Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen; Kopenhagen, 9 mei 2018
2018D51822 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 2 oktober 2018, waarmee de
Minister van Buitenlandse Zaken de Kamer informeert over het op 9 mei 2018 totstandgekomen
Protocol tot wijziging van het belastingverdrag tussen Nederland en Denemarken (Kamerstuk
35 053, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Protocol met
de verdragswijziging. Deze leden wijzen op het belang van een uitgebreid verdragennetwerk
voor de fiscale rechtszekerheid en het vestigingsklimaat. De leden van de VVD-fractie
hebben enkel een aantal verduidelijkende vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of, en zo ja, op welke onderdelen het Wijzigingsprotocol
nog afwijkt van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)-richtlijnen.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris een toelichting kan geven
op basis waarvan wordt verwacht dat de budgettaire aspecten en de administratieve
lasten gering zullen blijven. Zijn er geen gedragseffecten te verwachten uit de voorgestelde
wijzigingen?
De leden van de VVD-fractie vragen wat er in de vorige versie van Artikel 18 van het
Verdrag was opgenomen over socialezekerheidsuitkeringen.
De leden van de VVD-fractie vragen met welke andere Europese landen Nederland reeds
afspraken heeft gemaakt over een principal purposes test. Welke landen komen hier bij na inwerkingtreding van het Multilateraal Instrument
(MLI)? Wat was de reden dat Denemarken niet bereid was tot het vooraf opnemen van
een consulatie met betrekking tot de principal purposes test?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het Wijzigingsprotocol op het
belastingverdrag tussen Nederland en Denemarken.
Deze leden achten het goed dat Nederland een heffingsrecht behoudt op pensioenen waarvoor
in Nederland premies in aftrek zijn gebracht. Daarbij is met Denemarken een ruim overgangsrecht
overeengekomen. In het Verdrag met Duitsland was een veel beperkter overgangsrecht
overeengekomen. Is dit levenslange overgangsrecht nu voor andere onderhandelingen
over de belastingheffing over pensioenuitkeringen ook het uitgangspunt, zo vragen
de leden van de CDA-fractie. Verder vragen deze leden of het onder de nieuwe bepaling
zou kunnen voorkomen dat een pensioen in twee landen belast wordt zonder dat voorkoming
van dubbele belasting gegeven wordt.
De leden van de CDA-fractie zijn positief over de extra antimisbruikbepalingen in
het Wijzigingsprotocol. Deze leden vragen op welke wijze in relatie tot Denemarken
voorzien is in gegevensuitwisseling. Is sprake van automatische gegevensuitwisseling
en geldt deze gegevensuitwisseling ook voor banken, zo vragen deze leden mede in het
kader van de witwaspraktijken bij de Danske Bank die aan het licht zijn gekomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het Wijzigingsprotocol bij het
belastingverdrag met Denemarken. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen hoe groot de groep is die te maken krijgt met de
financiële gevolgen van een herziening van de toewijzing van het heffingsrecht ter
zaken van pensioenen en lijfrenten. Deze leden vragen of deze groep geconsulteerd
is. Zo ja, wat waren hun belangrijkste aandachtspunten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie vragen hoe de budgettaire gevolgen van het wijzigingsprotocol
worden gemonitord.
De leden van de D66-fractie vragen of het niet alsnog goed kan zijn om het verdrag
onder de werkingssfeer van het MLI te brengen, bijvoorbeeld omdat het kabinet eerder
heeft aangegeven van mening te zijn dat bestrijding van belastingontwijking door internationaal
opererende ondernemingen vooral zinvol is in een gecoördineerd internationaal verband,
bij voorkeur met bindende afspraken1. Heeft de Staatssecretaris de instrumenten van het Multilateraal Verdrag ter implementatie
van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling
en winstverschuiving aangeboden aan Denemarken? Zijn er antimisbruikbepalingen die
geen onderdeel uitmaken van het Verdrag met Denemarken en het Wijzigingsprotocol,
maar die wel onderdeel uitmaken van het MLI?
De leden van de D66-fractie vragen of het Toetsschema Standaardcriteria Fiscaal Verdragsbeleid
2011ook met terugwerkende kracht is toegepast op belastingverdragen die voor de Notitie
Fiscaal Verdragsbeleid 2011 tot stand zijn gekomen. Deze leden vragen waarom er niet
voor is gekozen om met het toetsschema aanvullend op elementen uit het Wijzigingsprotocol
ook inzicht te geven in de elementen van het volledige belastingverdrag.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van
de SP
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging
van het belastingverdrag met Denemarken. Zij willen graag weten van wie het initiatief
tot herziening uit is gegaan. Ook willen de leden van de SP-fractie graag weten wat
aanvankelijk de reden was om een belastingverdrag met Denemarken te sluiten in 1996.
Hoe is het financieel verkeer tussen Nederland en Denemarken te kenmerken als het
gaat om bedrijfsleven en personen?
De leden van de SP-fractie constateren dat de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011
is gebruikt bij het herzien van het Verdrag. Deze leden stellen vast dat er op het
fiscale vlak behoorlijk wat gebeurd is sinds 2011, zoals de internationale discussie
over belastingontwijking. Is de notitie uit 2011 niet ook aan herziening toe? Kan
de Staatssecretaris toelichten waarom de notitie wel of niet aan herziening toe is?
De leden van de SP-fractie zouden graag willen weten waarom dit Verdrag niet onder
de werkingssfeer van het, in het kader van het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project,
door de OESO ontwikkelde MLI valt. Wat zijn daarvan de voordelen volgens de Staatssecretaris?
Is het zo dat Nederland met alle belastingverdragen de werkingssfeer van het instrument
ontloopt? Wat is volgens de Staatssecretaris de waarde van internationaal ontwikkelde
instrumenten als landen zich daaraan kunnen onttrekken? Kan de Staatssecretaris hierop
ingaan?
Het valt de leden van de SP-fractie op dat door het ontbreken van vermogensbelasting
in Denemarken en Nederland ook de verdragsbepaling vervalt. Zij vragen of dit betekent
dat bij een mogelijke toekomstige invoering van vermogensbelasting het belastingverdrag
opnieuw moet worden herzien. Zo ja, waarom wordt de bepaling niet gehandhaafd?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie waarom Denemarken niet af wilde spreken
dat er consultatie vooraf mogelijk is bij de principal purposes test? Klopt het dat
de Nederlandse werkwijze met consultatie vooraf internationaal gezien wordt als te
veel hulp bij belastingontwijking? Kan het antwoord uitgebreid worden toegelicht?
II Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.