Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het rapport van de Algemene Rekenkamer “Brexit, voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane (Kamerstuk 31934-18)
2018D61799 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 21 december 2018 een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over het rapport van de Algemene
Rekenkamer van 10 december 2018 «Brexit, voorbereiding op financiële en economische
gevolgen, en consequenties voor de Douane (Kamerstuk 31 934, nr. 18).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
Kan de Staatssecretaris aangeven of het programmabureau brexit inmiddels op volle
sterkte is? De leden van de VVD- fractie hebben gelezen dat er op 15 oktober nog geen
integrale brexit-masterplanning beschikbaar is voor de Douanedoelstellingen waarin
alle activiteiten/werkzaamheden zijn opgenomen. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom
deze op deze datum nog niet beschikbaar was en wanneer deze wel beschikbaar is gekomen?
Is de Staatssecretaris bereid deze planning met de Kamer te delen omdat in een masterplanning
ook de tussentijdse deadlines zijn opgenomen die duidelijk moeten maken of de voortgang
gerealiseerd is?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat het programmabureau
brexit op 15 oktober 2018 nog in opbouw is. Welke stappen zijn tussen 15 oktober en
nu gezet op meer nadruk te leggen op het eindresultaat, de planningen, het gebruik
van tussentijdse doelen en toetsing daarop, relevante prestatie-indicatoren en eigenaarschap?
De leden van de VVD-fractie lezen in het rapport van de Algemene Rekenkamer dat de
gevolgen voor inning van invoerrechten en de indirecte financiële gevolgen niet bekend
zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom deze gevolgen niet bekend zijn? Is de
Staatssecretaris bereid deze gevolgen alsnog in beeld te brengen. Zo nee, waarom niet?
Ook lezen deze leden dat er geen scenarioberekeningen gemaakt zijn om een beeld te
krijgen van de mogelijk gewijzigde perceptiekostenvergoeding die terugvloeit naar
de Nederlandse schatkist bij inning van de invoerrechten. Kan de Staatssecretaris
aangeven of deze scenarioberekeningen inmiddels wel zijn gemaakt? Zo ja, is hij bereid
deze met de Kamer te delen. Zo nee, is bij bereid om deze scenarioberekeningen alsnog
uit te voeren? De leden van de VVD-fractie constateren dat er op 31 juli 2018 geen
kwantitatieve informatie beschikbaar is over de financiële gevolgen voor de Rijksbegroting
door bijvoorbeeld lagere inkomsten als gevolg van een lagere vennootschapsbelasting.
De leden van de VVD-fractie gaan er vanuit dat deze informatie inmiddels wel beschikbaar
is. Is de Staatssecretaris bereid deze met de Kamer te delen? En indien deze kwantitatieve
informatie nog niet aanwezig is, is de Staatssecretaris bereid deze alsnog in kaart
te brengen?
Kan de Staatssecretaris verklaren waarom de belangstelling van het bedrijfsleven voor
brexit nog niet groot is? Is hier de afgelopen maanden een kentering te zien, zo vragen
de leden van de VVD-fractie zich af. Zo ja, hoe verklaart de Staatssecretaris deze?
De Algemene Rekenkamer concludeert dat de informatie over risico’s en gevolgen wanneer
de Douane niet op tijd klaar is, en er keuzes gemaakt moeten worden in de handhaving,
ontbreekt. Kan de Staatssecretaris aangeven wat de actuele stand van zaken is? Kan
de Staatssecretaris de drie grootste risico’s benoemen?
Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de continuïteit van douanetaken bij invoer,
doorvoer en uitvoer van goederen tussen Europa en het VK geborgd zijn? Hoe wordt onnodig
oponthoud gedefinieerd, vragen de leden van de VVD- fractie.
Het was de bedoeling van de Douane om in november 2018 de prioriteiten te bepalen
om Brexit goed op te kunnen vangen, welke prioriteiten heeft de Douane gesteld? Welke
zaken kunnen niet meer of minder worden gedaan door de Douane?
De leden van de VVD-fractie vragen tevens of de Staatssecretaris kan aangeven of er
inmiddels concrete tussendoelen zijn gesteld en of de Douane aan deze tussendoelen
voldoet.
De leden van de VVD-fractie constateren dat op 19 december jl. de Europese Commissie
het Actieplan in geval van een «no-deal» scenario heeft geïmplementeerd, zo ook op
het gebied van Douane. Dit vraagt ook actie aan de zijde van lidstaten. Kan de Staatssecretaris
aangeven of Nederland klaar is om het Douanewetboek toe te passen en de daar uit voortvloeiende
regels ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk, zo vragen de leden van de VVD-fractie
zich af. Zo nee, welke stappen moeten er nog gezet worden om voorbereid te zijn op
een «no-deal» scenario?
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris een overzicht te geven van
de beschikbaar gestelde structurele en incidentele middelen ten behoeve van de voorbereiding
op de brexit. Kan de Staatssecretaris vervolgens ingaan op de actuele stand van zaken
van besteding van deze middelen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat voor 2018 19 miljoen euro is toegekend.
Op 31 juli 2018 was bijna 4 miljoen euro aan nieuwe verplichtingen voorgelegd. Kan
de Staatssecretaris een actueel overzicht geven van de aangegane verplichtingen en
de voorgelegde verplichtingen? De leden van de VVD -ractie lezen dat nieuwe verplichtingen
boven de 100.000 euro vanwege het verscherpte toezicht op de Belastingdienst voorgelegd
dienen te worden aan de hoofddirectie Financieel Economische Zaken van het Ministerie
van Financien. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel meer tijd deze route kost?
Kan de Staatssecretaris aangeven of de enkele openstaande punten zoals de verbouwingskosten
van de nieuwe en of bestaande locaties, extra te huren parkeerfaciliteiten, inrichting
van vergaderruimtes en of kosten voor (extra) beveiliging van nieuwe en huidige locaties
in beeld zijn gebracht? Zo nee, wanneer is deze informatie beschikbaar? De leden van
de VVD-fractie begrijpen dat de informatie verwerkt zal worden in de Voorjaarsnota
maar om op 31 maart 2019 zo goed mogelijk te zijn voorbereid is deze informatie van
belang. Is de Staatssecretaris bereid deze informatie met de Kamer te delen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Douane nog geen planning heeft waarin staat
wat er op welk moment moet gebeuren tot 29 maart 2019. Nu het inmiddels eind december
is gaan de leden van de VVD-fractie er vanuit dat deze planning er wel is. Kan de
Staatssecretaris aangeven waar de organisatie op dit moment staat op de 4 deelonderwerpen
uit figuur 10 in het rapport van de Algemene Rekenkamer? Kan de Staatssecretaris tevens
per onderdeel dat niet gereed zal zijn op 29 maart 2019, zoals de mobiele containerscan,
aangeven wat de verwachte effecten hiervan zullen zijn en hoe deze in de tussentijd
opgevangen gaan worden?
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de ICT. Zij lezen dat door problemen
met de ICT de werving en selectie van nieuwe mensen is vertraagd. Kan de Staatssecretaris
aangeven of deze problemen verholpen zijn? Zo ja, verloopt de werving en selectie
weer volgens de oorspronkelijke planning zo vragen deze leden. Zo nee, wat is de achterstand?
Ook lezen de leden van de VVD-fractie in het rapport van de Algemene Rekenkamer dat
de voorbereidingen van de opleiding van douanepersoneel is vertraagd door capaciteitsgebrek
bij de Belastingdienst. Kan de Staatssecretaris aangeven of en hoe dit capaciteitsgebrek
is ondervangen? De verwachting is dat 300 fte extra beschikbaar is op 29 maart 2019.
