Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan UNMISS en recente ontwikkelingen in Zuid-Sudan (Kamerstuk 29521-375)
2019D09361 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij enkele fracties de behoefte
de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
en van Justitie en Veiligheid enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over hun
brief d.d. 8 februari 2019 inzake de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan de
VN-missie in Zuid-Sudan (UNMISS) en recente ontwikkelingen in Zuid-Sudan (Kamerstuk
29 521, nr. 375).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Inbreng VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief,
en wil onze mannen en vrouwen danken voor hun inzet. Voor de leden van de VVD-fractie
staat in deze missie de veiligheid van onze mannen en vrouwen ter plekke voorop. Op
het moment dat deze veiligheid niet voldoende kan worden gewaarborgd, en onze stafofficieren
hun werk niet effectief uit kunnen voeren, is de beëindiging van de missie een logische
stap.
De leden van de VVD-fractie spreken hun begrip uit voor de transitieperiode die is
geboden aan de Verenigde Naties. Wel vragen zij zich af of, en hoe, de veiligheid
van de stafofficieren gewaarborgd kan worden tijdens deze periode.
Inbreng PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de regeringsbrief over de beëindiging
van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie UNMISS in Zuid-Sudan.
De missie is gedurende de looptijd beperkt in haar functioneren, werd ernstig belemmerd
door een gebrek aan medewerking van de Zuid-Sudanese autoriteiten, werd in omvang
afgebouwd tot slechts zes Nederlandse stafofficieren, was niet veilig voor het personeel
omdat aan medische voorwaarden niet kon worden voldaan en werd zwaar gehinderd door
een gebrek aan bewegingsvrijheid. Hoe kunt u, al deze feiten op een rijtje gezet,
dan toch concluderen dat Nederland een «waardevolle bijdrage» heeft geleverd? Waar
blijkt dat uit?
In de artikel 100-brief van 30 september 2011 (Kamerstuk 29 521, nr. 172) staat dat de VN-missie is opgericht «om de Zuid-Sudanese overheid te assisteren
bij het versterken van vrede en veiligheid in Zuid-Sudan en om de voorwaarden voor
ontwikkeling te scheppen, met als doel de overheid in staat te stellen effectief en
democratisch te regeren en goede betrekkingen op te bouwen met de buurlanden.» Deelt
het kabinet de mening van de leden van de PVV-fractie dat op geen van deze punten
vooruitgang is geboekt en dat de VN-missie in het algemeen (los van de Nederlandse
bijdrage) totaal is mislukt en doelstellingen niet zijn gehaald? Zo nee, kan het kabinet
uitleggen waarom dan niet?
Het is opmerkelijk dat Nederland zich jarenlang heeft verbonden aan een missie waaraan
de Zuid-Sudanese autoriteiten jarenlang onvoldoende, of zelfs geen, medewerking hebben
verleend. Volgends de leden van de PVV-fractie is het gebrek aan medewerking van de
autoriteiten één van de oorzaken van het falen van de missie. Deelt het kabinet die
conclusie? Zo ja, welke lessen trekt het kabinet hieruit voor de Nederlandse deelname
aan missies nú en in de toekomst?
Kan het kabinet aangeven of de Zuid-Sudanese autoriteiten op dit moment nog directe
of indirecte financiële of materiële hulp ontvangen van Nederland? Zo ja, wat is de
omvang van deze hulp?
In 2011, tijdens de behandeling van de artikel 100-brief, wees de woordvoerder van
de PVV-fractie al op het hoge «roulette gehalte» en de lage slagingskansen van de
missie. Een verwachting die helaas voor Zuid-Sudan is uitgekomen. Ook is het spijtig
voor de Nederlandse belastingbetaler die vanaf het begin heeft bijgedragen aan deze
praktisch onmogelijke missie. De leden van de PVV-fractie zien daarom graag een overzicht
(per jaar) tegemoet van de kosten die sinds 2011 gemaakt zijn voor wat betreft de
Nederlandse militaire en humanitaire hulp aangaande Zuid-Sudan. Kan tevens worden
aangegeven voor hoeveel euro Nederland «ongeoormerkte» bijdragen blijft doen aan humanitaire
organisaties in Zuid-Sudan en welke organisaties het betreft?
