Schriftelijke vragen : Een gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners en banken bij de financiering van het midden- en kleinbedrijf
Vragen van de leden Sneller en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over een gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners en banken bij de financiering van het midden- en kleinbedrijf (ingezonden 5 juni 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Creatief geld zoeken als de bank nee zegt»?1
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat alternatieve, niet-bancaire kredietverleners ongeveer
1,5 miljard euro aan het midden- en kleinbedrijf (mkb) hebben verstrekt, terwijl de
drie Nederlandse grootbanken gezamenlijk maar liefst 127 miljard euro bij het mkb
hebben uitstaan?2
Vraag 3
Wat zegt dit verschil in totale kredietverstrekking volgens u over de mogelijkheden
tot alternatieve kredietverlening aan het mkb in Nederland?
Vraag 4
Klopt het dat er door verschillende publieke instanties zoals de rijksoverheid, het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche
Bank (DNB) met verschillende definities voor mkb wordt gewerkt? Wat zegt dit over
onze kennis van mkb-financiering? Bent u bereid om met deze instanties tot één geharmoniseerde
definitie te komen van mkb?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de mate van professionaliteit van de alternatieve kredietverleningssector,
mede gelet op de recente oprichting van de Stichting MKB Financiering, de door deze
stichting opgestelde gedragscode en de opening van een onafhankelijk klachtenloket
bij het Kifid?3
Vraag 6
Kunt u in dit kader aangeven in hoeverre de motie-Sneller/Snels reeds is uitgevoerd
en wanneer u verwacht deze motie geheel te hebben uitgevoerd?4
Vraag 7
Zou u nader kunnen toelichten waarom het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
enerzijds zegt alternatieve financiers te willen stimuleren, maar de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (RVO) anderzijds de meeste subsidie- en financieringsregelingen
verplicht via een bank laat lopen?5
Vraag 8
Kunt u voorts verklaren waarom bij de stimuleringsregeling van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor nieuwe vormen van wonen en zorg voor ouderen
de regering wederom expliciet een rol voor de banken ziet en niet voor alternatieve
kredietverleners?6
Vraag 9
Deelt u de mening dat – waar mogelijk – een gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners
en banken zou moeten worden nagestreefd? Hoe verhouden de voorgaande voorbeelden van
overheidsbeleid zich volgens u tot dat streven?
Vraag 10
Bent u bereid alle huidige regelingen door te lichten op een gelijk speelveld voor
bancaire en niet-bancaire kredietverleners?
Vraag 11
Bent u bereid om in de toekomst meer rekening te houden met de potentiële rol van
alternatieve financiers bij subsidie- en financieringsregelingen van het Rijk? Zo
ja, hoe gaat u dit borgen?
Indieners
-
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
Joost Sneller, Kamerlid -
Medeindiener
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.