Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het fiche: Mededeling over een sterkere internationale rol van de euro en aanbeveling over de internationale rol van de euro op het gebied van energie (Kamerstuk 22112-2752)
2019D05001 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft, in samenwerking met de vaste commissie voor
Economische Zaken en Klimaat en voor Europese Zaken, op 6 februari 2019 een aantal
vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister
van Buitenlandse Zaken met brief van 18 januari 2019 toegezonden BNC-fiche: Mededeling
over een sterkere internationale rol van de euro en aanbeveling over de internationale
rol van de euro op het gebied van energie (Kamerstuk 22 112, nr. 2752)
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Boon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het fiche
voor de mededeling over een sterkere rol van de euro en aanbeveling over de internationale
rol van de euro op het gebied van energie. De leden van de VVD-fractie hebben daarover
nog een aantal vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden het terecht dat het kabinet kritisch is en een
aantal kanttekeningen plaatst bij de mededeling en aanbeveling. Ook omdat een sterke
euro vooral vraagt om gedegen begrotings- en economisch beleid in de individuele EU-lidstaten
en het handhaven van de Europese begrotingsregels. Voorgenoemde leden zijn van mening
dat (private) partijen uiteindelijk zelf een keuze moeten maken voor de meest aantrekkelijke
valuta. De voorstellen moeten niet een doel op zich zijn, moeten wel effectief zijn
en/of moeten niet leiden tot een toename van de kosten voor burgers en bedrijven.
Mededeling over een sterkere rol van de euro
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat een sterke euro van belang is. De
euro is sinds haar invoering qua belang uitgegroeid tot de tweede munt ter wereld.
De basisvraag is dan ook: welk probleem moet nu worden opgelost? En levert de inzet
van de Europese Commissie daadwerkelijk een bijdrage aan het stimuleren van de rol
van de euro?
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat een sterke euro vooral gerealiseerd
kan worden door een gedegen nationaal begrotings- en economisch beleid in de individuele
EU-lidstaten en het handhaven van de Europese begrotingsregels. Dit is belangrijk
voor de geloofwaardigheid van de euro, daarom is het teleurstellend dat juist hiervoor
geen nieuwe voorstellen worden gedaan. Terwijl de Europese Commissie bij de beoordeling
van de begrotingen van lidstaten regelmatig de teugels laat vieren – zoals recent
nog weer bij Italië en Frankrijk – en dus zelf geen respect heeft voor de Europese
begrotingsregels. Is het kabinet bereid om in het kader van deze mededeling te pleiten
voor sterkere handhaving van de Europese begrotingsregels en de Europese Commissie
te vragen ook voorstellen te doen voor het mogelijk maken van een striktere handhaving
en onafhankelijke beoordeling van de begrotingen van de EU-lidstaten? Hoe geeft het
kabinet concreet invulling aan de afspraak in het regeerakkoord dat de EU-begrotingsregels
moeten worden vereenvoudigd en onafhankelijker moeten worden gehandhaafd?
De leden van de VVD-fractie lezen dat volgens de Europese Commissie een sterke, soevereine
en stabiele euro kan worden ingezet voor het versterken van de internationale rechtsorde
en het uitdragen van het belang dat Europa hecht aan multilateralisme en Europese
waarden. Hoe dan? Hoe draagt een sterke euro daaraan bij? Het zijn namelijk behoorlijk
grote woorden.
Als het gaat om de afronding van de bankenunie, bijvoorbeeld met een Europees depositogarantiestelsel,
zijn de leden van de VVD-fractie van mening dat dit alleen besproken kan worden indien
er eerst risicoreductie plaatsvindt door weging van staatsobligaties en geloofwaardige
en effectieve stresstesten/asset quality reviews (AQR’s).
In het kader van het voltooien van de monetaire unie, inclusief de bankenunie en de
kapitaalmarktunie, worden wederom voorstellen gedaan voor de oprichting van een stabilisatiefunctie
voor investeringen in relatie tot het nieuwe meerjarig financieel kader. De leden
van de VVD-fractie nemen aan dat deze stabilisatiefunctie van tafel is na de Europese
top van december 2018. Kan het kabinet dat bevestigen? Waarom wordt hier bij de Nederlandse
positie ten aanzien van het voorstel niets over gezegd? De leden van de VVD-fractie
zijn tegen een stabilisatiefunctie, zoals ook in het regeerakkoord is afgesproken.
Wat wordt verder bedoeld met «de oprichting van een hervormingsondersteuningsprogramma»?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een aantal acties is ter verdieping van de
financiële sector van de eurozone. Wat kunnen de gevolgen voor de kosten van burgers
en bedrijven zijn van de voorgestelde acties?
Welke baten en risico’s zijn er bij het gedane voorstel voor de uitbreiding van de
clearingverplichting? Wat is nut en noodzaak?
De leden van de VVD-fractie kunnen zich vinden in de kritische opmerkingen en kanttekeningen
van het kabinet bij de verschillende voorstellen. Maar wat betekenen die concreet
in het kader van de standpuntbepaling en inzet van het kabinet in de discussie met
de Europese Commissie? Hoe ziet het krachtenveld er op de verschillende punten uit?
De leden van de VVD-fractie vragen voorts wat het nut is van extra consultaties als
in het recente verleden al onderzoek is gedaan naar de belemmeringen voor het gebruik
van de euro in enkele specifieke sectoren waaronder energie, luchtvaart en financiële
diensten.
Aanbeveling over de internationale rol van de euro op het gebied van energie
De leden van de VVD-fractie vinden dat nog niet duidelijk is wat het probleem precies
is dat de dollar de dominante munt in energiemarkten is. Kan het kabinet dat uitleggen?
Wat kunnen de gevolgen voor de kosten van de burgers en bedrijven zijn van de in het
kader van deze aanbeveling gedane voorstellen? De leden van de VVD-fractie zijn van
mening dat de acties niet mogen leiden tot kostenstijgingen, bijvoorbeeld omdat tegenpartijen
risico’s van het omzetten van euro’s in dollars zullen willen afdekken. Wat bedoelt
het kabinet met dat het «niet tot evenredige kostenstijgingen» mag leiden? Waar ligt
de grens voor het kabinet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het BNC-fiche over
een sterkere internationale rol van de euro. Ook zij zien de voordelen van een sterkere
internationale rol van de euro. Zij zijn van mening dat de beste manier om de positie
van de euro te versterken is door de Economische en Monetaire Unie (EMU) zelf te versterken
en verdiepen. Hoe meer solide het raamwerk onder en achter de euro, des te aantrekkelijker
de euro wordt als munt. Hoe sterker de Europese economie in de wereld, hoe sterker
de positie van de euro. Daartoe dienen de schragende instituties te worden versterkt,
en moet de stabiliteit van de euro versterkt worden. Hierbij hoort ook de geloofwaardige
naleving van de bijbehorende afspraken. Daarnaast zien zij ook zeker een rol weggelegd
voor specifiekere interventies en acties om de positie van de euro te versterken.
Zij vinden de voorgestelde acties dan ook interessant en potentieel kansrijk, en zij
zijn dan ook benieuwd naar de uitkomst van de aangekondigde consultaties. Graag ontvangen
zij een uitgebreider tijdpad en plan van aanpak van de geplande evaluatie van de criteria
van het stabiliteits- en groeipact alsmede de inzet van het kabinet daarbij.
De leden van de aan het woord zijnde fractie missen in het fiche een bredere beschouwing
van het kabinet hoe zij verwacht dat de internationale positie van de dollar en renminbi
– alsmede de relatie tussen die twee – zich zal ontwikkelen en de gevolgen hiervan
voor Europa. Zo concludeerde Maarten Schinkel op 2 februari jl. in NRC («Op weg naar
heerschappij van de Chinese dollar») het volgende: «Zoals de wereldpolitiek langzaam
overgaat in een «multipolair» systeem, waarin verschillende grootmachten naast elkaar
bestaan, zo zullen ook verschillende wereldmunten naar de macht dingen. Maar als de
geschiedenis een leidraad is, is er uiteindelijk maar plek voor één winnaar.» Hoe
«maakbaar» is de uitkomst? Hoe «exorbitant» zijn de bijbehorende privileges in deze
tijd? Deze leden zouden graag een visie van het kabinet op deze meer fundamentele
vragen ontvangen.
