Brief regering : Leenfaciliteit vultaak gasopslagen EBN 2025-2026 en 2026-2027
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 594
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2025
Sinds de gascrisis in 2022 heeft Energie Beheer Nederland (EBN) de taak gekregen om
jaarlijks Nederlandse gasopslagen te vullen voor zover de markt dat niet doet. Dit
stelt de overheid in de gelegenheid om te sturen op het behalen van de Europese vuldoelstellingen
en de Nederlandse vulambitie. In eerste instantie vulde EBN alleen in de gasopslag
Bergermeer, voor zover de markt dit niet deed, en sinds eerder dit jaar is daar de
piekgasinstallatie (PGI) Alkmaar bijgekomen.1 Middels deze brief informeert het kabinet u over het voornemen om deze vultaak van
EBN verder uit te breiden naar andere gasopslagen2.
Vooropgesteld, het vullen van de Nederlandse gasopslagen loopt vooralsnog goed. De
gasopslagen in Nederland waren op 1 september gemiddeld voor ruim 65% gevuld. Het
tussentijdse Europese vuldoel van 59% op 1 september is al op 5 augustus jl.3 bereikt. Toch is het, met het oog op de gewenste vulgraad en de afbouw van GasTerra,
wenselijk dat EBN in het lopende vulseizoen (dat op 1 november 2025 afloopt) niet
alleen in de gasopslagen Bergermeer en de PGI Alkmaar vult (maximaal 25 TWh) maar
indien nodig ook in staat wordt gesteld commerciële transacties met GasTerra te verrichten
die leiden tot een hogere vulgraad van de gasopslagen Norg en Grijpskerk.
Op dit moment heeft GasTerra het contract voor de toegang tot de gasopslagen Norg
en Grijpskerk. In 2019 is besloten de onderneming GasTerra, in het licht van de afbouw
van de productie uit het Groningenveld en van de samenwerking binnen het gasgebouw,
te beëindigen. Op 1 oktober 2026 zal GasTerra zijn operationele activiteiten hebben
beëindigd. Als gevolg daarvan zal GasTerra de gasopslagen Norg en Grijpskerk in 2025
beperkt en in 2026 helemaal niet meer kunnen vullen en wordt thans voorzien dat deze
per 1 april 2026 leeg zullen zijn. Daarom is voor 2026–2027 een uitbreiding van de
vultaak voor EBN voorzien. Er lopen gesprekken met NAM en haar aandeelhouders over
de inzet en toekomst van de gasopslagen Norg en Grijpskerk. Om te voorkomen dat deze
gasopslagen volgend jaar niet gevuld worden, en de leveringszekerheid daardoor in
het geding komt, heeft het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) aan EBN gevraagd
zich voor te bereiden op een mogelijke uitbreiding van haar vultaak naar maximaal
80 TWh in Bergermeer, Norg en Grijpskerk tezamen in het opslagjaar 2026–2027.4
Ook is het, met het oog op de gewenste vulgraad, wenselijk dat EBN al in het lopende
vulseizoen (dat op 1 november 2025 afloopt) niet alleen in de gasopslagen Bergermeer
en de PGI Alkmaar vult (maximaal 25 TWh) maar indien nodig ook in staat wordt gesteld
commerciële transacties met GasTerra te verrichten die leiden tot een hogere vulgraad
van de gasopslagen Norg en Grijpskerk.
De gesprekken tussen EBN en het Ministerie van Klimaat en Groene Groei over de verbreding
van deze vultaak zijn in een vergevorderd stadium. Aan EBN-zijde loopt nog wel de
operationele voorbereiding en volgt nog besluitvorming. Op dit moment worden diverse
opties onderzocht waarop EBN toegang kan krijgen tot de opslagen Norg en Grijpskerk,
hierover informeer ik u nader bij de volgende brief over gasleveringszekerheid.
De uitbreiding van de vultaak die ziet op het huidige opslagjaar (2025–2026), loopt
op de vultaak voor 2026–2027 vooruit. De verbreding van de vultaak voor het lopende
opslagjaar past binnen de huidige subsidie. Als EBN transacties met GasTerra kan verrichten
die tot een hogere vulgraad leiden, komt daar wel een extra liquiditeitsbehoefte bij
ten opzichte van de benodigde liquiditeitsbehoefte voor het vullen in de gasopslag
Bergermeer. Bij een plotselinge en forse stijging van de gasprijzen krijgt EBN te
maken met zogeheten margin calls: aanvullende zekerheidsstortingen die handelsbeurzen aan partijen met een verkooppositie
vragen wanneer de marktprijs oploopt. Dit is een tijdelijk liquiditeitsvraagstuk en
geen verlies, maar omdat handelsbeurzen deze zekerheidstellingen dagelijks kunnen
vragen, moet EBN snel kunnen handelen en dient het geld wel snel beschikbaar te zijn.
Om EBN in het belang van de leveringszekerheid te kunnen laten handelen stelt het
kabinet voor het lopende vulseizoen een leningsfaciliteit van maximaal € 1,5 mld.
ter beschikking om EBN te ondersteunen. De kans dat hier daadwerkelijk gebruik van
wordt gemaakt, is zeer klein, omdat dit alleen speelt bij extreme prijsbewegingen
op korte termijn.
Voor de vultaak van EBN voor het volgende opslagjaar (2026–2027) worden eveneens middelen
beschikbaar gemaakt in de vorm van een subsidie5 die bij de miljoenennota wordt gebudgetteerd en een leningsfaciliteit van maximaal
21,6 mld. euro.6 De lening dient deels voor de aankoop van het gas en deels voor het voldoen aan margin calls. Met EBN wordt momenteel intensief overleg gevoerd over de precieze invulling van
de vultaak voor 2026–2027. Hoewel de financiële behoefte grotendeels in kaart is gebracht,
moeten nog enkele punten tussen KGG en EBN worden besproken en verder afgehecht. Het
gaat daarbij onder meer om de benodigde medewerking van diverse marktpartijen en de
verdere technische en organisatorische inrichting van de interne organisatie van EBN.
Ook zijn EBN en het Ministerie van KGG in gesprek over de wijze waarop risico’s eventueel
kunnen worden afgedekt via door de Staat te verstrekken zakelijke zekerheden, zodat
EBN de taken op marktconforme voorwaarden kan uitvoeren. Deze punten zullen naar verwachting
in de komende periode worden afgerond voordat EBN zijn eerste handelsposities voor
2026–2027 inneemt.7
Mochten de gasopslagen Norg en Grijpskerk in 2026 op andere wijze toch voldoende gevuld
kunnen worden, dan is het mogelijk dat voornoemde middelen voor EBN niet (volledig)
gebruikt worden. Op deze manier is de Staat echter zo goed mogelijk voorbereid op
een scenario waarin gasopslagen niet voldoende gevuld worden.
Tot slot, als EBN netto-kosten maakt voor het opslagjaar 2025–2026 en 2026–2027 worden
deze verhaald middels een heffing bovenop de tarieven voor het gastransportnet. Deze
heffing slaat neer bij de gebruikers van gas. Hiervoor is een juridische grondslag
nodig. De juridische grondslag wordt gecreëerd met het voorstel voor de Wet bestrijden
energieleveringscrisis (Wbe). Bij lagere regelgeving onder de Wbe kan de keuze worden
gemaakt nader te specificeren exitpunten op het GTS8-net (gedeeltelijk) te ontzien van de heffing. Hiermee kunnen bepaalde gebruikers
van gas – indien wenselijk – (gedeeltelijk) ontzien worden van de heffing. Het kabinet
hoopt uiterlijk begin 2026 de Wbe ter advies aan de Afdeling advisering van de Raad
van State aan te bieden zodat de wet in 2027 in werking kan treden.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
BIJLAGE INFORMATIEVOORZIENING OP BASIS VAN ARTIKEL 3.1 VAN DE COMPTABILITEITSWET
CW3.1 Lening vulmaatregelen gasopslag
1. Doel(en)
Het doel van de maatregel is om gasopslagen te vullen in lijn met het voorstel voor
regelgeving ingediend door de Europese Commissie om tot verplichte vuldoelen voor
gasopslagen te komen. Het vullen van gasopslagen met het oog op aankomende winter
draagt bij aan de leveringszekerheid.
2. Beleidsinstrument(en)
Om het nationale vuldoel te halen is EBN aangewezen om gas op te slaan voor zover
de markt dat niet doet. Deze vultaak wordt verbreed naar Norg en Grijpskerk. Hier
komt een extra liquiditeitsbehoefte bij kijken vanwege de zogeheten margin calls. EBN moet snel kunnen handelen. De leningsfaciliteit voorziet hierin.
De kans dat hier daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt, is zeer klein, omdat dit
alleen speelt bij extreme prijsbewegingen op korte termijn.
3a. Financiële gevolgen voor het Rijk
Naar verwachting wordt er niet getrokken op de lening voor het gasjaar 2025–2026.
3b. Financiële gevolgen voor maatschappelijke actoren
Niet van toepassing.
4. Nagestreefde doeltreffendheid
EBN moet voldoende liquiditeit tot zijn beschikking hebben om op de beurs te kunnen
handelen om gas te kunnen op slaan.
5. Nagestreefde doelmatigheid
Door te handelen via de beurs met de daarbij horende zekerheden, kan EBN de opslagen
doelmatig, en zonder grote financiële risico’s, vullen.
6. Evaluatieparagraaf
De uitvoering van de vultaak en het gebruik van deze leningsfaciliteit wordt continu
geëvalueerd op doelmatig en doeltreffendheid, ook met het oog op de voorgenomen structurele
vultaak voorzien vanaf 2027 bij de voorziene inwerkingtreding van de Wet bestrijden
energieleveringscrisis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei