Brief regering : Harbersbrief Kansspelen
24 557 Kansspelen
Nr. 274
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2025
In deze brief informeer ik uw Kamer over het doel, de reikwijdte en de opzet van de
in 2026 te verschijnen Periodieke rapportage over het kansspelbeleid in het kader
van artikel 34.2. (Straffen en beschermen), onderdeel van de Strategische Evaluatieagenda
(SEA). Dit betreft de periode van 2019 tot en met 2025 en sluit daarmee aan op de
laatste beleidsdoorlichting van onder andere het kansspelbeleid tot en met 2018.1 De uitkomsten van deze Periodieke rapportage zijn van belang voor het verbeteren
van huidig en nieuw beleid. De brief is als volgt opgebouwd:
1. (Gewijzigde) beleidsuitgangspunten van het kansspelbeleid
2. Ontwikkelingen in de beleidstheorie
3. Financiële onderbouwing
4. Onderzoeksopzet Periodieke rapportage
5. Aansturing Periodieke rapportage, betrokken partijen en externe uitvoering
1. (Gewijzigde) beleidsuitgangspunten kansspelen
Het kansspelbeleid heeft betrekking op verschillende deelmarkten voor kansspelen.
Dit betreft loterijen (goede doelen loterijen, prijzenloterijen, instantloterijen),
landgebonden sportweddenschappen, speelautomaten en casino’s en kansspelen op afstand.
De Wet op de kansspelen en onderliggende lagere regelgeving bieden het wettelijk kader
voor kansspelen.2 Deze wet- en regelgeving voor de verschillende soorten kansspelen is thans gestoeld
op beleidsuitgangspunten uit drie verschillende perioden.
1. Dit betreft de periode van vóór 2011. In deze periode waren de risico’s van kansspelen bepalend voor de invulling van
het beleid en was het uitgangspunt om in beginsel maar één vergunning per soort kansspel
toe te laten. Het doel was de vraag naar kansspelen te leiden naar een beperkt en
door de overheid gereguleerd en gecontroleerd passend aanbod. Het kansspelbeleid kende
drie hoofddoelstellingen, te weten voorkomen van kansspelverslaving, beschermen van
consumenten en tegengaan van fraude en overige criminaliteit.
2. Vanaf 2011 gold een visie op kansspelen waarin de eigen verantwoordelijkheid van de speler en
marktwerking van open markten uitgangspunt waren. Toen is ook een modernisering van
het kansspelbeleid aangekondigd. In deze visie bleven de eerdere hoofddoelstellingen
van het kansspelbeleid behouden. Deze moesten niet langer worden gerealiseerd door
het aanbod te beperken, maar door aan het toegestane aanbod strikte regels en voorwaarden
te stellen en op de naleving daarvan toe te zien. Daarnaast werd door attractief legaal
aanbod van online kansspelen beoogd deelname aan illegale kansspelen te doen afnemen.
De voorgenomen wijzigingen waren het reguleren van kansspelen op afstand, de herinrichting
van het casinoregime en de herijking van het loterijstelsel. Met de oprichting van
de Kansspelautoriteit (Ksa) als onafhankelijk toezichthouder per 1 april 2012 en de
inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand (Wet koa) op 1 april 2021 is gedeeltelijk
invulling gegeven aan de in 2011 aangekondigde modernisering van het kansspelbeleid.3, 4 Gezien de lange looptijd van het wetgevingstraject rond de regulering van kansspelen
op afstand en het implementatietraject daarvan is de verdere modernisering op basis
van de beleidsvisie uit 2011 thans nog niet gerealiseerd.
3. Met ingang van 14 februari 2025 geldt een nieuwe visie op kansspelen die de bescherming van mensen tegen de risico’s
van kansspelen voorop stelt.5 De mate (reikwijdte) van ingrijpen en benodigde bescherming worden daarin afhankelijk
gesteld van het risico dat gepaard gaat met de specifieke kansspelen en/of de mate
waarin de betrokken personen afhankelijk van hun situatie eigen verantwoordelijkheid
kunnen nemen. De insteek uit de vorige visie om zoveel mogelijk voor open markten
te kiezen wordt daarmee dan ook losgelaten. De bescherming van mensen tegen gokschade
prevaleert ten opzichte van het creëren van economische ruimte door open markten.
In de nieuwe visie zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd:
– Bescherming van burgers tegen kansspelgerelateerde schade;
– Tegengaan van kansspelgerelateerde criminaliteit;
– Verhinderen van deelname aan illegaal spel en bestrijding van illegaal aanbod.