Daarvan heeft op 1 maart 2019 115 fte de opleiding afgerond. Geldt voor deze 115 fte
dat zij (ook) een verkorte opleiding hebben gevolgd en nog extra begeleiding nodig
hebben, of geldt dit alleen voor het overige deel van de 300 fte? Wanneer verwacht
de Douane het extra personeel (totaal 928 fte) geworven, opgeleid en volledig inzetbaar
te hebben, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af. Ook vragen deze leden of
er voldoende gestuurd wordt op de impact op de cultuur bij de Douane door de grote
instroom van nieuwe medewerkers. Zijn de mogelijke gevolgen inmiddels in kaart gebracht?
De leden van de VVD-fractie merken op dat op verschillende locaties nieuwe apparatuur
nodig zal zijn zoals scan- en detectiemiddelen. Kan de Staatssecretaris aangeven of
inmiddels duidelijk is welke apparatuur nodig is, is deze inmiddels aangeschaft en
kunnen deze met ingang van 31 maart 2019 dienst doen? Kan de Staatssecretaris een
overzicht geven van alle kosten voor IT? Kan de Staatssecretaris aangeven of de aanpassingen
in IT systemen waarvoor «Brussel» verantwoordelijk is op schema loopt? Zo nee, welke
stappen kunnen hierin gezet worden? Welke nationale aanpassingen moet Nederland doorvoeren
als gevolg van de aanpassingen in de IT-systemen van de Europese Commissie, en loopt
dit op schema, zo vragen de leden van de VVD- fractie zich af. Heeft Nederland daarnaast
(al) inzicht in de aanpassingen die de Britten door zullen voeren, daar dit tevens
zijn weerslag zal hebben op de Nederlandse systemen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het rapport van Ernst & Young (EY) wordt
aangegeven dat het Handhavingsplan 2019 deels de bottleneck voor de uitvoering van
de onderdelen Maritiem, Overig Toezicht op Locatie, Luchtverkeer, Post en Koeriers
en Vergunningen is. Voor deze onderdelen is geen inventarisatie gereed. Kan de Staatssecretaris
aangeven of deze inmiddels wel gereed is en zo ja, wat zijn de belangrijkste conclusies
en actiepunten, zo vragen deze leden.
Kan de Staatssecretaris een actuele stand van zaken geven over het ferryproces? De
leden van de VVD-fractie vragen of het inmiddels duidelijk is welke investeringen
de ferrymaatschappijen zelf gaan doen in huisvesting op hun eigen terreinen. Is daarbij
ook een overzicht van de investeringen in IT-aansluitingen en -infrastructuur? Wie
is verantwoordelijk voor aanschaf, installatie en testen van IT-structuren? Welke
risico’s zijn in beeld gebracht? Ook beschrijft de Algemene Rekenkamer een aantal
stappen die nog gezet moeten worden als het gaat om de inzet van de douaneregiokantoren
op de ferrylocaties. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze stappen inmiddels genomen
zijn? Zo nee, op welke termijn wordt verwacht dat dit wel gebeurt, zo vragen de leden
van de VVD-fractie zich af.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven of alle ferryterminals
inmiddels een Authorised Economic Operator (AEO)-aanvraag hebben ingediend. Zo nee,
wat zijn de risico’s als dit nog niet is gebeurd? Wat is de minimale doorlooptijd
om deze aanvragen te behandelen en te honoreren (normaliter 1 jaar)?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie welke plannen en voorbereidende maatregelen
zijn uitgezet voor de periode na 29 maart 2019? Kan de Staatssecretaris hierin inzicht
geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA fractie vragen de Staatssecretaris aan te geven welke vorderingen
er zijn gemaakt op de conclusies van het rapport van de Algemene Rekenkamer sinds
de sluitingsdatum van het onderzoek op 31 juli 2018. Aangezien op dat moment nog geen
kennis was van een eventueel terugtrekkingsakkoord en gebeurtenissen zich sinds november
2018 in rap tempo opvolgen vragen de leden van de CDA-fractie of de Algemene Rekenkamer
bereid is een vervolgonderzoek te doen met als sluitingsdatum 29 maart 2019. Tevens
vragen deze leden of de Algemene Rekenkamer r onderzoek kan verrichten naar de contingency-plannen
van het Verenigd Koninkrijk, in het bijzonder de maatregelen die Nederland en Nederlandse
bedrijven aangaan.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om op basis van het overzicht
van de onderwerpen van het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer geeft per departement
en betrokken uitvoeringsorganisatie aan te geven op welke thema’s, met betrokkenheid
van welke organisaties en wie daarbij de verantwoordelijkheid gaat dragen, op de deelakkoorden
die gesloten zullen worden na de brexit op 29 maart in het geval het terugtrekkingakkoord
wordt goedgekeurd door het Verenigd Koninkrijk.
Een van de uitgangspunten van de Nederlandse inzet in 2017 bij de brexit-onderhandelingen
is dat de Nederlandse handelsbelangen moeten worden veiliggesteld. De leden van de
CDA-fractie vragen de Staatssecretaris een appreciatie te geven in hoeverre dat gelukt
is. Tevens vragen deze leden of er daarbij ook afzonderlijk van de EU27-onderhandelingen
plaatsvinden of plaats zullen gaan vinden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris welke strategie hij hanteert
in het geval van een harde brexit aangaande het behouden van de Nederlandse korting
op de afdracht.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris meer te specificeren waaraan
de 651,4 miljoen euro welke gereserveerd is voor de gevolgen van de brexit wordt uitgegeven.
Overige kosten moeten door de ministeries zelf worden opgevangen. Deze leden vragen
de Staatssecretaris of de ministeries al een inschatting hebben gemaakt van deze extra
kosten, en wanneer dat niet het geval is de regering de departementen daartoe opdraagt.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris en Algemene Rekenkamer de brexitkosten
per sector zoals onderscheiden in het onderzoek meer te specificeren. Daarbij is de
vraag waar deze kosten gemaakt worden, of er flankerend beleid vanuit de overheid
nodig is en wat de mogelijkheden zijn om financiële gevolgen op de EU, bijvoorbeeld
via structuurfondsen of het globaliseringsfonds, af te wenden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om op zeer korte termijn een
plan met de Kamer te delen hoe Nederlandse bedrijven beter worden voorbereid en aangespoord
om maatregelen te nemen voor een harde brexit. Tevens vragen deze leden de Staatssecretaris
aan te geven hoe en hoeveel buitenlandse bedrijven in Nederland gevolgen ondervinden
van de brexit, in welke sectoren zich deze buitenlandse bedrijven bevinden en welke
consequenties dat heeft voor de Nederlandse economie.
Het Verenigd Koninkrijk heeft deze week maatregelen geactiveerd om zich voor te bereiden
op een no deal brexit. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om een
appreciatie van deze Britse voorstellen. Daarbij verzoeken deze leden de Staatssecretaris
specifiek in te gaan op het besluit om EU-burgers alleen een werkvisum te verstrekken
wanneer ze 30.000 pond of meer verdienen, ten behoeve van welke scenario’s de 3.500
gewapende manschappen worden op gelijnd, hoe Britse werknemers in Europese skiresorts
massaal zonder werk kunnen komen te zitten en aangaande luchtvaart het voorstel van
de Britten om 20 miljard euro te betalen aan de EU om uitstel van 2 jaar te krijgen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat onderliggende analyses van de economische
risico’s niet met de Kamer gedeeld worden volgens de Algemene Rekenkamer (pagina 6).
Is de regering bereid om deze analyses wel te delen?
Het Verenigd Koninkrijk heeft een lange serie rapporten gepubliceerd met de problemen
van het no deal scenario. De leden van de CDA fractie merken op dat ook de motie-Van
Ojik de Nederlandse regering oproept hetzelfde te doen. Deze leden ontvangen graag
van de regering een top-5 van grootste knelpunten die de regering zelf voorziet bij
een cliff edge brexit-scenario en de voorbereiding die gedaan worden om deze problemen
te mitigeren.
