Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 210 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
B. Begrotingstoelichting
1. Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte
van de Ontwerpbegroting 2019 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden
binnen het totaal van de HGIS.
In onderdeel 3 staan tabellen met toelichting over de belangrijkste mutaties op de
begroting van Buitenlandse Zaken.
Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na
de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutaties gegeven.
Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen
in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen
van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten
opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel: Ondergrenzen conform Rijksbegrotingsvoorschriften
Omvang begrotingsartikel
(stand ontwerpbegroting)
in € miljoen
Beleidsmatige mutaties
(ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties
(ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1.000
5
10
=> 1.000
10
20
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2. Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van
de HGIS sinds de HGIS-nota 2019. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de
omvang van de HGIS voor 2019 toe met EUR 175 miljoen.
Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen)
MJN 2019
VJN 2019
Mutatie
HGIS-uitgaven
6.133,9
6.333,4
199,5
HGIS-ontvangsten
147,6
172,1
24,5
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)
5.986,3
6.161,3
175,0
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds ontstaat een
stijging van het budget door o.a. een kasschuif voor de contributiebijdrage aan de
Wereldbank van 2020/2024 naar 2019 en door de toevoeging van middelen voor de renovatie
van het Vredespaleis. Anderzijds daalt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde
macrocijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag
2018. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling.
Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de
omvang van de ODA met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest
recente CPB-cijfers laten een lager dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP
alsook BNI. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die
per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast
ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2019 opgenomen en op de respectievelijke
departementale begrotingen weergegeven.
HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Stand HGIS-nota 2019
6.133,9
1 Aanpassing BNI/BBP-raming
– 91,7
2 Eindejaarsmarge
2,5
3 Overboekingen van/naar HGIS
4 Kasschuif
84,9
179,9
5 Desalderingen
23,9
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2019
199,5
Stand Voorjaarsnota 2019
6.333,4
HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen)
Totaal
Stand HGIS-nota 2019
147,6
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2019
24,5
Stand Voorjaarsnota 2019
172,1
Toelichting uitgavenmutaties:
De omvang van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 199,5 miljoen ten opzichte van de
stand die in de HGIS nota 2019 is gepresenteerd. Dit kent de navolgende oorzaken:
Ad 1
Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent
van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel afgenomen met EUR
91,7 miljoen. Deze betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting
staan. Dit wordt binnen de begroting opgevangen. In de eerste suppletoire begroting
van BHOS wordt hierop verder ingegaan.
Ad 2
De eindejaarsmarge, die over 2018 is aangevraagd, is in 2019 toegevoegd aan de HGIS
en verdeeld over met name de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Veiligheid en Justitie,
Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Ad 3
Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS
op dit onderdeel daardoor een toename van EUR 84,9 miljoen. Een aantal in het oog
springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS voor de
renovatie van het Vredespaleis, de overheveling van middelen vanuit de JenV begroting
ten behoeve van de onderwijskosten voor asielzoekerskinderen, die worden verrekend
met OCW en de overheveling naar de begroting van Defensie voor de beveiligingsinzet
van de hoog-risico posten.
Ad 4
Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt de contributiebijdrage voor
de Wereldbank, die in 2020 stond gepland, vooruitbetaald in 2019. Er wordt EUR 156,4
miljoen uit 2020 en EUR 23,5 miljoen uit 2024 betaald in 2019.
Ad 5
De extra ontvangsten, die met name komen uit de verkoop van onroerend goed, worden
via een desaldering ingezet om de HGIS uitgaven te verhogen. Het betreft met name
uitgaven voor investeringen in huisvesting in het buitenland.
Daarnaast zijn er binnen het bestaande HGIS-budget extra middelen ingezet voor een
aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein
van het gastlandbeleid, extra inzet ter ondersteuning van de Chinastrategie en een
aantal internationale bijeenkomsten in Nederland. In de eerste suppletoire begrotingen
van VWS (voor de EMA) en Buitenlandse Zaken (bijdrage renovatie Vredespaleis en Kosovo
Tribunaal) wordt de extra inzet op gastlandbeleid toegelicht, op de begrotingen van
IenW en BHOS wordt extra inzet voor specifieke conferenties (waar onder Global Entrepeneurs Summit en aantal conferenties georganiseerd door IenW) toegelicht en op een aantal begrotingen
wordt vanuit de HGIS extra bijgedragen om de, onlangs gepresenteerde, Chinastrategie
kracht bij te zetten.
