Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de regeling vaststelling programma's van eisen basisonderwijs en (v)so en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverbanden PO en VO 2019 (Kamerstukken 31293-31289-413)
2018D50665 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 2 oktober 2018 inzake de Regeling
vaststelling programma’s van eisen basisonderwijs en (v)so en bekostiging materiële
instandhouding samenwerkingsverbanden PO en VO voor het jaar 2019 (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 413).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Alberts
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
2
II
Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
3
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de Regeling vaststelling
programma's van eisen basisonderwijs en (v)so en bekostiging materiële instandhouding
samenwerkingsverbanden PO en VO 2019. Zij hebben enkele vragen.
De leden constateren dat de onderhavige regeling onder andere geldt voor de samenwerkingsverbanden
in het primair en het voortgezet onderwijs. Deze leden vragen in hoeverre het noodzakelijk
is dat middelen voor het passend onderwijs verdeeld worden via het samenwerkingsverband.
De voornoemde leden zien voorbeelden van samenwerkingsverbanden waar dit heel goed
gaat, maar vragen zich af of er ook andere vormen mogelijk zijn om deze middelen te
verdelen. Wat vindt de Minister hiervan? Ziet hij ook andere mogelijkheden om de middelen
voor passend onderwijs te verdelen, zo vragen deze leden.
De voornoemde leden constateren dat de afgelopen jaren vaak middelen zijn toegevoegd
aan de reserves van de samenwerkingsverbanden. Wat zijn de laatste gegevens hierover,
zo vragen zij. Kan de Minister een overzicht verstrekken van de ontwikkeling van de
financiële reserves per samenwerkingsverband en in totaal, vanaf de invoering van
passend onderwijs? Is er een verband tussen de hoogte van de financiële reserve en
de verevening? Kan de Minister nader ingaan op de verschillen in de hoogte van de
financiële reserves? Deze leden willen weten of er veel samenwerkingsverbanden met
tekorten zijn.
De leden vragen voorts, nader in te gaan op de uitvoeringskosten van de bovenwettelijke
regelingen die aan de lumpsum moeten worden toegevoegd. Waar bestaan deze kosten uit,
zo vragen deze leden.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de nahang Regeling vaststelling
programma’s van eisen basisonderwijs en (v)so en bekostiging materiële instandhouding
samenwerkingsverbanden PO en VO 2019. Zij hebben daar nog enkele vragen over.
Toelichting – prijsbijstelling
Voornoemde leden zijn benieuwd hoe de oude bedragen zich verhouden tot de nieuwe bedragen.
Kan de Minister daarom een overzicht geven in tabelvorm van zowel de oude als de nieuwe
bedragen voor het basisonderwijs, het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal
onderwijs en de samenwerkingsverbanden po en vo, zo vragen deze leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
regeling.
Zij zien dat de regeling specifieke bedragen vermeldt voor ondersteuningsbekostiging
en materiële bekostiging voor zware ondersteuning, maar kunnen deze niet goed in perspectief
zien omdat de bedragen voor 2018 er niet bij staan vermeld. Kan de Minister nader
specificeren op welke punten de genoemde bedragen verschuivingen betekenen in de bekostiging
van de onderwijsinstellingen?
Deze leden krijgen signalen uit Groningen, Fryslân en Drenthe dat de onderwijsinstellingen
zich grote zorgen maken over het kabinetsvoornemen om passend onderwijsgelden anders
te gaan verdelen. Voor betrokken instellingen zal dit een forse teruggang in de bekostiging
betekenen. Kan de Minister toelichten of het de onderhavige regeling betreft die zo
desastreus uitpakt voor het onderwijs in het noorden des lands? Zo ja, kan de Minister
dan nader toelichten welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen? Zo neen, kan
de Minister toelichten wanneer hij de Kamer gaat informeren over de nieuwe verdeling
van de passend onderwijsgelden, zo vragen deze leden.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M. Alberts, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.