Inbreng D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
en van Justitie en Veiligheid over de Nederlandse bijdrage aan UNMISS. Voornoemde
leden plaatsen vraagtekens bij de afweging van het kabinet om de huidige Nederlandse
inzet in UNMISS te beëindigen. Zo vragen deze leden zich af wat Nederland heeft gedaan
om de medische afvoer die voldoet aan de voor Nederlandse militairen geldende norm
(10-1-2 richtlijn) zeker te stellen. Is hier met de VN en andere bondgenoten over
gesproken? Het valt de voornoemde leden op dat andere bondgenoten, waaronder het Verenigd
Koningrijk, wel blijven deelnemen aan UNMISS. De leden van de D66-fractie vragen zich
af hoe dit zich verhoudt tot de Nederlandse afweging om de huidige Nederlandse inzet
in UNMISS per 1 september 2019 te beëindigen. Deze leden hebben ook kennisgenomen
van het VN rapport inzake UNMISS en zien daarin niets terug over de garantie van een
adequate medische afvoer buiten Juba. In dat kader vragen de leden van de D66-fractie
zich ook af of Nederland heeft overwogen om zelf additionele mensen en middelen in
te zetten om de 10-1-2 richtlijn zeker te stellen. Daarnaast zijn de leden van de
D66-fractie ontstemd over het beëindigen van de huidige Nederlandse inzet omdat Nederlandse
inzet juist gericht is op het vergroten van de effectiviteit en kwaliteit van VN-missies.
Voornoemde leden vragen zich dan ook af hoe dit verhoudt met het voornemen om de Nederlandse
bijdrage aan UNMISS te beëindigen.
De leden van de D66-fractie nemen met onbehagen kennis van de ernstige beperking op
de Freedom of Movement van UNMISS door een gebrek aan medewerking van de Zuid-Sudanese autoriteiten en oppositie,
te meer omdat de beperking op de Freedom of Movement de veiligheid van het UNMISS-personeel, waaronder de zes Nederlandse stafofficieren,
in gevaar brengt. De leden vragen zich af wat Nederland op diplomatiek en politiek
niveau heeft gedaan om de Freedom of Movement van UNMISS te vergroten. Voornoemde leden roepen met klem de Minister van Buitenlandse
Zaken op om deze kwestie in bilateraal en multilateraal verband aan de orde te stellen
met als eerste doel dat Zuid-Sudanese autoriteiten en oppositie meewerken aan UNMISS.
Voornoemde leden zijn ook benieuwd naar de uitkomsten van de door Nederland georganiseerde
conferentie over VN-peacekeeping op 14–15 januari jl., en tot welke concrete maatregelen
de conferentie zal leiden.
De leden van de D66-fractie uitten hun zorgen als het gaat om de recente ontwikkelingen
op het gebied van mensenrechten in Zuid-Sudan. Zo is in de laatste maanden sprake
van een scherpe toename in het aantal uitgevoerde doodvonnissen. Alleen al zeven in
de maand februari, net zoveel als het totale aantal uitgevoerde doodstraffen in heel
2018. Voornoemde leden vinden dit zorgelijk, voor Nederland is en blijft de strijd
tegen de doodstraf een prioriteit in het mensenrechtenbeleid. De leden roepen de Minister
van Buitenlandse Zaken dan ook op de kwestie in bilateraal verband bij de Zuid-Sudanese
autoriteiten aan de orde te stellen. De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk
dat de mensenrechtendivisie binnen UNMISS frequenter rapporteert over de mensenrechtenschendingen
en met het oog op verantwoording proactief meer informatie deelt met de Commission
on Human Rights in South Sudan (CHRSS).
