antwoord 5
De Kaderrichtlijn Water geldt voor alle wateren. Voor de rapportage aan de Europese
Commissie hebben regionale waterbeheerders er voor gekozen om niet al het oppervlaktewater
als waterlichaam aan te wijzen, maar representatieve waterlichamen. Generiek beleid,
zoals voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, is van toepassing op alle wateren.
Ook bij maatwerkoplossingen, zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, wordt er geen
onderscheid gemaakt tussen grote en kleine wateren. Er wordt breed onderkend dat maatregelen
in kleine wateren een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de waterkwaliteit, ook
in de aangewezen waterlichamen. Tot slot dient ook de inzet van waterbeheerders op
inrichting en beheer van de watersystemen uit te gaan van een kosteneffectieve aanpak
om de waterkwaliteit te verbeteren voor alle wateren.
Vraag 6
Hoe is de uitschieter in investering in waterveiligheid voor 2022 te verklaren?
Antwoord 6
Deze uitschieter wordt veroorzaakt door de systematiek van programmering (onder- en
overprogrammering).
In de praktijk blijkt dat de budgetbehoefte van projecten soms doorschuift naar latere
jaren en daarom wordt binnen het Deltafonds gewerkt met overprogrammering. Binnen
de looptijd van het fonds kan er in totaliteit niet meer geprogrammeerd worden dan
het totaal beschikbaar budget. Binnen de looptijd van het fonds wordt overprogrammering
daarom elders gecorrigeerd door onderprogrammering. Bij waterveiligheid gebeurt deze
correctie in de vorm van onderprogrammering in het jaar 2022 met een bedrag van € 151
miljoen. U kunt dit terugzien in het projectoverzicht realisatieprogramma (p.25).
Vraag 7
Kan het verschil in uitgaven op de posten Hoogwaterbeschermingsprogramma-Rijksprojecten en Waterschapsprojecten tussen 2020 en 2021 worden toegelicht?
Antwoord 7
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een voortrollend langjarig programma met een
programmering voor de eerste zes jaar en een doorkijk naar de daarop volgende zes
jaar. Het Rijk en de waterschappen stellen ieder jaar gezamenlijk een nieuw programmeringsvoorstel
op dat voortbouwt op de programmering van het voorgaande jaar (voortrollend programmeren).
De Minister van IenW stelt het programma jaarlijks vast als onderdeel van het Deltaplan
Waterveiligheid. In 2021 worden er projecten afgerond en komen er nieuwe projecten
op de programmering. Aangezien het een programma in opbouw is, starten er meer nieuwe
projecten dan dat er projecten afgerond worden. Per saldo nemen de uitgaven daarom
toe. Dit geldt zowel voor de Waterschapsprojecten als voor de Rijksprojecten.
Vraag 8
Welke relatie ziet u precies gezien de tekst in het Deltafonds dat er nu al knelpunten
zijn dat dat deze toenemen bij klimaatverandering, tegen de achtergrond dat het KNMI
stelt dat het niet droger wordt in Nederland en de zeespiegel niet ernstig stijgt?
Antwoord 8
De tekst in de begroting van het Deltafonds is gebaseerd op de nationale knelpuntenanalyse
van het Deltaprogramma Zoetwater. Deze gaat uit van de Deltascenario’s die mogelijke
sociaaleconomische en klimatologische ontwikkelingen beschrijven voor de langere termijn
(2050 en doorkijk 2100). De klimatologische ontwikkelingen zijn gebaseerd op KNMI-scenario’s.
Uit de nationale knelpuntenanalyse is gebleken dat er nu al knelpunten zijn en deze
toenemen bij klimaatverandering. Het KNMI publiceert periodiek klimaatscenario’s.
Op dit moment wordt in de begroting van het Deltafonds uitgegaan van de scenario’s
uit 2014. We zien daarin, in combinatie met recenter onderzoek gepubliceerd in Hydrology
and Earth System Sciences (januari 2019), dat er een grote kans is dat het in de nabije
toekomst droger wordt. Ook blijft de zeespiegel stijgen. Na het verschijnen van het
nieuwe IPCC-rapport (AR6) in 2021 zal het KNMI in 2023 nieuwe klimaatscenario’s publiceren,
waarin de meest recente inzichten zijn verwerkt. Deze worden vervolgens meegenomen
in de begroting van het Deltafonds.
Vraag 9
Heeft de wijziging in het budget (€ 200.465 in 2019 naar € 133.253 in 2020) gevolgen
voor de kwaliteit en veiligheid van de uitvoering van art. 3 beheer, onderhoud en
vervanging?
