Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 16 november 2021, over Evaluatie Tweede Kamerverkiezing
35 165 Verkiezingen
Nr. 44
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 2 december 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 16 november 2021 overleg gevoerd
met mevrouw Ollongren, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over:
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 11 oktober
2021 inzake reactie op evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021 (Kamerstuk 35 165, nr. 42);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 11 oktober
2021 inzake beantwoording vragen commissie over evaluatie Tweede Kamerverkiezing 17 maart
2021 (Kamerstuk 35 165, nr. 43);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 11 oktober
2021 inzake discussienota Briefstemmen (Kamerstuk 35 165, nr. 41);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 18 juni
2021 inzake evaluatie Tweede Kamerverkiezing 17 maart 2021 (Kamerstuk 35 165, nr. 40);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 16 maart
2021 inzake procedurele werkwijze vooropening briefstemmen (Kamerstuk 35 165, nr. 37);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 10 maart
2021 inzake voorbereidingen Tweede Kamerverkiezing (Kamerstuk 35 165, nr. 36);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 2 maart
2021 inzake voortgang voorbereiding Tweede Kamerverkiezing (Kamerstuk 35 165, nr. 35);
– de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 februari
2021 inzake ontwikkelingen maatregelen om desinformatie richting de Tweede Kamerverkiezingen
tegen te gaan (Kamerstuk 30 821, nr. 126).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De fungerend voorzitter van de commissie, M. Bosma
De griffier van de commissie, De Vos
Voorzitter: Martin Bosma
Griffier: Verhoev
Aanwezig zijn zes leden der Kamer, te weten: Martin Bosma, Bromet, Ellian, Kathmann,
Leijten en Sneller,
en mevrouw Ollongren, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Aanvang 18.01 uur.
De voorzitter:
Ik open de vergadering. Aan de orde is de evaluatie Tweede Kamerverkiezing. Dit is
een vergadering van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Een hartelijk woord
van welkom aan de Minister, die hier gisteren ook al de hele dag heeft gezeten. Maar
zij is weer gewoon terug. Welkom. We hebben ook weer dezelfde voorzitter, ja. Sommige
dingen blijven hetzelfde. «Never change a winning team» zeg ik dan, meneer Sneller.
Ja, ik zit in het donker. Maar het is ook vrij schimmig wat ik allemaal doe over het
algemeen. Het kan allemaal het daglicht niet verdragen. Inclusief mijzelf hebben we
vijf deelnemers van de zijde van de Kamer. Hartelijk welkom.
Zijn er nog huishoudelijke mededelingen? Nee. Laten we proberen om het kort en puntig
te houden. Dan kunnen we nog iets zien van Nederland-Noorwegen, hoewel ik die wedstrijd
misschien ook wel wil overslaan. Dat is dus dubieus. Hoe staat de Minister daarin?
Ik hoor dat ze hem wel graag had willen zien. Maar bent u ook niet een beetje bang
voor een negatieve uitslag voor Nederland? U bent een optimistisch mens, hoor ik.
Nou, dat is altijd goed.
Ik stel vijf minuten spreektijd en twee interrupties voor in de eerste termijn. Laten
we het kort en puntig houden. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw
Bromet van de fractie van GroenLinks.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag hebben we dus de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen
van 2021. Ik zou willen beginnen met een compliment. Allereerst wil ik een compliment
geven aan al die vrijwilligers op de stembureaus die daar de hele dag gezeten hebben,
soms halverwege de dag door de burgemeester getrakteerd op een gevulde koek. Zij zijn
tot 's avonds laat aan het tellen geweest. Ik wil de Minister ook een compliment geven.
Want ik heb in de dagen voorafgaand aan de verkiezingen weleens gedacht: je zou maar
Minister van Binnenlandse Zaken zijn en deze coronasituatie, waarvan je niet weet
welke kant die opgaat, moeten afwegen tegen het belang van de democratie. Ik vond
de Minister daarin bijzonder standvastig. Ze zei steeds: de verkiezingen gaan door.
Het is ook zo gegaan. Het is goed verlopen. Dus heel veel complimenten daarvoor.
Voorzitter. We bevinden ons momenteel weer middenin een coronagolf. De herverdelingsverkiezingen
vinden volgende week plaats. De gemeenteraadsverkiezingen zijn ook nog maar een paar
maanden weg. We zijn vaker overvallen door oplevingen van het coronavirus. Ik wil
de Minister vragen of zij voornemens is om de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
te verlengen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 en de Provinciale Statenverkiezingen
van 2023. Kan de Minister schetsen welke maatregelen nodig zijn in het geval dat corona
nog jarenlang onder ons blijft? Graag een reactie.
Voorzitter. Dan wat vragen over de toegankelijkheid. Is het mogelijk om mensen met
een kwetsbare gezondheid ook toegang te geven tot briefstemmen? Stemmen moet voor
iedereen toegankelijk zijn. GroenLinks is van mening dat briefstemmen voor iedereen
die dat wil een optie moet zijn. Kan de Minister aangeven of briefstemmen ook op aanvraag
kan? Daarnaast zijn we van mening dat vervroegd stemmen een optie is om kwetsbare
mensen te ontlasten. Deelt de Minister dit ook?
Voorzitter. Dan nog even over de stempluspas. Er kwamen tijdens de verkiezingen signalen
binnen over ongeldige stemmen, omdat de stempluspas in de verkeerde envelop was gestopt.
Dat vind ik jammer, omdat er in theorie geen fout was gemaakt op het stembiljet, maar
bij het verzenden. Hoe kunnen we voorkomen dat er onbewust fouten worden gemaakt?
Kan de Minister een voorstel doen voor hoe zij dit onderdeel van het briefstemmen
kan versimpelen?
Dan nog een punt over de verkiezingsuitslagen. De uitslagen worden per gemeente doorgegeven.
De ene gemeente is daarin veel sneller dan de andere. GroenLinks is van mening dat
alle gemeenten de wettelijke termijn van het aanleveren van het proces-verbaal zouden
moeten hanteren om verwarring omtrent de uitslagen te voorkomen. Deelt de Minister
deze opvatting? Zo ja, hoe gaat zij ervoor zorgen dat alle gemeenten dezelfde deadline
halen voor het aanleveren van de processen-verbaal?
Tot slot wil ik nog iets vragen over de financiering. Voor onderhoud, verbetering
en vernieuwing van het verkiezingsproces zijn voldoende financiële middelen nodig.
Zonder noodzakelijke investeringen kunnen de beleidsvoornemens niet worden gerealiseerd.
De kosten die voor noodzakelijke verandering moeten worden gemaakt, mogen geen reden
zijn om van die verandering af te zien. De verkiezingen zijn namelijk het fundament
van de democratische rechtsstaat. Er zijn structurele en stevige investeringen in
het verkiezingsproces nodig. Is de Minister bereid om daar financiële ruimte voor
vrij te maken?
Dank u wel.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Sneller.
De heer Sneller (D66):
Onlangs hadden we de behandeling van de experimentenwet. Ik denk dat mevrouw Bromet
hem al aan voelde komen. Twee jaar geleden was haar fractie eigenlijk heel enthousiast
over die experimenten. Daarna stemde zij toch tegen. We hebben tijdens dat debat niet
mogen vernemen waarom zij er toch tegen was. Ik ben daar dus benieuwd naar, zeker
omdat we in de evaluatie nu toch weer zien dat het grote stembiljet en de kleine lettertjes
voor veel mensen een probleem zijn, ook voor de toegankelijkheid.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
We hebben er lang over gesproken in de fractie. We hadden ook echt even tijd nodig
om tot een oordeel te komen. Ons oordeel was uiteindelijk toch dat wij experimenteren
met democratie riskant vinden. Je kan het maar één keer verpesten. Het is een precair
proces. Wij vinden, net als D66 denk ik, dat zoveel mogelijk mensen naar de stembus
moeten gaan. Wij waren bang dat experimenten dat zouden verhinderen.
De heer Sneller (D66):
Laten we dat debat nu niet heropenen. Het ging maar om vier gemeenten tijdens drie
verkiezingen, zeg ik ook even voor de kijkers thuis. Het is dus niet experimenteren
met «de democratie», in mijn opvatting. Dat is waarom wij ervoor hebben gestemd. Maar
dank voor de toelichting.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Je zal maar in zo'n gemeente wonen waar dat experiment plaatsvindt. Voor een kiezer
is de stem die hij uitbrengt de enige stem die hij uit kan brengen. Als dat dan toevallig
in een experiment gebeurt, dan heb je óf geluk, óf pech. Wij wilden dat risico niet
nemen.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ellian van de VVD.
De heer Ellian (VVD):
Dank, voorzitter. Enkele van mijn punten zijn reeds benoemd door collega Bromet. Daar
ga ik dus wat sneller doorheen. Ook ik wil beginnen met complimenten en waardering
voor al die vrijwilligers die de verkiezingen mogelijk maken. Ik denk dat dat ook
passend is. Ik wil natuurlijk ook graag een compliment geven richting de Minister;
u bent immers eindverantwoordelijk. Het waren, en zijn overigens helaas, vervelende
en best wel barre omstandigheden, om eerlijk te zijn. Maar de verkiezingen zijn wel
ordentelijk verlopen. Het is denk ik belangrijk om dat ook te benadrukken. Ik verwijs
iedereen die kijkt of luistert ook graag naar de inleiding van de verkiezingsagenda.
Daarin wordt heel mooi omschreven – dat is me uit het hart gegrepen – waarom verkiezingen
zo belangrijk zijn. Ze zijn het kernproces van de democratische rechtsstaat. Dat is
zeer de moeite.
Voorzitter. Ik loop enkele punten snel langs. Collega Bromet noemde briefstemmen net
al. Op persoonlijke aanvraag, zeg ik er uitdrukkelijk bij. Dat kan voorzien in een
behoefte, zeker tijdens deze pandemie. In de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
is deze mogelijkheid alleen niet opgenomen. De vraag ten aanzien van het koninklijk
besluit verlenging van die tijdelijke wet zullen wij morgen dus ook bij het schriftelijk
overleg inbrengen. Dat doen we nu ook hier. Als we briefstemmen mogelijk zouden willen
maken, hoe ziet u dat dan voor zich? Kan dat nog op korte termijn? Deelt u onze opvatting
dat het misschien toch wel verstandig is om deze mogelijkheid te bieden?
De microfoon galmt echt ontzettend, maar goed. Niks aan te doen.
Dan het vervroegd stemmen. Daar kunnen wij de meerwaarde van inzien. Wel vragen wij
aandacht voor de organisatielast voor gemeenten. We vragen u: ziet u vervroegd stemmen
ook echt als van toegevoegde waarde bij gemeenteraadsverkiezingen? We kunnen ons voorstellen
dat het vervroegd stemmen bij landelijke Tweede Kamerverkiezingen echt een rol speelt.
Maar weegt de uitvoeringsdruk echt op tegen de meerwaarde ervan bij gemeenteraadsverkiezingen?
In het verlengde hiervan: als we vervroegd stemmen mogelijk zouden maken, maar ook
los daarvan, is het beperken van volmachten voor mijn fractie echt van belang. Nu
was er een uitbreiding van twee naar drie. Wat ons betreft gaat die terug naar één,
ook in navolging van diverse adviezen. Maar belangrijker is ook dat de delictsomschrijving
van het oproepen tot het verzamelen van volmachten echt moet worden aangescherpt.
U weet waarom ik het zeg. We hoeven niet te veel terug te kijken, maar die aanscherping
is wel belangrijk. Kan de Minister aangeven wanneer we die aanscherping kunnen verwachten?
Voorzitter. Het is goed dat er een verkiezingsagenda is opgesteld samen met de VNG,
de NVVB en de Kiesraad. Onder die agenda hangen ook twee wetsvoorstellen: die over
de nieuwe procedure voor de uitslagvaststelling – collega Bromet zei daar ook al iets
over met betrekking tot het bekendmaken van de uitslagen – en het wetsvoorstel structurele
invoering van verbeteringen voor kiezers in het buitenland. Maar er is ook nog het
wetsvoorstel Met één stem meer keus. Net benoemde ik al dat de delictsomschrijving
van het ronselen van volmachten aangepast moet worden.
Ik hoop dat de Minister het volgende kan toezeggen. Mijn oproep is: breng dit als
één pakket naar de Kamer, zodat we het als een coherent geheel kunnen bespreken. Dit
raakt uiteindelijk allemaal aan hetzelfde kernproces, namelijk de verkiezingen. Dat
is een fundamenteel onderdeel van de rechtsstaat. Het is jammer als we dit soort onderdelen
telkens versnipperd bespreken. Het zou prettig zijn om een geheel pakket en een eenduidige
visie te hebben. Die wetsvoorstellen zijn dan onderdelen van de visie waar u naartoe
zou willen.
Voorzitter. Wij onderschrijven de noodzaak om tot een centrale verkiezingsautoriteit
te komen. Ik hoor graag wanneer u denkt dat dit proces afgerond kan zijn.
Voorzitter. De procedure van kandidaatstelling. Het is jammer om te zien dat slechts
15% van de ingediende kandidaatlijsten zonder gebreken was, maar het is ook wel een
complex geheel der dingen. De Kiesraad adviseert om dit te herzien. Dit staat ook
in het wetsvoorstel Met één stem meer keus. Ik hoor graag van de Minister hoe zij
aankijkt tegen het verhogen van de benodigde ondersteuningsverklaringen, zoals ook
uit de evaluatie naar voren is gekomen.
Tot slot – ik houd het beknopt vandaag – Nederlanders in het buitenland. Dat punt
is voor mijn fractie echt van belang, want er zijn naar schatting ongeveer 1 miljoen
Nederlanders in het buitenland, maar slechts ongeveer 92.000 geregistreerde kiezers
in het buitenland. Er kunnen hele goede redenen zijn dat mensen al heel lang geen
band meer hebben met Nederland, maar toch is onze indruk dat er nog veel winst te
behalen is. Volgend jaar wordt een onderzoek gedaan door Buitenlandse Zaken. Dat wachten
we af, maar we hopen dat u zich ook ervoor wilt inspannen om stemmen vanuit het buitenland
eenvoudig en duidelijk te maken. Het is een positieve stap dat het briefstembewijs
voortaan digitaal wordt verstuurd. Zou het een idee zijn om documenten per post aangetekend
te versturen naar landen met lange bezorgtijden? Je hoort veel dat het lang duurt.
Soms komen documenten te laat. Als het gaat om stemmen, is het natuurlijk essentieel
dat documenten op tijd aankomen.
Tot slot is het niet altijd duidelijk voor Nederlanders in het buitenland of hun stem
goed en op tijd is aangekomen. Is het een idee dat mensen een bevestiging krijgen
dat de stem in ieder geval ontvangen is, bijvoorbeeld van de gemeente Den Haag, die
de coördinerende rol heeft en verantwoordelijk is? Dat leidt tot een stukje minder
stress bij mensen die wel de moeite hebben genomen om te stemmen. Wij hopen dat er
uit de evaluatie in 2022 echt concrete stappen komen om meer Nederlanders in het buitenland
ertoe te bewegen om te stemmen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ellian kondigt aan beknopt te zijn en gaat vervolgens een minuut
door zijn spreektijd heen. Zo lust ik er nog wel een. De heer Sneller.
De heer Sneller (D66):
Dan krijgt u er nog een, voorzitter.
In januari had ik een twistgesprek in NRC met de burgemeester van Ede. Hij wilde graag
de verkiezingen uitstellen, want het zou gevaarlijk zijn, de opkomst zou laag zijn
en, ja, je zou toch ook een paar maanden later wel naar de stembus kunnen. Zo vat
ik hem even kort samen. Ik was het daar niet mee eens. Ik denk dat je voorzichtig
moet zijn met het uitstellen van verkiezingen. Ik ben heel blij dat we die keuze gemaakt
hebben. Ik denk dat de evaluatie over de opkomst, maar ook wat het RIVM opmerkt –
één cluster van drie besmettingen als gevolg van de verkiezingen – laat zien dat dat
een goede keuze was.
Ik sluit me van harte aan bij de complimenten van mevrouw Bromet voor al die mensen
die zich hebben ingezet als vrijwilligers. Ik denk dat de landelijke ondersteuning
erg heeft geholpen, bijvoorbeeld bij het vinden van stemlokalen, maar nog meer bij
het vinden van de stembureauleden, waarvan er ook weer veel uitvielen. Ik geloof dat
de voorzitter van de Kiesraad in India een keer het boek «The greatest election ever
held» heeft geschreven, maar dit was ook best een hele klus. Ik hoop dat we dat niet
op deze manier nog een keer hoeven te doen. Sommige dingen verdienen ook geen schoonheidsprijs.
De Minister schrijft dat zelf ook. Een goede standaard is dat wijzigingen voor verkiezingen
verder van tevoren zijn geregeld, maar ik denk dat we het, gegeven die moeilijke omstandigheden,
zorgvuldig hebben gedaan.
Voorzitter. De nood is soms ook een deugd. Ik denk dat het briefstemmen, waarvan de
PvdA en wij richting de corona-Tweede Kamerverkiezingen na de herindelingsverkiezingen
hebben gezegd «laten we daarmee experimenteren», zeg ik met een knipoog richting de
collega, heel goed is bevallen. Na de verkiezingen ben ik aan de slag gegaan met het
maken van een initiatiefwet daarvoor. Toen zei de Minister: eigenlijk ben ik daar
ook enthousiast over, maar ik ben demissionair. Toen ben ik dus maar gewoon doorgegaan.
Nu zegt ze nog een keer in de brief van oktober: ik ben eigenlijk wel heel enthousiast.
Dus ik zit een beetje met een dilemma. Mevrouw Kathmann en ik zullen hem morgen gewoon
in internetconsultatie brengen, maar ik kijk zowel naar de collega's als naar de Minister;
als daar hier breed draagvlak voor is, hoe gaan we dat dan het beste doen? Maar die
zal morgen in ieder geval online verschijnen. Voor de geïnteresseerden heb ik hier
een versie, omdat ik denk dat dit de drempel kan verlagen, de flexibiliteit kan vergroten,
en dat dit van toegevoegde waarde kan zijn, met voldoende oog voor de uitvoeringslast
en de financiële lasten voor gemeenten uiteraard.
Daar ben ik veel minder van overtuigd bij het briefstemmen. De specifieke vorm die
gekozen was, had zijn eigen problemen. Maar ook de discussienota laat zien dat, op
welke manier je het ook doet, het altijd wel problemen geeft. Alle internationale
voorbeelden onderstrepen dat. Die problemen heb ik voor de vorige verkiezingen ook
soms van principiële aard genoemd. Dan heb ik het over het stemgeheim en de beïnvloeding,
want het gebeurt thuis. Ik ben daar dus terughoudend in en snap ook wel dat we die
zaken als eerste schrapten bij de verlenging.
Voorzitter. Dan is het goed dat we weer verkiezingswaarnemingsmissies hebben ontvangen.
We moeten uitkijken voor de valkuil «ja, internationaal is standaard, maar onze situatie
is anders». Ik sluit me aan bij wat collega Ellian zei over de volmachten. Dat element
zit nu ook in het initiatiefwetsvoorstel. Ik denk namelijk dat als je de mogelijkheid
uitbreidt om het vroeger te doen, je het aantal volmachten kan verkleinen. Ik zou
de Minister willen vragen of we niet ook moeten kijken naar een verdere verlaging
of beperking, want je hebt natuurlijk de onderhandse volmacht en de schriftelijke
volmacht. Die verdienen een fundamentelere discussie, al dan niet integraal met andere
wetsvoorstellen, over de vraag of we daar niet nog verder van af kunnen. Family voting
is daarbij gewoon een risico en is niet willekeurig verdeeld over de bevolking, zo
constateert ook de OVSE.
De OVSE zegt ook dat er beroep bij de rechter mogelijk zou moeten zijn tegen de uitslag.
We doen het volgens mij zorgvuldig, maar wij zijn als het ware de enige beroepsinstantie,
in één zitting. Wij zijn degenen die moeten toelaten. Ik denk dat dit een kwetsbaarheid
is. Ik denk dat het goed zou zijn als we die route van beroep bij de rechter tegen
die uitslagvaststelling verder zouden verkennen. Ik ben benieuwd hoe de Minister daarnaar
kijkt.
Ten slotte, voorzitter. Het is al vaak gezegd, maar inderdaad: zou de Kieswet niet
aan een integrale herziening toe zijn? Voor dit initiatiefwetsvoorstel mocht ik weer
af en toe de krochten van de Kieswet induiken. Het is voor de leek niet te doen, en
voor mij al helemaal niet. Zou het niet wat toegankelijker kunnen en zou niet alles
weer een keer bij elkaar geveegd kunnen worden?
Zeven seconden nog, voorzitter!
De voorzitter:
Gefeliciteerd. Mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Voorzitter. Om te beginnen mijn excuses voor mijn late komst. Ik zat weer in de verkeerde
zaal. Er zijn nog twee debatten waarbij ik ook graag aanwezig zou zijn geweest. Daarom
zat ik verkeerd, maar dit debat heeft toch echt prioriteit. Ook van mij grote complimenten,
want op het moment dat de verkiezingen voorbereid moesten worden, zat ik midden in
de lokale politiek. Ik zat boven op alle spanning die er was: krijgen we het wel vlot
getrokken in deze moeilijke tijd van corona en gezien het aantal mensen die moeten
aantreden om die stemmen te tellen? Ik vind het grandioos dat dit is gelukt. Ik wijs
ook op de opkomst en natuurlijk op het gigantische aantal jongeren dat naar de stembus
is gegaan. Wat dat betreft alleen maar chapeau.
Voorzitter. Dat brengt mij ook meteen bij mijn inbreng. Ik begin met het volgende
citaat. «Turkse hackers hebben vandaag op Twitter aangekondigd met een aanval mijn
website en die van de Partij van de Arbeid offline te halen.» Ik quootte PvdA-collega
Kati Piri, die als Europarlementariër en als mens de democraten in Turkije steunde
en de oproep deed om politieke gevangenen vrij te laten. Vervolgens is de website
van de Partij van de Arbeid een maand voor de verkiezingen een volle dag offline geweest
en heeft tijdens de campagne haar eigen website niet meer gefunctioneerd. Dit was
precies op het moment dat Nederlanders in het buitenland konden gaan stemmen. De gerichte
DDoS-aanvallen op beide websites zijn namelijk nog weken doorgegaan. De beveiliging
van pvda.nl heeft de aanvallen daarna beter kunnen pareren.
Hebben we toen hard kunnen maken dat die aanvallen echt uit Turkije kwamen? Nee. Los
van die aankondiging heb je geen bewijs. Dat is echt tot op het hoogste niveau opgepakt,
onderzocht en aangepakt, ook na aangifte van zowel mijn collega Kati als de PvdA zelf.
Uitgebreider onderzoek kon er eigenlijk niet geweest zijn. Maar het is wel heel zorgwekkend
dat dit kon gebeuren, zeker omdat de Partij van de Arbeid haar onlinebeveiliging best
wel goed op orde heeft. Daarom is de site ook slechts één dag uit de lucht geweest.
Maar we moeten wel erger voorkomen, zeker met de gemeenteraadsverkiezingen in het
vooruitzicht. De Partij van de Arbeid wil daarom weten of de Minister vindt dat politieke
partijen extra ondersteuning verdienen bij het beveiligen van hun digitale infrastructuur
en, zo ja, hoe denkt zij daar invulling aan te kunnen geven?
Dan een ander punt dat veilige en integere verkiezingen raakt. Mijn buurman had het
er al heel even over: briefstemmingen. 6% van de briefstemmen is niet meegeteld. Dat
zijn in totaal 65.000 stemmen, vergelijkbaar met een stad als Roermond en dan nog
een beetje meer. Hun stem is eigenlijk ongeldig verklaard. De Minister heeft nog geprobeerd
met aangepaste protocollen om een gedeelte van de stemmen te redden, maar slechts
een heel klein gedeelte van de stemmen ís daarbij gered. Zo'n reddingspoging klinkt
misschien heel sympathiek – die poging was ook echt noodzakelijk; wij hebben die ook
gesteund – maar de spelregels aanpassen gedurende de wedstrijd is eigenlijk onwenselijk
tijdens verkiezingen. Dat moeten we nooit meer willen.
Eigenlijk zijn er ook wel algehele bezwaren bij het briefstemmen. Het is te ingewikkeld
en er gaan veel stemmen verloren. 6% is geen opstartprobleem. Je ziet in de landen
om ons heen, die hier meer ervaring mee hebben, dat 6% ook het reguliere percentage
is dat verloren gaat. Ook zijn er gevaren rondom het stemgeheim; je weet eigenlijk
niet wie er stemt. Daarnaast maakt dit dat mensen die twijfel willen zaaien over het
verkiezingsproces, dat best wel gemakkelijk kunnen doen. Zie maar de casus-Trump.
Maatregelen om dit te voorkomen, zijn wat ons betreft niet voldoende. We verlenen
in de toekomst dus ook liever geen steun aan dat briefstemmen. We zijn wel groot voorstander
van het vervroegd stemmen. Dat heeft echt heel veel winst opgeleverd voor heel veel
mensen, en misschien ook wel bijgedragen aan die grote opkomst. We doen er dan ook
alles aan om samen met de heer Sneller van D66, waar en wanneer dat ook maar kan,
op te trekken om dit structureel voor elkaar te krijgen.
Tot slot. Ik had het al eerder over integere verkiezingen. Daar hoort ook bij dat
rijke mensen niet meer invloed hebben in de verkiezingen dan mensen met een normale
portemonnee. Sommige partijen kregen hele grote donaties. Daar ben je als partij natuurlijk
superblij mee, en ik heb die partijen ook gefeliciteerd, maar als je naar het grotere
plaatje kijkt en als je echt de democratie liefhebt, dan moet je eerlijk zijn: grote
donaties hebben toch de schijn van het kopen van politieke macht. Dat heeft impact
op het vertrouwen dat Nederlanders in de politiek hebben. Om tot een eerlijk speelveld
te komen en juist ook om deze schijn tegen te gaan, is de PvdA van mening dat er een
giftenplafond moet komen voor politieke partijen. Ik hoor graag van de Minister of
ze deze mening deelt en, zo ja, hoe ze hier verder invulling aan denkt te geven.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Als woordvoerder van de PVV heb ik daar nog wel een vraag over, want mevrouw
Kathmann refereert dan waarschijnlijk aan de donatie van 1 miljoen euro die D66 heeft
gekregen van een techmiljonair. Hoe beziet de Partij van de Arbeid de rol van dat
geld? Heeft die 1 miljoen bijvoorbeeld een grote invloed gehad op de verkiezingscampagne?
Ik zag wel heel veel advertenties van D66. Heeft die techmiljonair – ik bedoel techmiljardair;
laat ik het goed zeggen – die ook heel veel zakendeed met Facebook, invloed gehad
op de Tweede Kamerverkiezingen?
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Dat is niet wat ik zei. Ik snap uw vraag wel heel goed. Ik zei dat het de schijn heeft
– dat zag je ook om je heen – dat mensen die invloed willen kopen. De «schijn», zeg
ik nogmaals, want ik heb niet voor niks D66 gecomplimenteerd. Het was ook een ongelofelijk
transparante donatie. Maar je ziet wel in het versnipperde veld, waarin veel kleine
partijen de kans willen wagen om groter te worden, dat dat gelijke speelveld er niet
is, omdat die kleine partijen die donaties misschien niet krijgen. Je ziet ook dat
de burger dan denkt: er wordt door hele rijke mensen gewoon invloed gekocht; onze
partij heeft niet zo'n portemonnee, dus wij maken eigenlijk geen kans. Het zou mooier
zijn om voor iedere partij, ook voor een partij die misschien nog niet bestaat of
nog wordt opgericht, in ieder geval met een gelijk speelveld de politieke arena te
kunnen betreden.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
De vorige verkiezingen waren een hele klus, zowel bestuurlijk, met late wetgeving,
als organisatorisch, en zeker ook voor stemmers. Want zo ontzettend duidelijk was
het niet. Ging het wel of ging het niet door? Tot op het laatste moment was die vraag
natuurlijk toch onderdeel van het debat. Als je 70-plusser was en je ging per brief
stemmen, hoe ging dat dan precies? Dat dat ook nog op de dag van de opening van de
brieven geleid heeft tot een aanpassing in de terzijdelegging, laat zien hoe de boel
onder spanning heeft gestaan, al is er volgens de SP wel goed gehandeld.
Een democratisch proces, verkiezingen die duidelijk, transparant en toegankelijk zijn,
dragen bij aan vertrouwen in de uitslag van de verkiezingen. Ik zou de Minister toch
willen vragen hoe zij daarop terugkijkt. Er zijn heel veel mensen die zeggen: het
is hartstikke goed gegaan; er was een opkomst van 80%. Maar ik mij zorgen over één
op de vijf stemmers die niet stemt en die we dus ook niet bereiken. Wat vindt de Minister
daar nou van? Moeten we niet alles op alles zetten zodat iedereen zijn democratisch
recht kan gebruiken en gebruikt? Je ziet dat onder de mensen die bevraagd zijn waarom
ze niet zijn gaan stemmen, 16% toch zei dat dat vanwege corona is geweest. Tegelijkertijd
is er natuurlijk weinig vertrouwen meer in de politiek. We zien ook dat dat vertrouwen
enorm gekelderd is.
Wij maken ons er ook zorgen over dat de opkomst bij lokale verkiezingen een stuk minder
hoog is. De representatie van hele grote groepen mensen in onze samenleving is daarmee
op lokaal niveau gewoon hartstikke slecht. Wat gaan we dan doen? Meer stembureaus
en meer verkiezingsborden. Maar wat doen gemeentes naar kiezers toe? In het onderzoek
dat de Minister door Kantar heeft laten doen, zien we dat gemeenten helemaal niet
bereid zijn om mobiele stembureaus in te richten en helemaal niet gebruik hebben gemaakt
van een ondersteuningsteam van Binnenlandse Zaken. Straks krijgen we de gemeenteraadsverkiezingen.
Ik zie nu al dat er in verschillende gemeenten wordt gezegd: nee, we gaan niets doen
met verkiezingsborden. Dat vind ik echt een slecht idee. Hoe kijkt de Minister daarnaar?
Als we kijken naar de evaluatie, dan vinden wij dat we die machtigingen niet moeten
laten verruimen. Wij zouden ook niet terug willen keren naar het briefstemmen. Het
is fraudegevoelig. Mevrouw Kathmann van de Partij van de Arbeid zei ook al wat de
bezwaren waren. Een langere openstelling voor het stemmen vinden wij wel iets om te
overwegen, en zeker ook het mobiel stemmen. Ga naar mensen toe. Waarom is dat toch
niet mogelijk?
Verder heb ik de indruk dat het een beetje piept en kraakt bij de Kiesraad, als het
gaat om hun software. Ze hebben die ruimere tijd om vast te stellen vanwege corona
eigenlijk helemaal gebruikt, terwijl wij als Tweede Kamer ook nog een paar dagen de
tijd nodig hebben. Wij hebben als Tweede Kamer trouwens nog verslag gedaan over ons
proces. Ik vraag me af of ik het gemist heb, maar volgens mij heb ik de reactie daarop
niet gezien. Ik heb als voorzitter van de Commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven
uitgebreid namens de Kamer verslag gedaan, onder andere over een hertelling van een
stembureau in Ede. We hebben echt verzocht om een reflectie en een reactie daarop.
Want daar is het geen fout geweest in het stemmen tellen, het optellen en aftrekken,
wat we bijvoorbeeld hebben gezien bij hertellingen bij de Europese verkiezingen.
Hier waren onverklaarbaar veel stemmen, relatief, op D66 uitgebracht en sommige partijen
stonden helemaal niet op het kiesformulier. We hebben in het verslag bijvoorbeeld
ook uitspraken gedaan over dat mensen zich bij ons melden en overigens ook bij de
Kiesraad dat ze hun voorkeursstem niet terugvinden. We hebben ook opmerkingen gemaakt
over het goed publiceren van de N-formulieren en dat dat eigenlijk ook niet goed terug
te vinden is. Dit draagt allemaal wel bij aan het vertrouwen in de uitslag van de
verkiezingen, dat ook noodzakelijk is voor het vertrouwen in de democratie. Mocht
ik het gemist hebben, dan alvast mijn excuses. Maar anders zou ik daar graag toch
nog een reactie op willen.
Ik heb gezien dat er een toekomstagenda ligt. Daarin staan heel wat ambities. Er zit
ook een tijdsplanning bij. In die tijdsplanning is bij mijn weten het experiment met
het briefstemmen niet bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Dat klopt toch?
Ik zou ook willen vragen naar de rechtsongelijkheid die nu is opgetreden door het
aannemen van het ene amendement-Leijten in de ene wet en het verwerpen van een ander
amendement-Leijten in een andere wet. Het gaat over hoe we omgaan met mensen die in
het stemformulier van het experiment, dat ook gebruikt wordt in het buitenland, alleen
de partij aangeven, maar niet aangeven op welke kandidaat ze stemmen. Dan geldt voor
buitenlandse kiezers dat die stem wel rechtsgeldig is en toevalt aan de partij. Maar
voor het experiment dat in de gemeenten wordt gedaan, geldt dat die stem moet worden
afgekeurd. Ik vraag de Minister hoe zij daarmee omgaat.
Voorzitter, tot slot. Ik zie u kijken, ook naar de tijd. Wij zouden er erg voor zijn
dat op het moment dat we de discussie gaan voeren over vervroegde openstelling, we
ook gaan spreken over het stoppen met het houden van peilingen. Als mensen stemmen,
moet je eigenlijk niet meer beïnvloed worden. Er zou bijvoorbeeld zoals andere landen
dat wellicht ook hebben, een aantal weken voor de verkiezingen, maar in ieder geval
tijdens de dagen dat er gestemd wordt, niet meer een peiling van de dag moeten zijn
in allerlei talkshows, wat ook zijn effect heeft. Wij vinden dat dat de verkiezingen
te veel beïnvloedt. Kan de Minister daarop reageren?
De heer Sneller (D66):
Mevrouw Leijten heeft het over de organisatie van de verkiezingen. Ik kan me herinneren
dat haar voorganger Van Raak zei: eigenlijk zouden we de organisatie van de verkiezingen
niet meer bij gemeenten moeten laten. Ik vond dat een intrigerende opmerking vanwege
een soort onmacht: je zou eigenlijk willen dat je hier kan besluiten tot nog veel
meer stembureaus in die gemeenten. Je wil bijvoorbeeld mobiele stembureaus en waarom
mag die gemeente besluiten dat niet te doen? Vindt collega Leijten dat nog steeds?
En kan zij wat meer uitleggen hoe zij het voor zich zou zien dat we die verkiezingen
precies organiseren?
Mevrouw Leijten (SP):
Ik weet niet precies in welk debat dat gewisseld is en tegen welke achtergrond. Als
het gaat over het vrijlaten hoeveel stembureaus er zijn, hoe dicht je bij je stembureau
bent of op welk aantal inwoners, zouden wij willen zeggen: maak daar een landelijke
norm van, zodat er geen discussie over ontstaat net zoals over het hebben van verkiezingsborden.
Ik zou dat niet aan gemeenten willen laten, maar dat wil niet zeggen dat je de gemeenten
helemaal uit het stemproces moet halen. Dat zie ik ook weer niet per se voor me. Maar
er zijn heel veel verschillen tussen gemeenten: hoe ze daarmee omgaan, hoe ze nadenken
over de bereikbaarheid, ook hoe er geteld wordt, hoe de instructies zijn bij gemeenten.
Daar zitten verschillen in. Het proces van tellen bijvoorbeeld is wel overal hetzelfde,
maar toch is de administratie verschillend. Je zou willen dat die verschillen zo minimaal
mogelijk zijn, zodat iedereen zo maximaal mogelijk wordt uitgenodigd om te stemmen
en je dat soort verschillen zo veel mogelijk wegneemt om suggesties van vragen daarover
te vermijden.
De voorzitter:
Ik had ook nog een vraag als woordvoerder. Mevrouw Leijten pleit eigenlijk voor het
verbieden van opiniepeilingen of het publiceren daarvan. Eén, is dat niet gewoon vrije
nieuwsgaring om informatie te verzamelen en te kijken wat mensen gaan stemmen? Twee,
is het niet ook gewoon informatie die handig is voor de kiezer? Stel, je favoriete
partij doet het slecht in de peilingen. Dan kan dat een reden zijn om juist wel op
die partij te gaan stemmen. En drie, in Frankrijk zijn die opiniepeilingen ook verboden.
En wat krijg je dan traditioneel? Twee dagen van tevoren publiceert L'Echo, een krant
in Genève, dus net over de grens maar wel Franstalig, gewoon een opiniepeiling. En
in Frankrijk kunnen ze tegenwoordig ook gewoon naar het internet van Zwitserland kijken.
Ja, dat is een nieuwe vinding, meneer Sneller. Dat is dus gewoon een holle frase.
In de praktijk werkt het dus niet.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik vroeg de Minister ook of ze erover na wil denken. Ik vind het wel gek dat er nog
peilingen zijn op het moment dat mensen aan het stemmen zijn. Dat beïnvloedt de keus
wel degelijk. Bij de vorige verkiezingen heeft «wie wordt de tweede partij» enorm
meegespeeld, weten we. Bij andere verkiezingen heeft het ook meegespeeld. Ik ben het
ermee eens dat dat op het snijvlak van nieuwsgaring ligt. Hoe doe je dat dan met het
buitenland? Maar ik stel ook vast dat niet alleen Frankrijk zo'n verbod heeft, maar
ook andere landen, bijvoorbeeld Italië. Ik zeg dus niet dat het er per definitie moet
komen. Maar op het moment dat we gaan zeggen dat het mogelijk is dat je tijdens het
stemproces beïnvloed wordt door peilingen, bij briefstemmen dan wel bij vervroegde
openstelling, vind ik het toch tricky. Daar wordt ook internationaal op gewezen. Er
zijn inderdaad ook buitenlandse publicaties. Ik vind dat we dat allemaal mee moeten
nemen in de afweging, maar ik vraag hier wel een visie op van de Minister.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Leijten en verzoek haar het voorzitterschap over te nemen. Ik wens
haar daar veel succes mee.
Voorzitter: Leijten
De voorzitter:
Dan geef ik als tijdelijk voorzitter hierbij het woord aan de heer Bosma namens de
PVV voor zijn eerste termijn.
De heer Martin Bosma (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Felicitaties aan het adres van de Minister. Ze staat op de
cover van de LINDA. met Hugo de Jonge en Linda de Mol. Ongetwijfeld een meisjesdroom
die is uitgekomen. De Minister ziet er op de cover uit alsof ze weer 20 is. En wie
wil dat nou niet? Ik in ieder geval wel. Maar verder is die fotoshoot natuurlijk uiterst
pijnlijk, om niet te zeggen decadent, narcistisch. Op het moment dat we midden in
de grootste crisis sinds de oorlog zitten, poseert onze schijnelite in de mooiste
jurk voor een glossy. Leuk voor al die mensen die hun bedrijf hebben moeten opdoeken
of al die studenten die naargeestig thuiszitten. Ik vind het een keiharde trap na
voor die mensen die ook zijn getroffen door de toeslagenaffaire.
Pikant is natuurlijk dat Minister Ollongren op die cover terugkomt op de verkiezingen,
en zo zijn we meteen terug bij het onderwerp van vandaag. Er staat: «Wat als het A4'tje
in een map had gezeten?» Dat refereert natuurlijk aan het spreekwoordelijke «functie
elders» oftewel het voorstel van het kabinet om collega-Kamerlid Pieter Omtzigt af
te voeren, getoond door Minister Ollongren aan een fotograaf. De Minister zit er dus
vooral mee dat ze betrapt is, dat ze tegen de lamp loopt. Dat is het probleem, niet
dat ze een staatsrechtelijke flater begaat. Tot zover dit vreugdevuur der ijdelheden.
Behalve deze uiterst gênante fotosessie heeft het ministerschap van Ollongren niet
veel tastbaars opgeleverd, behalve dan natuurlijk het afschaffen van het referendum.
Om haar ministerschap nog een beetje kleur te geven, maakte ze een enorm nummer van
zogenaamd nepnieuws. Drie pagina's in De Telegraaf werden geregeld. Ik citeer: «Nepnieuws
gevaar voor Nederland». Toe maar. Of: «Bedreiging voor de democratie. Kabinet wijst
richting het Kremlin». Nou, dat was geen klein bier. In Kamerdebatten probeerden wij
te achterhalen wat dat nepnieuws dan is. De Minister kwam na lang aandringen niet
verder dan het voorbeeld van de Russische ambassadeur, die iets had gezegd over de
MH17 wat niet klopte. Tja, alsof het niet gewoon de taak is van een ambassadeur om
zijn land te verdedigen. Nepnieuws wordt volgens de Minister verspreid door statelijke
actoren, zo staat het in de definitie die zij verspreidde. Het wordt dus gedaan door
regeringen. Die proberen dus onze democratie te ondermijnen. Daarna werd het stil.
Later zat ik in de auto toen ik ineens tenenkrommende radiospotjes hoorde langskomen.
De boodschap luidde: er worden op internet dingen gezegd die niet waar zijn. Ik wist
het voertuig maar net onder controle te houden. Mijn dochter lag in een deuk: «Wat?
Dingen op internet die niet kloppen?» Alsof niet elk blind paard dat niet allang weet.
Vreemd, ik hoorde die spotjes op Sky Radio. Wordt die zender soms veel beluisterd
door die statelijke actoren of zo? Want dat was toch het probleem? Zo troosteloos
eindigde de Grote Heilige Strijd van Minister Ollongren tegen het nepnieuws. Dat was
alles. Er was uiteindelijk helemaal niks, maar dat kostte wel miljoenen aan radiospotjes.
Hoe zat de vork werkelijk in steel? Nou, na de verkiezing van Trump en brexit was
het ineens mode in links-liberale kring, dus NRC Handelsblad, NPO 66 et cetera, om
die zeges niet toe te schrijven aan gewone terechte verlangens van burgers. Nee, die
waren op het verkeerde been gezet. Het volk, dat in de ogen van de op de cover van
de LINDA. poserende elites toch geneigd is tot alle kwaad, laat zich makkelijk opzwepen
en beïnvloeden door nepnieuws en gaat dan verkeerd stemmen! Het was mode in linkse
kring. Minister Ollongren liep daar blind achteraan, zonder na te denken waartegen
ze eigenlijk ten strijde trok, en de belastingbetaler mag dat allemaal betalen.
Tegenwoordig is de Minister helemaal stilgevallen over dat nepnieuws. Dat is toch
vreemd, want dat was een grote bedreiging van onze mooie democratie. De noodtoestand
werd net niet afgekondigd. Daarom deze vragen aan de Minister. Was er sprake van nepnieuws
rondom de jongste Tweede Kamerverkiezingen en, zo ja, waar blijkt dat dan uit? En
zo nee, waar is dat dan gebleven? Waar is die bedreiging dan precies tegenwoordig,
anno 2021? Hoeveel zetels heeft Poetin aan welke partij laten toevallen? Is er nog
steeds sprake van bedreiging van onze democratie, die zo tastbaar was een kleine 2,5
jaar geleden? Graag een antwoord.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bosma, voor uw betoog. Dan geef ik het voorzitterschap weer terug
aan u.
Voorzitter: Martin Bosma
De voorzitter:
Dank u wel. Kan de Minister meteen antwoorden? Nee, luidt het antwoord.
De vergadering wordt van 18.39 uur tot 19.01 uur geschorst.
De voorzitter:
Welkom allemaal, ambtenaren. U krijgt gratis iets te drinken van ons. Fijn dat jullie
bij ons zijn. Als de Kamerleden een beetje tot bedaren kunnen komen, dan geef ik het
woord aan de Minister, in de hoop dat we dit kort en puntig... Er schuiven zo veel
mensen aan dat ik bijna denk dat we geïntimideerd moeten worden. Nou, we zullen ze
eens even wat laten weten! Dan kennen jullie ons nog niet. Het woord is aan de Minister.
Minister Ollongren:
Heel veel dank, voorzitter. Ik ga mijn best doen. Ik dank iedereen voor de uitgesproken
complimenten. Die geef ik meteen door, zoals de woordvoerders zelf al zeiden, aan
alle vrijwilligers in Nederland die geholpen hebben bij deze verkiezingen en die iedere
verkiezing in Nederland mogelijk maken, en aan alle ambtenaren bij het ministerie,
die keihard gewerkt hebben om deze verkiezingen mogelijk te maken. Ik waardeer het
dat daar vandaag aandacht voor is geweest.
Het was natuurlijk ook heel bijzonder. Het was een pandemie van een omvang zoals we
die nooit hebben gekend. Ik vond het heel belangrijk dat de verkiezingen door konden
gaan. Daarvoor moesten er uitzonderlijke maatregelen worden getroffen. Daarvoor moesten
er tegen beter weten in lastminute wijzigingen worden doorgevoerd in het kiesproces,
terwijl we dat normaal ongelofelijk zorgvuldig, en dus heel langzaam, doen. We hebben
twee uitvoerige commissiedebatten gehad.
Verkiezingen zijn zo belangrijk dat je daar eigenlijk niet mee moet experimenteren
als het niet hoeft. Dat zei mevrouw Bromet al. Ik vind wel dat je kunt experimenteren,
maar daar moet wel een hele goede reden voor zijn. Nu was er niet eens tijd voor een
experiment. Nu moesten we gewoon zorgen dat de verkiezingen konden worden gehouden.
Ik ben heel blij dat dat is gelukt. De opkomst was vergelijkbaar met voorgaande Tweede
Kamerverkiezingen. Daarmee kunnen we toch zeggen dat de ingrepen die er zijn gedaan,
ertoe hebben geleid dat voldoende mensen de weg naar de stembus hebben gevonden. Maar
het stelt ons natuurlijk nog wel voor een aantal vragen. Wat ging er goed? Wat ging
er minder goed? Wat willen we houden, misschien ook in de post-coronatijd? Die ligt
toch in het verschiet, al weten we niet wanneer. Het gaat toch een keer normaliseren.
We hebben op korte termijn een aantal verkiezingen. Deze maand hebben we de herindelingsverkiezingen.
Volgend jaar maart hebben we de gemeenteraadsverkiezingen. Alle vragen en opmerkingen
die daarover zijn gemaakt, loop ik graag met u langs.
Ik begin met de vragen over de relatie tussen de verkiezingen en corona. De herindelingsverkiezingen
zijn op 24 november. Elf gemeenten gaan dan vervroegd naar de stembus. De verkiezingen
kunnen worden gehouden, omdat we er rekening mee hebben gehouden. We hebben namelijk
enkele maatregelen onder de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 gehandhaafd voor
de herindelingsverkiezingen. Daardoor kunnen we de covidmaatregelen, zoals we die
inmiddels kennen en die we helaas weer hebben moeten introduceren, namelijk de 1,5
meter en de mondkapjes, gewoon kunnen hanteren. We hadden dat al eerder voorzien en
de Kamer daar ook over geïnformeerd.
De tijdelijk wet is dus verlengd tot 1 juli volgend jaar, omdat we natuurlijk af moeten
gaan op wat het OMT en de deskundigen zeggen over de ontwikkelingen van de pandemie.
Het OMT heeft gewaarschuwd voor het najaarseffect en voor wat er in de wintermaanden
zou kunnen gebeuren. We hebben dus steeds geoordeeld dat we niet konden riskeren dat
er geen wettelijke basis zou zijn voor dat soort maatregelen. Die is er dus. Ook nu
weten we natuurlijk niet wat de precieze omstandigheden in maart zullen zijn. Voor
november kunnen we het nu wel overzien, maar voor maart weten we het niet. De gemeenten
die het moeten organiseren, moeten vrij ver van tevoren duidelijkheid hebben onder
welke omstandigheden ze het moeten organiseren. Zij moeten tenslotte voldoende geschikte
locaties hebben. Zij moeten ook voldoende stembureauleden regelen. Vandaar dat het
voor hen heel belangrijk is dat, ook als wij nog in onzekerheid zitten over de precieze
omstandigheden tegen die tijd, we wel zekerheid kunnen scheppen over hoe ze het moeten
organiseren. Een kleine twee weken geleden is dat bij KB in voorhang gegaan. Ik geloof
dat de Kamer dan nog met schriftelijke inbreng komt voor de verlenging. Dan kunnen
we daarop handelen.
Een van de belangrijkste punten van wat we in maart hebben geleerd, is dat we mensen
die zichzelf kwetsbaar achten voor het coronavirus, meer mogelijkheden moeten bieden
om toch hun stem uit te brengen. Het vervroegd stemmen heeft daar echt een bijdrage
aan geleverd. Vandaar dat de tijdelijke wet is verlengd. We moeten steeds kijken wat
er wel en niet nodig is en wat er eventueel nog verder verlengd moet worden. Mevrouw
Bromet had het zelfs over de Provinciale Statenverkiezingen in 2023. Ik kan het nu
niet overzien. Als het aan het kabinet ligt, verlengen we nu tot 1 juli volgend jaar,
maar het kan weer verlengd worden. Als de situatie in het voorjaar zo is dat het OMT
en anderen zeggen dat je het niet kunt uitsluiten, kunnen we met elkaar weer een verlenging
daarvan afspreken.
Dan specifieke onderdelen rechtstreeks gerelateerd aan corona. De heer Ellian vroeg
of we briefstemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen mogelijk kunnen maken, maar dat
is echt niet mogelijk. We verlengen wel de tijdelijke wet. We houden een aantal mogelijkheden
en maatregelen in stand, maar niet het briefstemmen. Daar heeft de Kamer ook mee ingestemd
bij de wetswijziging. Het briefstemmen is geschrapt uit die tijdelijke wet. Ik zal
zo meteen de specifieke vragen over briefstemmen behandelen. We hebben gezien welke
problemen er zijn ontstaan. Daarom heb ik ook een discussienota gestuurd. Het heeft
geholpen, maar het heeft ook wel vraagstukken opgeroepen. Die moeten echt eerst wel
goed worden doordacht en bediscussieerd, voordat je nog een keer, als je het zou willen,
doorgaat met briefstemmen. Voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen is het echt
onmogelijk. Dat is niet meer uitvoerbaar voor de overheden die erbij betrokken zijn.
Dat geldt voor de rijksoverheid en ook voor de gemeenten. We hebben gewoon geleerd
dat er veel tijd nodig is voor de tijdige productie en verzending van de bescheiden
die daarvoor gemaakt worden. De situatie is natuurlijk ook anders. We deden dat toen
voor 70-plussers, omdat we toen nog niet de grote vaccinatiecampagne hadden. Die mensen
waren dus per definitie kwetsbaar, gewoon vanwege het karakter van het virus. Ook
die omstandigheid is wel veranderd.
Ik kom zo nog terug op het briefstemmen, maar nog even de vragen die echt over corona
gingen. Mevrouw Leijten zei dat van de niet-stemmers 16% aangaf niet te hebben gestemd
vanwege corona. Inderdaad, we willen natuurlijk dat iedereen gaat stemmen, dat zo
veel mogelijk mensen stemmen. Daarom doen we ook aan die opkomstbevordering. Daarom
hebben we ons bij deze verkiezingen juist heel erg gericht tot de mensen die angst
hadden voor het virus of een kwetsbare gezondheid hadden, om de kiezers te laten weten
op welke manieren ze allemaal konden gaan stemmen. Dat moeten we in aanloop naar de
gemeenteraadsverkiezingen ook weer doen. We werken vanuit het ministerie samen met
de gemeenten om hen in staat te stellen om dat te doen, zodat we zo veel mogelijk
mensen bereiken. We werken ook samen met belangenorganisaties, om kiezers goed te
informeren over bijvoorbeeld de geldende coronamaatregelen. De organisatie Ieder(in)
is bijvoorbeeld een van de organisaties waarmee het ministerie heeft samengewerkt,
juist om ervoor te zorgen dat die mensen met een kwetsbare gezondheid op de hoogte
zijn van de geldende coronamaatregelen en wat voor hen de beste manier is om hun stem
veilig uit te brengen.
Misschien mag ik dan ook een andere vraag van Mevrouw Leijten beantwoorden. Zij had
de indruk – laat ik het zo maar even samenvatten – dat er verschillen zijn tussen
gemeenten, dus dat er in de ene gemeente misschien wat minder aandacht wordt gegeven
aan dat er verkiezingen worden gehouden en hoe de verkiezingen worden gehouden dan
in de andere. Ik vind het heel belangrijk en ik reken er ook echt op dat iedere gemeente
er veel aandacht aan besteedt. Maar het zijn natuurlijk niet alleen de gemeenten die
daarvoor kunnen zorgen. Dat kunnen politieke partijen ook doen. Dat zullen ze ook
doen. De kiezers moeten van verschillende kanten informatie krijgen. Van verschillende
kanten moet er zo veel mogelijk aandacht worden besteed aan de gemeenteraadsverkiezingen.
Ik zal in ieder geval, net als altijd, een circulaire versturen naar de gemeenten
waarin ik er expliciet op zal wijzen. Er komt ook een landelijke voorlichtingscampagne
om de opkomst bij deze verkiezingen te bevorderen.
Voorzitter. Dan het briefstemmen. Het is terecht dat daar veel opmerkingen over zijn
gemaakt. In de Kamerdebatten ging het natuurlijk ook over welke risicoafweging je
hierbij nu eigenlijk moet maken. De heer Sneller zal het zich ook nog herinneren.
We hebben uiteindelijk met elkaar de risicoafweging gemaakt dat we het heel belangrijk
vonden dat mensen van 70 jaar en ouder wel hun stem konden uitbrengen. Als we geen
briefstemmen mogelijk zouden maken, vreesden we dat veel ouderen niet zouden stemmen.
Uit het feit dat 1,1 miljoen kiezers een briefstem hebben uitgebracht, denk ik dat
we kunnen concluderen dat er op dat moment, in die specifieke omstandigheden van de
coronapandemie, inderdaad grote behoefte aan was. Maar het is wel een nieuwe vorm
van stemmen. Zoals ik al zei: dit soort grote veranderingen in het stemproces zou
je eigenlijk niet op zo'n manier in één keer introduceren in die omvang. Dan zou je
het toch liever eerst kleinschaliger uitproberen, ermee experimenteren en het dan
pas introduceren, zodat je ook werkendeweg kunt leren hoe het het beste kan. Dat kon
niet.
In ongeveer 95% van de gevallen heeft de stem gewoon meegeteld voor de opkomst. Dat
betekent inderdaad, zoals mevrouw Kathmann ook terecht zei, dat een flink aantal stemmen
dus niet kon worden meegeteld. Wanneer je als motto hebt «elke stem telt», dan is
het heel vervelend om dat te moeten vaststellen. Dat vind ik echt. We weten niet wat
het precieze aantal was, maar we gaan ervan uit dat zo'n 4 tot 6% niet werden meegeteld
vanwege het feit dat kiezers bijvoorbeeld alleen hun stempas hadden opgestuurd of
alleen hun stembiljet. Dat is vergelijkbaar met het aantal briefstemmen uit het buitenland
dat niet kan worden meegeteld, dus de nieuwigheid in het proces leidt ook tot dit
soort fouten. Desalniettemin is dat natuurlijk ongewenst.
Even nog heel precies, want mevrouw Kathmann zei dat al die stemmen ongeldig zijn
verklaard. Dat is niet zo; die zijn terzijde gelegd, dus als de stempluspas ontbrak
of niet geldig was, of als het stembiljet ontbrak, moesten ze terzijde worden gelegd.