De leden van de D66-fractie juichen het hernieuwde vredesakkoord toe en verwelkomen
de voortdurende dialoog. Desalniettemin voelen de voornoemde leden zich genoodzaakt
een aantal belangrijke punten van zorg, die de vier pilaren van de VN-missie ondermijnen,
te uitten. De crisis en vluchtelingenstroom blijven onverminderd aanhouden. Onderzoekers
schrijven de stijging van het aantal verkrachtingen toe aan het hoge aantal strijders
dat «stand by» is en wacht op terugtrekking. De genoemde leden vragen de Minister
van Buitenlandse Zaken de kwestie te adresseren. Bovendien lijkt, ondanks inzet van
het Koninkrijk der Nederlanden in de VN-Veiligheidsraad om plegers van seksueel geweld
sancties op te leggen, geen maatregelen te zijn genomen tegen de wijdverbreide problematiek
van seksueel geweld. Er mag wat de voornoemde leden betreft geen sprake zijn van straffeloosheid.
Ook vragen de leden zich af of de berichtgeving klopt dat geld dat geoormerkt is voor
het vredesproces in Zuid-Soedan, voor een deel gebruikt wordt om huizen van politici
te renoveren. Ook uiten de leden van de D66-fractie hun zorgen omtrent de bereikbaarheid
van Zuid-Sudanese vluchtelingen (ook in Congo). Zijn zij goed bereikbaar? Komen hulpverleners
en goederen ter plaatse? Tot slot vragen de leden van de D66-fractie hoe UNMISS er
uit ziet na vertrekt van Nederland. Hoeveel UNMISS-personeel is dan nog actief?
Inbreng GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de brief over de beëindiging van de Nederlandse
bijdrage aan UNMISS en recente ontwikkelingen in Zuid-Sudan met interesse gelezen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben veel waardering voor alle Nederlanders die
zich hebben ingezet, en nog inzetten, voor vrede in Zuid-Sudan. De leden van de GroenLinks-fractie
hebben enkele vragen over de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan UNMISS en
over welke stappen er wel gezet worden en gezet kunnen worden om de afschuwelijke
situatie in Zuid-Sudan te verbeteren.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn teleurgesteld over de onwerkbaarheid van het
UNMISS-mandaat, maar zijn tevreden dat de veiligheid van Nederlands personeel voorop
is blijven staan, conform de 10-1-2 richtlijn. De leden van de GroenLinks-fractie
moedigen de inspanningen van het kabinet om VN-missies te moderniseren en effectiever
te maken aan. Welke lessen neemt het kabinet mee uit UNMISS bij deze inspanningen?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat het vredesakkoord, getekend in
september 2018, heeft geleid tot een afname van het geweld, maar zijn ook ernstig
bezorgd over de komende periode. Hoe verwacht het kabinet dat de totstandkoming van
de overgangsregering zal verlopen in mei 2019? Komt die overgangsregering er ook als
de dialoog over belangrijke sub-thema’s dan nog niet is afgerond? Hoe kan het kabinet
die dialoog verder ondersteunen?
De leden van de GroenLinks-fractie hechten belang aan een EU die zich extern sterk
inzet voor vrede en stabiliteit. Erkent het kabinet dat er sinds 2017 een vacuüm is
ontstaan in de internationale diplomatieke ondersteuning van het vredesproces omdat
er geen speciaal gezant van de VS meer is onder de regering-Trump?1 Hoe ziet het kabinet de rol van de EU met betrekking tot Zuid-Sudan? Wil het kabinet
pleiten voor een speciaal EU-gezant voor Zuid-Sudan om de cruciale regionale inspanningen
voor het vredesproces te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de ambities van dit kabinet om de
rechtsstaatontwikkeling, mensenrechten, watervoorziening, voedselzekerheid en het
creëren van werkgelegenheid in Zuid-Sudan te verbeteren. Kan het kabinet toelichten
hoe Nederland de komende jaren een bijdrage kan leveren aan meer gerechtigheid in
Zuid-Sudan? Kan de Afrikaanse Unie worden ondersteund om voortgang te boeken met het
opzetten van het Hybrid Court for South Sudan?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse vernomen dat dankzij Nederland
plegers van seksueel geweld in Zuid-Sudan voortaan aan sancties, zoals bevriezing
van tegoeden en reisbeperkingen, kunnen worden onderworpen. Zijn zulke sancties al
opgelegd? Zo ja, hoe vaak?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn bezorgd over het hoge aantal ontheemden en
vluchtelingen. Wat doet Nederland om deze vluchtelingencrisis het hoofd te bieden?
Is er Nederlandse en/of EU steun voor de opvang van vluchtelingen in de regio, die
zich vooral bevinden in Sudan en Oeganda?2
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het rapport van de VN Commissie van Mensenrechten
in Zuid-Sudan zeer verontrustend.3 Het rapport bevestigt dat er in Zuid-Sudan nog steeds sprake is van veelvuldig seksueel
geweld, dat er kindsoldaten worden ingezet en dat er mogelijke oorlogsmisdaden worden
gepleegd. Welke maatregelen neemt het kabinet naar aanleiding van dit rapport?
Tenslotte vinden de leden van de GroenLinks-fractie het bericht van Amnesty International
over de scherpe toename in het aantal uitgevoerde doodvonnissen in de afgelopen maanden
zeer zorgwekkend. Alleen al in de maand februari vonden zeven executies plaats.4 Is het kabinet bereid om dit aan de orde te stellen, zowel in bilateraal als multilateraal
verband?
Inbreng PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief.
Wel hebben zij er nog enkele vragen over de recente ontwikkelingen in Zuid-Sudan en
de Nederlandse inzet.
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven dat de inzet van Nederland de afgelopen
jaren waardevol is geweest. Met vermindering van Amerikaanse diplomatieke aandacht
en loslaten van het vredesproces door de Intergovernmental Authority on Development
(IGAD) is er een internationaal politiek vacuüm ontstaan. Graag vernemen deze leden
of deze tijd van relatieve stabiliteit niet hét moment biedt voor Nederland om de
inspanning via de EU te verhogen op bevordering van vrede en veiligheid in Zuid-Sudan,
zeker nu Nederland een sterk diplomatiek team heeft op de Nederlandse Ambassade in
Juba. Wat kan en gaat het kabinet doen om de Europese inzet op strategische conflicttransformatie
in Zuid-Sudan te verhogen, al dan niet via een breed gedragen Europese politieke strategie
gericht op vergroten van de betrokkenheid van IGAD en de Afrikaanse Unie en sterke
samenwerking met de internationale gemeenschap (in het bijzonder de regio, Trojka,
China en Wereldbank)?
De leden van de PvdA-fractie menen dat het kabinet de verzoeningsprocessen verder
kan versterken in Zuid-Sudan via de ondersteuning van transitional justice processen.
In april 2017 is de Kamer toegezegd te onderzoeken hoe Nederland de Transitional Justice
Working Group (TJWG) in Zuid-Sudan direct kan ondersteunen. In hoeverre is implementatie
van het TJWG strategisch plan door Nederland ondersteund, vooral op lokaal niveau?
De leden van de PvdA-fractie waarderen de inzet van Nederland in de VN Veiligheidsraad
op het gebied van de bestrijding van seksueel geweld. Het is belangrijk dat plegers
van seksueel geweld nu ook bestraft kunnen worden via sancties. Ook is participatie
van vrouwen in besluitvorming cruciaal in bestrijding van seksueel geweld en de inzet
van Nederland op lokale verwezenlijking van VN resolutie 1325 speelt daarbij een grote
rol. Hoe is het kabinet van plan voort te bouwen op de belangrijke NAP1325 programmering
en wat is hierbij de focus op participatie van vrouwen in vredesprocessen en toegang
tot lokaal recht?
Nederland zet in op het vergroten van de weerbaarheid in rustiger gebieden constateren
de leden van de PvdA-fractie. Gebeurt dit via stabiliseringshubs? En zo ja, in hoeverre
bevinden hubs zich enkel in steden in overheidsgebied en loopt Nederland het risico
garnizoenssteden te versterken, oppositie te vervreemden, en bevolkingsverhuizingen
te verhogen van ruraal naar stedelijk gebied? Is er een analyse van het huidige beleid
van stabiliseringshubs? En wat is de inzet op langdurige lokale en sub-nationale vredesprocessen
in gebieden waar strijdende partijen samenkomen om te overleven, zoals bijvoorbeeld
graasgronden en rivierdelta’s?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.