Antwoord 9
Het budget wordt aangepast aan de programmering, in dit geval voor het jaar 2020.
De wijziging in het budget heeft geen gevolgen voor de kwaliteit en veiligheid van
de uitvoering van art. 3 beheer, onderhoud en vervanging.
Vraag 10
Op welke wijze wordt gevolg gegeven aan de waarschuwingen dat er steeds meer moeite
gedaan moet worden om drinkwater van hoge kwaliteit te houden? Wordt hier extra in
geïnvesteerd en/of regelgeving voor herzien?
Antwoord 10
De waarschuwingen over de kwetsbaarheid van de drinkwaterwinningen en de toenemende
zuiveringsinspanning krijgen op diverse manieren gevolg.
Om tot een extra impuls voor de waterkwaliteit te komen is de heer Doornbos (dijkgraaf
van waterschap Hollandse Delta) gevraagd de Versnellingstafels te leiden, waarbij
alle betrokken partijen mee aan tafel zitten. Via deze Versnellingstafels werken alle
partijen samen om de uitdagingen op het gebied van de landbouw, stoffen en medicijnresten
het hoofd te bieden. Daarbij geeft de Kaderrichtlijn Water ons een heldere doelstelling
voor de waterkwaliteit die in 2027 bereikt moet zijn. Hiermee worden drinkwaterbronnen
beter beschermd. Het Deltafonds wordt ingezet om structurele verbeteringen te faciliteren.
Zo start dit jaar het opleidingstraject waarmee de kennis en kunde van de vergunningverleners
op het gebied van waterkwaliteit wordt vergroot. Ook faciliteert het Deltafonds in
het ontwikkelen van methoden om medicijnresten te zuiveren op de rioolwaterzuiveringen.
Herziening van wetgeving is op dit moment niet aan de orde.
Vraag 11
Kan er op (middellange) termijn een tekort aan drinkwater ontstaan? Zo nee, hoe wordt
hier zorg voor gedragen? Zo ja, hoe wordt hier op geanticipeerd?
Antwoord 11
Op grond van hoofdstuk IV van de Drinkwaterwet hebben de drinkwaterbedrijven de taak
zorg te dragen voor de levering van goed drinkwater. Daarnaast hebben bestuursorganen
ook een rol om de openbare drinkwatervoorziening duurzaam veilig te stellen. De systeemverantwoordelijkheid
voor drinkwater ligt bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Samen met alle
partijen wordt hier invulling aan gegeven. De zomer van 2018 heeft veel kennis opgeleverd
over hoe het drinkwatersysteem werkt bij een zeer hoge vraag. Daarbij zijn ook kwetsbare
plekken in het systeem naar voren gekomen. De drinkwaterbedrijven gebruiken deze kennis
voor het opstellen van goede verstoringsrisicoanalyses en leveringsplannen. Deze vormen
input voor de investeringen die de bedrijven doen. Het realiseren van extra leveringscapaciteit,
inclusief de benodigde ruimtelijke bescherming, is een complex traject. Daarom anticiperen
de drinkwaterbedrijven op de drinkwatervraag zoals die er op de middellange termijn
uitziet.
Op deze wijze delen de drinkwaterbedrijven, aandeelhouders van de drinkwaterbedrijven
en de verschillende bestuursorganen de zorg voor het leveren van drinkwater, nu en
in de toekomst.
Vraag 12
Kunt u nader specificeren hoe aan de doelstelling vorm wordt gegeven van het kunnen
beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de
behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties?
Antwoord 12
Voor het reguleren van het peil en de waterverdeling over Nederland heeft Rijkswaterstaat
de beschikking over tal van kunstwerken. Bij de bediening van deze sluizen, stuwen
en gemalen maakt Rijkswaterstaat gebruik van stuw- en spuiprotocollen. Uitgangspunten
hierbij zijn de peilbesluiten, waterakkoorden, internationale verdragen en de verdringingsreeks.
Rijkswaterstaat en de waterschappen stemmen het dagelijks waterbeheer van het regionale
watersysteem en het hoofdwatersysteem zoveel mogelijk op elkaar af. Bij watertekorten
komt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling in actie om het beschikbare
water te verdelen over de gebruikers. In het Deltaprogramma Zoetwater wordt gewerkt
aan het beter benutten van de beschikbare hoeveelheid zoetwater en brengt RWS samen
met de watergebruikers de waterbeschikbaarheid nu en in de toekomst in beeld en bepaalt
op basis daarvan of en welke verbetermaatregelen mogelijk zijn om het hoofdwatersysteem
weerbaarder te maken tegen watertekorten.