Toelichting ontvangstenmutaties:
De ontvangsten stijgen met EUR 24,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een bijstelling
van de geraamde ontvangsten voor consulaire dienstverlening en apparaatsontvangsten
op de begroting van Buitenlandse Zaken. De hogere consulaire ontvangsten hebben te
maken met een toename van het aantal visumaanvragen. Daarnaast stijgen de ontvangsten
binnen het apparaatsartikel vanwege de verkoop van onroerend goed. Deze middelen worden
alternatief binnen de BZ-begroting op het terrein van vastgoed ingezet.
3. Overzicht belangrijkste mutaties in 2019
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden
tot een verlaging van de geraamde uitgaven 2019 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR
27,5 miljoen. Deze incidentele afname wordt veroorzaakt door de EU-afdrachten. Naar
aanleiding van de bronnenrevisie van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het
Nederlandse BNI opwaarts bijgesteld. Voor 2019 leidt dit via de jaarlijkse nacalculatie
van de EU-afdrachten tot ophoging van deze afdracht van EUR 318 miljoen. Het restant
van de reservering valt vrij.
De overige begrotingswijzigingen (excl. EU-afdrachten) laten per saldo een structurele
toename zien van EUR 76,5 miljoen in 2019. Dit is onder andere het gevolg van loon-
en prijsontwikkelingen wereldwijd (inflatiecorrectie) en de inzet van de eindejaarsmarge
op apparaatsuitgaven.
De mutaties van de 1e suppletoire begroting 2019 van BZ worden bij onderdeel 4 en 5, toelichting per beleidsartikel
resp. niet-beleidsartikel, nader toegelicht.
Een aantal, in omvang grootste mutaties, is in dit onderdeel opgenomen en toegelicht.
Verplichtingen
De mutaties van de verplichtingen zijn overeenkomstig de mutaties bij uitgaven en
worden bij onderdeel 4 en 5, toelichting per beleidsartikel resp. niet-beleidsartikel,
nader toegelicht.
Uitgaven
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen in EUR 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven
Vastgestelde begroting
9.976.656
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Afdrachten aan de Europese Unie
3.1
– 105.200
2) Samen met ketenpartners het personenverkeer regelen
4.2
11.700
3) Apparaat
7
75.100
4) overige mutaties
– 9.101
stand 1e suppletoire begroting
9.949.155
Artikel 3.1
De afdracht aan de EU wordt incidenteel met EUR 105,2 miljoen neerwaarts bijgesteld.
Dit is het gevolg van het surplus dat de EU over 2018 overhield. Dit surplus wordt
elk jaar aan de lidstaten teruggegeven via een lagere BNI-afdracht. Voor Nederland
leidt het surplus tot een neerwaartse bijstelling van de BNI-afdracht met EUR 88 miljoen.
Daarnaast is de raming van de BNI-afdracht met EUR 17 miljoen neerwaarts bijgesteld
doordat de raming van de overige inkomsten van de EU in de Europese begroting voor
2019 opwaarts is bijgesteld.
Artikel 4.2
De mutaties op dit artikel zijn onder meer een gevolg van de autonome groei van visa,
waardoor de uitgaven van de dienstverlening toenemen, zoals ICT kosten, vervoerskosten
visumproces en aankoop visumstickers. De uitgaven voor modernisering van de consulaire
diplomatie worden in 2019 en 2020 verhoogd om de digitaliseringsagenda conform planning
en budget uit te voeren.
Artikel 7
De personele en materiele uitgaven van het apparaatsbudget laten een stijging zien
van EUR 75,1 miljoen. Het budget neemt toe als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen
wereldwijd. Verder neemt het materiele budget toe als gevolg van de inzet van de eindejaarsmarge
op reguliere apparaatsuitgaven voor bedrijfsvoering, huisvesting buitenland, ICT en
facilitaire kosten. Deze middelen zijn vanuit 2018 doorgeschoven.
De volgende mutaties zijn het gevolg van de uitvoering van het beleid:
Vredespaleis
De toonaangevende internationale positie van Nederland brengt verantwoordelijkheden
met zich mee. Om concurrerend te kunnen blijven, werkt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken aan een rijksbreed gedragen strategisch gastlandbeleid. Dit vergt permanente
inspanning van het Ministerie van Buitenlandse Zaken als coördinerend ministerie voor
gastlandzaken. In deze hoedanigheid heeft BZ een gastlandverantwoordelijkheid voor
het Vredespaleis. BZ heeft geen verantwoordelijkheid voor het Vredespaleis als Rijksmonument,
maar meent vanuit zijn gastlandverantwoordelijkheid wel dat de twee Hoven (Internationaal
Gerechtshof van de VN en Permanent Hof van Arbitrage) goed gehuisvest dienen te zijn.
Daartoe dient het Vredespaleis te worden gerenoveerd. De benodigde middelen zijn vanaf
2021 gereserveerd in de 1e suppletoire begroting. Tevens is EUR 50 miljoen op de Aanvullende Post gereserveerd
voor de renovatie. Dit bedrag is nog niet toegevoegd aan de BZ-begroting.
Chinastrategie
Het Nederlandse Chinabeleid raakt een groot aantal ministeries onder andere op het
terrein van internationale rechtsorde, mensenrechten, handel, klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking
en veiligheid. Voor de uitvoering van de Chinastrategie worden extra middelen (EUR
24 miljoen) vanuit de HGIS ter beschikking gesteld voor de periode 2019–2023. Deze
middelen worden verdeeld over een aantal departementen en hoofdzakelijk ingezet om
extra capaciteit vrij te maken.
Ontvangsten
Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen in EUR 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten
Vastgestelde begroting
459.511
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) EU overige ontvangsten
3.10
– 331.371
2) Diverse ontvangsten apparaat
7.10
20.000
3) overige mutaties
3.859
stand 1e suppletoire begroting
151.999
Artikel 3.10
Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten 2019
van Buitenlandse Zaken (V) met EUR -331,4 miljoen.
Artikel 7.10
De raming op de apparaatsontvangsten voor de verkoop van vastgoed wordt met EUR 20
miljoen naar boven bijgesteld. Met deze middelen worden de investeringen gedekt voor
de modernisering en rationalisering van de huisvestingsportefeuille.
De ontvangsten worden per artikel nader toegelicht in onderdeel 4 en 5.
4. De beleidsartikelen
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
105.487
0
105.487
17.668
123.155
8.959
4.062
25.587
14.166
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
123.487
0
123.487
5.094
128.581
4.251
4.919
4.795
4.728
waarvan juridisch verplicht
63%
69%
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
56.035
56.035
5.574
61.609
4.744
3.144
5.444
5.444
Subsidies
Internationaal recht
12.035
12.035
4.230
16.265
3.400
1.800
1.100
1.100
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties
34.525
34.525
0
34.525
OESO
6.175
6.175
1.044
7.219
1.044
1.044
1.044
1.044
Internationaal Strafhof
3.300
3.300
300
3.600
300
300
300
300
Vredespaleis
3 000
3 000
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
63.402
0
63.402
0
63.402
0
0
0
0
Subsidies
Landenprogramma's mensenrechten
34.252
34.252
0
34.252
Opdrachten
Landenprogramma's mensenrechten
1.500
1.500
0
1.500
bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten
20.000
20.000
0
20.000
Centrale mensenrechtenprogramma's
7.650
7.650
0
7.650
1.3
Gastlandbeleid internationale organisaties
4.050
0
4.050
– 480
3.570
– 493
1.775
– 649
– 716
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon
1.900
1.900
19
1.919
19
336
Internationaal Strafhof
1.150
1.150
– 49
1.101
– 62
– 111
– 199
– 266
Nederland Gastland
900
900
– 450
450
– 450
1.550
– 450
– 450
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Nederland Gastland
100
100
0
100
Verplichtingen
In het kader van een actieve Nederlandse inzet op internationale veiligheid werd besloten
tot een eenmalige Nederlandse bijdrage aan de totstandkoming van een nieuwe OPCW-laboratorium
in Pijnacker. Dit besluit past en ondersteunt eveneens het gastlandbeleid van Nederland.
In lijn met de afspraken uit het Regeerakkoord in het kader van de Nederlandse inzet
op de bescherming en bevordering van mensenrechten zijn meerjarige verplichtingen
aangegaan die leiden tot een structurele ophoging van het verplichtingenbudget.
In het kader van het Nederlandse gastlandbeleid voor internationale organisaties werd
in 2018 een nieuwe meerjarige afspraak afgesproken met de Carnegiestichting (de eigenaar
van het Vredespaleis) die leidde tot een toename in het verplichtingenbudget. Vanaf
2022 is met de Voorjaarsnota structureel extra middelen vanuit de HGIS toegekend voor
de renovatie (asbestsanering) van het Vredespaleis.
In het kader van een aanspraak op een in 2015 afgegeven garantie voor de financiële
uitvoeringsrisico’s voor de verbouwing van het Kosovo Tribunaal toegekend vanuit de
HGIS.
Uitgaven
Artikel 1.1
In 2019 worden hogere bijdrages toegekend aan de OESO en het ICC (International Criminal
Court). Deze zijn het gevolg van een verhoging van de verplichte verdragscontributies.
Tevens wordt een bijdrage gedaan aan de organisatie van de HCCH-conferentie (Haagse
conferentie voor internationaal privaatrecht) die plaatsvindt in 2019. Besluitvorming
omtrent bijdrages aan de organisaties ICMP (International Commission on Missing Persons),
UNITAD (United Nations Investigative Team for the Accountability of Da’esh), alsook
aan het project van de ICC geleid door de PILPG (Public International Law & Policy
Group) in samenwerking met de VU (Vrije Universiteit) in Afrika en een bijdrage aan
de IIIM (Bewijzenbank Syrië) leiden samen met eindejaarsmarge voor de tijdelijke uithuizing
van twee Hoven (gevestigd in het Vredespaleis) tot de verhoging van het uitgavenbudget
van artikel 1.1.
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
275.449
0
275.449
– 12.255
263.194
– 4.566
– 5.146
2.354
– 5.146
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
291.000
0
291.000
1.831
292.831
– 4.237
– 2.020
– 3.396
– 3.329
waarvan juridisch verplicht
75%
78%
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke
veiligheid
11.015
11.015
1.590
12.605
1.530
1.450
1.450
1.450
Subsidies
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
1.000
1.000
450
1.450
450
450
450
450
Atlantische Commissie
500
500
0
500
Opdrachten
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
500
500
0
500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO
7.200
7.200
0
7.200
Veiligheidsfonds
500
500
1.140
1.640
1.080
1.000
1.000
1.000
WEU
565
565
0
565
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
250
250
0
250
Overige
500
500
0
500
2.2
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
14.351
14.351
– 49
14.302
– 100
– 710
– 500
– 500
Subsidies
Contra-terrorisme
4.000
4.000
0
4.000
Anti-terrorisme instituut
551
551
1 073
1.624
– 100
– 210
Opdrachten
Contra-terrorisme
1.000
1.000
0
1.000
Cyber security
4.700
4.700
– 552
4.148
Global Forum on Cyber Expertise
400
400
– 70
330
Overige
500
500
– 500
0
– 500
– 500
– 500
– 500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme
3.200
3.200
0
3 200
500
Cyber security
0
0
0
0
2.3
Wapenbeheersing
10.794
10.794
2.344
13.138
79
88
0
0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA
7.317
7.317
0
7.317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
1.557
1.557
2.344
3.901
79
88
CTBTO
1.920
1.920
0
1.920
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
226.827
226.827
– 2.156
224.671
– 5.746
– 2.848
– 4.346
– 4.279
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
31.000
31.000
0
31.000
Nederland Helsinki Comité
28
28
0
28
Opdrachten
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
15.000
15.000
0
15.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
44.722
44.722
0
44.722
OVSE
7.195
7.195
– 1.195
6.000
– 1.195
– 1.195
– 1.195
– 1.195
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
99.849
99.849
10.070
109.919
Training buitenlandse diplomaten
2.500
2.500
0
2.500
Inzet hoog-risico posten
20.000
20.000
– 15.257
4.743
Overige
6.533
6.533
4.226
10.759
– 4.551
– 1.653
– 3.151
– 3.084
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
28.013
28.013
102
28 115
0
0
0
0
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»
11.822
11.822
625
12.447
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»
16.191
16.191
– 523
15.668
Ontvangsten
1.242
1.242
0
1.242
0
0
0
0
2.10
Doorberekening Defensie diversen
242
242
0
242
2.40
Restituties programma's
1.000
1.000
0
1.000
Verplichtingen
Het totaal van de verplichtingen voor 2019 t/m 2023 neemt af vanwege een technische
correctiemutatie. Dit heeft geen gevolgen voor de daadwerkelijke verplichtingen.
Uitgaven
Geen toelichting conform ondergrenzen Rijksbegrotingsvoorschriften.
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Effectieve Europese samenwerking
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
8.520.360
0
8.520.360
– 103.984
8.416.376
1.375
675
1.719
675
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
8.745.255
0
8.745.255
– 103.984
8.641.271
1.375
675
46.837
46.837
waarvan juridisch verplicht
100%
100%
3.1
Afdrachten aan de Europese Unie
8.496.427
0
8.496.427
– 105.240
8.391.187
0
0
0
0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht
4.647.575
4.647.575
– 105.240
4.542.335
BTW-afdracht
556.114
556.114
0
556.114
Invoerrechten
3.292.738
3.292.738
0
3.292.738
3.2
Europees ontwikkelingsfonds
234.281
0
234.281
0
234.281
0
0
46.162
46.162
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds
234.281
234.281
0
234.281
46 162
46 162
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
9.720
0
9.720
0
9.720
0
0
0
0
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa
9.720
9.720
0
9.720
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie
4.827
0
4.827
1.256
6.083
1.375
675
675
675
Opdrachten
programmatische ondersteuning
500
500
581
1.081
700
CECP
0
0
675
675
675
675
675
675
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage
3.979
3.979
0
3.979
EIPA
348
348
0
348
Ontvangsten
383.929
0
383.929
– 331.371
52.558
0
0
0
0
3.10
Diverse ontvangsten EU
383.679
0
383.679
– 331.371
52.308
0
0
0
0
Invoerrechten
658.548
658.548
0
658.548
Overige ontvangsten EU
– 274.869
– 274.869
– 331.371
– 606.240
3.30
Restitutie Raad van Europa
250
0
250
0
250
0
0
0
0
Verplichtingen
De mutatie wordt veroorzaakt door de neerwaartse bijstelling van de BNI-afdracht in
2019, zoals vermeld in artikel 3.1 onder uitgaven.
Uitgaven
De raming voor de afdrachten aan de Europese Unie kent een aantal mutaties. In onderstaande
tabel zijn deze geclusterd opgenomen. Hieronder is de toelichting op elk van deze
bijstelling opgenomen.
Artikel 3.1
2019
2020
2021
2022
2023
2024
1. Dab 1 2019: surplus EU-begroting 2018
– 87.991
0
0
0
0
0
2. Begrotingsakkoord 2019: overige inkomsten EU begroting
– 17.249
0
0
0
0
0
DAB 1 2019: surplus EU-begroting 2018
De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met
daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal
uit op EUR 1,8 miljard wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van
EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft.
Begrotingsakkoord 2019: overige inkomsten EU begroting
De raming van de BNI-afdracht in 2019 wordt met EUR 17 miljoen neerwaarts bijgesteld
doordat de raming van de overige inkomsten op de Europese begroting voor 2019 opwaarts
is bijgesteld.
Ontvangsten
Artikel 3.10:
De ontvangsten nemen per saldo af. In onderstaande tabel is opgenomen uit welke onderdelen
deze wijziging bestaat:
Art 3.10
2019
2020
2021
2022
2023
2024
1. Nacalculatie 2018 incl. bronnenrevisie
– 318,450
0
0
0
0
0
2. DAB 6 2018: BNI effect herziening invoerrechten
– 12.921
0
0
0
0
0
1. Nacalculatie 2018 incl. bronnenrevisie
Naar aanleiding van de bronnenrevisie van het CBS is het Nederlandse BNI opwaarts
bijgesteld. Voor 2019 leidt dit via de jaarlijkse nacalculatie van de EU-afdrachten
tot een extra BNI-afdracht van EUR 318 miljoen onder artikel 3.10 «overige ontvangsten»,
Eerder is hiervoor in de begroting een reservering getroffen. Deze nacalculatie over
2018 is nader toegelicht in de kamerbrief van 1 februari 2019.
2. DAB 6 2018: BNI effect herziening invoerrechten
De raming van het effect van de Spring Forecast 2018 op de invoerrechten van 2018
is op basis van nieuwe cijfers naar beneden bijgesteld. Een daling van de ontvangst
van invoerrechten door de Europese begroting moet gecompenseerd worden door hogere
BNI-afdrachten door de lidstaten. Voor Nederland leidt dit tot een toename van de
afdracht met EUR 13 miljoen. Door de late aanname van de 6e aanvullende begroting
2018 is dat effect naar 2019 doorgeschoven en wordt deze geboekt onder art 3.10
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening en
uitdragen Nederlandse waarden
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
51.762
0
51.762
15.793
67.555
7.433
5.348
5.048
5.048
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
50.306
0
50.306
18.892
69.198
5.172
1.557
1.457
1.457
waarvan juridisch verplicht
53%
80%
4.1
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
13.945
0
13.945
3.367
17.312
– 1.483
– 4.288
– 4.288
– 4.288
0
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding
1.900
1.900
0
1.900
Opdrachten
Consulaire bijstand
259
259
150
409
150
150
150
150
Gedetineerdenbegeleiding
200
200
0
200
Reisdocumenten en verkiezingen
4.320
4.320
– 1.420
2.900
– 1.770
– 1.770
– 1.770
– 1.770
Consulaire opleidingen
400
400
0
400
Consulaire informatiesystemen
6.866
6.866
137
7.003
137
137
137
137
Loket buitenland
3.500
3.500
Overig
– 2.805
– 2.805
– 2.805
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland
1.000
1.000
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
9.049
9.049
11.742
20.791
5.722
4.862
4.762
4.762
Opdrachten
Visumverlening
1.100
1.100
1.800
2.900
1.850
1.950
1.950
1.950
Ambtsberichtenonderzoek
150
150
0
150
Legalisatie en verificatie
80
80
0
80
Consulaire informatiesystemen
6.856
6.856
7.730
14.586
3.535
3.375
3.275
3.275
Informatie Ondersteunend Beslissen
1.875
1.875
Overig
– 800
– 800
– 800
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie
863
863
337
1.200
337
337
337
337
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7.706
0
7.706
1.000
8.706
0
0
0
0
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid
7.706
0
7.706
1.000
8.706
4.4
Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
19.606
0
19.606
2.783
22.389
933
983
983
983
Subsidies
Instituut Clingendael
800
800
0
800
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
4.124
4.124
1.353
5.477
3
3
3
3
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's
1.620
1.620
0
1.620
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale
Organisaties
3.000
3.000
0
3.000
waarvan kosten Koninklijk Huis o.a. Staatsbezoeken
2.000
2.000
0
2.000
Adviesraad Internationale vraagstukken
525
525
0
525
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
2.500
2.500
530
3.030
30
30
30
30
Verkeersnotificaties
0
0
400
400
400
400
400
400
Chinastrategie
250
250
500
550
550
550
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
6.517
6.517
0
6.517
Europese bewustwording
520
520
250
770
Ontvangsten
47.890
47.890
3.859
51.749
1.984
1.984
1.984
1.984
4.10
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
9.500
9.500
0
9.500
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
37.500
37.500
3.875
41.375
2.000
2.000
2.000
2.000
4.40
Doorberekening Defensie diversen
890
890
– 16
874
– 16
– 16
– 16
– 16
4.41
Ontvangsten verkeersnotificaties
0
0
0
0
Verplichtingen
De ambitie in het regeerakkoord om een one-stop shop (loket buitenland) voor Nederlanders woonachtig in het buitenland op te zetten wordt
verder ontwikkeld in 2019. Daarvoor is dit jaar EUR 4,5 miljoen gebudgetteerd van
de intensiveringsmiddelen uit het Regeerakkoord voor het postennet.
Overeenkomstig het bedrag aan mutaties bij de uitgaven 2019 worden ook nieuwe verplichtingen
aangegaan voor de versnelling van de digitaliseringsagenda consulair, vervoerskosten
in het kader van het visumproces, ICT kosten (extra licenties software) en stickerkosten,
beide het gevolg van toename visumaanvragen.
Uitgaven
Artikel 4.1
De mutaties in de uitgaven voor consulaire dienstverlening zijn te splitsen in een
structurele bijdrage voor de bestrijding van huwelijksdwang, een structurele bijdrage
voor loket buitenland (one-stop shop) en een tijdelijke verlaging van de uitgaven
van reisdocumenten door de paspoortdip van 2019 t/m 2023 door de overgang van een
5-jarig naar 10-jarig paspoort.
Zoals opgenomen in het Regeerakkoord zijn er middelen beschikbaar gesteld om te komen
tot één loket buitenland (one-stop shop) voor dienstverlening aan Nederlanders woonachtig in het buitenland. De hiervoor
beschikbaar gestelde middelen zijn het afgelopen jaar structureel toegevoegd aan de
apparaatsbegroting van Buitenlandse Zaken. Omdat de uitgaven voor consulaire dienstverlening
binnen beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
staan opgenomen, wordt het beschikbare bedrag voor 2019 (EUR 4,5 miljoen) overgeheveld
naar beleidsartikel 4. Jaarlijks vindt de overheveling plaats van de middelen voor
het loket op basis van de verwachte inzet.
Artikel 4.2
De mutaties op dit artikel zijn onder meer een gevolg van de autonome groei van visa,
waardoor de uitgaven van de dienstverlening structureel toenemen, zoals ICT kosten,
vervoerskosten visumproces en aankoop stickers.
De modernisering van de consulaire diplomatie zal in 2019 en 2020 intensiveren om
de digitaliseringsagenda conform planning en budget uit te voeren.
De verplichte Nederlandse bijdrage aan internationale organisaties op het gebied van
asiel en migratie nemen structureel licht toe.
Artikel 4.4
De mutaties op artikel 4.4 voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
zijn divers, waaronder de kosten voor de Chinastrategie en verkeersnotificaties. De
uitgaven voor notificaties zijn een vergoeding aan het Centraal Justitieel Incassobureau
(CJIB) voor het genereren van begane verkeersovertredingen door medewerkers van Corps
Diplomatique en Internationale organisaties.
Ontvangsten
Artikel 4.20
De consulaire dienstverlening aan vreemdelingen is sinds 2014 toegenomen. Naar verwachting
zullen de visumaanvragen nog enigszins stijgen. Daarom is de raming van de ontvangsten
structureel met EUR 2 miljoen naar boven bijgesteld. Voor de kosten van de Informatie
Ondersteunend Beslissen software ontvangt de Directie consulaire dienstverlening in
2.019 EUR 1,875 miljoen subsidie uit het ISF (Internal Security Fund) van de Europese Commissie.
5. Niet-beleidsartikelen
Artikel 5
Niet-beleidsartikel 5 Geheim
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
Verplichtingen en uitgaven
Geen toelichting
Artikel 6
Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
Amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
25.868
0
25.868
– 24.489
1.379
– 35.614
– 48.365
– 44.491
– 42.947
Uitgaven:
Uitgaven totaal
25.868
0
25.868
– 24.489
1.379
– 35.614
– 48.365
– 44.491
– 42.947
6.1
Nog onverdeeld (HGIS)
25.868
0
25.868
– 24.489
1.379
– 35.614
– 48.365
– 44.491
– 42.947
Uitgaven en verplichtingen:
Artikel 6.1:
Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt
structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon-
en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers
mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing
van BNI- en bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2018,
het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar
diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget
vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name
liggen op het terrein van het gastlandbeleid (EMA, Kosovo tribunaal en renovatie Vredespaleis),
extra inzet ter ondersteuning van de Chinastrategie en een aantal internationale bijeenkomsten
in Nederland zoals de Global Entrepeneurs Summit en aantal conferenties georganiseerd door IenW.
Artikel 7
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat
Bedragen in EUR 1.000
Stand
ontwerp
begroting
2019
Mutaties via
amendement
2019
Vastgestelde
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2019
Stand
1e suppletoire
begroting
2019
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2020
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2021
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2022
Mutaties
1e suppletoire
begroting
2023
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
763.776
763.776
55.119
818.895
43.161
29.589
29.623
31.183
Uitgaven
740.740
740.740
75.155
815.895
60.199
46.309
46.343
46.343
7.1.1
Personeel
510.711
510.711
21.261
531.972
17.900
29.500
29.500
29.500
waarvan eigen personeel
500.711
500.711
21.261
521.972
17.900
29.500
29.500
29.500
waarvan Inhuur extern
10.000
10.000
0
10.000
0
0
0
0
waarvan overige personele uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
7.1.2
Materieel
230.029
230.029
53.894
283.923
42.299
16.809
16.843
16.843
waarvan ICT
45.000
45.000
17.813
62.813
15.000
15.000
15.000
15.000
waarvan bijdragen aan SSO's
63.891
63.891
1.109
65.000
1.500
1.500
1.500
1.500
waarvan overige materieel
121.138
121.138
34.972
156.110
25.799
309
343
343
7.2
Koersverschillen
pm
pm
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
26.450
26.450
20.000
46.450
15.000
0
0
0
7.10
Diverse ontvangsten
26.450
26.450
20.000
46.450
15.000
0
0
0
7.11
Koersverschillen
pm
pm
0
0
0
0
0
0
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt in lijn gebracht met het uitgavenkader als gevolg van
de hieronder geschetste mutaties.
Uitgaven
Het apparaatsbudget bestaat uit personele en materiele uitgaven. In 2019 stijgt het
budget hiervoor met EUR 75 miljoen. Ook in latere jaren neemt het budget toe. Deze
stijging kent een aantal oorzaken:
Personeel
Via de eindejaarsmarge 2018 wordt budget toegevoegd aan de begroting voor 2019. Het
betreft specifieke personeelsuitgaven die eind 2018 niet meer konden worden verwerkt.
Dit heeft begin 2019 plaatsgevonden. Daarnaast neemt het budget toe als gevolg van
de reguliere loonontwikkeling. Hierdoor worden de salarissen en hieraan gerelateerde
uitgaven van het BZ-personeel bijgesteld. Dit wordt vanuit de HGIS -nog onverdeeld-
gefinancierd. Het betreft een structurele reeks. Ten slotte stijgt het budget vanwege
de implementatie van de onlangs gepresenteerde Chinastrategie. Hiervoor worden extra
fte’s ingezet. Vanuit de HGIS is hiervoor budget beschikbaar gesteld.
Materieel
Het materiele budget neemt toe als gevolg van de inzet van de eindejaarsmarge uit
2018 op reguliere apparaatsuitgaven voor bedrijfsvoering, huisvesting buitenland,
ICT en facilitaire kosten. Ook wordt vanuit de HGIS-prijsbijstelling toegekend om
inflatie gerelateerde kosten te kunnen opvangen. Verder wordt het budget voor 2019
en 2020 verhoogd vanuit de extra ontvangsten die geraamd worden. Het gaat daarbij
om verwachte verkopen van onroerend goed van EUR 20 miljoen in 2019 en EUR 15 miljoen
in 2020. Deze middelen worden geherinvesteerd om de huisvestingsportefeuille in het
buitenland te rationaliseren, te moderniseren en te verduurzamen.
Ten slotte wordt – zoals in de toelichting bij artikel 4 is toegelicht – in 2.019
EUR 4,5 miljoen overgeheveld naar het beleidsartikel consulaire dienstverlening (artikel
4).
Ontvangsten
De raming op de apparaatsontvangsten wordt naar boven bijgesteld. Er wordt naar verwachting
EUR 20 miljoen in 2019 en EUR 15 miljoen in 2020 meer ontvangen uit de verkoop van
vastgoed in het buitenland. Met deze middelen worden de investeringen gedekt voor
de modernisering en rationalisering van de huisvestingsportefeuille.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.