Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voortgang maatregelen Ossendrecht (Kamerstuk 35000-X-81)
2019D06411 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Defensie over de voortgang van de maatregelen naar aanleiding
van het schietongeval in Ossendrecht (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81).
De voorzitter van de commissie, De Vries
De griffier van de commissie, De Lange
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief.
Deze leden hebben nog enkele aanvullende vragen.
De leden van de CDA-fractie danken de Staatssecretaris voor het sturen van de brief.
Op 22 maart 2016 vond op de schietbaan in Ossendrecht het noodlottig ongeval plaats,
waarbij sergeant der eerste klasse Sander Klap van het Korps Commandotroepen (KCT)
om het leven kwam. De leden van de CDA-fractie willen hierbij nogmaals hun medeleven
betuigen aan de familie en dierbaren van sergeant der eerste klasse Sander Klap. Met
een voortvarende en grondige uitvoering van de aanbevelingen dient alles in het werk
te worden gesteld om herhaling te voorkomen en de veiligheid van de Korps Commando
Troepen te borgen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang van de genomen maatregelen
inzake het noodlottig ongeval op de schietbaan te Ossendracht en maken graag van de
gelegenheid gebruik om een aantal vragen over de inzet van de regering ten aanzien
van de genomen maatregelen en de voortgang hiervan.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van de rapportage van de
Staatssecretaris. Deze leden voelen een onverminderde afschuw over hoe sergeant eerste
klasse Sander Klap van het Korps Commandotroepen om het leven is gekomen door toedoen
van gebrekkig toezicht en het niet naleven van veiligheidsvoorschriften. Deze leden
hechten er zeer aan dat alles in het werk wordt gesteld om een gebrek aan adequate
veiligheid en bescherming bij schietoefeningen in de toekomst te voorkomen. Zij hebben
daarom enkele vragen naar aanleiding van de brief over de voortgang van de genomen
maatregelen.
Schiethuis
De leden van de VVD- fractie vagen hoe vaak het voorkomt dat, voor oefeningen die
niet kunnen worden uitgevoerd op de tijdelijke faciliteit, gebruik wordt gemaakt van
schietbanen in het buitenland totdat het nieuwe schiethuis gereed is. Zij vragen of
dit leidt tot situaties waarbij door de noodzaak om naar het buitenland uit te wijken,
minder dan gewenst wordt geoefend met schieten.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de voorbereidingen voor de realisatie
van een schiethuis. Uit de brief wordt onvoldoende duidelijk wat de achterliggende
oorzaken zijn dat de planning van realisatie en ingebruikname zijn verschoven. Wat
zijn de achterliggende oorzaken hiervan, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Heeft
dat te maken met de wettelijke eisen, omgevingsfactoren, ruimtelijke ordening? Welke
beperkingen vloeien voort uit het feit dat Ossendrecht de beoogde locatie is? In hoeverre
zijn andere locaties zoals de Harskamp of ’t Harde overwogen? Ook is onduidelijk welke
inzichten uit de verkennende marktconsultatie zijn gekomen. De leden van de CDA-fractie
vragen de Staatssecretaris hen hier nader over te informeren.
De Staatssecretaris geeft aan dat als tussentijdse oplossing een «prefab» modulaire
schietbaan is aangeschaft voor het KCT. De leden van de CDA-fractie vragen welke oefeningen
op deze «prefab» modulaire schietbaan kunnen worden uitgevoerd. Welk percentage van
de oefeningen die in een schiethuis gehouden kunnen worden, vervangen zij. Wat zijn
de kosten van de aanschaf hiervan?
Een deel van de maatregelen is vervat in het plan van aanpak «een veilige defensieorganisatie».
De Staatssecretaris geeft aan dat dit plan van aanpak in uitvoering is. Een aandachtspunt
is de geplande capaciteitsuitbreiding. Deze is vertraagd door de te doorlopen procesgang
bij een reorganisatietraject. De leden van de CDA-fractie vragen hoe groot de vertraging
inmiddels is en op welke termijn de procesgang vlot getrokken gaat worden.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Staatssecretaris nog geen exact jaartal
heeft voor het nieuwe schiethuis en betreuren dat de ingebruikname niet voor 2022
is voorzien. Deze leden vragen in hoeverre aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan
bij de tussentijdse (prefab) oplossing door middel van een modulaire schietbaan.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het nieuw te bouwen schiethuis oorspronkelijk
was voorzien voor het jaar 2020, maar dat inmiddels al zeker is dat dit niet voor
2022 gerealiseerd zal worden. In de tussentijd is een modulaire «prefab» schietbaan
aangeschaft voor het KCT en wordt voor oefeningen die hierop niet kunnen worden uitgevoerd
schietbanen in het buiteland gehuurd. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of
met deze «prefab» schietbaan en buitenlandse schietbanen voldaan wordt aan alle veiligheidseisen
die gesteld zouden moeten worden op basis van het onderzoek van de OVV en de Commissie
van Onderzoek (CvO), en of de regering dit aan de hand van beide adviezen kunnen beargumenteren
en inzichtelijk maken.