Aan de hand van de nieuw geformuleerde doelstellingen en op basis van de tot nu toe
uitgevoerde onderzoeken en evaluaties is vastgesteld dat de wet- en regelgeving voor
de deelmarkt kansspelen op afstand niet voldoet om de geformuleerde doelstellingen
te behalen. Dit volgt uit de evaluatie van de Wet koa en andere ten behoeve van evaluatie
en monitoring opgestelde rapportages over de online kansspelmarkt.6 De algemene conclusie van de onderzoekers is dat de Wet koa tot op heden (nog) niet
heeft bijgedragen aan een dermate verantwoord en controleerbaar kansspelaanbod dat
gesteld kan worden dat de beleidsdoelstellingen van het beleid voor kansspelen op
afstand op korte of lange termijn bereikt zullen worden.7 Daarom volgt een fundamentele herziening van de wet- en regelgeving voor kansspelen
op afstand.
Ten aanzien van de andere deelmarkten voor kansspelen, dan kansspelen op afstand,
worden op dit moment deels nog onderzoeken uitgevoerd. Op basis daarvan kan naar verwachting
voldoende worden vastgesteld in hoeverre beleid en wet- en regelgeving doelmatig en
doeltreffend zijn om de strategische doelen van het vorige en het huidige kansspelbeleid
te behalen.
2. Ontwikkelingen in de beleidstheorie
In de vorige beleidsdoorlichting (2012–2018), waar het kansspelbeleid onderdeel van
uitmaakte, is ten aanzien van kansspelen vooral aandacht besteed aan het uiteenzetten
van de beleidstheorie van het toen geldende beleid, omdat in afwachting van de modernisering
van het kansspelbeleid, uitspraken over de doelrealisatie, doeltreffendheid of doelmatigheid
weinig toegevoegde waarde zouden hebben. Inmiddels is een deel van de beoogde modernisering
tot stand gekomen met de regulering van kansspelen op afstand en is de Wet koa ook
geëvalueerd. De theorie achter het kansspelbeleid als geheel is daarbij niet expliciet
beschreven in één beleidsstuk. Delen zijn opgenomen in beleidsbrieven die in de afgelopen
zes jaar naar de Kamers zijn gestuurd. De beleidstheorie achter de oude beleidsdoelstellingen
blijkt uit de Kamerstukken met betrekking tot de totstandkoming van de Wet koa. Daarbij
was kanalisatie naar legaal aanbod het centrale instrument om te komen tot consumentenbescherming,
verslavingspreventie en het tegengaan van criminaliteit.
De bescherming van mensen tegen kansspel gerelateerde schade wordt in de nieuwe doelstellingen
van februari 2025 meer centraal gesteld. Strenge wet- en regelgeving, meer toezichts-
en handhavingsinstrumenten, de aanpak van illegaal aanbod en preventie activiteiten
zijn de geïdentificeerde instrumenten om in samenhang met elkaar de bescherming van
mensen tegen kansspelgerelateerde schade te realiseren. Daarvoor worden in de nieuwe
visie verschillende indicatoren aangemerkt als relevant voor de vraag in hoeverre
de bescherming van mensen tegen kansspelgerelateerde schade is toegenomen en in hoeverre
dit gerealiseerd is. In een schematische weergave kan de beleidstheorie op hoofdlijnen
als volgt worden weergegeven:
Input
Welke instrumenten worden ingezet?
Activiteiten
Welke activiteiten worden ontplooid?
Output
Welke producten/resultaten worden opgeleverd?
Outcome
Welke doelen worden bereikt?
Impact
Welke verandering moet teweeg worden gebracht?
