Brief regering : Resultaten Evaluatieonderzoek Toegepast Onderzoek Organisaties (TO2) over de periode 2020 tm 2023
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 694
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2025
In de Visie op het Toegepast Onderzoek (Kamerstuk 32 637, nr. 68) heeft het kabinet toegezegd om de organisaties voor toegepast onderzoek (TO2)1 elke vier jaar te evalueren op kwaliteit en impact van het onderzoek en op de vitaliteit
van de instituten. Hiernaast dienen rijksbijdragen periodiek geëvalueerd te worden
op doeltreffendheid en doelmatigheid2.
De vorige evaluatie vond plaats in de jaren 2020 en 2021 (rapportage op 29 april 2021)
en richtte zich op de periode 2016–2019 (Kamerstuk 32 637, nr. 453). De afgelopen tijd zijn de TO2-instellingen opnieuw geëvalueerd, over de jaren 2020–2023,
waarvoor ik op 15 december 20243 de evaluatiecommissie TO2 heb ingesteld. Deze evaluatiecommissie is ondersteund door
de bureaus Dialogic, Technopolis en SEO Economisch Onderzoek. Op 29 april 2025 heeft
deze commissie haar rapporten aan mij aangeboden.
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur (LVVN) als verantwoordelijk Minister voor Wageningen Research, de rapporten
toe. Het gaat daarbij om vijf instellingsrapporten (één per TO2), een econometrisch
rapport getitled «Toegepast onderzoek voor en met bedrijven – de impact van toegepast onderzoek organisaties
(TO2’s) op het bedrijfsleven» en het overkoepelend rapport over de gehele TO2-portfolio getiteld «Toegepast onderzoek voor de toekomst – Voor maatschappelijke missies en versterking
concurrentievermogen».
Aanpak TO2-evaluatie
De evaluatiecommissie, onder voorzitterschap van prof. dr. Stan Gielen, is tot de
bevindingen en aanbevelingen gekomen op basis van aangeleverde kwantitatieve informatie,
zelfevaluaties, audits en evaluaties van eerdere externe commissies. Ook heeft de
commissie elke TO2-instelling bezocht waarbij is gesproken met het management, medewerkers
en stakeholders van elke TO2-instelling. De aanpak hiervoor is beschreven in het Evaluatie-
en Monitoringskader Toegepast Onderzoek dat specifiek voor de evaluatie van TO2-instellingen
is ontwikkeld4. Hiernaast heeft de commissie aanvullende vragen beantwoord die voor deze evaluatie
waren meegegeven, en heeft ze de rijksbijdrage geëvalueerd. Ik ben de evaluatiecommissie
zeer erkentelijk voor haar werk.
Uitkomsten en aanbevelingen
Uit de rapporten blijkt onder meer dat over de hele linie de kwaliteit en impact van
het werk van de instellingen goed tot zeer goed is, en op onderdelen tot de wereldtop
van het betreffende vakgebied behoort. De evaluatiecommissie constateert dat met deze
kennis en kunde de TO2-instellingen een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij
en de innovatiekracht en de concurrentiepositie van ons bedrijfsleven. Verder wordt
bevestigd dat de TO2-instituten een belangrijke en onmisbare rol in de het Nederlandse
kennisecosysteem vervullen. De vitaliteit van de TO2-instellingen wordt over het algemeen
goed bevonden, maar er wordt wel geconstateerd dat dit onder druk staat vanwege financiële
uitdagingen. De evaluatiecommissie concludeert dat de rijksbijdrage aan de instituten
doeltreffend en doelmatig is ingezet.
De rapporten bevatten naast aanbevelingen aan elk van de instellingen ook aanbevelingen
aan de overheid. De evaluatiecommissie kaart daarin enkele onderwerpen aan die van
belang zijn voor het goed blijven functioneren van de instituten, zoals de financiering
van onderzoeksfaciliteiten waarvoor op dit moment een structurele oplossing ontbreekt.
Een ander knelpunt is de financiële druk op de TO2-instituten in het algemeen (o.a.
door stijgende kosten en inflatie), waardoor de uitvoering van hun taken in het gedrang
kan komen. De commissie beveelt de overheid en de TO2-instituten gezamenlijk aan om
te reflecteren op hoe de doelen en taken van de instituten nog beter aangesloten kunnen
worden op toekomstige ontwikkelingen.
Ik vind het belangrijk om te reageren op de geïdentificeerde knelpunten en voorgestelde
aanbevelingen op een manier die recht doet aan het werk van de evaluatiecommissie.
Dat vergt onder andere afstemming met alle betrokken departementen. Daarom zal ik
mijn reactie later dit jaar toesturen. Ik acht het echter van belang dat u eerder
al kennis kunt nemen van de rapporten en stuur ze u daarom nu toe.
Tot slot
Op mijn verzoek stellen alle vijf TO2-instellingen op dit moment elk een nieuw strategisch
plan op voor de periode 2026–2029, en een gezamenlijk strategisch kader van de TO2-federatie.
Voor Wageningen Research, die zijn strategische plan 2025–2028 al heeft opgesteld,
zal de uitkomst van deze evaluatie worden meegenomen in een addendum op het strategische
plan van WUR.
Ik streef ernaar om uiterlijk in het derde kwartaal van dit jaar een reactie te geven
op zowel de evaluatie als op de nieuwe strategische plannen van de instellingen en
het strategisch kader van de TO2-federatie.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken