Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 30 mei 2023, over Telecomraad (formeel) d.d. 1-2 juni 2023
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1025 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 30 juni 2023
De vaste commissie voor Digitale Zaken en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben
op 30 mei 2023 overleg gevoerd met mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken
en Klimaat, en mevrouw Van Huffelen, Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering,
over:
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 26 mei 2023 inzake
geannoteerde agenda formele Telecomraad 2 juni 2023;
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 november 2022 inzake
antwoorden op vragen commissie over het fiche: Verordening Cyber Resilience Act (CRA)
(Kamerstuk 22 112, nr. 3555);
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 21 december 2022 inzake
verslag van de formele Telecomraad 6 december 2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1001);
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 9 maart 2023 inzake
voortgang onderhandelingen Dataverordening (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1008);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 13 april
2023 inzake vervolgproces Europese digitale identiteit en verhouding Grondwet (Kamerstuk
36 305, nr. 10);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 3 april 2023 inzake fiche: Verordening
inzake gigabitinfrastructuur (Kamerstuk 22 112, nr. 3639);
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 30 maart 2023 inzake
aanbod technische briefing en toezending non-paper Cyber Resilience Act (Kamerstuk
22 112, nr. 3637);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 24 april
2023 inzake antwoorden op vragen commissie over het fiche: Verordening Interoperabel
Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3595) (Kamerstuk 22 112, nr. 3656);
– de brief van de Minister voor Rechtsbescherming d.d. 30 mei 2023 inzake reactie op
verzoek commissie over de laatste stand van zaken in de onderhandelingen over een
nieuw adequaatheidsbesluit voor overdracht van persoonsgegevens tussen de EU en de
Verenigde Staten (VS), de concrete inzet van Nederland hierin en een eerste reactie
op de recordboete die deze week is opgelegd door de Ierse Data Protection Commission,
de gegevensbeschermingsautoriteit van Ierland, aan Facebookmoederbedrijf Meta (Kamerstuk
21 501-33, nr. 1018).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken, Valstar
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Bromet
De griffier van de vaste commissie voor Digitale Zaken, Boeve
Voorzitter: Kamminga
Griffier: Van Tilburg
Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Bouchallikh, Dekker-Abdulaziz, Kamminga,
Rajkowski en Van Weerdenburg,
en mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken en Klimaat, en mevrouw Van
Huffelen, Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering.
Aanvang 16.31 uur.
De voorzitter:
Aan de orde is het commissiedebat naar aanleiding van de Telecomraad. Dit is een commissiedebat
met de vaste commissie voor Digitale Zaken en met als volgcommissie de commissie voor
Economische Zaken en Klimaat. Ik heet de leden van harte welkom. Ik heet uiteraard
ook de bewindspersonen van harte welkom. Dat zijn de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties
en Digitalisering, mevrouw Van Huffelen en de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
mevrouw Adriaansens. We hebben twee uur voor dit commissiedebat. De spreektijd is
maximaal drie minuten per fractie.
Ik wil beginnen met de eerste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Dekker-Abdulaziz
namens D66.
Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Dank, voorzitter. Deze commissiedebatten zijn altijd té kort om eer te doen aan de
onderwerpen die besproken moeten worden. Ik wil me daarom beperken tot de volgende
onderwerpen: cookies, de Dataverordening, de CRA en de AI Act.
Ten eerste. We hebben twee weken geleden plenair gesproken over de cookiewetgeving.
Tot mijn grote spijt las ik hier niks over in de geannoteerde agenda. Kan de Staatssecretaris
toezeggen dat zij zich ervoor zal inzetten dat onder het Spaans voorzitterschap van
de Telecomraad eindelijk prioriteit wordt gegeven aan de lang uitgestelde e-Privacyverordening
om daadwerkelijke cookiewetgeving te verbeteren?
Dan de Dataverordening. Deze verordening wil de positie van de gebruiker versterken,
maar lijkt dit met name te doen vanuit een bedrijfsinvalshoek. We worden zelf meer
eigenaar van onze data en slimme apparaten. Dat is prachtig. Vanuit mijn privacybril
heb ik daar echter vragen over. Hoe zorgen we ervoor dat dit ook veilig gebeurt? Hoe
zorgen we ervoor dat individuen niet kwetsbaar zijn voor cyberaanvallen? Ook universiteiten
hebben hun zorgen kenbaar gemaakt. Zij moeten straks werken met data die overheden
hun toespelen. Zouden zij ook niet in staat moeten zijn data op te vragen bij bedrijven?
Graag een reactie.
Voorzitter. Dan de Cyber Resilience Act, de CRA. De regering heeft zich ingezet voor
een breed toepassingsbereik van de CRA. Dat betekent dat de regels niet alleen voor
slimme apparaten gelden, maar ook voor losse software. Software as a Service, zoals
Gmail, is uitgesloten van de verordening. Is de Staatssecretaris het met ons eens
dat dit niet voor de gewenste duidelijkheid zorgt, niet voor de gebruiker en ook niet
voor de markt?
Vervolgens heb ik nog een vraag over de meldplicht die straks aan het bedrijfsleven
wordt opgelegd. Er komt een meldplicht voor de CRA voor de NIS2-richtlijn, de AI Act
en de Cyber Services Act. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat het kabinet de route
voor deze meldingen binnen Nederland centraal belegt bij een meldpunt en dat bedrijven
dus niet afzonderlijk een melding hoeven te maken? Welke inspanning verricht de Staatssecretaris
om het mkb te ondersteunen?
Voorzitter. Ten slotte de AI Act. Ik denk dat ik voor de hele commissie spreek als
ik zeg dat we daar allen met smart op wachten. Ik hoop dus dat de Staatssecretaris
zich ervoor in blijft zetten om vaart te blijven houden. Ik heb daar nog drie vragen
over. Wat is nu precies de positie van de verordening ten opzichte van het gebruik
van andermans intellectuele eigendom? Wat is de positie van het kabinet? Kan de Staatssecretaris
toelichten in hoeverre deze verordening voorkomt dat techreuzen ook persoonlijke data
in hun AI-tools gebruiken?
Ten slotte wil ik terugkomen op onze privacy. Deelt de Staatssecretaris het standpunt
dat het gebruik van biometrische gegevens beperkt moet blijven tot rechtshandhaving
en dat AI voor de rechtshandhaving wel degelijk een registratieplicht moet hebben?
Graag een reactie.
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Dekker-Abdulaziz, voor uw inbreng namens D66. Ik zie geen nadere
interrupties. Dan wil ik het woord geven aan mevrouw Van Weerdenburg namens de PVV
voor haar inbreng.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik spreek mede namens BVNL.
Voorzitter. Het is altijd een spannend moment als onze Staatssecretaris in haar hoedanigheid
als Staatssecretaris Digitalisering naar Brussel gaat voor overleg in het kader van
de Telecomraad. Je weet namelijk nooit welke vage compromissen er nu weer gesloten
gaan worden. Welke redelijke standpunten van Nederland zullen dit keer weer van tafel
geveegd worden, ondanks alle goede argumenten die we ertegen inbrengen? Of, erger
nog, heeft dit debat überhaupt zin? De bewindspersonen luisteren namelijk toch niet
naar de volksvertegenwoordiging. In dat kader hoef ik slechts te verwijzen naar de
ervaring met de vorige Telecomraad, waar werd ingestemd met de Raadspositie over de
Europese digitale identiteit, tegen de wil van een Kamermeerderheid in. Dit is een
slecht voorbeeld, dat de Minister van Justitie hoogstwaarschijnlijk binnenkort gaat
volgen, door de Kamermeerderheid tegen de encryptieondermijnende client-side scanning
naast zich neer te leggen.
Voorzitter. Wat ik de bewindspersonen vandaag vooral wil meegeven, is dat ze in dienst
staan van de Nederlandse burger en worden geacht de belangen van die burger te behartigen.
Ik zeg dat met name omdat de eurocraten in Brussel zich meer en meer bezighouden met
wereldregerinkje spelen, met geopolitieke strategieën en met machtsspellen. Ze zetten
de digitale regelgeving hiertoe in als instrument. Denk aan de war on big tech. Het
aanpakken van grote techbedrijven is vooral een ordinaire strijd om macht, waarbij
de belangen van burgers en consumenten in Europa volledig uit het oog zijn verloren.
Neem bijvoorbeeld de totale hysterie tegen Twitter, die is ontaard in een absurde
schreeuwwedstrijd in Brussel. Het absolute dieptepunt hierbij is de Franse Minister
van Digitale Zaken, die het in zijn hoofd haalde om gisteren te dreigen met een totale
blokkade van Twitter in de Europese Unie, als het bedrijf zich niet aan de nieuwe
Europese regels zal gaan houden. Ik verzoek de Staatssecretaris met klem om haar Franse
collega morgen even aan zijn jasje te trekken en duidelijk te maken dat hij niet namens
Nederland dient te spreken, en dat wat Nederland betreft een blokkade van Twitter
totaal niet aan de orde is.
Het zou goed zijn als zij ook aan de overlegtafels in Brussel tot kalmte kan manen
wat dit betreft. Ik zie namelijk geen enkele reden om aan te nemen dat Twitter zich
niet zal gaan houden aan Europese regelgeving, integendeel. De manier van moderatie
die nu is uitgerold, lijkt juist een veel effectievere wijze om content te controleren
dan wat tot nu toe plaatsvond. Ik zou graag horen van de Staatssecretaris wat zij
vindt van het systeem van Community Notes. Daarbij is volledig transparant gemaakt
hoe het werkt. Iedereen kan daar ook aan meedoen. Zelfs het ranking algoritme is openbaar
gemaakt. Democratischer en transparanter kan bijna niet. Is de Staatssecretaris dat
met mij eens?
Voorzitter. Ook de megaboete die het moederbedrijf van Facebook, Meta, heeft gekregen,
doordat er nog steeds geen nieuw adequaatheidsbesluit genomen is over gegevensuitwisseling
tussen de EU en de VS, is een absoluut dieptepunt. Kan de Staatssecretaris schetsen
welke gevolgen dit heeft voor andere bedrijven die in hetzelfde schuitje zitten als
Meta maar wellicht minder kapitaalkrachtig zijn? Lopen die straks allemaal tegen miljardenboetes
aan of heeft Meta de pech dat zij nou eenmaal boven het maaiveld uitsteekt?
Voorzitter, tot slot. Ik maak me zorgen over de beschikbaarheid van AI-toepassingen
in Nederland en de EU. Het voorzitterschap wordt binnenkort overgenomen door de Spanjaarden.
Eerlijk gezegd belooft dat niet heel veel goeds voor ChatGPT en de gelijken. Google
durft al niet eens haar tegenhanger, Bard, beschikbaar te stellen in EU-landen. Op
deze manier zetten we onszelf op achterstand. Ik hoor graag van de bewindspersonen
hoe zij gaan voorkomen dat innovatie in Europa wordt tegengehouden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Weerdenburg, voor uw inbreng namens de PVV. U heeft nog een
interruptie van mevrouw Rajkowski, VVD.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Misschien een stukje over de Twitterhysterie. Zoals mevrouw Van Weerdenburg het nu
neerlegt, lijkt het inderdaad alsof Twitter heel erg meewerkt en graag aan de DSA
wil voldoen. Dat is ook het verhaal dat ze op papier vertellen. Toen wij een hoorzitting
in de Tweede Kamer hadden, waren ze echter te beroerd om langs te komen om zich openbaar
te verantwoorden. Recent hebben we gezien dat Twitter uit het vrijwillige overleg
is gegaan dat desinformatie moet bestrijden. Dat is nu nog vrijwillig, maar als de
DSA straks ingaat, wordt het een verplicht onderdeel. Ik zie dus eigenlijk heel veel
tekenen en weerstand vanuit Twitter. Twitter zegt: weet je, in Europa kunnen jullie
wel afspraken gaan maken, maar wij gaan ons er toch niet aan houden. Is mevrouw Van
Weerdenburg het niet met mij eens dat als wij dit soort afspraken met elkaar maken,
het niet uitmaakt hoe je heet en aan welk bedrijf je leidinggeeft maar dat je je wel
moet houden aan de Europese wet- en regelgeving als je zakendoet in Europa?
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Ik ben het eens met mevrouw Rajkowski. Ik zie echter helemaal geen tekenen dat Twitter
niet van plan is om zich aan de regelgeving te gaan houden. Mevrouw Rajkowski zegt
«straks». We hebben het hier namelijk over een hypothetische situatie die zich wellicht
straks voordoet. Integendeel, ze hebben meermaals gezegd dat ze zich aan de regels
gaan houden. De structuur en de manier waarop ze content modereren, lijkt heel erg
op wat Wikipedia al heel lang doet. Dat is ook hoe open source werkt. Ik zie dus alleen
maar tekenen die de juiste kant op gaan. Ik zou zeggen: neem dit als goed voorbeeld
van hoe het wel moet, en laten we alle bedrijven die kant op sturen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aan de volgende spreker toe. Dat is mevrouw Rajkowski van
de VVD.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank, voorzitter. Digitale dreigingen zijn veel te lang onderschat. Wettelijke kaders
voor digitale producten en de onlinewereld ontbraken. Toezichthouders waren niet geëquipeerd
om mensen en het mkb te beschermen tegen de macht van big tech, cybercriminelen of
big states. Dat zijn landen als China. Gelukkig lijkt daar verandering in te komen.
Veel van deze veranderingen komen voort uit Europa, met een mooie voortrekkersrol
vanuit Nederland. Dat vinden we ook terecht. Complimenten daarvoor. We moeten onze
eigen markt niet tekortdoen door extra nationale koppen of eigen regels in te voeren.
Dat ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om Nederland vrij en veilig
te houden, ook online.
Als eerste de CRA. Vooropstaat dat de VVD positief is gestemd dat er vanuit Europa
initiatief wordt genomen om digitale producten en slimme apparaten veiliger te maken,
zodat we het aantal slachtoffers omlaag kunnen brengen. Immers, de consument moet
met enige zekerheid kunnen zeggen dat als hij een apparaat koopt, hij ook enigszins
veilig is. Die afspraken hebben wij ook met elkaar gemaakt op andere gebieden. Als
je naar de supermarkt gaat, kan je ervan uitgaan dat voedsel aan bepaalde minimale
veiligheidseisen voldoet.
Over het algemeen zijn we tevreden met de CRA. We zijn in ieder geval blij met het
doel daarachter. We maken ons echter wel ernstig zorgen over de onduidelijkheid en
de uitvoerbaarheid. Daarom vraag ik het kabinet om in te zetten op maximale duidelijkheid
in dit voorstel. Wat is het verschil tussen een commercieel en een niet-commercieel
aangeboden product? De CRA is wat ons betreft onduidelijk over de definitie van een
product. Stel, hetzelfde product is gratis open source te vinden, maar iemand anders
biedt het aan via een betaalde dienst met support. Het gaat dan om hetzelfde product,
maar dan zou het een wel onder de CRA vallen en het ander niet. Wij begrijpen dit
niet. Wij vinden het belangrijk dat juist ons mkb ook alle cybersecurityontwikkelingen
mee kan maken. We moeten onduidelijkheid voorkomen. Bij de AVG zag je ook dat iedereen
achter het doel stond. We hebben de afgelopen jaren echter gezien dat het soms nog
wat duidelijker kan en dat het werkbaar moet zijn. Kan het kabinet daarnaast in de
onderhandelingen over de CRA concreet meenemen hoe ondernemers ondersteund gaan worden
vanuit de EU bij de implementatie van al deze regelingen?
Dan de Dataverordening. Voor de VVD is het belangrijk dat mensen meer zeggenschap
krijgen over hun eigen data. Vorige week in het plenaire debat over de bescherming
van onlinegegevens heb ik dan ook de toezegging gekregen dat er meer transparantie
en zeggenschap komen over data die worden verzameld en doorverkocht. Ik heb bovendien
toegezegd gekregen dat dit expliciet wordt meegenomen in de onderhandelingen. Dank
daarvoor. Dat wil ik hier nog even benoemen.
Voorzitter. Namens Volt wil ik graag de Minister aanmoedigen in de inspanningen die
ze levert voor de Dataverordening. Volt wil haar graag vragen of zij in Raadsverband
steun wil zoeken bij het Europees Parlement op de wijziging van hoofdstuk 2, zodat
het mkb zekerheid krijgt en de verordening toekomstbestendig is.
Mijn laatste punt gaat over de AI Act. We onderschrijven de inzet van het kabinet
om haast te maken met het implementeren van de AI Act. We hebben die nu, vandaag,
nodig. De wetgeving laat helaas op zich wachten. Bij dezen krijgt u dus alle steun
die u daarvoor nodig heeft.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Rajkowski, voor uw inbreng namens de VVD. Dan heeft u nog een
interruptie van mevrouw Van Weerdenburg, PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Allereerst mijn complimenten aan mijn collega van de VVD dat zij mede namens Volt
spreekt. Dat laat maar weer zien dat de verschillen in deze commissie soms niet zo
heel groot zijn.
Mevrouw Rajkowski heeft zorgen over de uitvoerbaarheid van Europese regelgeving. Ze
zei ook iets in de zin van «we moeten onszelf niet uit de markt prijzen» en «we moeten
het niet moeilijker maken dan nodig». In dat kader zou ik graag horen hoe zij aankijkt
tegen wat ik de «war on big tech» heb genoemd. Uiteindelijk kan je nog zo'n mooie
wetgeving maken, maar als die niet uitvoerbaar is, zitten we straks in de EU zonder
Twitter en WhatsApp. Google Bard hebben we al niet meer. Straks is ChatGPT ook Europees
verboden. Dan zitten we gewoon weer op papier te schrijven met een pen. Hoe denkt
mevrouw Rajkowski daarover?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik moet zeggen dat als ik naar mijn eigen Twitterfeed kijk, ik niet weet of ik die
heel erg zou missen. Dat is een persoonlijke noot.
Ik denk dat het vanuit de VVD niet de bedoeling is om al dit soort grote bedrijven
en innovaties, waarvan we ook profiteren, Europa uit te duwen. Dat is niet ons doel.
Waar bij mij de scherpte vandaan komt op het gebied van big tech, is dat ik vind dat
de nationale en internationale politiek het internet en socialmediaplatforms de afgelopen
jaren te veel hebben laten liggen. We dachten namelijk dat het ging om schattige jongens
op een zolderkamer in Silicon Valley en dat het internet zichzelf wel zou reguleren.
Nu zien we eigenlijk wat voor een bagger er af en toe omhoogkomt. Denk aan haat, bedreigingen
en intimidatie. Daar ben ik gewoon een beetje klaar mee. Dat hebben we volgens mij
geprobeerd te doen met de hoorzittingen met een aantal socialmediabedrijven. Twitter
komt dan niet eens opdagen, maar stuurt gewoon een briefje. Ik ben klaar met dat soort
dingen. Daar komt mijn scherpte dus vandaan. Maar ik zit zelf ook op Twitter. Ik gebruik
Instagram, WhatsApp et cetera. Ik ben heel blij met dit soort innovaties. Die moeten
echter wél aan onze wet- en regelgeving voldoen. Dat is dus ons doel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Rajkowski. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bouchallikh namens
GroenLinks. Zij is tevens de laatste spreekster van de zijde van de Kamer.
Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst de Data Act. We zien nu nog te vaak dat door grote
techbedrijven misbruik wordt gemaakt van de data die zij hebben. Daarom zou het goed
zijn als in de Data Act stevige waarborgen komen tegen misbruik van het datadeelsysteem.
Deze waarborgen stonden als wij het goed begrepen in de oorspronkelijke wetgeving
wel goed geregeld, maar lijken nu mogelijk in de compromistekst te sneuvelen. Wil
het kabinet zich bij de Telecomraad actief inzetten om deze waarborgen goed te regelen?
Een ander punt van aandacht betreft het punt dat onze ACM inbracht over deze wet.
Dat ging over het verplicht makkelijk maken van het wisselen van clouddiensten. Dit
zorgt ervoor dat wanneer een consument bijvoorbeeld data vanuit een Android-cloud
wil overzetten naar een Apple-telefoon of naar een privacy-vriendelijke cloud, dit
eenvoudig moet kunnen. Ik heb zelf een keer willen switchen tussen twee telefoons:
dat is echt een drama. Het zou dus heel mooi zijn als we dat wat makkelijker kunnen
maken voor de mensen. Dit punt is onder andere door de ACM ingebracht, maar vervolgens
gesneuveld in het Europees Parlement. Het lijkt ons goed als het kabinet hier alsnog
op wil inzetten. Hoe kijkt de bewindspersoon daarnaar?
Tot slot op dit punt nog de vraag of het kabinet de positie van het Europees Parlement,
zoals te lezen in hoofdstuk 2, steunt om de rechten van consumenten én van het mkb
te versterken door hen toegang te verlenen tot data in producten als elektrische auto's,
slimme meters en slimme huishoudelijke apparaten. Onze data zijn nog steeds van ons,
en het mag niet zo zijn dat alleen partijen daar op een bepaalde manier gebruik van
maken. Graag een reactie van het kabinet.
Dan wil ik het hebben over verduurzaming. Het was mooi om te lezen hoeveel aandacht
daarvoor was in de brief, waarvoor dank. En dit geldt ook voor de waarden waarachter
we ons willen scharen ten opzichte van anderen. Ik geef daar dus mijn complimenten
voor. We steunen dan ook de positie van het Europees Parlement ten aanzien van de
AI-wetgeving. We vinden het nog wel van belang dat hoogrisico-AI en grote foundation
models, om het zo maar even te noemen, zoals ChatGPT, DALL-E en Stable Diffusion ontworpen
moeten worden op een manier dat je het energieverbruik kan meten en verplicht hun
klimaatimpact moet rapporteren. Voor grotere foundation models als GPT zouden er wat
ons betreft verplichte milieustandaarden moeten komen voor duurzaam ontwerp met een
zo klein mogelijke klimaatimpact. Hoe kijkt het kabinet hiernaar?
Een andere vraag die wij nog hebben is of het kabinet gezien de milieu-impact van
de ICT-sector software als prioriteit wil laten opnemen in ecodesign. Nu is dat niet
het geval, en het is voor ons niet duidelijk waarom dat zo is.
Dan tot slot, voorzitter, nog een vraag over het recht op reparatie. Reparatie zou
altijd betaalbaar moeten zijn en nieuwe onderdelen zouden altijd betaalbaar en beschikbaar
moeten zijn. We hebben het hier vaak over software, maar wat ons betreft moet er ook
altijd aandacht blijven voor hardware en voor de mogelijkheid van de consument om
daar zelf mee om te blijven gaan. Hoe staat het hiermee? En wil het kabinet hier bij
de komende Telecomraad actief op inzetten?
Dan helemaal tot slot, voorzitter. We kregen net een brief over datadeling met de
VS. Ik moet zeggen: ik zat toen gewoon al in de plenaire zaal. Ik vind het ontzettend
jammer dat ik me daar niet op heb kunnen voorbereiden; ik had daar graag ook nog een
punt van willen maken. We hadden hier in een procedurevergadering expliciet naar gevraagd,
terwijl het wel ontzettend belangrijk is dat we dit ook bespreken. Dus ik heb er gewoon
niet naar kunnen kijken. En dat vind ik jammer. Ik hoop dus dat we de volgende keer
op een andere manier kunnen werken, zodat we dit belangrijke punt wel mee kunnen nemen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bouchallikh. Dat is inderdaad een terecht punt. Het goede nieuws
is dat we nog voor het debat een brief hebben gekregen, maar het is inderdaad wel
heel erg kort op het debat. Dus het is misschien wel goed om dat aan te merken. Ik
hoor dat het een brief van JenV is, maar desalniettemin is het wel jammer dat dit
debat, waar we het nodig hebben, er zo kort op kwam, waardoor wij midden in de stemmingen
zaten en deze brief dus eigenlijk niet meer bij betrokken kon worden.
Dank daarvoor. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van
de zijde van de Kamer. Ik kijk heel even hoelang de bewindspersonen nodig hebben voor
de voorbereiding van de beantwoording van de vragen.
Minister Adriaansens:
Twintig minuutjes.
De voorzitter:
Twintig minuten? Dan schors ik de vergadering voor twintig minuten.
De vergadering wordt van 16.49 uur tot uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is het commissiedebat over de Telecomraad. We hebben net de eerste termijn
van de zijde van de Kamer gehad. We gaan nu over naar de beantwoording door de beide
bewindspersonen. Ik geef als eerste de Minister van EZK daartoe het woord.
Minister Adriaansens:
Dank u, voorzitter. Dank dat wij wederom spreken over de zaken die aan de orde komen
in de Telecomraad. De Staatssecretaris en ik hebben alles wat daar speelt redelijk
goed op elkaar afgestemd. We hebben de onderwerpen verdeeld, zo veel mogelijk aansluitend
op onze portefeuilles. We moeten dus maar even kijken. Een deel van de vragen wordt
door mij beantwoord en een deel van de vragen wordt door de Staatssecretaris beantwoord.
Ik neem aan dat we daarmee het hele vraagspectrum afdekken.
Voorzitter. Ik heb de vragen ingedeeld in de onderwerpen van de wetgeving waarover
de Telecomraad gaat. Ik begin bij de Cyber Resilience Act. Daarna ga ik naar de Dataverordening
en vervolgens ga ik in op AI. Dan heb ik nog een of twee vragen overig.
Ik begin dus bij de Cyber Resilience Act. Allereerst vroeg de VVD: wanneer is iets
commercieel en wanneer niet? Hoe zit het als je een opensourceproduct aanbiedt? Hoe
zit het als dat gratis maar ook commercieel wordt aangeboden? Hoe zit het dan? Alleen
als een product onder commerciële voorwaarden wordt aangeboden, is het in de handel
gebracht. Ik heb zelf ook eens doorgedacht over de vraag wat commercieel aanbieden
is. Dat is in ieder geval als er een prijs voor wordt gevraagd. Het kan echter ook
zijn dat er een andere waarde tegenover staat. Als je bijvoorbeeld meer persoonsgegevens
moet afgeven voor een dienst of het gebruik van een app dan noodzakelijk is, dan is
er een meerwaarde, en dan heeft het ook commerciële waarde. Dat is wat ons betreft
dus een goede afbakening. We moeten echter wel goed in de gaten houden dat deze definitie
werkbaar is.
Dan een andere vraag van Volt, VVD en D66. Die ging met name over de ondersteuning
van de ondernemers. Ik begrijp die vraag, want dat is iets waar we echt alert op moeten
zijn. Het mkb heeft natuurlijk veel digitale producten in haar bedrijfsvoering. Allereerst
moeten zij zelf ook zorgen voor goede beveiliging van die producten. We moeten wel
verder kijken hoe we ze kunnen ondersteunen bij de implementatie van de Cyber Resilience
Act. We hebben dan ook de Europese Commissie gevraagd om meer duidelijkheid te geven
over de manieren waarop we het mkb kunnen ondersteunen. Onder het subsidieprogramma
Digital Europe zal hiervoor geld beschikbaar gemaakt worden. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld
mkb-fabrikanten begeleiden hoe je het doet als je een conformiteitsbeoordeling wil
doorlopen. Dat zullen naar onze verwachting namelijk de vragen zijn. Denk aan: hoe
werkt dat dan met zo'n zelfverklaring?
In het geval dat mkb-fabrikanten een derde partij de beoordeling laten doen, schrijft
de CRA ook voor dat de conformiteitsbeoordelende instanties er bij de tariefstelling
ook rekening mee moeten houden dat ze te maken hebben met een kleiner bedrijf, dus
dat ze met een mkb te maken hebben. Er wordt ook nog besproken of de vereiste documentatie
in het geval van mkb-fabrikanten een iets vereenvoudigde vorm kan krijgen. Daar zullen
wij ook op letten. Dat maakt namelijk ook of een implementatie slaagt. Dat is belangrijk.
Voorzitter. D66 stelde een vraag over Software as a Service. Dat valt niet onder de
CRA. Misschien is het goed om even het onderscheid te maken. Met de komst van de CRA
worden de cybersecurityeisen aan alle hard- en softwareproducten gesteld. Het gaat
dus over de bescherming van consumenten en zakelijke producten. Het voorstel voor
de CRA past in het Europese kader voor een productregulering, zoals die al geldt voor
bijvoorbeeld speelgoed en liften. Software as a Service valt daarbuiten, omdat dat
al valt onder de netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn, de NIS2 noemen we die.
Daarmee zijn de Europese kaders complementair aan elkaar. In dit geval is het misschien
ook goed om op te merken dat Software as a Service een dienst is en geen product.
Dat maakt dus ook een onderscheid.
Voorzitter. Een andere vraag van D66 was of we konden toezeggen dat het kabinet de
route voor de meldingen voor de NIS2, de CRA en de AI Act centraal konden beleggen
bij één meldpunt. Ik begrijp dat één centraal meldpunt voor de verschillende meldplichten
heel overzichtelijk klinkt. U zou bijna denken: wat kan daarop tegen zijn? Er zijn
een aantal belangrijke verschillen tussen de NIB-, de NIS2- en de CRA-meldplicht.
Het is misschien ook goed om die toch nog even op een rijtje te zetten. Voor degene
die moet melden, is het namelijk niet altijd logisch. Het is echter goed om ons te
realiseren dat we te maken hebben met een verschil in doelgroep. Onder de NIB of de
NIS2 worden entiteiten die bepaalde essentiële of belangrijke diensten leveren, verplicht
om significante, relevante incidenten ten aanzien van de verlening van hun diensten
te melden. Die entiteiten zullen vaak gebruikers zijn van digitale producten die onder
de CRA vallen, zoals energiepartijen of post- en koeriersdiensten. Daar gaat het dan
bijvoorbeeld over. De doelgroep van de meldplicht van de CRA zijn fabrikanten van
digitale producten. Zij moeten melden wanneer in hun product een kwetsbaarheid actief
wordt misbruikt. Dat moeten zij ook in het geval dat er een incident is ten aanzien
van dat product. In sommige gevallen zal er een samenloop kunnen zijn – dat is denkbaar –
maar die zal er vaker niet dan wel zijn, zoals wij dat nu zien.
Misschien is het voor de volledigheid nog goed om dat toch nog iets toe te lichten.
Een ander belangrijk onderscheid tussen de twee meldplichten is in hoeverre er een
koppeling is met een bepaalde lidstaat. Bij de NIS2 moeten de entiteiten een significant
incident melden aan het Nationaal Cyber Security Centrum en de toezichthouder in het
land waar ze zijn gevestigd. De CRA gaat over het plaatsen van digitale producten
op de gehele interne Europese markt. Fabrikanten bieden vaak digitale producten in
meerdere of alle Europese lidstaten aan. Die worden dan niet specifiek gelinkt aan
een bepaalde lidstaat. Daarom heeft de Europese Commissie ook voorgesteld om alle
fabrikanten centraal bij ENISA te laten melden en die meldingen dan door te zetten
naar de nationale centra en toezichthouders.
De AI-verordening kent overigens geen meldplicht. Er is alleen een registratie van
AI-systemen met een hoog risico in een Europese database. Ook de CSA kent geen meldplicht.
Dat even ter toelichting op de vragen die gesteld zijn over de CRA.
Als u het goedvindt, ga ik door naar de Data Act, naar de Dataverordening. Er zijn
een aantal vragen gesteld, onder andere door D66. Mevrouw Dekker-Abdulaziz vroeg hoe
we ervoor zorgen dat het delen van data veilig gebeurt, ook vanuit het perspectief
van privacy. Dat is absoluut een belangrijk punt. De cybersecurity van aan internet
verbonden apparaten, de «internet of things»-producten, wordt in andere wetgeving
geregeld, zoals in de Radio Equipment Directive en de Cyber Resilience Act, die we
net besproken hebben. Voor de bescherming van persoonsgegevens blijft de gegevensbeschermingswetgeving
gewoon van kracht. Denk daarbij vooral aan de AVG. Dat is dus ook het primaire kader.
Aan die wetgeving wordt ook geen enkele afbreuk gedaan. Dat vinden we als Nederland
ook heel belangrijk. Het is daarom ook niet nodig om eisen met betrekking tot privacy
of cybersecurity opnieuw in de Dataverordening op te nemen. Wel bevat de Dataverordening
een aantal specifieke toevoegingen die kunnen helpen met betrekking tot cybersecurity
en privacy. Zo moet het intrekken van toestemming voor het delen van data net zo makkelijk
zijn als het geven van toestemming.
Voorzitter. In het verlengde daarvan werd gevraagd of universiteiten ook in staat
kunnen worden gesteld om gegevens op te vragen bij bedrijven als dat nodig is. Wij
zijn heel kritisch geweest op de gecreëerde bevoegdheid voor overheden tijdens de
onderhandelingen om gegevens op te vragen bij bedrijven in de gevallen van uitzonderlijke
noodzaak. We hebben die ook aan kunnen scherpen. We zouden die bevoegdheid dus eerder
verder vernauwen dan willen uitbreiden. Universiteiten die bevoegdheid ook laten gebruiken,
staat daar haaks op. De Dataverordening beperkt overigens universiteiten niet in het
verkrijgen van data, maar creëert dus ook geen extra bevoegdheden.
Voorzitter. Mevrouw Bouchallikh van GroenLinks vroeg nader naar de cloudinteroperabiliteit
in de Data Act, zoals onderzocht door de ACM. Ik zei het niet goed, hè, «cloudinteroperabiliteit»?
Ik deed echt mijn best.
Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):
Ik moest een beetje gniffelen, want ik heb dat soort woorden heel bewust niet gebruikt.
Ik was dus onder de indruk.
Minister Adriaansens:
Interoperabiliteit. Dat is een meerpuntenwoord. Dat klopt. Dat is absoluut prioriteit
van het kabinet. We kennen namelijk allemaal de irritaties als we van de ene telefoon
naar de andere gaan en we foto's, apps of iets dergelijks niet kunnen overzetten.
Wij blijven ons daar tijdens de triloog ook nog voor inzetten. De realiteit is wel
dat we nog maar twee trilogen te gaan hebben. Ik deel de zorgen over de EP-tekst die
er nu is. In de Raadspositie is het echter goed verwoord.
GroenLinks vroeg ook of ik me blijf inzetten voor de waarborgen tegen misbruik van
data en de Dataverordening. Er zijn voor zover ik weet geen waarborgen tegen misbruik
van data uit het voorstel verdwenen. Het voorstel is op dat punt eigenlijk verbeterd
ten opzichte van het initiële voorstel, bijvoorbeeld doordat gebruikers van producten
niet mogen worden misleid. Wij zetten ons, eigenlijk de hele onderhandelingen al,
in om de controle over de data voor gebruikers van IoT-producten en clouddiensten
te vergroten. We zijn dus ook wel blij met het compromis. De AVG en andere gegevensbeschermingswetgeving
blijven de leidende kaders voor transparantie en zeggenschap over persoonsgegevens,
zoals ik net ook al zei. Ook daar geldt dat we in een late fase van de trilogen zitten,
zoals ik net gezegd heb.
Er was nog een vraag van mevrouw Rajkowski, een beetje in het verlengde hiervan, of
we ons kunnen blijven inzetten voor de transparantie en de zeggenschap. Ik denk dat
ik voldoende benadrukt heb dat wij dat zeker doen, ook in de laatste fase. Dit is
volgens mij een herhaling van het antwoord dat ik net ook al gaf.
Er was een vraag over de definities. De vraag was of ik de definities uit hoofdstuk
2 van de Dataverordening van de EP-amendementen kan steunen. Inhoudelijk kan ik die
steunen. Ze verbeteren namelijk de toekomstbestendigheid van de wet. Wel is het zo
dat, in de trilogen, het voorzitterschap het mandaat heeft om namens lidstaten te
onderhandelen, zoals u weet. Dus onze mogelijkheden om dat nu nog individueel te beïnvloeden
zijn beperkt, maar binnen de mogelijkheden die er zijn, zullen wij onze steun voor
dat voorstel uitspreken.
Voorzitter. Dan kom ik bij het volgende blokje over AI, artificial intelligence. Dit
blokje gaat met name over de vraag van D66 over intellectueel eigendom. In diverse
overwegingen en artikelen van de AI-verordening wordt gerefereerd aan de bescherming
van intellectuele eigendomsrechten, ook als bedrijven samenwerken. Dat gaat bijvoorbeeld
over situaties waarin het AI-systeem van het ene bedrijf door een ander bedrijf wordt
gebruikt voor een hoogrisicotoepassing. In algemene zin is intellectueel eigendom
geregeld in nationale en veelal Europese regelgeving. De AI-verordening doet daar
dus ook niets aan af. Maar ten aanzien van generatieve AI begrijp ik wel waar de vraag
vandaan komt, omdat we nieuwe kennis gaan genereren en nieuwe waarde gaan creëren.
Hierbij moeten we opnieuw kijken naar wat dat betekent voor intellectuele eigendomsrechten.
Aan de hand van de visie op generatieve AI, die naar aanleiding van de motie wordt
ontwikkeld, gaan we ook de kansen en bedreigingen in kaart brengen. Daarbij zullen
we ook dit punt meenemen. Daar komen we dus nog op terug.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Dekker-Abdulaziz, D66.
Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Dank aan de Minister voor haar antwoord, want ik maakte me daar al zorgen over. Nu
snap ik dat de Minister, op ons verzoek, bezig is met een visie. Daar ben ik nogmaals
heel blij mee. Tegelijkertijd besef ik ook dat de AI Act qua onderhandelingen inmiddels
best wel vergevorderd is. We moeten natuurlijk niet op een nationale visie wachten
voordat we daar iets mee doen. Wat gaat het kabinet volgende week, of eigenlijk deze
week, precies op dit punt doen?
Minister Adriaansens:
Ik begrijp die vraag, maar bij de AI-verordening zijn die trilogen net gestart. Dus
ik kan niet precies inschatten hoeveel tijd dat kost, maar in beginsel kost dat meestal
wel een jaar of anderhalf jaar. Er zit wel heel veel druk op, dus in die zin ... Ik
hoor dat de Staatssecretaris mij nuanceert in mijn verwachtingen. Zij vermoedt dat
het misschien iets korter zal zijn. «Ik hoop het wel» zegt ze. Exact. Er zit natuurlijk
heel veel politieke druk op, maar we hebben nog wel tijd om daar het nodige aan te
doen. Laat mij vanaf deze positie toezeggen dat ik dit mee zal nemen de komende maanden.
We moeten daarbij dus tempo maken.
De voorzitter:
Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.
Minister Adriaansens:
D66 vroeg ook in hoeverre deze verordening voorkomt dat techreuzen ook persoonlijke
data in hun AI-tools gebruiken. De AI-verordening heeft niet het doel om te voorkomen
of te reguleren dat bedrijven persoonsgegevens in hun AI-tools gebruiken, want het
rechtmatig gebruik van persoonsgegevens is al geregeld in een ander wetgevend kader,
waar ook de AVG deel van uitmaakt. Het doet dus ook geen afbreuk aan het niveau van
bescherming van de Europese burger en dat is ook waar Nederland voor heeft gepleit.
Dan was er een vraag van de PVV over hoe we gaan voorkomen dat innovatie op dit gebied
wordt vermeden. Ik lees dat we moeten zorgen dat we ook de kansen en innovatie benutten.
Mevrouw Van Weerdenburg weet volgens mij dat ik er een groot voorstander van ben om
die balans te vinden. De AI-verordening heeft het doel om het vertrouwen in AI te
bevorderen, waardoor we AI ook gaan gebruiken. De kaders voor die grote AI-modellen
moeten er dus ook voor zorgen dat we risico's voorkomen of beperken. De bedrijven
die hiermee werken, geven ook aan dat zij hier behoefte aan hebben. Dus het is iets
waar de samenleving op zit te wachten. We werken ook aan innovatievriendelijke wetgeving
om zo veel mogelijk ondersteuning voor het mkb te creëren, bijvoorbeeld om te innoveren.
We willen zekerheid over hoe we kunnen zorgen dat de hoogrisicotoepassingen worden
uitgesloten. Ten aanzien van innovatie hebben wij als Nederland bijvoorbeeld ook expliciet
gepleit voor die regulatory sandboxes, om te zorgen dat we die kansen van AI blijven
benutten. We moeten goed in de gaten houden dat we die balans blijven houden.
De voorzitter:
Voor u uw betoog vervolgt, heeft u een interruptie van mevrouw Van Weerdenburg, PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Helder. Ik denk ook dat, zoals de Minister zegt, de toepassing eigenlijk leidend is,
dus dat er bij een hoogrisicotoepassing regels gelden. Maar het Europees Parlement
sorteert voor op dat alle generatieve AI-systemen onder de hoogrisicocategorie worden
gebracht, ongeacht de toepassing. Ik ben wel benieuwd of Nederland, het kabinet, daar
een positie in heeft of daar nog iets aan kan doen.
Minister Adriaansens:
Dat ziet vooral op die foundation models. De triloog start nu en dit zijn inderdaad
toevoegingen van het EP die we met interesse tegemoetzien. We moeten daar zelf ook
denk ik nog even heel goed naar kijken, want dit is iets nieuws dat is toegevoegd.
Wat we in ieder geval wel meenemen in die onderhandeling, is dat we die kans en die
balans moeten bewaken; dat is duidelijk. Aan de andere kant zijn de risico's van die
foundation models natuurlijk ook reëel. Dus dat moeten we de komende periode met elkaar
vormgeven. In die zin is het een nieuwe beweging die gemaakt wordt, een versnelling.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Excuus, voorzitter, maar ik heb nog steeds niet duidelijk gehoord wat de bewindspersoon
daar zelf van vindt. Ik snap ook wel hoe dat in Brussel werkt en dat je pas helemaal
aan het einde duidelijkheid hebt, maar dan ben je te laat voor welke inbreng dan ook.
Dus ik zou graag van de Minister horen wat zij daar zelf het liefst in ziet gebeuren.
Minister Adriaansens:
Volgens mij hebben wij daar ook over bericht dat wij de voorstellen steunen. Wij zullen
bij de verdere vormgeving daarvan moeten zorgen dat wij die balans bewaken, dat het
dus ook voldoende ruimte voor innovatie geeft. Wij denken en menen dat die regulatory
sandboxes – die je daar ook voor kunt gebruiken – goede tools zijn om die innovatie
te blijven versterken.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van Weerdenburg.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Tot slot. Wat betekent de balans bewaken? Ik hoor hierin dat de Minister zegt: het
is duidelijk wat we vinden. Ze zegt, in mijn woorden: het EP gaat roet in het eten
gooien, maar dan zijn de regulatory sandboxes misschien een verzachting. Maar wat
is dit? Is dit een ja of nee, of betekent dit dat we er straks niks aan kunnen doen?
Minister Adriaansens:
We hebben te maken met een nieuwe ontwikkeling. Wij steunen de voorstellen over het
zorgen voor spelregels, over die foundation models. Dat is het vertrekpunt. Nederland
steunt dat. Maar we moeten wel zorgen dat we de komende maanden, en ook daarna, in
de gaten houden dat die regels de goede zijn en dat we met elkaar ruimte houden voor
innovatie. Dat is de balans die ik bedoelde en die is op dit moment niet helemaal
uitgekristalliseerd. We zullen dat de komende periode gewoon goed in de gaten moeten
houden, maar ons vertrekpunt is duidelijk.
De voorzitter:
Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.
Minister Adriaansens:
Ik heb nog een vraag over energie. Omdat ...
De voorzitter:
Excuus. U heeft nog een interruptie, voor u verdergaat met dit blokje, van mevrouw
Dekker-Abdulaziz.
Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Ik dacht: ik stel nog even een vraag over de AI Act, voordat we dat gaan afronden,
want ik wil toch even iets weten over die persoonsgegevens en het gebruik daarvan.
Ik heb daar een vraag over gesteld en de Minister gaf aan dat dat niet per se een
onderdeel uitmaakt van de AI Act. Tegelijkertijd maakt een bedrijf als OpenAI wel
degelijk gebruik van persoonsgegevens. Mijn vraag is hoe dat dan wordt meegenomen.
Kan de Minister dat verduidelijken?
Minister Adriaansens:
Ik heb even een verduidelijkingsvraag. Ik weet namelijk niet precies of ik de vraag
goed begrijp. Op het gebruik van persoonsgegevens is de GDPR- en de AVG-wetgeving
van toepassing. Voor het gebruik van data zal je je dus aan de wettelijke regels moeten
houden. Dat is bovenliggend. Daarover hebben we het ook al in eerdere debatten gehad.
Ik spreek ook met vólle overtuiging uit dat dat bovenliggend moet zijn, want dat is
een van de belangrijkste beschermingen die we hebben.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Minister Adriaansens:
Voorzitter. Dan ga ik naar het gebruik van energie. Verduurzaming en digitalisering
zijn twee belangrijke transities. Die beïnvloeden elkaar ook. Digitalisering kan bijvoorbeeld
helpen bij de klimaatopgave, door de energietransitie te versnellen, maar ook door
te kijken hoe je goed gebruik kunt maken van schaarse netcapaciteit. Het trainen van
AI-modellen kost echter ook heel veel energie. Dat kost heel veel computerkracht vanuit
de datacenters. Die datacenters zijn overigens al verplicht om energiebesparende maatregelen
te nemen. 94% van de elektriciteit voor de ICT-sector wordt momenteel groen ingekocht.
Maar het is daadwerkelijk een belangrijk punt dat we daaraan werken. We moeten werken
aan energiebesparende maatregelen. Bij ontwikkelingen moeten we ervoor zorgen dat
we energiezuinig zijn. We doen een onderzoek naar het nettoduurzaamheidseffect van
digitalisering op milieu. Denk aan CO2-uitstoot en energieverbruik. Vanuit de digitale sector is de Nationale Coalitie Duurzame
Digitalisering actief. Die ontwikkelt ook nieuwe energiebesparende maatregelen.