Vraag 13
Kunt u nader uiteenzetten hoe de faalkansen van de waterkeringen zijn bepaald?
Antwoord 13
Ten behoeve van de beoordeling van de veiligheid van waterkeringen worden bij ministeriële
regeling regels gesteld voor het bepalen van de faalkansen. De regeling wordt telkens
voor maximaal twaalf jaren vastgesteld. De vigerende regeling van 2 december 2016
is bekend onder de naam »Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017».1 Er loopt momenteel een landelijke beoordelingsronde (van 2017–2023) waarin alle beheerders
de primaire waterkeringen (dijken, dammen, duinen, kunstwerken) beoordelen. In 2023
wordt uw Kamer over de uitkomsten van deze beoordelingsronde geïnformeerd.
Vraag 14
Kunt u de reden van de vertraging bij de ontwikkeling van het nieuwe besturingssysteem
in de Maeslantkering nader toelichten?
Antwoord 14
Rijkswaterstaat heeft een interne toets laten uitvoeren op de projectaanpak voor de
aanpassing van de besturingssoftware. Op basis daarvan heeft Rijkswaterstaat de projectaanpak
herijkt en meer zekerheden ingebouwd voor een beheerste afronding. Hierdoor zal de
verbetering in de besturingssoftware later dan voorzien worden gerealiseerd, uiterlijk
vóór het stormseizoen van 2021/2022.
Gedurende de periode dat wordt gewerkt aan een nieuw besturingssysteem, is en wordt
door middel van beheersmaatregelen het betrouwbaar functioneren van de Maeslantkering
gewaarborgd. Meer informatie vindt u in mijn brieven aan uw Kamer van 19 november
20182 en van 15 augustus 2019.3
Vraag 15
Waarom bedragen de risicoreserveringen 600 miljoen euro? En wat zegt dit bedrag over
de staat van het huidige risicomanagement?
Antwoord 15
Het totaal van € 600 miljoen vormt de som van verschillende risicoreserveringen. Vanuit
behoedzaamheid en beheerst risicomanagement wordt voor verwachte risico’s een reservering
binnen de investeringsruimte opgenomen. De omvang van de benodigde risicoreservering
wordt bepaald met het principe van «kans van optreden» maal «gevolg bij optreden».
De risicoreserveringen worden jaarlijks herijkt, waardoor het totaal aan risicoreserveringen
van jaar op jaar verschilt. Door de jaarlijkse herijking wordt geborgd dat het risicomanagement
en de risicoreserveringen aansluiten bij de meest actuele verwachtingen.
Vraag 16
Waaraan is het geld van het stimuleringsprogramma ruimtelijke adaptatie in 2019 tot
nu toe aan uitgegeven?
Antwoord 16
Van de extra gereserveerde middelen voor ondersteuning van decentrale overheden is
tot nu toe voor het jaar 2019 € 4 miljoen overgeboekt naar provincies en gemeenten
ten behoeve van uitvoeringspilots, pilots financiële prikkels en procesondersteuning
voor decentrale overheden. Het voornemen is om in december nog een resterende € 2
miljoen over te boeken naar het gemeentefonds voor procesondersteuning. In 2019 is
voor kennisontwikkeling en het faciliteren van kennisdeling circa € 1,6 miljoen besteed.
Vraag 17
Waar en voor hoeveel geld worden de kleinere wateren meegenomen in de Delta Aanpak
Waterkwaliteit waarvoor 39 miljoen euro is gereserveerd?
Antwoord 17
Er is € 38,8 miljoen gereserveerd voor de aanpak van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen
via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Dit budget komt beschikbaar op basis
van een bestedingsplan waarbij cofinanciering door andere belanghebbende partijen
een voorwaarde is.
Het budget zal met name worden ingezet om maatregelen bij agrariërs (verder) toepasbaar
te maken in de praktijk en de opgedane kennis te verspreiden door de inzet van adviseurs.
Er zal prioriteit worden gegeven aan gebieden waar de grootste knelpunten zijn. De
nadere uitwerking vindt plaats in het genoemde bestedingsplan en in DAW uitvoeringsprogramma’s.
Deze worden in 2020 opgesteld. Omdat het gaat om maatregelen bij agrariërs komt het
budget vooral ten goede aan verbetering van de kwaliteit van kleinere wateren.
Vraag 18
Hoe worden veiligheidsbelangen en natuurbelangen ten aanzien van het Grevelingenmeer
tegen elkaar afgewogen?
Antwoord 18
In het project Getij Grevelingen staat veiligheid voorop bij het ontwerp voor een
doorlaatmiddel. Dit wordt geborgd door toetsing van het ontwerp aan de veiligheidsnormen
die gelden voor primaire waterkeringen. In het project wordt samengewerkt met de betrokken
waterschappen (Scheldestromen en Hollandse Delta).
Verder geldt dat in het kader van het project Getij Grevelingen in samenwerking met
de regio varianten worden uitgewerkt waarin natuurbelangen integraal worden meegenomen.
Vraag 19
Welke stappen worden op korte termijn genomen om de natuur in het Grevelingenmeer
te herstellen?
Welke stappen worden op middellange termijn genomen om de natuur in het Grevelingenmeer
te herstellen?
Antwoord 19
In het beheerplan N2000 Deltawateren – Grevelingen (2016 – 2022) worden de beheersmaatregelen
beschreven die worden uitgevoerd om de natuurdoelen te realiseren en wat daarbij de
gevolgen zijn voor gebruikers.
Voor de middellange termijn is van belang dat in het kader van het project Getij Grevelingen
wordt bezien hoe door het herstel van een gedempt getij op de Grevelingen, een optimale
combinatie van verbetering van de waterkwaliteit en behoud van bestaande natuurwaarden
kan worden gerealiseerd. Hiertoe worden varianten uitgewerkt in overleg met verschillende
regionale stakeholders waaronder natuurorganisaties en de natuurbeheerder van het
gebied (Staatsbosbeheer). De besluitvorming hierover volgt de MIRT-procedure. In het
komende bestuurlijk overleg MIRT Zuid-West zal het project Grevelingen aan de orde
zijn in verband met de afronding van de verkenningsfase.
Vraag 20
Komen de meevallers van 52 miljoen euro in het programma Ruimte voor de Rivier alsnog
ten goede van ruimte maken voor de rivieren en watermanagement samen met de natuur?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 21
Waar worden de meevallers zoals beschreven op bladzijde 76 aan uitgegeven?
Antwoord 20 en 21
De meevallers die op pagina 76 van de Deltafondsbegroting worden genoemd, waaronder
die vanuit de programma´s Ruimte voor de Rivier en Grensmaas, vloeien terug naar de
investeringsruimte van het Deltafonds. Dit is conform de systematiek van het Deltafonds
en geldt daarmee voor alle voorkomende meevallers. De investeringsruimte is beschikbaar
voor inzet op de prioritaire beleidsopgaven binnen de scope van het Deltafonds.
Jaarlijks vindt een integrale afweging plaats van de inzet van de beschikbare investeringsruimte,
zoals in deze begroting onder andere voor de Programmatische Aanpak Grote Wateren
en Integraal Rivier Management.
Vraag 22
Welke gevolgen heeft het nieuwe peilbesluit voor de visserij op het IJsselmeer en
het Markermeer, aangezien er mogelijk negatieve effecten zijn voor de recreatievaart?
Antwoord 22
Met het nieuwe Peilbesluit IJsselmeergebied kan door flexibel peilbeheer in het IJsselmeer
en Markermeer beter wordt ingespeeld op de meteorologische omstandigheden in het voorjaar
en de zomer en de behoefte aan zoetwater. Dit flexibele peilbeheer leidt tot een zoetwatervoorraad
van 400 miljoen m3, wat in het licht van klimaatverandering naar verwachting toereikend is tot 2050.
Ten aanzien van ecologie/vissen zijn de effecten als gevolg van het Peilbesluit IJsselmeergebied
onderzocht in het MER (http://publicaties.minienm.nl/documenten/peilbesluit-ijsselmeergebied). De effecten worden als beperkt positief beoordeeld, maar er is geen sprake van
een (ecologisch) relevant effect. De veranderingen zullen namelijk niet of nauwelijks
waarneembaar zijn.
Vraag 23
Kan de opdracht Duurzaam voor Elkaar nader worden gespecificeerd?
Antwoord 23
De opdracht Duurzaam voor Elkaar bevat een pakket aan activiteiten, bedoeld om RWS
verder te verduurzamen en om prestatiemanagement voor duurzaamheid te ontwikkelen.
De opdracht wordt deels vanuit het Deltafonds (20%) en deels vanuit het Infrastructuurfonds
(80%) gefinancierd. Voorbeelden van activiteiten zijn de landelijke stresstesten voor
klimaatbestendigheid, strategie en plan van aanpak voor de exploitatie van warmte
uit water, de aanpak om de milieu-impact van droog en nat grondverzet te verminderen
en de doorontwikkeling van het inkoopinstrumentarium gericht op het behalen van doelen
voor circulaire economie, duurzame energie en CO2-reductie.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M.Y. Israel, griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.