Financieel:
– Beleidsbudget
– Heffingen Ksa
– Bijdrage verslavingspreventiefonds
Capaciteit:
– Juridische capaciteit
– Beleidscapaciteit
– Toezicht- en handhavingscapaciteit
– Capaciteit vergunningverlening
– ICT-middelen
Overige:
– Capaciteit bij partijen die een rol spelen bij het aanbieden van kansspelen, wetenschap en deskundigen
– Wet- en regelgeving maken
– Preventie activiteiten
– Vergunningverlening
– Toezicht
– Handhaving
– Samenwerking opsporing versterken
– Communicatie (strategie)
– (Strengere) wet- en regelgeving, o.a. handhavings- en toezichtsinstrumenten bij
vergund en illegaal aanbod
– Vergunningen
– Toezichtsonderzoeken, waarschuwingen, dwangsommen en boetes
– Gerichte preventie campagnes
– Alliantie tegen illegaal aanbod
– Minder schade door kansspelen voor individuen, gezinnen en samenleving
– Minder kansspelgerelateerde criminaliteit
– Minder illegaal aanbod en deelname daaraan
– Bescherming burgers tegen kansspelgerelateerde schade
– Tegengaan kansspelgerelateerde criminaliteit
– Verhinderen deelname illegaal spel, bestrijding illegaal aanbod
Met behulp van monitoringsonderzoeken, rapportages en evaluaties zijn ontwikkelingen
in beeld gebracht met betrekking tot de omvang (en toename of afname) van de deelmarkten
in brutospelresultaat, aantallen vergunninghouders spelers en verhouding tot illegaal
aanbod.8 In jaarverslagen geeft de Kansspelautoriteit inzicht in de resultaten van toezicht
en handhaving, zoals opgelegde boetes en dwangsommen. Voorts wordt gemeten hoeveel
reclame wordt gemaakt in de betreffende deelmarkt, hoeveel spelers gemiddeld uitgeven
en er wordt specifiek gekeken naar jongvolwassenen. De Kansspelautoriteit houdt ook
zicht op het aantal mensen dat zich in het uitsluitingsregister Cruks heeft geregistreerd
en hulp heeft gezocht bij het Loket Kansspel. Door middel van bevolkingsonderzoeken
en enquêtes wordt in beeld gebracht wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van risico-
en probleemspelers, spelersvoorkeuren en speelgedrag. Door middel van gerichte onderzoeken
is voorts bijvoorbeeld in beeld gebracht hoe spelers omgaan met speellimieten en hoe
de aanbieders van kansspelen op afstand omgaan met de zorgplicht. Op basis van cijfers
uit het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) wordt in beeld gebracht
hoeveel mensen in behandeling zijn voor gokverslaving. Voor landgebonden kansspelen
worden op dit moment nog onderzoeken uitgevoerd. Voor loterijen zijn in 2020 en 2021
onderzoeken verricht op basis waarvan een toets op doelrealisatie, doeltreffendheid
en doelmatigheid kan plaatsvinden. Daarnaast zijn de evaluaties van de Ksa uit 2022
en de twee evaluaties van de staatsdeelnemingen Nederlandse Loterij en Holland Casino
relevant voor de Periodieke Rapportage. Een overzicht van relevante onderzoeken en
monitoringsrapportages vanaf 2019 is als bijlage gevoegd. Dit overzicht bevat meer
onderzoeken dan in de SEA is weergegeven, omdat de SEA maar een deel van de periode
waar de Periodieke rapportage over gaat beslaat. Voorts zijn met het oog op de komende
wetswijzigingen aanvullende onderzoeken nodig gebleken die ook voor de Periodieke
rapportage relevant zijn.
3. Financiële grondslag
De budgettaire grondslag van deze Periodieke rapportage betreft rijksbegrotingsartikel 34.2.
De uitvoeringskosten van het kansspelbeleid zijn beperkt omdat de kosten voor vergunningverlening,
toezicht, handhaving en verslavingspreventie betaald worden vanuit heffingen bij vergunde
aanbieders van kansspelen. Per 1 oktober 2021 is de kansspelheffing voor alle aanbieders
van kansspelen voor het laatst verhoogd. De verhoging had te maken met een toename
van de kosten die de Kansspelautoriteit moet maken en verschilt per deelmarkt.
De kosten voor het kansspelbeleid zijn in de afgelopen jaren, na de opening van de
markt voor kansspelen op afstand, relatief stabiel gebleven. Het grootste gedeelte
van de uitgaven is besteed aan de implementatie van de Wet koa en het opstellen of
wijzigingen van lagere regelgeving. In dat kader is zowel in 2019 als 2021 aan de
Ksa een bijdrage gedaan voor het financiële tekort. Ook in 2019 is er een bijdrage
gedaan aan de Ksa voor voorbereidende werkzaamheden voor de implementatie van de Wet
koa. Verder is een groot deel van het beleidsbudget gebruikt voor het laten uitvoeren
van onderzoeken en (meerjarige) monitoring van de effecten van het beleid. In beperkte
mate zijn vanuit het beleidsbudget subsidies verstrekt aan initiatieven in het verlengde
van verslavingspreventie. Met de komst van het Verslavingspreventiefonds, dat beheerd
wordt door de Kansspelautoriteit en betaald wordt uit heffingen aan vergunde kansspelaanbieders,
is de noodzaak voor subsidiering vanuit beleidsbudget vooralsnog weggevallen.
Realisatie kansspelen binnen begrotingsartikel 34.2.
Jaar
Opdrachten
Subsidies
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s (KSA)
Totaal kansspelen onder art 34.2.
2019
205.091
2.500
1.200.000
1.407.591
2020
200.634
124.938
3.130.000
3.455.571
2021
193.901
116.050
1.656.000
1.965.951
2022
258.222
27.588
–
285.810
2023
109.485
–
–
109.485
2024
210.433
394.072
–
604.505
2025
850.000
730.796
–
1.580.796
4. Onderzoeksopzet Periodieke rapportage
Reikwijdte
Het doel van de komende Periodieke rapportage is het verkrijgen van inzicht in de
doeltreffendheid en doelmatigheid van het kansspelbeleid, met bijzondere aandacht
voor de mate en wijze waarop het gevoerde beleid heeft bijgedragen aan het behalen
van de doelstellingen van de nieuwe beleidsvisie op kansspelen van 14 februari 2025.
Aanvullend kan inzicht worden geboden in hoeverre op basis van de beleidslogica en
de uitvoeringspraktijk kan worden verwacht dat doelen uit de nieuwe beleidsvisie worden
bereikt. De evaluatie richt zich op de periode 2019–2025 en omvat alle kansspelen:
zowel online als fysieke kansspelen, van loterijen tot casinospellen. Daarbij zal
in de rapportage de nadruk liggen op de andere kansspelproducten dan kansspelen op
afstand. In de afgelopen vier jaren is in navolging van de opening van de gereguleerde
online markt en de daarop volgende monitoring en evaluatie reeds veel aandacht besteed
aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid ten aanzien van kansspelen
op afstand. De uitkomsten van de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand en annexe
onderzoeken zullen in samenvattende zin en ten behoeve van het overkoepelende beeld
worden meegenomen in de Periodieke rapportage.
Het onderzoek wordt drieledig ingevuld. Allereerst wordt bezien in hoeverre het beleid
in de periode van 2019 tot 2025 heeft bijgedragen aan het behalen van de destijds
van toepassing zijnde doelen van het kansspelbeleid. Dit gaat om de doelstellingen
uit de oude visie, die golden van 2011 tot 2025. In de Periodieke rapportage zullen
de theorieën die ten grondslag hebben gelegen aan het beleid op basis van Kamerstukken
worden gereconstrueerd om te verklaren of en hoe het beleid doeltreffend en doelmatig
is geweest, omdat voor deze periode niet expliciet de beleidstheorie is ontwikkeld.
Daarbij is het van belang rekening te houden met het gegeven dat de Wet koa al is
geëvalueerd en terugkijken vooral relevant is voor de andere deelmarkten.
Ten tweede wordt geëvalueerd in hoeverre het beleid in de periode van 2019 tot 2025
heeft bijgedragen aan het behalen van de in 2025 opnieuw geformuleerde doelstellingen
en uitgangspunten van het kansspelbeleid. Hiermee wordt in feite met een andere bril
terug gekeken naar de uitvoering van het kansspelbeleid in de afgelopen jaren. Ten
aanzien van de doelstelling om gokschade te voorkomen is het mogelijk dat nog niet
alle aspecten van gokschade in beeld kunnen worden gebracht, aangezien de focus in
de monitoring gericht was op de ontwikkelingen rond verslaving. Ten aanzien van de
omvang en ontwikkelingen van illegaal aanbod en deelname daaraan zullen daarnaast
mogelijk beperkt conclusies kunnen worden getrokken, omdat de aard en omvang van illegaal
aanbod per definitie lastig meetbaar is. Op basis van beschikbare onderzoeken kunnen
wel trends worden onderkend. Het is daarom van belang om richting een volgende Periodieke
rapportage kansspelen in de meerjarige evaluatieplanning rekening te houden met de
informatiebehoefte voor het evalueren van gokschade en illegaal aanbod.
Ten derde beziet de Periodieke rapportage in hoeverre de subdoelstellingen van de
nieuwe visie voldoende scherp en concreet zijn geformuleerd en geoperationaliseerd.
Mijn ambitie is er op gericht om de trend te keren dat meer mensen risico lopen op
schade door deelname aan kansspelen en dat meer geld wordt besteed bij illegale kansspelaanbieders.
Tegelijkertijd werk ik aan het verder operationaliseren van de nieuwe doelstellingen
in concrete meetbare indicatoren om vervolgens de effecten van de beleidswijzigingen
en de realisatie van de doelstellingen in de toekomst te kunnen meten. Deze aspecten
worden in het komende half jaar uitgewerkt om in de Periodieke rapportage van het
kansspelbeleid in 2026 zoveel mogelijk mee te kunnen worden genomen.
Hiermee wordt opvolging gegeven aan een kritiekpunt uit de vorige evaluatie: «Waarschijnlijk
zijn doelstellingen en de stappen die naar verwachting nodig zijn om die doelstellingen
te bereiken wel helder voor betrokkenen bij het beleidsproces, maar deze worden niet
(altijd) vooraf geëxpliciteerd en vastgelegd. Daarnaast zijn sommige doelstellingen
abstract en zonder eindpunt geformuleerd, terwijl het Integraal Afwegingskader voor
Beleid en Regelgeving (IAK) vraagt om het SMART formuleren van beleidsdoelstellingen.»9
Opzet van het onderzoek
In het onderzoek zal ten eerste een beleidsreconstructie worden opgesteld. Voorts
wordt teruggekeken op het beleid (hoe was het?), welke resultaten zijn bereikt tegen
welke kosten (hoe doeltreffend en doelmatig was het?) en worden de mogelijkheden voor
verbetering geïnventariseerd (kan het doelmatiger en effectiever?) met behulp van
een synthese uit de evaluaties, onderzoeken en monitoringsrapportages. Zie voor een
overzicht van reeds uitgevoerde en nog lopende onderzoeken het bijgevoegde overzicht.
Daarbij is van belang te vermelden dat een aantal onderzoeken, met name ook naar het
landgebonden aanbod van kansspelen, momenteel worden uitgevoerd en pas in de loop
van 2025 worden afgerond. Vervolgens worden beleidsscenario’s uitgewerkt voor de toekomst
(welke beleidsveranderingen zijn nodig en hoe zijn deze het best te realiseren?).
Daarbij is een uitwerking voor beleidsopties voor landgebonden kansspelen vooral van
belang, omdat daar in de beleidsontwikkeling in de afgelopen jaren het minste aandacht
aan is besteed.
Vraagstelling
De evaluatie van het kansspelbeleid in de Periodieke rapportage moet inzicht geven
in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het kansspelbeleid over de periode 2019–2025,
middels de volgende onderdelen:
– Een meerjarige beschrijving van de ontwikkeling van de gehanteerde beleidstheorie,
het ingezette beleidsinstrumentarium en de uitvoering van het beleid. Daarbij dient
er rekening gehouden te worden dat wet- en regelgeving gestoeld is op verschillende
beleidsvisies, en daaruit voortvloeiend verschillende uitgangspunten.
– Een overzicht van de inzichten in doeltreffendheid en doelmatigheid van de ingezette
beleidsinstrumenten afzonderlijk en als geheel.
– De mate en wijze waarop het beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen
volgens de oude beleidsvisie:
a. de mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan het beschermen van
mensen tegen kansspelverslaving (in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare groepen
zoals minderjarigen en jongvolwassenen);
b. de mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan consumentenbescherming;
c. de mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan het voorkomen van
kansspelgerelateerde criminaliteit (in het bijzonder ten aanzien van fraude en witwassen);
d. de mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan kanalisatie van spelers
naar legaal aanbod;
– De mate en wijze waarop het beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen
volgens de nieuwe beleidsvisie:
a. de mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan de bescherming van
burgers tegen kansspelgerelateerde schade (in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare
groepen zoals minderjarigen en jongvolwassenen);
b. De mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan het tegengaan van
kansspelgerelateerde criminaliteit;
c. De mate en wijze waarop het kansspelbeleid heeft bijgedragen aan het verhinderen van
deelname aan illegaal spel en bestrijding van illegaal aanbod;
– Wat zijn de onbedoelde effecten van maatregelen en de wet- en regelgeving met betrekking
tot het kansspelbeleid?