Rapport Commissie van Onderzoek
De leden van de VVD-fractie vragen welke 32 van de 47 maatregelen zijn gerealiseerd,
gelet op het gestelde in de brief dat de CvO in haar rapport aanvullende maatregelen
heeft opgenomen en in totaal 47 maatregelen heeft benoemd, waarvan er 32 zijn gerealiseerd.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke stappen de Staatssecretaris zet om
te voorkomen dat tussentijds niet, of zo min mogelijk, wordt gewisseld van projectmanager,
indien de Staatssecretaris niet bereid is deze aanbeveling over te nemen. Deze leden
stellen deze vraag naar aanleiding van het in de brief gestelde dat «twee geadviseerde
maatregelen niet of anders worden uitgevoerd. Dit betreft het niet tussentijds wisselen
van een projectmanager (daar wordt in de praktijk zoveel als mogelijk al invulling
aan gegeven, maar is niet altijd uitvoerbaar) en het invoeren van een procedure ten
behoeve van het snel doorvoeren van ontwikkelingen en innovaties (dit maakt inmiddels
onderdeel uit van het beleid. Het opgerichte SICT SF speelt hier een nadrukkelijke
rol in).»
De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat de Staatssecretaris 32 van de 47 maatregelen
van het CvO inmiddels heeft gerealiseerd. De vaststelling van de realisatie van een
maatregel vindt plaats na een interne audit van het resultaat van die maatregel. De
leden van de CDA-fractie vragen hoe een dergelijke interne audit eruit ziet en aan
welke voorwaarden dat dient te voldoen.
De Staatssecretaris geeft aan dat de 13 nog lopende maatregelen in de meeste gevallen
een langere doorlooptijd hebben. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris
om de dertien maatregelen nog een keer beknopt op te noemen en per maatregel de vertraging
ten opzichte van de oorspronkelijke planning aan te geven.
Uit het overzicht van maatregelen lijkt het beeld te ontstaan dat het KCT afhankelijk
is van andere organisatieonderdelen om nachtzicht- en communicatiemiddelen aan te
schaffen. In hoeverre is met de oprichting van het SOCOM ook geregeld dat het SOCOM
zelfstandige verwervingscapaciteit krijgt, zo vragen de leden van het CDA.
De leden van de D66-fractie spreken hun bewondering uit voor het voortvarend realiseren
van 32 van de 47 maatregelen door Defensie. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
bereid is om over de 13 nog lopende maatregelen met een langere looptijd aan de Kamer
te rapporteren.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat van de 47 door de CvO benoemde maatregelen
er inmiddels 32 zijn gerealiseerd. Deze leden vragen een overzicht van de maatregelen
die nog niet zijn uitgevoerd en wanneer de afronding naar de huidige planning plaats
zal vinden.
Schietinstructeurs
De Staatssecretaris geeft aan dat de schietinstructeurs zijn bijgeschoold, een hoger
aantal dan oorspronkelijk benoemd is. De leden van de CDA-fractie vragen over welke
niveau (H)SI dit gaat. Is er, zoals in het verleden, nog steeds sprake van dat voor
het Korps Commando Troepen ook KCT-HSI worden opgeleid? Zo nee, waarom niet, zo vragen
de leden van de CDA-fractie. Voor het KCT geldt dat de schietoefeningen voor een deel
van een hogere moeilijkheidsgraad en een meer specialistische niveau zijn dan van
infanterie-eenheden.
Veiligheidskritische voorschriften
Het is positief om te lezen dat de maatregelen, die als noodzakelijk zijn aangemerkt
om hiaten in de veiligheidskritische voorschriften en tekortkomingen bij de uitvoering
van die voorschriften op te heffen, in gang zijn gezet en de meeste ook al zijn afgerond.
De leden van de CDA-fractie zijn ermee bekend dat de veiligheidskritische voorschriften
ook nog een nadere doorvertaling hebben. Deze leden vragen daarom of de Staatssecretaris
het dan ook heeft over de kwalificatieprofielen, de opleiding- en trainingsvoorstellen,
de benodigde training support package en de learning support package. Eén van de problemen
breed in de defensieorganisatie is het ontbreken van gekwalificeerde officieren en
onderofficieren om dergelijke documenten op te stellen. In hoeverre heeft het KCT
met dergelijke tekorten te maken?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar het nog lopende onderzoek naar extra
veiligheidsbarrières. Deze leden vragen waarom dit onderzoek nog niet is afgerond
en waarom er bijvoorbeeld lang moet worden nagedacht over een functionaliteit als
een noodknop, aangezien nut en noodzaak van noodknoppen door deze leden als tamelijk
evident wordt beschouwd.
Typeclassificatie van munitie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat de inhaalslag op het gebied van
typeclassificatie van munitie naar verwachting eind dit jaar zal worden afgerond.
Zij vragen de Staatssecretaris de Kamer na afronding van deze inhaalslag te informeren
over de uitkomsten van de uitgevoerde typeclassificatie per soort munitie en eventuele
vervolgacties bij de constatering van gebreken tijdens dit proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.