Dat betekent dat die stemmen dus ook niet hebben meegeteld voor de opkomst. Dat is
even het verschil. Als een stem ongeldig is verklaard, telt die wel mee voor de opkomst.
Dat was een relatief laag percentage, 0,29% van de briefstemmen was ongeldig, maar
dat andere percentage, tussen de 4 en 6% die terzijde moest worden gelegd, hebben
dus niet meegeteld maar zaten ook niet in de opkomst. Daarom is er een verschil tussen
terzijdelegging en ongeldig verklaren.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Mag ik daar een vraag over stellen? Ik heb begrepen dat er terzijde is gelegd, maar
daarna is er nog een noodgreep gedaan om een aantal stemmen die terzijde waren gelegd
alsnog niet meer terzijde te leggen, wat dan misschien heet «niet geldig verklaren».
Dan neem ik aan dat ze wel gewoon hebben meegeteld in de opkomst. Dat is maar een
heel klein percentage, dat vervolgens in de opkomst mee kon doen.
Minister Ollongren:
Inderdaad, toen de signalen kwamen bij de vooropening van de enveloppen dat er toch
wel erg veel terzijdeleggingen zouden zijn, terwijl de mensen die de vooropening deden
het gevoel hadden dat in de envelop die ze niet open mochten maken, zowel het stembiljet
als de stempas zat, hebben we in overleg met de Kiesraad, met de VNG en ook met de
Kamer gezegd: dan moeten we misschien toch tijdens de rit een aanpassing doen, want
anders worden heel veel mensen die eigenlijk gewoon de verkeerde envelop hebben dichtgeplakt
en beide bescheiden in één envelop hebben gedaan, ook terzijde gelegd, terwijl als
je gewoon die stempas er even uitvist, als vooropening, kan die stem wel worden meegeteld.
Dus die stemmen zijn inderdaad gewoon meegeteld; dat kon dankzij het feit dat we die
wijziging met elkaar hebben afgesproken. In die 4 tot 6% van de terzijdeleggingen
zijn er echt fouten gemaakt, dus daar was geen sprake van een stempas of er was geen
sprake van een stembiljet. Dat zijn de terzijdeleggingen.
Dan nog even over de toegankelijkheid. Briefstemmen, zei mevrouw Bromet, zou je natuurlijk
ook kunnen gebruiken voor de meer kwetsbare kiezers. Wij hadden toen gezegd dat iedereen
boven de 70 per definitie kwetsbaar is, maar daar was ook al veel discussie over,
want er zijn natuurlijk ook mensen ónder de 70 die kwetsbaar waren en zijn. De vraag
van mevrouw Bromet was: zouden we niet voor hen dan ook dat briefstemmen mogelijk
moeten maken? Ik heb er niet voor niks voor gekozen om een discussienota aan de Kamer
voor te leggen en te zeggen: zo zit het in elkaar, dit zijn de lessen die we ervan
hebben geleerd, dit zijn varianten die je erop zou kunnen doen, maar er zitten wel
heel veel haken en ogen aan. Dus ik vond het toch wel erg onwenselijk om dan nu al
daarin een keuze te maken en aan u voor te leggen. Daarom heb ik geprobeerd u zoveel
mogelijk informatie te geven.
Uit die informatie blijkt dat je als je zou willen kiezen voor briefstemmen op een
aantal punten dan dat proces zou moeten verbeteren en aanpassen. Maar dan zou inderdaad
de gedachte zijn dat je het op aanvraag zou moeten doen, dus niet generiek voor een
hele grote groep zoals we dat nu hebben gedaan, maar op aanvraag. Dat is ook in sommige
andere landen het geval. Dan kunnen inderdaad de mensen waar mevrouw Bromet het over
heeft, mensen die zelf zeggen «ik ben kwetsbaar, ik zou de voorkeur geven aan briefstemmen»,
tijdig voor de verkiezingen die aanvraag doen en inderdaad per brief stemmen. Nogmaals,
dat zou eerst onderdeel van het hele debat moeten zijn en dan zouden we überhaupt
moeten kijken of we met dat briefstemmen wel of niet door moeten gaan. Ik hoor nu
al in het debat hier dat sommige partijen zeggen dat ze dat echt niet zien zitten
en dat andere er wat meer oor naar hebben. Maar de discussie met elkaar voeren is
natuurlijk prima.
De heer Sneller (D66):
Is dit het moment dat we die discussie moeten voeren? Of zegt de Minister: er is een
discussienota, daar gaan we het later nog een keer over hebben? Volgens mij vraagt
zij ons ook nu welke kant we opgaan.
Minister Ollongren:
Wie ben ik om daar iets van te vinden? Ik heb een discussienota aan u voorgelegd en
ik vind dat de Kamer zelf moet bepalen of dit het moment is. Ik kan natuurlijk noteren
hoe de partijen hier aanwezig in de discussie zitten maar de vraag is of dat fundamenteel
genoeg is om dat debat met elkaar te hebben.
De heer Sneller (D66):
Maar dat we dan hetzelfde debat hebben gevolgd: staat het stoplicht op groen voor
de Minister, gehoord de inbreng, of zegt zij: het ligt volgens mij zo verdeeld, ik
ga hier niet mee verder?
Minister Ollongren:
Ik heb het gisteren ook gezegd, de voorzitter zal het herkennen: we zitten toch wel
erg in blessuretijd als demissionair kabinet. Dus ik denk dat het niet voor de hand
ligt dat dit kabinet daar dan nog met voorstellen voor komt. Maar er zitten – vandaar
dat ik toch alle informatie aanbeveel die in die discussienota staat – wel opties
in hoe je verbetering kunt aanbrengen in het proces zelf. Alleen al het feit dat die
twee enveloppen toch tot veel verwarring leiden bij kiezers. Daarvoor is best een
oplossing te bedenken.
Voorzitter. Dan het vervroegd stemmen. Dat is in ieder geval bij de gemeenteraadsverkiezingen
al weer mogelijk, zelfs weer tot 21.00 uur, dankzij een ingreep van de kant van de
Kamer. Daarom hopen we ook dat veel mensen op maandag en dinsdag 's avonds gaan stemmen.
Ik verwelkom echt wel het initiatiefwetsvoorstel vervroegd stemmen dat hier is aangekondigd
omdat het voor een substantieel deel van de kiezers, ook al in maart jongstleden,
echt wel in een behoefte heeft voorzien. Het vergroot de toegankelijkheid van de verkiezingen,
het stelt meer mensen in staat om zélf hun stem uit te brengen en dus inderdaad niet
met een volmacht. Ik heb dat dus ook opgenomen in de Verkiezingsagenda 2030. Ik zal
met veel belangstelling kennisnemen van het initiatiefwetsvoorstel dat de heer Sneller
net aankondigde, mede namens mevrouw Kathmann. Ik moet voor de volledigheid wel wijzen
op de kosten die eraan verbonden zijn. De schatting is dat het 10 tot 15 miljoen euro
per verkiezing kost. Dus hiervoor zal een dekking moeten worden gevonden, maar ik
zou bijna zeggen: geld zou hier toch niet de beperking mogen zijn.
Ik ben het dan ook eens met de heer Ellian en anderen dat we de hoeveelheid volmachten
echt wel moeten beperken. We hebben die de vorige keer eenmalig uitgebreid naar drie,
we zijn nu alweer terug naar twee en wanneer je meer andere opties biedt aan kiezers
– vervroegd stemmen is natuurlijk zo'n optie – zou ik zeggen: beperk dan ook de volmachten;
daar zit ook gewoon een risico aan. Het is de bedoeling om de Kamer in het eerste
kwartaal van volgend jaar er inzicht in te geven hoe verder om te gaan met die volmachten.
De voorzitter:
En beperken? Hoeveel is dat dan?
Minister Ollongren:
Ik moet het goed zeggen. Eerste kwartaal van volgend jaar inzicht geven in hoe om
te gaan met de strafbepalingen, wordt mij hier ingefluisterd, maar ik kon het gewoon
niet lezen. Dus strafbepalingen.
Dan heb je nog maar twee opties over. Met nul schaf je het helemaal af; ik zou zeggen
dat één volmacht eigenlijk wel het redelijke compromis zou zijn, dat dat echt wel
voorziet in een behoefte en dat je daarmee de risico's van ronselen et cetera echt
minimaliseert.
De heer Ellian (VVD):
Een korte verduidelijkende vraag. Ik waardeer uw antwoord overigens, maar wat is «inzicht
geven»? Gaan we artikel Z8 aanpassen of gaat u voorstellen doen? Wat is inzicht geven?
Minister Ollongren:
Dan zult u ook een standpunt krijgen, maar dat kan ik u nu nog niet geven, dus dan
moet u toch het eerste kwartaal afwachten. Het ministerie werkt eraan en ik of mijn
opvolger zal u op dat moment het standpunt van het kabinet daarover geven.
De voorzitter:
Maar dat hebben we toch net gehoord?
Minister Ollongren:
Hij vroeg naar de strafbepaling.
Dus vervroegd stemmen: ja, graag, en inderdaad ook bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Dat is eigenlijk heel mooi. We weten het natuurlijk niet precies, maar dat corona
nog onder ons is in maart, is toch wel waarschijnlijk. De spreiding die vervroegd
stemmen met zich meebrengt, is dan heel erg aantrekkelijk.
Misschien nog een tussenopmerking. Er werd net ook iets over gezegd. Ik denk dat het
voor kiezers onoverzichtelijk is als het bij elke verkiezing verschillend is. De opkomst
is natuurlijk het grootst bij de nationale verkiezingen, dus dan is het vervroegd
stemmen het belangrijkste, zal ik maar zeggen. We hebben ook verkiezingen waar de
opkomst vrij laag is, helaas. Ik denk dat het onoverzichtelijk wordt als je zegt dat
vervroegd stemmen alleen maar nationaal kan of alleen maar bij verkiezingen waar de
opkomst boven een bepaald percentage ligt, en dat we die mogelijkheid niet bieden
bij andere verkiezingen. Sommige gemeenten zullen zeggen: we organiseren ze wel, maar
er komen niet zo vreselijk veel mensen bij de Provinciale Statenverkiezingen. Dat
zou kunnen, maar ik denk dat je wel consistent moet zijn. We stemmen op woensdag en
we stemmen tot 21.00 uur 's avonds: mensen weten dat allemaal. Volgens mij moet je
proberen vervroegd stemmen op dezelfde manier aan te bieden, zodat het onderdeel wordt
van hoe we in Nederland stemmen.
Tot slot de peilingen op de dag van de verkiezingen. Ik had met de peilbureaus en
peilers afspraken gemaakt om geen exitpolls te publiceren op de dagen dat er vervroegd
werd gestemd. Daar hebben ze gehoor aan gegeven. Ik vond het een mooie manier om het
met een soort polderafspraak te doen. Daarmee kwam er ook geen discussie over een
wettelijke inperking of iets dergelijks, zoals die in sommige andere landen bestaat.
Ik vind het niet passend dat we tegen de media zouden zeggen wat ze wettelijk wel
en niet mogen doen. Ik denk dat het belangrijk is om wel steeds het gesprek met de
peilers te voeren om te weten dat we er ongeveer hetzelfde in zitten. Je wilt toch
voorkomen dat er nadien om wat voor reden dan ook weer anders over wordt gedacht.
Ik denk in ieder geval dat het goed heeft gewerkt. Het zou mooi zijn om dat voort
te zetten.
Er waren wat vragen over de verkiezingsagenda en tot slot zijn er dan straks nog wat
overige vragen. Het is natuurlijk lastig, want de vorige verkiezingen waren zo anders
dan anders dat je ze moeilijk kunt vergelijken met eerdere verkiezingen. Toch moeten
we ervan leren, dus daarom is het belangrijk dat de verkiezing is geëvalueerd, dat
de Kiesraad een evaluatieadvies heeft uitgebracht en dat de OVSE aanbevelingen heeft
gedaan. U heeft ze allemaal gezien. In ieder geval blijkt wel dat het belangrijk is
om te blijven investeren in het verkiezingsproces. De termijnen in het proces zijn
krap. We lopen naar mijn stellige overtuiging aan tegen de grenzen van het stembiljet
zelf. Daar is een ander debat over geweest. Maar we hebben bijvoorbeeld ook een kandidaatstellingsproces
dat echt wel ingewikkeld is. Daarom hebben we dus de verkiezingsagenda. Dat is echt
een coproductie, ook van de Kiesraad, de VNG en de NVVB. Die ligt klaar, zodat het
volgend kabinet kan besluiten over de uitvoering van die agenda.
Omdat de gemeenteraadverkiezingen en natuurlijk ook de herindelingsverkiezingen er
al snel aan komen, heb ik al in augustus gezegd: laten we zorgen dat er in ieder geval
incidenteel geld beschikbaar is – dat is de 6,5 miljoen die in de begroting staat
– zodat we sowieso een aantal stappen kunnen zetten. Dat betreft toegankelijkheid
van het verkiezingsproces, versterking van de kandidaatstellingsprocedure en de transparantie
van het verkiezingsproces door het verbeteren van de publicatie van de processen-verbaal.
Dat is geregeld. Mevrouw Bromet vroeg hoe het zit met die financiële ruimte. Er is
incidenteel geld om die stappen nu te zetten, maar structureel geld vind ik echt iets
voor het nieuwe kabinet. Dat betekent wel dat er ook wat financiële ruimte bij hoort.
Zouden de wetsvoorstellen niet allemaal integraal moeten worden behandeld? Dat was
een vraag van de heer Ellian en ik dacht ook van de heer Sneller. De verkiezingsagenda
is eigenlijk zo'n beetje de overkoepelende visie. Er zijn verschillende voorstellen
tot wijziging van de Kieswet in behandeling. Dat zijn niet allemaal stukjes van één
grote wetgevingsoperatie, maar het zijn eigenlijk allemaal zelfstandige voorstellen
die stuk voor stuk invulling geven aan de verkiezingsagenda. Met het integrale beeld
van de verkiezingsagenda, en specifiek met de wetgeving, denk ik dat we een heel goede
en transparante manier hebben om mee te werken, waarbij de Kamer op onderdelen kan
besluiten over verbeteringen van het verkiezingsproces in een normale wetgevingscyclus.
Dus dat is de keuze die ik heb gemaakt.
De heer Ellian vroeg wanneer de verkiezingsautoriteit klaar is. Ik wil inderdaad dat
die Kiesraad een sterkere rol krijgt in de beoordeling van het verkiezingsproces,
zodat hij die kwaliteitsbewaker kan zijn. Dat is een nieuwe taak met meer bevoegdheden.
Er is een wetsvoorstel in voorbereiding om dat mogelijk te maken. De planning is om
dat volgend jaar bij de Kamer in te dienen. Dan kost dat natuurlijk wel wat tijd qua
behandeling et cetera, maar ik ga ervan uit dat die wet dan in 2024 in werking zou
kunnen treden en dat de verkiezingsautoriteit dan op die manier van start kan gaan.
De heer Ellian (VVD):
Ik dank de Minister voor het antwoord. Ik vind het wel ingewikkeld, maar misschien
heeft u gewoon een hoge verwachting van de Kamer. Dat is niet erg. Als ik even naar
mezelf kijk ... We hebben uitgebreid gesproken over de Tijdelijke experimentenwet.
Zo noem ik het maar even. Als ik dan kijk naar het wetsvoorstel Met één stem meer
keus, dan zie ik wel een aantal vraagstukken die overlappen. Want dat wetsvoorstel
maakt het eigenlijk mogelijk dat je een stem kan uitbrengen op een partij. Ik kijk
ook even naar collega Leijten, want dit raakt een beetje aan haar amendementen bij
de experimentenwet. Het is allemaal geen ramp. Collega Omtzigt heeft toen ook twee
amendementen ingediend om rechtsonzekerheid te voorkomen. Het punt dat ik maak, is
misschien meer aan de Kamer zelf, ook in overleg met de Griffie. U zegt: er zijn allerlei
onderdelen en je moet die zien als uitwerkingen van de verkiezingsagenda. Dan ligt
dus de verantwoordelijkheid bij ons om elke keer te relateren aan die verkiezingsagenda,
dus erg overzichtelijk vind ik het niet. Enige integraliteit zou ik toch wel prettig
vinden, omdat die ook een zorgvuldige en betere wetsbehandeling tot gevolg heeft,
denk ik.
Minister Ollongren:
Dat begrijp ik op zich heel goed. Maar ik denk niet dat we daar de consequentie aan
hoeven te verbinden dat het allemaal uiteindelijk één wet moet worden, want ik denk
dat dat ook wetstechnisch allerlei risico's heeft. We zouden wel kunnen afspreken
dat het kabinet dat overzicht geeft aan de Kamer. Dan leggen we de agenda neer, maar
zorgen we ervoor dat u, de Kamer, de verschillende onderdelen daarvan steeds makkelijk
in de context kan plaatsen van die agenda. Op die manier kan de Kamer het denk ik
goed bijhouden.
De heer Ellian (VVD):
Dank, dat is een uitstekend voorstel. Dus dan kunnen we per onderdeel in relatie tot
die agenda zien waar we naartoe gaan. Dat lijkt me een uitstekend voorstel, waarvoor
dank.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik had het al even over de tijdlijn die bij die verkiezingsagenda zit. Dan zie je
dat de nieuwe procedure uitslagvaststelling ingaat bij de verkiezingen van de provinciale
staten, waterschappen, eilandsraad en kiescollege. Maar wat betreft dat wetsvoorstel
wachten wij echt al heel lang op beantwoording vanuit het ministerie. Ik ben het op
zich wel met de heer Ellian eens. We kunnen natuurlijk ook verschillende wetten tegelijkertijd
behandelen, zoals we dat ook deden met het stembiljet. Dat zou in z'n integraliteit,
in de afweging, beter zijn, maar daarbij zouden we wel geholpen zijn met een ministerie
dat dat naar ons toe een beetje stroomlijnt.
Minister Ollongren:
Precies. Dat voorstel komt er echt over een paar dagen aan. Dat kunt u echt heel binnenkort
verwachten. Maar we moeten inderdaad iedere keer proberen om voor de Kamer inzichtelijk
te maken hoe de verschillende voorstellen zich tot elkaar verhouden en ook tot de
planning, zoals die in de agenda is vastgelegd. Dus die toezegging doe ik graag.
De heer Ellian had nog een vraag over de verhoging van het aantal ondersteuningsverklaringen.
Ik zou dat inderdaad willen verhogen. In het wetsvoorstel Met één stem meer keus heb
ik voorgesteld dat het wordt verhoogd van 590 naar 5.000. Dat wetsvoorstel lag bij
de Raad van State. Ik heb bij de begrotingsbehandeling ook gemeld dat ik inmiddels
adviezen heb gekregen van de Raad van State en ik acht het wijs om een besluit over
de voortgang van het wetsvoorstel aan mijn opvolger over te laten.
Voorzitter. Dan de laatste vragen onder het kopje overig. Mevrouw Leijten had een
vraag over de processen-verbaal, over de kiezers die hun voorkeursstem niet terug
konden vinden. Naar mijn waarneming, in onze beleving is het, overigens een enkele
keer, voorgekomen dat kiezers ontdekken dat de kandidaat op wie ze hebben gestemd
volgens dat proces-verbaal geen stemmen heeft behaald. Dat is gek, frustrerend en
niet goed, want we willen dat mensen kunnen vertrouwen in het kiesproces en hierbij
is dat natuurlijk niet zo. Er waren bij de afgelopen verkiezingen ongeveer 12.000
stembureaus in Nederland. Per stembureau wordt er geteld door vier à vijf tellers.
Het gaat dus om 50.000 tot 60.000 mensen die aan het werk zijn. En dan worden er gewoon
fouten gemaakt. Ik vrees dat dat gewoon de conclusie moet zijn: het is niet te voorkomen
dat er fouten worden gemaakt in die situatie. We moeten altijd proberen te verbeteren.
Het wetsvoorstel Nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen bevat verbeteringen
in de procedures om dit soort fouten te ontdekken en te corrigeren. Als dit wetsvoorstel
zou worden aanvaard, dan kunnen we het bij de inwerkingtreding zo organiseren dat
kiezers de fouten kunnen melden bij een centraal stembureau en dat vervolgens de gemeente
waar de fouten zijn opgetreden, kan opdragen om een hertelling uit te voeren. Dat
is het voorstel dat ik u doe. Ik hoop dat dit wetsvoorstel al medio volgend jaar of
daaromtrent in werking kan treden.
Onder anderen mevrouw Bromet besteedde aandacht aan het publiceren van de processen-verbaal.
Van de 355 gemeenten hadden er 346 het tijdig publiceren op orde. Dat heeft de Open
State Foundation onderzocht. Ook de Volkskrant heeft ernaar gekeken. Het is een flinke
verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. We willen natuurlijk dat het nog beter
gaat. Daarom kijken we samen met de Kiesraad en de gemeenten hoe we dat zouden kunnen
doen. Dat is ook onderdeel van die verkiezingsagenda.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Het was bij de GroenLinksfractie best spannend bij een kandidaat of hij wel of niet
voldoende voorkeurstemmen zou behalen. Het duurde een week. We hebben toen met elkaar
allerlei gemeentes zitten bekijken en de uitslagen op de websites opgezocht. Wat mij
opviel, was dat er geen eenduidig format is. Er was wel een format dat heel vaak gebruikt
werd, maar een heleboel gemeentes hadden hun eigen format. Het lijkt mij handig als
dat snel en toegankelijk bereikbaar is voor inwoners van een gemeente. Het is soms
echt zoeken tot in de krochten van het internet. Het lijkt mij handig om dat te standaardiseren.
Minister Ollongren:
Ze moeten het doen, ze moeten die processen-verbaal opmaken, ze moeten ze ook toegankelijk
maken. Met de Kiesraad hebben we afgesproken dat ze bij de komende gemeenteraadsverkiezingen
actief gaan controleren op die publicatie. Ik kan zo een-twee-drie niet bevestigen
wat mevrouw Bromet zegt, maar we gaan kijken naar uniformering van het format. Sowieso
kunnen partijen en iedereen die dat wil het opzoeken via het portaal van de Kiesraad.
Die uniformering zullen we dus meenemen.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik weet dat, maar het is altijd even wachten totdat het bij de Kiesraad te vinden
is. Voor die tijd hebben gemeenten het vaak al gepubliceerd. Sommige gemeenten maken
gewoon een foto van een proces-verbaal. Dat is al heel dienstbaar. Maar anderen maken
er een heel extract van. Ze doen meer werk dan nodig is. Als een gemeente gewoon een
foto maakt van datgene wat ze aanlevert bij de Kiesraad, dan is er al een heleboel
gewonnen.
Minister Ollongren:
Zo simpel mogelijk. Uniformering lijkt me dan ook erg behulpzaam.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zie dat iedereen er druk mee is geweest. Er zijn natuurlijk ook al een paar verkiezingen
op rij opmerkingen over gemaakt. De heer Omtzigt is bij de voorlaatste verkiezingen
een heel gebied gaan nakijken. Je hebt de N-formulieren. Die moeten gepubliceerd worden.
Maar er is ook nog iets dat wordt aangeleverd via de data. Daar heb ik ook nog een
vraag over gesteld. Soms wordt een helder overzicht gegeven, soms loopt het achter
elkaar door en is het onleesbaar. Dan denk je: oké, we doen het via de Kiesraad. Maar
daar stonden echt heel veel linkjes die niet leidden tot de pagina waar het stond.
Dan moest je bij de gemeente zelf gaan zoeken. GroenLinks heeft een hele exercitie
gedaan. Ik heb het steekproefsgewijs gedaan. Maar het viel me dus wel op. Er worden
gelijke formulieren gebruikt en je ziet de wil om het te uniformeren, maar de manier
waarop het gebeurt, is toch nog erg houtje-touwtje. Ik wil niemand de zwartepiet toespelen,
maar het heeft echt aandacht nodig. Het moet snel en uniform. De ene gemeente had
het allemaal keurig ingevoerd. De andere gemeente doet het schrijvend met fotootjes.
Los van het feit dat er telfouten kunnen worden gemaakt, is het ook in de uitstraling
van professionaliteit wenselijk dat je dat nog duidelijker maakt.
Minister Ollongren:
Ik denk dat we inderdaad moeten concluderen dat daar ruimte is voor verbetering. Ik
heb overigens ook met de nieuwe voorzitter van de Kiesraad heel goed naar dat hele
proces gekeken. Dat begint eigenlijk al bij hoe we de kandidaatstelling met elkaar
georganiseerd hebben. Hij vertelde mij dat dat echt beter kan. Hij heeft daar ook
in interviews wat over gezegd. Dat geldt dus ook voor dit deel. Nogmaals, de Kiesraad
is er volop mee bezig en het ministerie is er volop mee bezig. We moeten ervoor zorgen
dat we dit stapsgewijs echt verbeteren. Ik heb nu dus ook echt genoteerd dat de uniformering
daar deel van moet uitmaken.
Voorzitter. Ik wil graag naar de kiezers in het buitenland. De heer Ellian had daar
een paar vragen over gesteld. Om te beginnen had hij gevraagd naar het aantal kiezers
in het buitenland. Er zijn 1 miljoen Nederlanders in het buitenland en 80.000 stemmers.
Uit de registratie van die kiezers in het buitenland weten we dat dat aanzienlijk
minder is dan de mensen die zich volgens ons zouden moeten kunnen registreren. Daar
is wel veel aan gedaan. In 2017 is de mogelijkheid van permanente registratie ingevoerd.
Sindsdien hoef je je nog maar eenmalig te registreren, dus niet iedere keer opnieuw.
Toen is ook iedereen van wie het adres bekend was, aangeschreven om te wijzen op die
mogelijkheid van registratie. De gemeente Den Haag, die hiervoor verantwoordelijk
is, is ook heel actief daarin. Als een Nederlander uit Nederland vertrekt, krijgt
hij een brief van de gemeente Den Haag met een uitnodiging om zich te registreren.
Er zijn tal van manieren om mensen erop te wijzen wat kan. Er zijn websites, er zijn
advertenties, zelfs via verenigingen van Nederlanders in het buitenland wordt er aandacht
aan gegeven, er zijn emigratiebeurzen. Er is dus geen gebrek aan aandacht voor het
onderwerp, maar we kunnen natuurlijk niet helemaal in de hoofden van mensen kijken
waarom ze zich niet registreren en blijkbaar niet willen stemmen.
Dan het ontvangen van de briefstembescheiden door de kiezers in het buitenland. Er
zijn altijd wel meldingen van geregistreerde kiezers dat zij het niet op tijd ontvangen
hebben. De briefstembewijzen zijn door de gemeente Den Haag echt ruim voor verkiezingsdag
verzonden, op 23 december. Dat is dus zo'n beetje twaalf weken voor de verkiezingen.
Soms gaat er iets fout: zo zijn er 1.800 teruggekomen, omdat het adres niet bleek
te kloppen. Aangetekend verzenden helpt dan ook niet: want als het adres niet klopt,
dan gaat het gewoon niet goed. Wat wél helpt, is de mogelijkheid voor kiezers om een
vervangend stembiljet per e-mail te ontvangen. Dat is wel gebeurd. Ook als het retour
kwam, heeft de gemeente Den Haag actief die mensen geattendeerd op de mogelijkheid
om het per e-mail alsnog te repareren. We hebben bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen
gezien dat bijna 3.500 kiezers daarvan gebruik hebben gemaakt. Dus blijkbaar voorzag
dat echt in een behoefte.
Het stembiljet zelf wordt dan iets later verzonden. Dat gebeurde op 16 februari. Eerder
kon niet, omdat de Raad van State nog een uitspraak moest doen over beroepszaken tegen
besluiten van het centraal stembureau. 76% van de kiezers heeft dus op 16 februari
dat stembiljet ontvangen. Ze hadden vier weken de tijd om hun brief bij het briefstembureau
te krijgen. Dat is over het algemeen ook wel voldoende. Maar bij de rest – dat zijn
degenen die ervoor hebben gekozen om het per post te ontvangen – kan het dan toch
fout gaan door de postverzending. De e-mailroute is dus echt beter.
Is het mogelijk een ontvangstbevestiging te krijgen? Op zich zou dat kunnen, maar
om een ontvangstbevestiging te kunnen sturen moet natuurlijk bekend zijn van wie de
stem afkomstig is. Zoals we het nu hebben ingericht, kan dat niet. Want de vooropening
kan pas plaatsvinden als het briefstembureau is geopend. Dat is één week voor de verkiezingsdag.
Dat loopt dus van die ene week tot de verkiezingsdag zelf. Dat is dus eigenlijk te
kort om ook nog die ontvangstbevestiging in te bouwen. Ik zie daar nu dus geen praktische
mogelijkheden toe.
Dan kom ik bij de rechterlijke toets, zoals de OVSE die heeft aanbevolen. We hebben
het in Nederland nou eenmaal zo georganiseerd dat het besluit over de geldigheid van
de verkiezingen bij het gekozen orgaan ligt. Dat is ook de enige instantie die beslist.
Mevrouw Leijten weet daar alles van, en zei net met haar andere pet op: dat volgt
uit artikel 58 van de Grondwet. Dat heeft natuurlijk alles te maken met hoe we in
Nederland aankijken tegen de scheiding der machten. Het logische gevolg daarvan is
dat de rechter geen oordeel zou moeten vellen over de samenstelling van de wetgevende
macht. Ik ben bekend met het feit dat de OVSE zegt dat de internationale standaarden
anders zijn. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft ook jurisprudentie
die je daarbij zou kunnen betrekken. Ik heb gezegd dat we wel goed moeten nadenken
over die bevindingen en dat we daar advies over moeten vragen aan bijvoorbeeld de
Kiesraad, maar dit is de reden dat het is zoals het is in Nederland.
Dan kom ik bij de mobiele stembureaus. Het loopt nu een beetje door elkaar heen. Ik
vind echt dat we veel doen en dat we afgelopen maart zeker alles eraan hebben gedaan
om ervoor te zorgen dat mensen hun stem konden uitbrengen: met stemlokalen in de buurt,
en zelfs met drive-throughstembureaus. Gemeenten waren echt wel creatief, ook als
je kijkt welke plekken ze allemaal als stemlokaal hebben ingericht. Een stembureau
dat op verzoek naar de kiezer toe komt, is echter een enorm ingewikkelde logistieke
operatie die voor de gemeenten een grote uitvoeringslast zou betekenen. Ik zie dus
niet heel goed hoe het mogelijk zou zijn voor de gemeenten om dit te introduceren.
Ik denk bovendien dat er ook wel wat risico's in het stemproces zouden worden geïntroduceerd
met deze mogelijkheid. We hebben bij de afgelopen verkiezingen wel speciale stembureaus
ingericht, bijvoorbeeld op plekken waar mensen wonen die hulpbehoevend zijn. Dat zou
je kunnen interpreteren als een soort mobiel stembureau, dat stembureau kwam namelijk
naar die mensen in het verzorgingstehuis toe. Zoiets kan wel, maar bij een stembureau
echt op aanvraag voorzie ik uitvoeringsproblemen.
De digitale veiligheid. Mevrouw Kathmann vroeg hier terecht aandacht voor, ook vanwege
specifieke problematiek die de Partij van de Arbeid heeft ondervonden. Dat is ongelofelijk
vervelend. We moeten natuurlijk kijken wat voor type ondersteuning er passend bij
is, bijvoorbeeld voorlichting geven over beveiligingsmaterialen en melding doen –
dat is volgens mij toen ook gebeurd door de Partij van de Arbeid – bij het NCSC, zodat
het NCSC kan helpen. Dat zit bij het Ministerie van JenV. Maar als dit soort incidenten
meer voorkomen, wil ik echt kijken of er nog meer nodig is. Ik neem dit graag mee,
om met collega Grapperhaus te bezien of we op dit punt al het maximale doen.
Dan de gemeenteraads...
De voorzitter:
Mevrouw Kathmann heeft nog een vraag.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Mag ik iets concreter begrijpen wat daarmee bedoeld wordt? Want volgens mij doen we
nog niet het maximale. Er is immers niet per se – daar vroeg ik een beetje om – een
structurele ondersteuning bij de digitale infrastructuur, en zeker niet bij de beveiliging
daarvan. Ik denk dat politieke partijen daarbij heel veel hulp kunnen gebruiken. Het
is mooi om in overleg te gaan met Minister Grapperhaus, want die zit natuurlijk ook
met bedrijven aan tafel die hetzelfde probleem hebben. Hoe ziet dat gesprek met Grapperhaus
en het bekijken of we genoeg doen, eruit? En wanneer komt er dan iets terug? Kan in
een brief worden aangegeven wat daar besproken is?
Minister Ollongren:
Ik vind het een belangrijk punt. Ik zie twee dingen. Als er een incident is, meld
het incident dan, zodat bij dat incident voldoende hulp kan worden geboden. Dat is
volgens mij ook gebeurd, of dat gebeurt weleens, laat ik het zo zeggen. Mevrouw Kathmann
wijst erop dat er daarnaast misschien meer nodig is. We vinden het inderdaad heel
belangrijk dat overheidsorganisaties en bedrijven hun digitale veiligheid goed op
orde hebben. Als het beeld zou zijn dat er bij politieke partijen ook meer nodig is,
vind ik dat we dat gesprek moeten aangaan. Dus ik zeg de Kamer graag toe dat ik dit
zal overleggen met Grapperhaus en dat we aan het NCSC vragen wat hun beeld is over
de samenwerking met politieke partijen zoals die nu is. Wij zullen de Kamer daar per
brief over informeren. Dan kunt u er zelf over oordelen.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn inderdaad niet het moment waarop we gaan experimenteren
met het stembiljet, dat klopt. Het klopt ook wat mevrouw Leijten zei, dat we straks
twee verschillende situaties hebben in de wetten. Dat komt door de amendementen. Voor
de kiezers in het buitenland hanteren we de telling als volgt. Een stem uitbrengen
op een partij en niet op ene persoon, telt automatisch mee bij de lijsttrekker. Dat
is echter anders bij het experiment met het nieuwe stembiljet in het binnenland. Daar
vragen we kiezers om hun stem uit te brengen op een lijst én een persoon. Dit was
niet mijn voorstel, maar door de aanvaarding van het amendement is dit wel de feitelijke
situatie zoals die straks ontstaat.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik vraag me dan toch af of er geen rechtsongelijkheid gaat ontstaan. Want dit experiment
kan natuurlijk een opstap zijn naar dit overal te gaan doen, als het experiment slaagt.
Dan hebben we dus bij landelijke verkiezingen het systeem dat wanneer je het in het
buitenland vergeet aan te kruisen, je stem wordt meegeteld, maar als je het in het
binnenland vergeet, je stem niet meetelt. Dat is toch eigenlijk onwenselijk voor een
experiment? Ik snap wel dat de Minister zegt dat de wet nou eenmaal zo is aangenomen,
maar dit was zo natuurlijk niet voorzien. Ik vraag dus toch aan de Minister wat ze
hiermee doet. Is het niet wijs om het toch op eenzelfde manier te doen, middels reparatiewetgeving?
Je kan dan de ene kant op gaan of de andere; u kent de positie van de SP hierin aan
onze amendementen. Maar ik vind het nu echt onwenselijk. Stel dat die experimenten
slagen en we het landelijk gaan invoeren. Dan heb je dus twee verschillende soorten
stemsystemen in één verkiezing. Dat moeten we niet willen.
Minister Ollongren:
Ik ben geneigd het daarmee eens te zijn. De vraag is alleen wanneer het moment is
waarop je dat gelijk moet trekken. Is het al nodig om dat te doen op het moment dat
het echt kleinschalige experiment gehouden wordt? Of kun je daarmee wachten? Dat zou
mijn stelling zijn. Je kunt best het experiment doen zoals de wet nu luidt. En als
je vanuit het experiment besluit om het experiment te vergroten of om meteen de stap
te zetten naar het invoeren van het nieuwe stembiljet, dan ben ik het helemaal met
mevrouw Leijten eens. Dan is het onwenselijk dat er twee verschillende praktijken
zijn. Het lijkt mij dan verstandig dat de wetgever ervoor kiest het of de ene of de
andere kant op te laten vallen.
Mevrouw Leijten (SP):
Begrijp ik de Minister goed dat zij zegt dat het onwenselijk is om twee verschillende
systemen te hebben, dat we het even laten zoals het is zolang het experiment kleinschalig
is? Het waren hele rare stemmingsuitslagen, vond ik zelf ook. Als we het uiteindelijk
gaan opschalen, dan houden we één regime vast. En dat zullen we moeten vastleggen
in de wet.
Minister Ollongren:
Ja, precies. Uiteindelijk vind ik: het is zoals het is. Ik had voorgesteld om het
te voorkomen door het buitenland gelijk te trekken met het binnenland, maar dat is
nu niet de feitelijke situatie nadat de Kamer zich erover heeft gebogen. Inderdaad,
bij de structurele invoering, dus na het experiment, is er het moment om dit gelijk
te trekken.
De voorzitter:
Mooi hè, zo'n Tweede Kamer.
De heer Ellian (VVD):
Zonder dat ik het onnodig wil compliceren, begrijp ik toch de relatie met het wetsvoorstel
Met één stem meer keus niet helemaal. Dat wetsvoorstel laat eigenlijk de gedachte
los van het stelsel dat we nu hebben, waarin je stemt op een persoon. Als ik het goed
begrijp, is het uitgangspunt van dat wetsvoorstel dat je ook een stem kan uitbrengen
op een partij. Mensen voelen dat misschien wel zo, maar je moet een kandidaat aanvinken.
Ik zoek dus even naar de relatie met het experiment en met de situatie in het buitenland.
Ik zie u heel moeilijk kijken, maar ik hoop dat de vraag duidelijk is.
Minister Ollongren:
O nee hoor, ik luisterde gewoon aandachtig. Het is een wetsvoorstel waarvan ik net
al heb gezegd: ik laat het vervolg over aan mijn opvolger. Ik ben ervan overtuigd
dat het nieuwe kabinet met een voorstel zal komen rondom het kiesstelsel. Dat is helemaal
het begin van een traject, het begin van een behandeling in deze Kamer van een mogelijke
wijziging van het kiesstelsel. Het experimenteren met het nieuwe stembiljet kent al
een veel langere geschiedenis. Ik ben blij dat we toch een stap hebben gezet in die
richting, omdat het stembiljet als zodanig, de omvang ervan en de hoeveelheid partijen,
het echt noodzakelijk maakt om deze stap te zetten. Hoe dat zich tot elkaar verhoudt,
kunt u eigenlijk pas beoordelen als u hier een wetsvoorstel hebt. De vraag van mevrouw
Leijten kon ik beantwoorden, want daarmee kunnen twee in de praktijk verschillende
situaties ontstaan. Dit kunnen we nog niet beoordelen, want er ligt gewoon nog geen
wetsvoorstel op basis waarvan we dat nu kunnen concluderen.
De heer Ellian (VVD):
Dan een constatering. Het heeft iets geks dat er op enig moment een wetsvoorstel naar
de Kamer gaat komen met als uitgangspunt: het is prima als je alleen een partij aankruist.
Dat gaan we mogelijk maken. Maar als je dat bij het experiment doet, is je stem ongeldig.
Dat tart mijn rechtsgevoel wel enigszins. Ik steek de hand in eigen boezem: misschien
had ik dat moeten opmerken bij de behandeling van de Tijdelijke experimentenwet. Het
geeft maar aan hoe ingewikkeld het is als je niet het overzicht hebt. Dan kan het
lastig zijn.
Minister Ollongren:
Ik heb al gezegd dat ik het mijn verantwoordelijkheid en die van het ministerie vind
om ervoor te zorgen dat de Kamer steeds het overzicht heeft.
Voorzitter, ik ben er bijna doorheen. Het punt van de Kiesraad en het vaststellen
van de uitslag heb ik al beantwoord. Er komt een nieuwe procedure aan voor de vaststelling
van verkiezingsuitslagen. Het wetsvoorstel regelt een verlenging. De termijn voor
de uitslagvaststelling wordt verlengd van acht naar veertien dagen. Daarmee verwacht
ik dat alle actoren die hierin een rol hebben, zoals de geloofsbrievencommissie, voldoende
tijd hebben om hun werk goed te doen.
Dan de giften. De Wet financiering politieke partijen ligt bij de Kamer. Die wet ziet
op meer transparantie rond giften binnen de EU en het uitsluiten van giften van buiten
de EU. Er komt meer inzicht in wie die giften eigenlijk doen. Daar komt nog een nota
van wijziging bij met het voorstel om een meldplicht in te stellen voor giften vanaf
€ 50.000 per donateur per jaar. Die giften zouden dan zo snel mogelijk, maar in ieder
geval binnen veertien dagen na ontvangst moeten worden gemeld bij de toezichthouder,
die deze dan ook openbaar maakt. Het voorstel is ook om juist in de periode rond de
verkiezingen te zorgen voor maximale transparantie. Partijen die in de Kamer verkozen
willen worden, zijn verplicht om giften en schulden boven de drempelbedragen in de
periode vanaf de 21ste dag voor de verkiezingen tot en met de verkiezingen te melden
bij de toezichthouder, die dat weer openbaar maakt. Op een aantal van dat soort onderdelen
vind ik transparantie heel erg belangrijk. Mevrouw Kathmann suggereerde om ook een
plafond aan de giften te stellen. Ik kan mij goed voorstellen dat de Kamer dat soort
overwegingen ook heeft, maar dan zou de Kamer zelf even naar de voorstellen moeten
kijken en moeten wegen of ze daar nog aanpassingen aan wil doen. Dan weet u in ieder
geval dat dat eraan zit te komen.
Mevrouw Leijten (SP):
Het gaat nu over de herziening van de Wet financiering politieke partijen. Ik ben
in de weer geweest met wat amendementen, onder andere op het punt waarvan de Minister
zegt dat ze daarover een nota van wijziging wil sturen. Ik zou haar willen verzoeken
aan te geven wat het verschil is tussen het ingediende amendement en het voorstel
van de regering, want dan kan ik als indiener overwegen om het amendement in te trekken.
Wellicht kan de regering ook zeggen: stem maar voor dat amendement. Dat zou ook nog
kunnen. Anders zitten we dubbel werk te doen, toch? Ik hoop eigenlijk dat we dat wetsvoorstel
snel kunnen behandelen, maar de planning is volgens mij een Kameraangelegenheid. Wij
moeten dat als commissie gaan bespreken.
Minister Ollongren:
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Laten we dat doen, we gaan het gewoon
even naast elkaar leggen.
Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Natuurlijk moeten giften transparant zijn, maar dat je weet van wie een gift afkomstig
is, betekent nog niet dat je weet met welk belang diegene die gift heeft gedaan. Ik
vind het voorstel van mevrouw Kathmann heel goed. Ik vind het ook slecht dat belangen
gekocht kunnen worden in een democratie. Maar wat vindt de Minister daar nou van?
Minister Ollongren:
Ik ben het helemaal met mevrouw Bromet eens. Transparantie is volgens mij het allerbeste
middel om daarvoor te zorgen. Gelukkig zien we in Nederland ook dat politieke partijen
giften openbaar maken en daar ook verantwoording over willen afleggen. Ik denk dat
dat heel belangrijk is. Ik denk dat het ook kan helpen om dan het juiste wettelijke
kader te hebben, waarin we met elkaar afspreken dat er maximale transparantie is,
dat er niet te veel tijd overheen kan gaan en dat je juist rondom de verkiezingen
er nog eens extra goed op let. Ik hoop daarmee een bijdrage te leveren aan een cultuur
in Nederland – die is er gelukkig al – waarin we die transparantie ook verwachten
van politieke partijen. Maar natuurlijk moet er nooit invloed gekocht kunnen worden.
Ik hoop dat alle politieke partijen dat ook beamen. Ik ga daar eigenlijk wel van uit.
De heer Sneller (D66):
Even voor mijn duidelijkheid. Er is al een nota van wijziging op die Evaluatiewet
Wfpp. Komt er nog een voordat we tot behandeling overgaan? Is dat het idee? Of doelt
de Minister op de nota die we al hebben gekregen?
Minister Ollongren:
Ik meen dat u deze al heeft gekregen.
De voorzitter:
Hij zal plenair aangemeld worden, dus dan kunnen we binnenkort de agenda...
De heer Sneller (D66):
Nee, ik bedoel de nota van wijziging.
Minister Ollongren:
Omdat mevrouw Leijten dat zei, gaan we toch even kijken naar de nota van wijziging
en de amendementen. Dat helpt denk ik ook bij de behandeling.
Ik heb nog twee vragen te beantwoorden. Mevrouw Leijten vroeg wat er misging in Ede,
even kort samengevat. De geloofsbrievencommissie van de Kamer heeft een hertelling
uitgevoerd van de stemmen die uitgebracht zijn bij stembureau 3 in Ede. Er was een
verschil tussen het aantal toegelaten kiezers en het aantal getelde stembiljetten.
De geloofsbrievencommissie heeft mij aangeraden om samen met de Kiesraad bij de gemeente
Ede na te gaan hoe dit kon gebeuren. Een afvaardiging van het ministerie, de Kiesraad
en de gemeente Ede hebben dit met elkaar besproken en geconcludeerd dat de oorzaak
een samenloop van factoren was, waaronder een hogere opkomst dan verwacht bij het
stembureau en een lastige werving van stembureauleden. Veel ervaren krachten waren
niet beschikbaar. Dat is echt een beetje een probleem geweest bij de vorige verkiezingen:
heel veel enthousiasme, dus ook heel veel nieuwe stembureauleden, maar het is toch
altijd fijn als er mensen zijn die het vaker hebben gedaan. De instructie van de stembureauleden
was uitbesteed en er is niet heel goed gecontroleerd of men die instructie ook daadwerkelijk
had gevolgd. Tot slot, de vermoeidheid bij de tellers. De telling werd pas om half
twee 's ochtends afgerond. Dat complex van factoren heeft geleid tot fouten. In Ede
wil men nu verbeteringen gaan doorvoeren. Ze willen extra locaties inzetten. Dat is
op zich een mooie bijvangst, zou ik bijna zeggen. Ze willen meedoen met het experiment
centraal tellen. Dan kan je namelijk de volgende dag met een frisse ploeg gaan tellen.
En ze willen op een andere wijze instructies aan de stembureauleden gaan geven. Twee
stembureauleden krijgen in elk geval een extra instructie over de telling. Ze krijgen
daar ook een iets hogere vergoeding voor, een extra stimulans om het goed te doen.
Voorzitter. Dan kom ik bij de vraag rondom het nepnieuws. Was er sprake van nepnieuws
bij de Tweede Kamerverkiezingen? Gelukkig blijkt uit onderzoek, ook van de veiligheidsdiensten,
dat er geen aanwijzingen zijn dat er grootschalige desinformatiecampagnes zijn geweest
door statelijke actoren, en trouwens ook niet door niet-statelijke actoren. Desalniettemin
blijf ik erbij dat we echt waakzaam moeten zijn. We moeten er niet van uitgaan dat
dit aan ons land voorbijgaat. Desinformatie, verstoring, polarisatie en mensen tegen
elkaar opzetten: het zijn allemaal manieren waar we van weten dat het in andere landen
is gebeurd. Maatschappelijke instabiliteit kan ook hier aan de orde zijn. Het kan
ook hier door partijen en landen misbruikt worden. De MH17 is weleens genoemd, maar
het speelt ook gewoon een rol bij de huidige pandemie. Dus ik blijf daar ook bij de
komende verkiezingen op letten. Daarmee kom ik aan het eind van de beantwoording van
de vragen uit de eerste termijn.
De voorzitter:
Heel mooi. Dan concludeer ik nog even als wethouder, pardon als woordvoerder, dat
er in de praktijk heel weinig sprake is van de bedreiging voor de democratie, het
gevaar voor Nederland en het vele pauken- en trompettengeschal dat wij drie jaar geleden
van de Minister hoorden. Er is gewoon niets aangetroffen. Dat we waakzaam moeten zijn,
oké. Maar er is dus gewoon niets geconstateerd dat de krantenkoppen van mevrouw Ollongren
van drie jaar geleden rechtvaardigt.
Minister Ollongren:
U mag dat concluderen. Ik concludeer eigenlijk iets anders. Ik concludeer dat het
verstandig is om ervan uit te gaan dat het ook in Nederland kan gebeuren. En ik concludeer
ook dat het verstandig is om daar dus waakzaam voor te blijven. Ik wijs erop dat polarisatie
een dankbare voedingsbodem vormt voor landen die niet het beste met ons voorhebben.
We weten dat het in andere landen is gebeurd. We weten ook bij welke thema's dat in
Nederland kan spelen. Dat het nog niet grootschalig is voorgekomen, wil niet zeggen
dat we dan maar rustig moeten gaan slapen.
De voorzitter:
Nee, maar namens mijn fractie stel ik vast dat de Minister dus zegt: kan gebeuren.
Ja, dat is een hypothetische mogelijkheid. Maar dat is een heel ander verhaal dan
het trompettergeschal in De Telegraaf van drie jaar geleden. Dat is dan even vastgesteld.
Er is een opmerking van mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Dan wil ik toch aan de heer Bosma vragen – in zijn functie als Tweede Kamerlid Bosma
van de PVV, en niet als wethouder Bosma of voorzitter Bosma – of hij bijvoorbeeld
op de hoogte is van de inmenging vanuit Rusland bij het nieuws rondom die extreemrechtse
militair in België. En dat het ook gewoon letterlijk gericht was op het destabiliseren
van de Belgische samenleving slash de westerse samenleving an sich. Dat is iets wat
gewoon bij onze zuiderburen is gebeurd, om net zo'n democratische rechtsstaat als
die wij hebben te destabiliseren. Ik ben ongelofelijk blij met de proactieve houding
die wij als Nederland hebben. Als het bij de zuiderburen kan gebeuren, dan kan dit
net zo makkelijk ook in Nederland gebeuren. Ik hoop dat de heer Bosma ook gewoon een
beetje van de lezing is: je moet je dak altijd repareren als de zon schijnt. Dus zorg
nou in ieder geval dat je er klaar voor bent.
De voorzitter:
Met die proactieve houding ben ik het absoluut eens. Maar nogmaals, als je kijkt naar
de krantenkoppen in De Telegraaf en hoe dat door deze Minister is ingezet, dan is
er dus heel hard geschreeuwd. Dan stellen we gewoon op de valreep van het ministerschap
van mevrouw Ollongren vast dat ze niet verder komt dan «kan gebeuren». Kan gebeuren!
Dat ontslaat je niet van de plicht om op te letten, van inderdaad die proactieve houding.
Maar er is dus niets meer aan de hand dan «kan gebeuren». Much ado about nothing!
Vooralsnog, vooralsnog.
Tot zover de eerste termijn. Welke pet heb ik nou weer op? Ik word helemaal gek! Bestaat
er behoefte aan een tweede termijn? Nee hè! We zijn er wel doorheen, stel ik voor.
Ik hoor niks, dus dan sluit ik heel snel af. Mevrouw Leijten, heeft u een mooi stichtelijk
eindwoord?
Mevrouw Leijten (SP):
Ik denk dat we nog veel met elkaar te spreken komen om het stemproces en het verkiezingsproces
betrouwbaar te houden en te verbeteren waar dat mogelijk is. Die kansen liggen er
namelijk. Ik zou wel één ding willen zeggen. We moeten waakzaam zijn op destabilisatie.
Maar we moeten zelf ook geen aanstichter zijn van destabilisatie en polarisatie. Het
moet me toch van het hart dat de hele coronacrisis en de corona-aanpak mij daarin
zorgen baart. Ik zou tegen mevrouw Kathmann willen zeggen: het dak moet je repareren
als de zon schijnt, maar je moet het dak ook repareren als het regent en als het kapot
is. Je moet het niet niet-repareren als het kapot is en het regent. Dus je moet altijd
waakzaam zijn. Ik moet bij die uitspraak altijd zo lachen: o, de zon schijnt, nu ga
ik m'n dak repareren! Nee, je gaat je dak repareren als het stuk is. Dus je moet waakzaam
zijn, maar je moet ... Maar goed, ik wilde daar toch even op terugkomen.
De voorzitter:
Dus je moet eigenlijk altijd je dak repareren; dat is eigenlijk de slotconclusie.
Mevrouw Leijten (SP):
Je moet permanent goed op je dak letten. Zeker. En op je fundamenten.
De voorzitter:
Ik wil toch de Minister nog even het laatste woord geven, want dan kan zij haar tweede
termijn vullen.
Minister Ollongren:
Dat is heel vriendelijk, want dat stelt mij in de gelegenheid om nog heel precies
te zijn rondom de Wfpp, de Wet financiering politieke partijen. De inhoudelijke wijzigingen
zijn opgenomen in de nota van wijziging, die inmiddels is ingediend bij de Kamer.
Er komt nóg een nota van wijziging. Om verwarring te voorkomen: dat is echt een wetstechnische
nota van wijziging. Dus ik heb geen inhoudelijke wijzigingen meer. Ik zal dus kijken
hoe de amendementen van mevrouw Leijten zich verhouden tot de ingediende nota van
wijziging, zodat we dat in de voorbereiding goed kunnen wegen.
Tot slot, voorzitter. Ik ben het met mevrouw Leijten en anderen eens. Laten we nou
niet naïef, maar wel waakzaam zijn. Laten we onze zegeningen tellen. Ik weersta de
verleiding om ook in te gaan op het coronabeleid. Maar dat is wel een, laten we zeggen,
maatschappelijk, potentieel polariserend onderwerp. Daarbij moeten we dus heel zorgvuldig
en voorzichtig zijn. Het hebben van vertrouwen in de instituties is wel een basiswaarde
voor het hebben van een stabiele democratische rechtsstaat. Dan gaat het om vertrouwen
in alle instituties, niet eens in de overheid, maar in dé instituties. Ik denk dat
wij daar allemaal erg van doordrongen zijn.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dat is toch een mooi slotwoord.
Ik vat de toezeggingen even samen. Om te beginnen gaat de Minister zegeningen tellen
en waakzaam zijn. Dat is altijd goed.
– In het eerste kwartaal van 2022 zal de Kamer inzicht worden gegeven in hoe de regering
wenst om te gaan met de strafbepalingen met betrekking tot de volmachten. Dat is artikel
Z8 van de Kieswet.
– Het kabinet zal bij de komende wijzigingsvoorstellen die betrekking hebben op de verkiezingen
aangeven hoe deze voorstellen zich tot elkaar en de verkiezingsagenda verhouden.
– De Minister zal met de Minister van JenV in overleg treden over de beveiliging van
digitale infrastructuur van politieke partijen, en of deze voldoende worden ondersteund.
Hiertoe zal ook de NCSC worden geraadpleegd. De Kamer wordt over de uitkomst hiervan
geïnformeerd.
– De Minister zal de reeds ontvangen nota van wijziging op het voorstel Wet financiering
politieke partijen vergelijken met de ingediende amendementen bij het wetsvoorstel.
Dan krijgen we later die technische wijziging nog. Dan gaan wij deze uiteraard hier
bespreken.
Zijn we er dan? Nog een keer het laatste woord, maar dan aan de heer Sneller.
De heer Sneller (D66):
De Minister gaat in het licht van de OVSE-aanbevelingen ook de Kiesraad om advies
vragen over artikel 58 van de Grondwet. Misschien zouden wij daar ook die reactie
of dat advies op kunnen krijgen.
Minister Ollongren:
Ik zal de reactie sturen, want het is al gebeurd. De Kiesraad heeft dat al gedaan.
De voorzitter:
Dank aan de Minister. Ik sluit deze vergadering. Iedereen wel thuis.
Sluiting 20.06 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.