In de EP-tekst van de AI-verordening is een eis opgenomen om grote AI-modellen – denk
aan de foundation models, waar heel veel energie-, data- en rekenkracht voor gebruikt
wordt – zo energie-efficiënt mogelijk te ontwikkelen. Daardoor wordt er dus nog een
extra eis aan toegevoegd. Ik vind dat een positief voorstel. We moeten nog wel nader
bestuderen wat dat daadwerkelijk betekent. Maar zoals we er nu kennis van nemen, vatten
we het voorstel positief op.
Voorzitter. Er is ook gevraagd naar hardware. We zullen bij het onderzoek dat ik doe
naar duurzaamheid en energieverbruik ook naar hardware moeten kijken, in heel brede
zin. Daar hoort bijvoorbeeld ook het recht op reparatie bij. We hebben de productveiligheidsrichtlijn.
Die is vanaf december 2024 van kracht. We hebben de Ecodesignrichtlijn, die nu wordt
behandeld. We moeten ervoor zorgen dat we zuinig omgaan met het verbruik, dus dat
we zo veel mogelijk inzetten op hergebruik.
Ik ben erdoorheen, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk nog even rond of er nog een vraag is voor de Minister. Nee? Oké.
Dan geef ik het woord aan de Staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Dank u wel, voorzitter. Ook op deze Telecomraad bespreken we weer een aantal belangrijke
punten in de hele grote serie van verordeningen en afspraken die we proberen te maken
om de digitale wereld vorm te geven op een manier die we wenselijk achten. Dat is
ook wel nodig in dit heel grote Europese verband, want we zien natuurlijk dat de digitalisering
zich niets aantrekt van landsgrenzen. We proberen bovendien met gelijkgestemde landen
te komen tot het inrichten van een digitale wereld, gebaseerd op onze publieke waarden
en grondrechten. Daarmee proberen we aan de ene kant te zorgen voor goede bescherming
en aan de andere kant, in lijn met wat mijn collega heeft gezegd, vooral in te zetten
op AI for Good, technologieën en duurzame ontwikkelingen op het gebied van digitalisering
in de positieve zin.
U heeft daar geen vragen over gesteld, maar belangrijk om te weten is dat we ook spreken
over de Verordening Interoperabel Europa. Die is belangrijk omdat we daarmee als overheidspartijen
op een veiligere manier kunnen gaan samenwerken. We gaan het ook nog hebben over een
onderwerp dat we de vorige keer uitgebreid besproken hebben, namelijk de eIDAS-verordening.
Los van de punten die u de vorige keer heeft meegegeven – die hebben we gerealiseerd
in het voorstel dat voorlag in de Raad – blijven we doorgaan met inzetten op de punten
die nog niet in de verordening zaten, maar waarvan uw Kamer heeft gezegd dat die ongelofelijk
belangrijk zijn. Een belangrijk onderwerp daarbij is dat we ervoor moeten zorgen dat
we het verhandelverbod steviger vastleggen dan op dit moment het geval is.
Ik ga over tot de beantwoording van een aantal vragen. Het is zo dat naast de formele
agenda van de Telecomraad nog een heleboel onderwerpen los bespreken. Daar wilde ik
nog kort iets over zeggen. Een belangrijk onderwerp dat aan de orde komt, onder andere
op basis van een non-paper geschreven door Denemarken, is generative AI of generatieve
AI. Dat is een onderwerp dat ons allemaal heeft wakker geschud. Op 30 november werd
het eerste model van ChatGPT gepresenteerd. Velen van ons waren, denk ik, niet alleen
verrast in de positieve zin, maar stelden ook gelijk vragen als: wat betekent dit
dan eigenlijk? Dan bedoel ik het niet alleen in termen van privacy en grondrechten,
maar zeker ook als vraag: wat betekent het eigenlijk voor de wereld waarin we leven?
Hoe ziet het er dan uit als je beleidsmedewerker bent of wanneer je je bezighoudt
met taken die volgens velen in dit werk heel erg sterk zullen veranderen of beïnvloed
worden? Dat onderwerp gaan we bespreken als een open discussie, maar hier speelt dus
het maken van de visie, waar de Minister net over sprak, ook een rol. Daarin gaan
we meer nadenken over een aantal vragen. Het gaat niet alleen om de vraag «wat is
het?», want er is ongeveer iedere dag wel nieuws over dit thema. Het gaat ook om de
vraag «wat betekent dit voor ons en hoe moeten we ons ertoe verhouden?». Dat is een
onderwerp waar we zo snel mogelijk bij u op terug willen komen. Ik neem aan dat u
ons daarop goed blijft volgen, dus dat u niet alleen volgt wat er in de krant over
dit onderwerp staat, maar ook wat wij als overheid willen doen. Dat is een thema dat
los op de agenda staat.
Een tweede punt dat ook op de agenda staat, is alles rondom e-privacy. Daar was ook
een vraag over van mevrouw Dekker-Abdulaziz. Zij vroeg wat we gaan doen om de e-Privacyverordening
verder te krijgen op het vlak van cookies. Ik heb daar in het debat over de cookies
iets over gezegd, namelijk dat het onze inschatting is dat die e-Privacyverordening
niet snel weer te wekken is, want er is een tijdje geleden een Raadspositie geweest
en de verordening is ook in het parlement geweest, maar nu ligt het al een tijdje
stil. Dat laat onverlet dat ik wel heel graag wil dat we met elkaar opnieuw kijken
naar het fenomeen van de cookies. Dat heb ik ook in het debat gezegd. Voor een deel
moeten we kijken vanuit het perspectief dat cookies heel veel ergernis opleveren en
voor een deel vanuit het perspectief dat cookies eigenlijk niet werken, want afhankelijk
van de manier, de basis waarop de websites gebouwd zijn waar je naar informatie gaat
kijken, klik je sneller op ja dan op nee. Al dit soort punten hebben we eerder met
elkaar besproken. In een van de bijeenkomsten wilde ik daar heel graag verder over
gaan spreken. Dat doe ik overigens ook met Eurocommissaris Didier Reynders, die hierover
ook een soort paper heeft geschreven. Ik wil samen met hem kijken hoe we hier een
stap verder kunnen zetten. Uiteraard informeer ik u na afloop van de Telecomraad daarover.
Nogmaals, wij willen eigenlijk kunnen zien hoe we een stap verder kunnen maken met
de toch wel problematische situatie rondom cookies. Ze zijn er, maar ze beschermen
eigenlijk onvoldoende. Daar wilden we graag mee aan het werk.
Dan was er nog een vraag van mevrouw Van Weerdenburg over de boete die Meta heeft
gekregen. Ze vroeg of ook andere bedrijven zo'n boete zouden kunnen krijgen. Ieder
bedrijf dat persoonsgegevens doorgeeft aan de VS moet natuurlijk voldoen aan de AVG.
Het is aan de toezichthouder om te bepalen of er overtredingen plaatsvinden. Ook minder
kapitaalkrachtige bedrijven kunnen daarmee te maken krijgen. Of die boete wordt opgelegd,
is natuurlijk uiteindelijk aan de toezichthouder en die houdt bij het maken van boetes
vaak ook rekening met de vraag hoe kapitaalkrachtig je bent. Maar de kern is wel dat
dit natuurlijk een duidelijk signaal is. Ik weet dat Meta ook in beroep gaat tegen
deze boete. Dit is een signaal waarmee wordt gezegd dat dit bedrijf zich in ieder
geval volgens de Europese toezichthouder op de privacyregulering niet aan de regels
heeft gehouden.
De voorzitter:
Voordat u uw betoog vervolgt, heeft u een interruptie van mevrouw Van Weerdenburg
van de PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Het is natuurlijk wel een probleem dat de onderhandelingen voor de opvolger van Privacy
Shield zo lang duren. Ik heb de brief die net is binnengekomen wel gelezen en eerlijk
gezegd spreekt daar geen haast uit. Er staat nu wel ineens: in de zomer kan er een
besluit verwacht worden. Dan heeft Meta helemaal pech gehad, zullen we maar zeggen.
Wat kunnen bedrijven eraan doen dat de politiek hier al twee of drie jaar mee bezig
is? Daar blijkt niet echt urgentie uit en er lijkt geen schot in de zaak te zitten.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Wat bedrijven kunnen doen, is zich aan de regels houden. Dat is het eerste, denk ik.
De AVG is er niet voor niks. Meta kent die ook. De wet is al heel lang in gebruik.
Het eventueel maken van die afspraken – ik weet dat er hard aan wordt gewerkt – zou
kunnen helpen om bepaalde soorten van informatiedoorgifte mogelijk te maken, ook zonder
dat je daarmee overtredingen begaat. Zolang de AVG geldt, geldt de AVG en betekent
dat iets voor de mate waarin je gegevens kunt delen. Het maakt niet uit of het Meta
is of een ander bedrijf, maar het past niet binnen de huidige kaders.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Mevrouw Van Weerdenburg vroeg of ik mijn Franse collega aan zijn jasje wil trekken
om ervoor te zorgen dat hij niet te boos tegen Twitter doet. Volgens mij heeft u het
over de Franse Eurocommissaris, Thierry Breton. Hij heeft aangegeven dat hij vindt
dat Twitter zich moet houden aan de Europese regels. Die Europese regels zijn dat
grote platforms – daar is Twitter er een van – zich vanaf 25 augustus van dit jaar
aan de verplichtingen van de DSA moeten houden. Dat betekent dat ze systeemrisico's
moeten onderzoeken en dat ze ervoor moeten zorgen dat ze die tegengaan. Wij horen
dat Twitter zich heeft teruggetrokken uit de Code of Practice on Disinformation. Dat
is een vrijwillige code die was afgesproken, maar die met de komst van de DSA een
status krijgt die niet meer vrijwillig is, maar waaraan je nu moet voldoen. Ik hoop
vooral – daarin geef ik de Eurocommissaris gelijk – dat Twitter zich aan de Europese
regels gaat houden. Welke vorm van keuzes zij ook gaan maken, bijvoorbeeld in het
kader van het controleren van content, die zullen hoe dan ook binnen die kaders moeten
passen. Dus dat is kort en goed mijn antwoord. Ik zal hem niet aan zijn jasje trekken.
Ik zou hem vooral willen aanmoedigen om in gesprek te blijven met de grote platforms
om ervoor te zorgen dat de invoering van de Digital Services Act zo goed mogelijk
verloopt. Daardoor ontstaan er namelijk zo min mogelijk problemen en kunnen burgers
en inwoners van Europa veilig gebruikmaken van diensten zoals die van Twitter.
Dan was ...
De voorzitter:
Voor u vervolgt, wil ik even zeggen dat uw ambtenaar zijn microfoon aan heeft staan,
Minister Adriaansens. Er is een interruptie van mevrouw Van Weerdenburg voor u, Staatssecretaris.
U heeft overigens al een aantal interrupties gehad, mevrouw Van Weerdenburg, maar
ik geef u nog één gelegenheid.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Ja, even ter verduidelijking. De heer Breton heeft inderdaad ook gezegd «Twitter,
you can run, but you can't hide». «Bye, bye birdie» is gezegd door een andere EU-official.
Ik doelde echter op Jean-Noël Barrot. Dat is de Franse collega van mevrouw Van Huffelen.
Die geeft een schot voor de boeg en zegt: als ze zich niet aan de regels houden, dan
krijgen ze een hele blokkade in de EU. Hij is Minister van Frankrijk. Hij heeft niets
te zeggen over Nederland. Dat was de reden dat ik mevrouw Van Huffelen vroeg om hem
erop aan te spreken dat hij niet namens Nederland of de EU spreekt.
Dat gezegd hebbende. Het gaat om het volgende. Ik ben blij met de bevestiging dat
er op dit moment nog helemaal geen sprake is van een overtreding van welke Europese
regels dan ook door Twitter. Eerlijk gezegd zie ik daar ook helemaal geen aanleiding
toe. Maar goed, daarover verschillen we van mening. Dan mag het ook wel een toontje
lager vanuit Brussel. Er zijn namelijk nog helemaal geen overtredingen geconstateerd.
Inderdaad, zodra de DSA van kracht is, gaan we zien hoe ze die invullen. Dan kunnen
we daarover praten. Het gaat mij er echter meer om dat er nu een soort ... Sorry,
ik weet het woord even niet. Het is onnodig. Het zorgt ook voor onrust bij de gebruikers,
zeker als er wordt geschermd met een totale ban.
De voorzitter:
Wat is uw vraag, mevrouw Van Weerdenburg?
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Mijn vraag is of de bewindspersonen nog even kennis willen nemen van vrijheid van
meningsuiting. Het gaat hier om een artikel in de Grondwet waarin heel duidelijk staat:
de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken zonder inmenging
van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Ik ben mij daar zeer van bewust. Tegelijkertijd ben ik me er ook van bewust dat we
in Europees verband regels hebben afgesproken over de verantwoordelijkheid van socialmediaplatforms.
Daar zal Twitter zich ook aan moeten houden. Ze zijn onder de DSA als een zogenaamde
VLOP aangewezen, als een Very Large Online Platform. Uiteraard geldt de vrijheid van
meningsuiting, overigens ook voor mijn Franse collega.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Ik zou nog willen terugkomen op een punt van D66, van mevrouw Dekker-Abdulaziz. Dat
ging over het standpunt over het gebruik van biometrische gegevens. Zij vroeg of dat
beperkt moet blijven tot rechtshandhaving. Ze had het erover dat AI voor rechtshandhaving
een registratieplicht moet hebben. Het gebruik van biometrische gegevens moet altijd
rechtmatig zijn, ook in het kader van de rechtshandhaving. We hebben ingezet op het
uitbreiden van de registratieplicht van AI-systemen met een hoog risico door overheden.
Dat is inmiddels ook in de Raadstekst opgenomen. Die registratieplicht was er eerst
alleen voor de aanbieders, maar die geldt nu dus ook voor degenen die dit soort systemen
gebruiken. Voor het kabinet blijft het van belang om te voorzien in een uitzondering
voor gevallen waarbij een registratieplicht kan leiden tot ondermijning van het opsporingsbelang.
We hebben daarover al eerder brieven naar uw Kamer gestuurd, omdat wij het belangrijk
vinden dat dat kan, bijvoorbeeld voor modellen die een rol in lopende onderzoeken
spelen. Die uitzondering moet echter niet ruimer zijn dan noodzakelijk. Er kan bijvoorbeeld
ook sprake van zijn dat je na afloop van het gebruik ervan alsnog die modellen kenbaar
maakt. Maar wij zullen dus steeds blijven pleiten voor een registratieplicht, met
alleen een kleine uitzondering voor rechtshandhaving. Dat moet dus geen ruime uitzondering
zijn, maar een zeer beperkte, en dat moet alleen gebeuren wanneer er sprake is van
inbreuk op de rechtsorde.
Dat waren de vragen die ik had gekregen.
De voorzitter:
Ik kijk nog heel even rond. Mevrouw Van Weerdenburg, tot slot. Maar echt kort, want
u heeft daarstraks vrij lange inleidingen gegeven.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Ik mis nog iets, maar dat kan ook in de tweede termijn. Laat ik dat maar doen.
De voorzitter:
Als u iets mist, kunt u daar nu nog naar vragen.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Ik had nog een oordeel gevraagd over de manier waarop Twitter moderatie invult met
Community Notes.
De voorzitter:
Bent u in de gelegenheid om daar meteen op te antwoorden, Staatssecretaris?
Staatssecretaris Van Huffelen:
Ja, daar heb ik kort iets over gezegd. Ik kan dat niet goed overzien. We hebben gezien
dat Twitter ervoor gekozen heeft om afscheid te nemen van een heleboel moderatoren
en de functionaris gegevensbescherming. Er is aangekondigd dat er meer moderatie met
behulp van AI zal worden gedaan. Ik kan op dit moment niet beoordelen of dat voldoet
aan de gewenste moderatie. Ik volg dat dus graag. Ik ga ervan uit dat de toezichthouder
daar goed naar zal kijken.
De voorzitter:
Dank u wel daarvoor. Ik kijk naar de leden of zij behoefte hebben aan een tweede termijn.
Ik zie in ieder geval al één iemand knikken. Ik zie zelfs twee mensen knikken. Dan
ga ik beginnen met de tweede termijn.
Mevrouw Dekker-Abdulaziz, D66.
Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Dank, voorzitter. Dank aan de Minister en de Staatssecretaris voor de beantwoording.
Het is fijn dat de uitzondering op rechtshandhaving maar een hele kleine uitzondering
is. Dank voor de bevestiging.
Ik vind het heel goed dat de Staatssecretaris zich gaat inzetten voor het heropenen
van de e-Privacyverordening inzake de cookies. Dat is heel fijn.
Ik heb nog één vraag over de AI Act. Een bedrijf, OpenAI, schendt nu al de AVG. Verschillende
experts hebben hierover geschreven. Dit bedrijf schraapt namelijk eigenlijk het internet
leeg, inclusief persoonsgegevens. Als verwerkingsverantwoordelijke moet OpenAI een
melding sturen aan de mensen waarover het gaat over de grondslag en de bewaartermijn.
Dat gebeurt nu niet. Er moet een recht op inzage zijn. Er moet ook een recht op verwijdering
zijn. De AI Act is volgens D66 de plek waar regels zoals een meldplicht kunnen worden
vastgesteld. Is de Minister bereid dit mee te nemen richting de triloog?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Dekker-Abdulaziz. Mevrouw Van Weerdenburg heeft ook aangegeven
behoefte te hebben aan een tweede termijn.
Mevrouw Van Weerdenburg, PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Dank, voorzitter. Tot slot nog een paar opmerkingen. Ik zal niet verder doorgaan over
Twitter en Community Notes. Ik zou wel graag willen dat het bij het volgende debat
dat wij hebben over desinformatie op onlineplatforms – dat is volgens mij op 14 juni –
wel mogelijk is om daar iets meer in detail over te praten met de Staatssecretaris.
Het is namelijk toch wel een revolutionaire manier van moderatie, waarbij eigenlijk
veel meer ogen worden ingezet. Ik zou dus graag zien dat we daar de volgende keer
verder over kunnen doorpraten.
Ik heb nog een vraag over de Europese digitale identiteit. In de brief staat dat «de
Staatssecretaris toezegt ernaar te streven de Kamer voorafgaand aan besluitvormingen
in het Coreper hierover te informeren». Ik maak me een beetje ongerust over het woord
«streven». Ik mag aannemen dat zij daar heel, heel hard haar best voor doet en dat
het niet mis kan gaan.
Tot slot. We praten over heel veel dingen in Europa. Er is een enorme lijst van digitale
voorstellen. Ik hoor echter weinig over kwantumveiligheid. We hebben laatst met deze
commissie een symposium daarover gehad. De huidige standaarden van encryptie zullen
niet het eeuwige leven hebben. Het kost alle bedrijven heel veel tijd om daarop voorbereid
te zijn. Ik vrees dat we daar eigenlijk al laat mee zijn. In de VS zijn ze daar allang
mee begonnen. We kunnen wel alles heel mooi digitaal gaan inregelen met systemen en
gegevens online, maar als de encryptiestandaard valt en we hebben ons daar te laat
op voorbereid, dan hebben we onszelf daarmee. Graag nog even een reactie. Wat wordt
daarvoor geregeld?
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Weerdenburg.
Ik check het even dubbel, maar volgens mij heeft zowel mevrouw Rajkowski als mevrouw
Bouchallikh geen behoefte aan een tweede termijn. Ik kijk heel even naar de bewindspersonen
om te horen hoeveel tijd zij nodig hebben voor de beantwoording. Drie minuten? Oké.
Ik schors voor drie minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is nog steeds het commissiedebat over de aanstaande Telecomraad. We hebben
net de tweede termijn van de zijde van de Kamer gehad en gaan nu over tot de beantwoording
van het kabinet. Ik geef daartoe de Minister van Economische Zaken het woord.
Minister Adriaansens:
Dank, voorzitter. Ik zal de vraag over kwantumveiligheid beantwoorden. Dat is een
zeer terecht punt. De medaille heeft duidelijk twee kanten. Het gaat over de promote-
en de protectkant. Dat zijn vervelende Engelse woorden. Ik moet de Nederlandse vertaling
daarvan eigenlijk net zo makkelijk kunnen zeggen. Het gaat echt over ervoor zorgen
dat je begrijpt waarover het gaat. We investeren daar in Europa en Nederland een heleboel
in. We hebben bijvoorbeeld Quantum Delta in Delft. In een deel van het Nationaal Groeifonds
hebben we een voorstel dat daar een bijdrage aan levert. We doen dat via de Kennis-
en innovatieagenda. Er wordt gewerkt aan sleuteltechnologieën. Kwantum is daar duidelijk
een van. Je vindt dat ook terug in de cybersecuritystrategie. Daarin hebben we dat
ook aangegeven. We hebben de kennis- en innovatieroadmap. We werken aan postkwantumcryptocommunicatie.
Dat is ook weer een mooi begrip. Dat wil zeggen dat we naast de kansen, de snelheid
en het begrijpen hoe kwantum werkt, ook moeten kijken naar de veiligheidskant.
Voor beide speelt dat ook in Europees verband. We hebben het in Europa over de open
strategische autonomie. Daar zetten we echter ook een «d» voor. We hebben het ook
over de digitale open strategische autonomie. We weten ook dat we daar stappen in
moeten zetten. Je moet namelijk relevant blijven om het te kunnen begrijpen. Anders
komt het op je af en weet je niet waarover het gaat. We moeten dus bijblijven.
Het is inderdaad zo dat er ook risico's zijn. Die zijn er zeker. Op het moment dat
de rekenkracht toeneemt, neemt ook de kans toe dat alle codes en beveiligingen kunnen
worden verbroken. Dat staat dus duidelijk op het netvlies. De veiligheidsdiensten
kijken daarnaar. Dat is een cryptostrategie. Ik zei ook al dat bij alle kansen ook
duidelijk wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn om die te beveiligen.
Ik kan nog veel meer projecten noemen die er spelen, maar ik denk dat het antwoord
voor dit moment misschien wel volstaat. De Staatssecretaris zal nog even ingaan op
wat het voor de diensten betekent.
De voorzitter:
Er is een vervolgvraag van mevrouw Van Weerdenburg, PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Het is goed dat Nederland heel veel kennis heeft. Het is hartstikke prima dat er geïnvesteerd
wordt. Alleen, er is dus niet een duidelijk stappenplan met een tijdlijn eraan. Het
lijkt mij goed als de overheid de regie neemt en zegt: «Dit gaan we doen. Dit is de
datum waarop iedereen kwantumveilig moet zijn. Dit gaan we daarvoor doen. Dit gaan
we daarvoor inzetten.» Zo hebben ze dit in de Verenigde Staten namelijk wel aangevlogen.
Daar is ook echt een datum genoemd. Daar zijn nu vier standaarden ontwikkeld of in
ontwikkeling. Volgens mij hebben aan drie van de vier standaarden Nederlandse wetenschappers
en bedrijven meegewerkt. Die kennis is dus hier. Ik denk dat er meer regie nodig is
om echt concreet te komen tot stappen.
Minister Adriaansens:
Die is er wel, hoor. Ik begrijp dat die niet helemaal zichtbaar is. Ik denk dat die
vraag dus terecht is. Het is namelijk een ontzettend belangrijk onderwerp. Een roadmap
is ook echt een traject. Wij vermoeden dat het rond 2030 zal zijn. Dat is een datum
die rondgaat. We weten echter niet zeker of dat het moment is waarop we alles kunnen
ontcijferen. Dat is natuurlijk de vraag. Misschien gaat het iets sneller en misschien
gaat het iets langzamer. Onder de regie van Decipher zijn we bezig met de roadmap
voor postkwantumcryptocommunicatie. Daar valt dit onder. Als er behoefte is om dat
nader te duiden, dan moeten we dat misschien doen. We moeten even kijken in welke
brief we dat doen. Dat is namelijk onderdeel van de voortgangsrapportage over onze
digitale strategie. Ik kan dit daarin meenemen en meer aandacht geven, zodat duidelijker
wordt wat we precies doen.
De voorzitter:
Dank voor de nadere toelichting. Dan geef ik nu het woord aan de Staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Dank u wel. Er was een vraag over OpenAI en de AVG. Er is inderdaad een vrij stevig
traject in Europa door de toezichthouders opgezet. Dat was naar aanleiding van de
Italiaanse toezichthouder, die in eerste instantie OpenAI de toegang tot Italië verbood.
Er zijn afspraken gemaakt met de toezichthouder en OpenAI. Los daarvan hebben de toezichthouders
in Europa gezamenlijk gezegd dat zij zich hier verder in willen verdiepen. Zij gaan
dus ook goed kijken hoe het zit met het verwerken van persoonsgegevens door OpenAI,
ChatGPT enzovoorts, enzovoorts.
Dan de vraag van mevrouw Van Weerdenburg over Twitter. Zij vroeg om wat meer in detail
over de Community Notes te spreken. De technologie waarmee gebruikers geholpen worden
om berichten van context te voorzien, is zeker veelbelovend en wordt ook ingezet op
het democratieplatform pol.is van Polis. Het gaat dus niet om Police maar om Polis.
Verschillende overheden willen daar verder op inzetten. Ik vind het prima om daar
in een volgend debat wat verder op in te gaan en daar wat meer in detail over te spreken.
Mevrouw Van Weerdenburg vroeg ook nog naar de eIDAS. Ja, wij willen u zeker graag
voorzien van informatie vóór Coreper, met een beetje een caveat eromheen – die hebben
we ook in de brief gezet – dat het heel kort van tevoren kan zijn. De termijnen liggen
immers vaak heel dicht op elkaar. Ik wil u natuurlijk graag vooraf informeren. Het
is wel van belang – daar zullen we u dan ook even op wijzen – dat als die brief er
is, er waarschijnlijk niet veel tijd meer is om daar met elkaar over te spreken of
anderszins informatie uit te wisselen.
Dan het standpunt van de overheid op het gebied van kwantum. De vraag ging vooral
over postkwantumcryptografie. Een combinatie van diensten, de AIVD, TNO en het Centrum
Wiskunde & Informatica, hebben een rapport aan mij overhandigd. Daarin hebben zij
aangegeven wat wij als overheden moeten doen. Dat is een belangrijke handreiking om
concreet als overheid aan de slag te gaan en ons voor te bereiden op de komst van
deze nieuwe technologie. Ik denk dat het inderdaad goed is dat we dat vooral proberen
in een zo hoog mogelijk tempo te doen, zeker bij de meer gevoelige onderdelen van
onze eigen digitale infrastructuur. Daar gaan we dus hard mee aan de slag.
Dat was het van mijn kant, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft nog een interruptie van mevrouw Van Weerdenburg, PVV.
Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Dat is goed nieuws. Heb ik de Minister van EZK goed begrepen dat het dan geïntegreerd
kan worden in de werkagenda? En kan dat dan ook vanuit de zijde van de Staatssecretaris
gebeuren? Dan kunnen we er als Kamer namelijk wat meer zicht op hebben.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Dat lijkt me prima. Dat zit echter in de cybersecuritystrategie. Dat is inderdaad
een van de poten van ons gemeenschappelijk werk op dit gebied. Dat lijkt me dus heel
prima, ja.
De voorzitter:
Ik zie de Minister ook knikken. Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van dit
commissiedebat naar aanleiding van de Telecomraad. Ik dank de aanwezigen, zowel van
de zijde van de Kamer als van de zijde van de regering. Ik dank ook de mensen die
dit debat op de publieke tribune hebben gevolgd dan wel vanuit huis.
Sluiting 18.09 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.J. Valstar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
L. Boeve , griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.