– Welke knelpunten doen zich voor in de uitvoering van het beleid ten aanzien van de
drie nieuwe doelstellingen?10
– In hoeverre kan op basis van de beleidslogica en de uitvoeringspraktijk worden verwacht
dat bepaalde doelen uit de nieuwe beleidsvisie (niet) worden bereikt? Bij beantwoording
van deze vraag zal vooral worden gekeken naar de nieuwe doelstellingen, aangezien
het antwoord op de vraag van belang is voor toekomstig beleid en het van belang is
daarbij van de huidige doelstellingen uit te gaan.
– Wat zijn de lessen voor het vergroten van de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en
doelmatigheid van het beleid? Daarbij worden mogelijkheden beschreven voor het vergroten
van doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid bij een gelijkblijvende inzet
van financiële middelen. Daarbij wordt een scenario opgesteld met een besparing van
20%. De omvang van het beleidsbudget voor kansspelbeleid is wel zodanig beperkt, dat
met een besparing van 20% geen relevante beleidswijziging tot stand zal kunnen worden
gebracht.
– Zijn er nog kennis- en inzichtslacunes met het oog op verdere verbetering in het inzicht
in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het kansspelbeleid?
– Zijn de (sub)doelstellingen van het kansspelbeleid in voldoende mate geoperationaliseerd
om in de toekomst, na verder uitwerking van het beleid, uitspraken over doelmatigheid
en doeltreffendheid te kunnen doen?
Bij beantwoording van deze vragen zal rekening gehouden moeten worden met het feit
dat ten aanzien van kansspelen op afstand al een voorstel tot wetswijziging wordt
opgesteld naar aanleiding van de evaluatie van de Wet koa. Bij het opstellen van de
beleidsscenario’s voor het bredere kansspelbeleid zal hier eveneens rekening mee moeten
worden gehouden.
5. Aansturing Periodieke rapportage, betrokken partijen en externe uitvoering
De periodieke rapportage wordt uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau, waarvoor
op korte termijn een wervingsprocedure zal worden gestart. Op basis van de onderzoeken
en rapportage, vermeld in bijlage 1, kan meerjarig worden vastgesteld hoeveel mensen
gokken, aan welke gokspellen zij deelnemen en in hoeverre spelers risicovol gokgedrag
vertonen. Voorts kan worden vastgesteld wat de omvang van de verschillende deelmarkten
voor kansspelen is en hoe zich de legale tot de illegale markt verhoudt.
Ten slotte kan inzicht worden verkregen in specifieke onderwerpen die effect hebben
op het behalen van de doelstellingen, zoals reclame. Een analyse van de beschikbare
onderzoeken en rapportages kan worden aangevuld door interviews te houden met enkele
belanghebbenden, zoals de Ksa of het Trimbos.
Het onderzoek wordt begeleid door een commissie onder leiding van een onafhankelijke
voorzitter uit de wetenschap. De begeleidingscommissie zal bestaan uit een multidisciplinair
team uit de praktijk en wetenschap. De begeleidingscommissie moet de kwaliteit van
het onderzoek en de opgeleverde producten waarborgen.
In afstemming met het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) wordt een
onafhankelijke deskundige aangetrokken voor de borging van de kwaliteit van de Periodieke
rapportage. Aan de onafhankelijke deskundige worden de onderzoeksopzet en producten
voorgelegd ter toetsing op validiteit en betrouwbaarheid. De beoordelingen worden
meegestuurd met de Periodieke Rapportage.
De volgende planning wordt voorlopig aangehouden:
Fase
Wanneer
Wat
Informeren Kamer
September 2025
Harbersbrief
Uitvoering PR
Augustus/September 2025
Selectie onderzoeksbureau en opstellen onderzoeksplan
Oktober 2025
Start onderzoek
Oktober 2025 tot september 2026
Doorlopend afstemming begeleidingscommissie en betrekken onafhankelijk deskundige
September 2026
Ontvangst periodieke rapportage +
Oordeel onafhankelijke deskundige opvragen en toevoegen
Oktober/November 2026
Opstellen kabinetsreactie, aanbieding PR aan Staatssecretaris, bespreking in relevante
onderraden en MR
December 2026
Verzending naar Tweede Kamer en publicatie PR
Leren en verbeteren
z.s.m. na afronding
Beleidsverbeteringen in gang zetten, bredere lessen borgen, nieuwe SEA opstellen
Ik streef ernaar uw Kamer de Periodieke rapportage over het kansspelbeleid eind 2026
samen met de beleidsreactie te doen toekomen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A.C.L. Rutte
Indieners
-
Indiener
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid