Lijst van vragen : Lijst van vragen over diverse onderwerpen op het gebied van mijnbouw en Groningen (Kamerstuk 33529-612)
2019D24774 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de Rapportage van de Nationaal
Coördinator Groningen (NCG) over het tweede halfjaar van 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 586); de Uitkomsten review Staatstoezicht op de Mijnen op HRA (Kamerstuk 33 529, nr. 591); de Voortgang TCMG en jaarrapportage Onafhankelijke Raadsman (Kamerstuk 33 529, nr. 593); het Tcbb-advies Landelijk Aanpak Afhandeling Mijnbouwschade (Kamerstuk 32 849, nr. 181); de Beoordeling causaliteitsvraag bij de afhandeling van schade door bodembeweging
als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld (Kamerstuk 33 529, nr. 605); het Advies waardedaling woningen in aardbevingsgebied Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 608); het Besluit versterkingsoperatie gebouwen Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 609); de Stand van zaken Landelijke Aanpak Afhandeling Mijnbouwschade (Kamerstuk 32 849, nr. 187); Diverse onderwerpen mijnbouw en Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 612) en het Vervolg Agrarische Tafel (Kamerstuk 33 529, nr. 610).
De daarop door de Minister gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Diks
Adjunct-griffier van de commissie, Jansma
Nr.
Vraag
1
In hoeverre wordt, gelet op het jaarverslag van het SodM over 2018 waarin staat dat
de versterking achterblijft omdat er geen expliciete afspraken waren over verantwoordelijkheden,
taken en bevoegdheden en financiering, nu voldoende invulling aan gegeven met de nieuwe
afspraken over schadeafhandeling en versterking?
2
Kunt u toelichten hoe de metingen van een aardbeving werken en wat de internationale
standaard daarvoor is? Wordt de hoogste meting van één meetpunt gegeven of van het
gemiddelde van verschillende meetpunten?
3
Klopt het dat de aardbevingen als gevolg van de mijnbouw in Groningen niet leiden
tot gevoelens van onveiligheid, maar tot onveiligheid?
4
Is het mogelijk het doel om de gaswinning naar nul te brengen wettelijk te verankeren?
Is hier over nagedacht?
5
Kan er een overzicht worden gegeven van alle wettelijke stappen die inmiddels zijn
ondernomen om het systeem van schadeafhandeling te hervormen?
6
Kan er een overzicht worden gegeven van alle wettelijke stappen die nog moeten worden
genomen om het systeem van schadeafhandeling te hervormen?
7
Hoeveel ambtenaren (berekend in fte) zijn bij het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkzaam
die zich bezig houden met de mijnbouw en de gevolgen van de mijnbouwschade in Groningen,
uitgesplitst in de beleidsterreinen versterkingsoperatie, schadeafhandeling en het
brengen van de gaswinning naar nul? Hoeveel ambtenaren waren dit op 1 januari 2018,
1 januari 2017, 1 januari 2016 en 1 januari 2015?
8
Waar kunnen gedupeerden met een uitspraak van de arbiter na 1 september 2019 naartoe
ná 1 januari wanneer zij opnieuw naar de arbiter willen gaan vanwege een conflict
met de NAM over de herstelmethodiek en/of herstelkosten?
9
Wat gebeurt er met de gedupeerden die zijn afgewezen op basis van de zogenaamde «Witteveen+Bos»-rapporten
in het voormalig buitengebied? Kunnen zij een herbeoordeling van de schade kunnen
krijgen?
10
Waarom kiest u ervoor om alleen schademeldingen van voor 1 januari 2020 automatisch
te vergoeden terwijl de beving in Westerwijwerd plaatsvond op 22 mei 2019, gelet op
het feit dat alle Groningers die voor 1 januari 2019 schade door gaswinning hebben
gemeld bij de TCMG een eenmalige vergoeding van 5.000 euro aangeboden krijgen of maximaal
10.000 euro om schade te laten herstellen voor een aannemer?
11
Wanneer is er, gelet op het gegeven dat u aangeeft dat mensen die geruime tijd wachten
op schadeafhandeling een standaardvergoeding krijgen als compensatie voor de wachttijd
en dat hij aangeeft dat er voor de versterking wordt bezien of er een vergelijkbare
voorziening getroffen kan worden voor het overschrijden van termijnen, precies sprake
van een overschrijding? Over welke termijnen gaat het precies?
12
Welke acties gaat u ondernemen wanneer niet alle 9.000 gedupeerden het aanbod accepteren
van 5.000 (tot 10.000) euro om toch de uitvoering van de motie-Sienot c.s. (Kamerstuk
33 529, nr. 636) te verzekeren?
13
Wanneer is het landelijke schadeprotocol voor de gaswinning uit kleine velden gereed?
14
Acht u het waarschijnlijk dat alle mijnbouwbedrijven instemmen met een protocol en
dat ook gegarandeerd kan worden dat alle mijnbouwbedrijven achter een vrijwillig protocol
blijven staan? Zo niet, kunt u niet beter meteen met wetgeving komen voor een landelijk
schadeprotocol met één loket?
15
Kunt u toelichten hoe u het voor u ziet dat alle mijnbouwbedrijven instemmen met een
protocol voor hun sector (zout, gas/olie, geothermie)? Worden dat niet moeilijke onderhandelingen
waarbij het moeilijk is om alle partijen in een sector op één lijn te krijgen?
16
Wat wordt bedoeld met de zinsnede «voor de gaswinning uit de kleine velden een meer
gedetailleerd inzicht in de concrete uitvoeringspraktijk nodig is, voordat bedrijven
bereid zijn zich te committeren aan uitspraken van de commissie»?
17
Wat zijn de kosten om het plan van aanpak van de actualisatie van de HRA te maken?
Hoeveel fte’s zijn daar bij betrokken? Wie betaalt deze kosten?
18
De halfjaarrapportage is logischerwijs kwantitatief van karakter. Dat biedt een mooi
overzicht, maar geeft nog niet veel informatie over de complexiteit waarin de NCG
zijn werk doet, over de toegevoegde waarde van de NCG et cetera. Wat kan hierover
in meer kwalitatieve zin worden gezegd?
19
Hoe verhoudt zich het aantal versterkte woningen van 132 in 2018 ten opzichte van
de totale versterkingsopgave? Neemt het aantal te versterken woningen toe of af?
20
Hoe verloopt het eigen initiatief «Heft in eigen hand» op dit moment? Op welke manier
wordt nu en in de toekomst eigen regie voor de versterking van woningen vormgegeven?
21
Kunt u aangeven hoe het staat met de publiekrechtelijke regeling voor
aardbevingsbestendige nieuwbouw?
22
Kunt u aangeven of er voldoende middelen zijn voor het koopinstrument en of het koopinstrument
voldoende ruimhartig is?
23
Hoe succesvol is de op 1 juli 2019 aflopende Nieuwbouwregeling geweest? Is er aanleiding
deze regeling te verlengen?
24
Kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel bewoners in 2018 beschikten over een versterkingsovereenkomst?
25
De eerste aanvraag in de pilot mkb-compensatieregelingen is gedaan op 7 november 2018,
maar deze is niet ontvankelijk verklaard. Hoe nuttig en succesvol is deze regeling
van de NAM? Hoeveel aanvragen zijn er inmiddels binnen gekomen en hoeveel daarvan
zijn gehonoreerd? Hoe is het verschil daartussen te verklaren?
26
Is onderzocht waarom bewoners zelden naar formele zorgaanbieders gaan? Een intensievere
samenwerking tussen gemeenten, informele zorg, formele zorgaanbieders en NCG is toch
nodig? Is dit het project «Samen voor herstel»? Zijn de uitkomsten van deze pilots
beschikbaar? Is er een voornemen om «Samen voor herstel» structureel in te bedden?
27
Is er bij het onderzoek naar de gezondheidsgevolgen ook aandacht voor de geestelijke
zorg?
28
Hoeveel procent van de 22,2 miljard euro is daadwerkelijk bij de gedupeerden terecht
gekomen?
29
Kunt u in een overzicht duidelijk maken hoe de uitgaven zijn verdeeld onder NCG, CVW,
TCMG, Instituut Mijnbouwschade, gedupeerden (schade, versterking en toekomstperspectief)?
Wat zijn daarbij de nettokosten voor de overheid en voor de NAM?
30
Wat is het exacte verband tussen daling van de gaswinning en het veiligheidsrisico?
Hoe is in dit verband veiligheidsrisico gedefinieerd?
31
In de review van het HRA-model heeft het SodM geconstateerd dat de aanbevelingen van
een comité van internationale experts uit 2018 voor verbetering van het HRA-model
op een systematische wijze zijn opgevolgd. Eerder is gesproken over validatie van
het model door TNO en over het door TNO – dus onafhankelijk van de NAM – laten opstellen
van een modellentrein. Wat is de stand van zaken dienaangaande?
32
Wat is het bedrag dat de NAM netto heeft bijgedragen aan NPG?
33
Hoeveel van de 14 gegronde AOS-meldingen werden voorafgaande aan de beving van Westerwijtwerd
geprioriteerd door het HRA-model?
34
Hoeveel van de HRA-geprioriteerde woningen hebben schade opgelopen tijdens de beving
van Westerwijtwerd?
35
Gaat het HRA-model er van uit dat alle woningen hersteld zijn? Zo ja, kunt u dan volledig
vertrouwen op de uitkomsten?
36
Kan kwantitatief en begrijpelijk worden uiteengezet op grond waarvan in de HRA2018
zo’n 7200 gebouwen een (licht) verhoogd risicoprofiel hadden en de HRA2019 zo’n 5500?
Welke factoren maken dat deze daling is opgetreden?
37
Waar liggen die gebouwen precies en zijn de bewoners daarvan op de hoogte of worden
ze op de hoogte gebracht?
38
Waar liggen de 3000 gebouwen die volgens SodM een hoger risicoprofiel hebben gekregen
dan tot op heden bekend was? Welke feiten hebben ertoe geleid dat deze 3000 gebouwen
niet eerder in de lijst zijn opgenomen? Zijn de bewoners van deze 3000 gebouwen hiervan
op de hoogte gebracht? Zo nee, wanneer gebeurt dat?
39
Welke maximale kracht op de schaal van Richter (de magnitude) was bij de verschillende
HRA’s die er zijn geweest het uitgangspunt voor de berekening van het aantal te versterken
gebouwen? Is het juist dat het gaat om M5 of M5.1? Zo nee, om welke magnitude gaat
het dan wel?
40
Welke argumenten lagen ten grondslag aan het gebruiken van juist die maximale magnitude
en hoe reëel zijn die argumenten?
41
Welke maximale magnitude heeft de Mijnraad gehanteerd in het advies voor de versterking
van vorig jaar? Welke argumenten gebruikte de Mijnraad hiervoor?
42
Welke maximale magnitude kan op grond van de huidige plannen voor de gaswinning uit
het Groningenveld het beste worden gebruikt voor de bepaling van het aantal te versterken
gebouwen?
43
Op grond van welke argumenten is het onjuist om hiervoor een maximale magnitude van
4 te gebruiken? Hoeveel gebouwen zouden versterkt moeten worden uitgaande van een
maximale magnitude van 4?
44
Welke daling van de gaswinning voorziet SodM? Kan expliciet aangegeven worden om hoeveel
kubieke meter gas uit Groningen het gaat tot 2031 per jaar bij zowel een koude, een
gemiddelde als een warme winter?
45
Hoe verhoudt zich de verwachte daling van de gaswinning uit het Groningenveld tot
het gebruik van aardgas van Groninger kwaliteit (L-gas) tot het jaar 2031? Hoeveel
L-gas is tot het jaar 2031 jaarlijks nodig bij respectievelijk een koude, een gemiddelde
en een warme winter voor gebruik in Nederland respectievelijk voor de export naar
Duitsland, Frankrijk en België? Hoe wordt per jaar tot 2031 in deze vraag voorzien?
46
Hoeveel bedraagt op dit moment de maximale uitzendcapaciteit van het Groningenveld
per uur, per dag en per week?
47
Is de vergunningsprocedure openbaar verlopen? Kunt u het proces schetsen?
48
Komt in de vergunning voor deze nieuwe stikstoffabriek een einddatum van bijvoorbeeld
2031, omdat op dat moment immers de gaswinning uit het Groningenveld stopt? Zo nee,
welke zijn de argumenten om een vergunning af te geven voor een langer durende vergunning?
49
Hoe komt het KNMI aan de hoogte van de magnitude van een beving? Hoe komt het dat
in de wijde omgeving sensoren soms veel grotere magnitudes meten?
50
Hoeveel seismische energie is er jaarlijks vanaf het jaar 2000 vrijgekomen uit het
Groningenveld? Kunnen de gegevens zowel in getallen als grafisch worden weergegeven?
51
Is het aanleggen van een extra stikstofleiding, zoals tussen IJmuiden en Wieringermeer,
samen met het aanpassen van de menginstallatie in Wieringermeer, een (goede) manier
van versneld afbouwen van het gebruik van laagcalorisch gas? Is dit haalbaar? Zo ja,
binnen welke termijn?
52
Waar komt het hoogcalorisch gas vandaan, dat in Wieringermeer gemengd wordt?
53
Wanneer wordt de export van aardgas naar België, Duitsland en Frankrijk gestopt? Hoe
ziet het afbouwschema er uit?
54
Wat is de stand van zaken bij het omschakelen van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch
van grootverbruikers?
55
Hoeveel gascentrales die op hoogcalorisch werken zijn gesloten? Hoeveel zijn er open?
56
Hoeveel gascentrales die op laagcalorisch gas werken zijn gesloten? Hoeveel zijn er
open?
57
Zijn er niet-openbare reacties gekomen op de internetconsultatie van het Wetsvoorstel
houdende wijziging van de Gaswet betreffende een verbod op laagcalorisch gas voor
de grootste afnemers? Zo ja, worden deze openbaar? Wanneer?
58
Is het een optie om tijdelijk de centrales die op Gronings laagcalorisch gas draaien
te sluiten, en degene die op hoogcalorisch gas draaien en nu uit staan, in gebruik
te nemen? Klopt het dat dan in de tussentijd de centrales die op G-gas werken, omgebouwd
kunnen worden naar H-gas en daarna weer in bedrijf komen?
59
Kan worden aangegeven wat de status is van de oude schadegevallen? Hoeveel van deze
schadegevallen zijn inmiddels afgehandeld?
60
Kan een overzicht worden gegeven van hoeveel huizen er sinds 2012 zijn versterkt?
Kan dit worden uitgesplitst per jaar? Kan dit worden uitgesplitst naar gebouwen op
norm en gebouwen niet op norm?
61
Kan er een overzicht worden gegeven van hoeveel PRBE's er sinds 2012 zijn versterkt?
Kan dit worden uitgesplitst per jaar?
62
Kan er, uitgesplitst per jaar, een overzicht worden gegeven hoeveel inspecties er
sinds 2012 hebben plaatsgevonden?
63
Kan er, uitgesplitst per jaar, een overzicht worden gegeven hoeveel versterkingsadviezen
er sinds 2012 zijn afgegeven?
64
Hoe verhoudt zich momenteel de ontwikkeling van de schadeopnames en de afwikkeling
daarvan met de werkvoorraad? Kloppen berichten in de media dat de TCMG de tijd die
hij nodig heeft voor schadebeoordeling verdubbelt? Hoe verhoudt dat zich tot de versnellingsmaatregelen?
65
Kunt u in een overzicht weergeven in hoeveel badges en andere groeperingen (als Heft
in Eigen Hand) er zijn? Kunt u tevens aangeven hoeveel panden uit die badges uit de
HRA komen?
66
Hoeveel panden komen uit de HRA die niet binnen een bepaalde groep vallen?
67
Hoeveel aannemers zijn tot nu toe betrokken bij de aannemersvariant van de TCMG? Hoeveel
daarvan zijn lokale aannemers?
68
Hoeveel aannemers komen daarbij nu de versnelling wordt ingevoerd? Hoeveel zijn daarvan
lokaal?
69
Welke rol heeft de VBOG (Verenigde bouwondernemers Groningen)?
70
Hoe duidt u de wetenschappelijke mening van professor Bal en zeven andere internationale
aardbevingswetenschappers, dat de schade niet aan bevingen met kleine magnitudes te
koppelen is? Kunt u uw antwoord toelichten?
71
Hoe is te voorkomen dat aannemers aansprakelijkheid vrezen, wat van invloed kan zijn
op de beschikbare capaciteit? Hoe is te voorkomen dat aannemers bang zijn dat als
de TCMG niet betrokken is bij het schadeherstel en/of de wijze van repareren niet
is vastgelegd, zij aansprakelijk worden gesteld bij herhaalde schade («het eerste
herstel is niet deugdelijk uitgevoerd en nu moet de aannemer op eigen kosten de schade
repareren»)?
72
Op welke periodieke basis is het onderscheid tussen «oude» en «nieuwe» schademeldingen
gemaakt?
73
Wat is de huidige status van de 12.000 schademeldingen die in 2018 nog niet waren
opgenomen door de TCMG?
74
Kunt u toelichten wat de voortgang is ten aanzien van de ruim 900 «oude» schademeldingen
waarover nog geen akkoord is waarvan zo’n 650 schademeldingen op een oordeel van de
Arbiter Bodembeweging wachten? Hoe wordt de voortgang van de oude schadegevallen bijgehouden?
75
Kunt u een reactie geven op de vaststelling van de onafhankelijke raadsman dat de
afwikkeling van (complexe) arbitragezaken na een uitspraak van de Arbiter vaak moeizaam
verloopt? Wat gaat hier mis? Hoe gaat u NAM eraan houden dat adequaat gevolg geven
dient te worden aan de uitspraken van de Arbiter?
76
Is er bij de versnellingsmaatregel voor schadeafhandeling sprake van het loslaten
van de beoordeling van de causaliteit? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor het eigendomsrecht
van de NAM? Zo nee, waarom kan dit dan niet voor alle schadegevallen versneld worden?
77
Hoe is het mogelijk dat er toch nog schadeverzoeken worden afgewezen, bijvoorbeeld
als zijnde «zettingsschade» (door temperatuurverschillen), als het bewijsvermoeden
wettelijk is vastgelegd?
78
Kunt u toelichten hoe het proces loopt ten aanzien van een regeling voor waardedaling
en of, en zo ja hoe, partijen nog kunnen reageren over de vaststelling van waardedaling?
79
Kan een overzicht worden gegeven van hoeveel schadegevallen er sinds 2012 zijn afgehandeld?
Kan dit worden uitgesplitst per jaar?
80
Kan een overzicht worden gegeven hoeveel schademeldingen er het afgelopen jaar open
hebben gestaan?
81
Kan worden aangegeven wat de status is van de oude schadegevallen? Hoeveel van deze
schadegevallen zijn inmiddels afgehandeld?
82
Kunt u aangeven welk effect er is wanneer de peildatum ligt op 1 januari 2012, de
waarde van woningen voor de beving in Huizinge?
83
Welke compensatie krijgen woningen met schade buiten aangewezen postcodegebieden?
84
Hoe verhoudt zich de compensatie van herstelde en/of versterkte panden tot vergelijkbare
panden, van dezelfde waarde is hetzelfde postcodegebied, die nog hersteld of versterkt
zijn?
85
Kunt u een overzicht maken waaruit een op een blijkt welke risico woningen gekoppeld
zijn aan welke referentiewoningen?
86
Kunt u een overzicht maken waaruit per (6 positie) postcodegebied blijkt wat voor
de verkochte woningen in dat gebied per jaar (2012–2017) het gemiddelde is van de
waarden van de verschillende variabelen voor aardbevingsinvloed die in het model van
Atlas worden onderscheiden?
87
Kunt u een overzicht maken waaruit per (6 positie) postcodegebied blijkt wat voor
de verkochte woningen in dat gebied per jaar (2012–2017) het gemiddelde is van de
waarden van de verschillende variabelen voor aardbevingsinvloed die in het model van
Atlas worden onderscheiden?
88
Wat heeft u met het volgende advies gedaan: «Vanuit oogpunt van zorgvuldigheid en
transparantie doet de adviescommissie de aanbeveling aan EZK, Waarderingskamer, provincie
en aardbevingsgemeenten om de komende maanden gezamenlijk een analyse te laten uitvoeren
in hoeverre een systematisch afwijking bestaat tussen WOZ en transactieprijs. Daarbij
kan tevens onderzocht worden of een dergelijke afwijking verandert in de tijd (voor
een publiekrechtelijke regeling is de meest actuele afwijking relevant) en of deze
verschilt tussen gemeenten (die een iets ander beleid kunnen voeren t.o.v. WOZ-vaststelling
en met andere taxateurs kunnen werken). Op basis van de uitkomsten zou een generieke
correctie kunnen worden uitgevoerd op de WOZ, om vervolgens de gecorrigeerde WOZ als
grondslag te hanteren als basis voor de schadevergoeding»?
89
Aan welke termijnen wordt gedacht voor een normbesluit en een versterkingsbesluit,
waaraan termijnen gesteld zullen worden zoals in het bestuursrecht volgens het voorgestelde
besluit versterking gebouwen Groningen? Komen die termijnen vast te liggen en waarom
niet in dit besluit? Komen er uitzonderingen voor deze termijnen?
90
Moeten het Besluit versterking gebouwen Groningen, de wijziging van het Instellingsbesluit
NCG, de Tijdelijke samenwerkingsovereenkomst tussen NCG en CVW en de Tijdelijke overeenkomst
operationalisering aansturing versterkingsoperatie tussen NAM en de Staat aangepast
worden naar aanleiding van de versnelling van de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie
(Kamerstuk 33 529, nr. 639)?
91
Kan een overzicht worden gegeven hoeveel gebouwen er sinds 2012 zijn versterkt? Kan
dit worden uitgesplitst per jaar?
92
Waar is de «plus» op de versterking in de vorm van verduurzaming gebleven? Op welke
manier kunnen bewoners hier een beroep op doen?
93
Hoe verhoudt een commercieel bedrijf als CVW zich tot een publieke versterking? Gaat
de winst die gemaakt wordt terugvloeien naar herstel van de provincie?
94
Hoe gaan initiatieven als «vanOnderen» een plek krijgen binnen het versterkingsproces?
95
Welke stappen in het versterkingsproces dragen bij aan het herstellen van de langdurige
maatschappelijke ontwrichting? Hoe worden dorpen daarbij betrokken?
96
Welke stappen in het versterkingsproces dragen bij aan het herstel van de gezondheid
van 10.000 Groningers?
97
Wat zijn de kosten van het oprichten van de TCV? Wie betaalt die?
98
Op welke wijze wordt verduurzaming aan versterking gekoppeld? Wie is er verantwoordelijk
voor het bedenken van oplossingen van een integrale aanpak? Wie voor de aanpak? Op
welke wijze stimuleert u deze integrale aanpak?
99
Welke taak, functie en verantwoordelijkheden krijgen de aardbevingscoaches? Aan welk
profiel dienen deze coaches te voldoen?
100
Op welke wijze gaat u verantwoordelijkheden loslaten en die overdragen aan lokale
overheden? Wanneer gaat u dit doen?
101
Kan worden aangegeven in hoeverre de hoeveelheid schademeldingen die in 2018 niet
is opgenomen samenhangt met de destijds beschikbare capaciteit van opname?
102
Welke rol zou het Centrum Veilig Wonen (CVW) nog kunnen spelen vanaf 2020?
103
Zijn inmiddels alle plannen van aanpak vastgesteld door de gemeenteraden en door het
SodM positief beoordeeld? Hoe wordt de onderlinge afstemming tussen de lokale plannen
van aanpak geborgd?
104
Hoe wordt voorkomen dat in de versterking van monumenten financiële argumenten leidend
zijn in plaats van het monumentale karakter van een gebouw of gebied?
105
Wanneer is de NAM definitief uit het proces van schadeherstel en versterking? Op welke
andere deelterreinen is de NAM nog betrokken in het proces of besluitvorming? Wanneer
is de NAM volledig op afstand geplaatst?
106
Kan de categorie «klacht schadeafhandeling» worden uitgesplitst?
107
Kunt u een update geven van de voortgang over de gespreken over de opvolging van de
aanbevelingen van de Agrarische Tafel?
108
Hoe staat het met de typologieaanpak? Hoeveel woningen hebben overeenkomsten? Zijn
er andere factoren die invloed hebben, zoals verbouwingen, op de aanpak van woningen
van hetzelfde type?
109
Welk deel van het NPG is inmiddels ingezet voor de leefbaarheid? Hoeveel voor het
zorgprogramma? Hoeveel voor het erfgoed?
110
Kunt u in een overzicht weergeven waaraan geld uit het NPG tot nu toe is uitgegeven?
111
Hoeveel monumentale panden zijn er uit het HRA-model gekomen met een risico?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.