De leden van de D66-fractie hebben voorts vragen over de dominantie van niet-Europese
aanbieders van payment serviceproviders. De leden van de D66-fractie lezen dat de
Commissie zich wil inzetten voor een efficiënter en onafhankelijker betalingsverkeer.
Deelt het kabinet de zorgen van de Commissie met betrekking tot de dominantie van
niet-Europese aanbieders van payment serviceproviders en card schemes? Zijn er situaties
bekend waarbij dit tot problemen heeft geleid?
Ten slotte missen de leden van de D66-fractie een expliciete reactie op het – hernieuwde
– voorstel om een gezamenlijke vertegenwoordiging voor de eurozone in het Internationaal
Monetair Fonds in te voeren. Zij zouden die graag alsnog ontvangen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de mededeling over een sterkere
internationale rol van de euro en aanbeveling over de internationale rol van de euro
op het gebied van energie. Zij hebben vele vragen bij deze «ambitie».
De leden van de SP-fractie vragen zich af of het verstandig is om de munt, die op
vele manieren nog zwakke plekken vertoont en waarover nog een stevig debat plaatsvindt
inzake de «verdieping» van de munt, op deze manier in te zetten.
Zo vragen de leden van de SP-fractie de Minister of hij kan verklaren dat zonder convergentie
de voltooiing van de monetaire unie de aantrekkelijkheid van de munt vergroot kan
worden voor de internationale rol. Erkent de Minister dat met deze inzet de euro overduidelijk
meer een handelsmunt is dan een stabiele munt voor de inwoners van de eurozone?
Met de versterking van de internationale rol, moeten er veel zaken geregeld worden
waarvan de gevolgen voor de reële economie onvoldoende in kaart zijn gebracht. De
leden van de SP-fractie vragen de Minister deze risicoafweging alsnog te maken. Verder
vragen zij de Minister waarom derivaten gecleard moeten worden. Dzee leden vragen
de Minister of met de uitbreiding van de European Market Infrastructure Regulation
(EMIR) niet te veel macht bij de financiële markten komt te liggen. Deze leden vragen
de Minister of hij niet veel meer moet reguleren op financiële producten om uitbreiding
van clearing tegen te gaan. Ook vragen deze leden de Minister of er wel inzicht is
in de risico’s van clearing houses.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom hij denkt dat benchmarks de werking
van financiële markten zullen verbeteren. De leden van de SP-fractie vragen de Minister
of extra swap-faciliteiten wel bijdragen aan stabilisering van de financiële markten.
Deze leden vragen de Minister waarom hij een dergelijk onzeker financieel product
wil stimuleren.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat er strategisch aan is om het aandeel
in de euro te vergroten in de fossiele industrie terwijl daar alle seinen op rood
staan in verband met de noodzakelijke verduurzaming.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat hij bedoelt met een gezond economisch
trackrecord. Deze leden willen weten welke risico’s moeten verminderen wil er sprake
zijn van een aantrekkelijkere euro.
De leden van de SP-fractie vinden de argumentatie om de clearingverplichting uit te
breiden te mager. Deze leden vragen de Minister voor een nadere onderbouwing. Deze
leden vragen de Minister waarom liquiditeit van de markt leidend moet zijn bij uitbreiding
van de clearingverplichting. De leden vragen de Minister of hij werkelijk gelooft
dat de mate van liquiditeit prijsschokken kan tegengaan. De leden van de aan het woord
zijnde fractie missen in deze mededeling de rol van het toezicht op de clearingactiviteiten.
Voorgenoemde leden vragen de Minister hoe hij gaat regelen dat clearing houses genoeg
gekapitaliseerd zijn.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister ten aanzien van de proportionaliteit
hoe hij de uitbreiding van het aantal en type derivaten gaat tegengaan.
II Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
K. Boon, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.