De leden van de CDA-fractie merken verder op dat de Douane zich sinds eind 2017 kon
voorbereiden op een harde brexit en dat er desondanks slechts 300 douaniers zijn opgeleid
in maart 2019. Er zijn er meer dan 900 nodig. Dat betekent dat er keuzes gemaakt zullen
worden. Welke zaken zal de douane moeten laten schieten in het geval van een harde
brexit zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zij zouden graag de draaiboeken daarvan
zien en zeer goed begrijpen welke keuzes gemaakt worden en welke risico’s dat met
zich meebrengt.
Wat is de laatste stand van zaken bij de huisvesting, de voorbereidingen op de ferrylocaties
en het vernieuwen van de IT-systemen zo vragen de leden van de CDA-fractie (naar aanleiding
van) pagina 44).
De Europese rekenkamer is zeer kritisch over het IT-douanesysteem van de Europese
Unie. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of het Verenigd Koninkrijk
nog gebruik mag maken van dat systeem. Zo nee, zijn er dan al goede koppelingen aangebracht
tussen het Britse en Nederlandse douane-IT-systeem? Graag zouden de leden van de CDA-fractie
hierover nauwkeurig geïnformeerd willen worden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris de Kamer, conform de oproep
van de Algemene Rekenkamer, informatie te verschaffen over de risico’s en gevolgen
wanneer de Douane niet op tijd klaar is en keuzes moet maken in handhaving. Is er
reeds nagedacht over deze eventuele keuzes in handhaving?
Op het moment van een harde brexit is slechts een beperkt deel van de extra benodigde
personele capaciteit inzetbaar. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris
om aan te geven welk deel van de extra taken voor Douane als gevolg van de brexit
kan met deze beperkte extra personele capaciteit worden uitgevoerd?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat de doorlooptijd is van
het voorleggen van nieuwe verplichtingen van de Douane van meer dan 100.000 euro aan
het Directoraat-Generaal Belastingdienst en de hoofddirectie Financieel-Economische
Zaken van het Ministerie van Financiën. Hoeveel procent van de voorgelegde nieuwe
verplichtingen wordt niet goedgekeurd? Waarom heeft de Douane geen Brexit-planning
met alle zaken die nog moeten gebeuren en een deadline?
Tevens willen de leden van de CDA-fractie van de Staatssecretaris weten hoe wordt
voorkomen dat in een situatie van een harde brexit, tijdelijke onderbezetting bij
de Douane en relatief veel nieuwe medewerkers die slechts een verkorte training hebben
gevolgd en geen praktijkervaring hebben, extra integriteitsrisico’s ontstaan, juist
omdat deze risico’s bij de Douane groter zijn dan bij andere afdelingen van de Belastingdienst?
Wat is de reden van de vertraging van de aanschaf van de mobiele containerscan? Welke
operationele risico’s levert dit op voor de periode tussen vanaf aanvang brexit en
ingebruikname van de mobiele containerscan?
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie wat de reden is dat in de begrootte brexit-kosten
de IT-kosten niet apart zijn weergegeven. Is de verwachting dat de bestaande IT-systemen
de extra aangiftes aankunnen? Zo nee, welke aanpassingen zijn er dan nodig en zijn
die op tijd gereed?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het rapport van de Algemene Rekenkamer
over de voorbereiding op de Brexit en de consequentie voor de Douane. Zij zijn de
Algemene Rekenkamer erkentelijk voor het rapport. Zij hebben hierover enkele vragen
aan de Staatssecretaris van Financiën.
De leden van de D66-fractie lezen dat het krijgen van voldoende capaciteit en het
aantrekken van extra personeel een aandachtspunt is voor het programmabureau. Op de
korte en de lange termijn moet extra personeel worden aangetrokken en opgeleid. Het
is bekend dat dit op de huidige krappe arbeidsmarkt een serieus aandachtspunt is.
Kan de Staatssecretaris uiteenzetten wat de exacte planning is voor de werving en
opleiding? Het is bekend dat op 29 maart 2019 300 fte inzetbaar zullen zijn van de
te werven 928 fte. Wanneer zal de rest van het deel van de extra 928 fte inzetbaar
zijn? Wat is de exacte planning?
De leden van de D66-fractie lezen dat in het najaar van 2018 het minimale handhavingsniveau
moet worden vastgesteld en dit wordt uitgewerkt in het Handhavingsplan van 2019. Het
is inmiddels bekend dat het vereiste capaciteitsniveau voor een cliffedge brexit op
29 maart niet gehaald zal zijn (300 extra fte opgeleid en onder begeleiding inzetbaar)
en dat er als gevolg hiervan keuzes in de handhaving gemaakt moeten worden.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat dit handhavingsplan niet openbaar wordt,
maar zij vragen wel: op welke wijze worden er keuzes in de handhaving gemaakt? Welke
criteria worden hierbij gehanteerd? Kan de Staatssecretaris de Kamer informeren over
de risicoafweging die de Douane hierbij maakt en welke handhavingstaken de Douane
daardoor mogelijk niet kan uitvoeren?
De leden van de D66-fractie merken ook de zorgen op die de Algemene Rekenkamer uit
over de huidige stand van zaken bij de huisvestingsbehoefte en het vernieuwen van
de IT-systemen. Een reactie hierop van de Minister van Financiën ontbreekt in het
rapport. De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris op deze onderwerpen
in te gaan. Is er inmiddels meer duidelijkheid over de huisvestingsbehoefte en worden
hier stappen toe gezet? Wordt de bestaande IT-infrastructuur aangepast en wat is de
stand van zaken?
Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat het onduidelijk is in hoeverre de Douane
een strategische visie heeft op de toekomst. De Algemene Rekenkamer schrijft hierover:
«Een toekomst waarin ontwikkelingen als robotisering en kunstmatige intelligentie
invloed kunnen hebben op aantal en opleidingsniveau van medewerkers.» Kan de Staatssecretaris
hierop reageren? Is de Douane van plan deze strategische visie op te stellen? Zo ja,
wanneer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GL
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het Brexit rapport
van de Algemene Rekenkamer. Zij hebben daarover nog enkele vragen aan het kabinet.
Is het mogelijk om een kwantitatieve inschatting te delen over de gevolgen voor inning
invoerrechten?
Is het mogelijk om een kwantitatieve inschatting te delen over de indirecte financiële
gevolgen?
Welke bevindingen van de Rekenkamer zijn niet meer actueel en wat is er dan precies
veranderd tussen juli 2018 en december 2018?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de Douane zal bij een no-deal Brexit
niet op tijd volledig klaar zijn. Hoe gaat er precies worden geprioriteerd? Wanneer
verwacht het kabinet wel te beschikken over de benodigde 928 fte?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het kabinet stelt dat het Verenigd
Koninkrijk wat Nederland betreft juridisch blijft gebonden aan de financiële verplichtingen
die voortvloeien uit het (voormalige) EU-lidmaatschap. Zijn alle lidstaten het hier
mee eens? Is het Verenigd Koninkrijk het hier ook mee eens? Hoe groot is de kans dat
het Verenigd Koninkrijk deze verplichtingen toch niet zal nakomen? Wat zal het kabinet
doen in een dergelijk geval?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben het rapport van de Algemene Rekenkamer over de financiële
en economische gevolgen van de brexit voor de Douane bestudeerd en hebben hierover
de volgende opmerkingen en vragen.
Het eerste wat de leden van de SP-fractie opvalt is de beperkte reikwijdte van het
onderzoek en hebben zodoende veel vragen aan de Staatssecretaris over de ministeries
en instanties die niet zijn onderzocht door de Algemene Rekenkamer. Zoals al eerder
gevraagd door de SP-fractie over de ministeries zelf, verzoeken de leden nu om de
Kamer te informeren over de (financiële) gevolgen van de brexit voor de volgende instanties:
• Rijksdienst voor identiteitsgegevens
• Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
• Centraal Planbureau (CPB)
• Centraal Bureau voor Statistiek (CBS)
• Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
• Kamer van Koophandel
• Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
• Kustwacht
• Dienst wegverkeer (RDW)
• Rijkswaterstaat
• Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)
• Immigratie en Naturalisatiedienst (IND)
• Koninklijke Marechaussee
• Vreemdelingenpolitie
• Openbaar Ministerie
• Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD)
• Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
De leden van de SP-fractie merken op dat iets anders waarover veel verwarring bestaat
de financiële gevolgen van belastinginkomsten via douanerechten zijn. De Algemene
Rekenkamer geeft aan dat deze mogelijk dalen als gevolg van de verminderde handelsstromen.
Anderen verwachten juist een stijging van de inkomsten via douanerechten, omdat er
weer tarieven gehanteerd zullen worden1. Is de Staatssecretaris bereidt verschillende toekomstige scenario’s én de indirecte
kosten te laten doorrekenen omwille van betere fundering van toekomstige begrotingen?
Zo nee, waarom niet?
In de totale som van financiële gevolgen voor Nederland, komt een aanzienlijk deel
uit de verwachting dat het Verenigd Koninkrijk zich niet aan haar financiële verplichtingen
voor de periode 2019–2020 zal houden (1,6 miljard). De leden van de SP-fractie vragen
zich af of er aanwijzingen zijn dat het Verenigd Koninkrijk zich niet aan haar financiële
verplichtingen gaat houden. Zo ja, wat doet de Staatssecretaris (of Minister) eraan
om (samen met Europese collega’s) aan te dringen dat het VK haar beloftes nakomt?
Met betrekking tot de stand van zaken over de werving en opleiding van personeel voor
de douane, vragen de leden van de SP-fractie zich af op welke termijn de Staatssecretaris
verwacht de 926 fte te hebben ingevuld. Klopt het dat er te weinig docenten zijn om
nieuwe mensen op te leiden? En wat is de reactie van de Staatssecretaris op de stelling
van KPMG dat zelfs al zijn er 300 fte ingevuld en klaar om aan de slag te gaan eind
maart 2019, de Douane niet klaar is voor een harde brexit2? Kan de Staatssecretaris zijn antwoord onderbouwen? Indien er niet voldoende extra
personeel aangeworven is op moment van uittreding, welke ABC prioriteiten zullen dan
worden gesteld? Hoe bepaalt de Staatssecretaris deze prioriteiten? Met andere woorden,
welke taken van de Douane beschouwt de Staatssecretaris als het belangrijkst? Wordt
daarbij een standaard afweging gemaakt of verschilt dat per derde land?
De informatie die het kabinet met de Kamer heeft gedeeld, is enkel op hoofdlijnen
en niet op detailniveau stelt de Algemene Rekenkamer vast. De leden van de SP-fractie
verzoeken de Staatssecretaris de onderliggende risicoanalyses van economische risico’s
die het kabinet gebruikt te delen met de Kamer. Bovendien vragen deze leden zich af
of er dergelijke risicoanalyses zijn gemaakt van alle bovengenoemde uitvoerende diensten?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat de Staatssecretaris dit met de Kamer delen?
Ook willen deze leden graag geïnformeerd worden of er ook risicoanalyses zijn gemaakt
door de Europese Commissie en zo ja, op welke terreinen zijn die uitgevoerd? Is daar
nog aanvullende informatie uit gekomen die van toepassing is op Nederland? Wil de
Staatssecretaris de Kamer over de uitkomst informeren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.