Brief regering : Verzamelbrief kinderopvang in Caribisch Nederland
31 322 Kinderopvang
Nr. 556
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2025
1. Inleiding
Goede kinderopvang is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind en maakt het mogelijk
dat ouders kunnen werken. Anders dan in Europees Nederland was er voor de kinderopvang
in Caribisch Nederland nog geen wettelijke regeling. De kinderopvang was vanaf 10–10-«10
een eilandelijke verantwoordelijkheid, die met een beperkt budget en voor een groot
deel vanuit de eigen eilandelijke middelen moest worden ingevuld. De kinderopvang
was veelal van beperkte kwaliteit en (relatief) duur voor de gezinnen die de kinderopvang
juist nodig hebben. Daarom hebben de openbare lichamen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius
samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport begin 2019 besloten om de
kinderopvang op de eilanden structureel te verbeteren en de kinderopvang voor alle
ouders financieel toegankelijk te maken. Het programma BES(t) 4 kids is ingericht
om onder meer wet- en regelgeving te ontwikkelen en op de eilanden concrete stappen
te zetten richting kwalitatief goede en toegankelijke kinderopvang.
In deze brief informeer ik uw Kamer over de volgende onderwerpen
– Mijn beleidsreactie op het rapport van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de
inspectie) naar de kwaliteit van de kinderopvang op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
in 2024.
– De stand van zaken van de wet- en regelgeving: de Wet kinderopvang BES (hierna: Wko
BES), het ontwerpbesluit kinderopvang BES (hierna: ontwerpbesluit), de contouren van
de ministeriële regeling BES (hierna: ministeriële regeling) en de eilandelijke verordeningen.
– De monitorbezoeken door Uitvoering van Beleid (hierna: UVB) gericht op de administratie
van kinderopvangorganisaties.
2. Rapport Kwaliteit van de kinderopvang op Bonaire, Saba en Sint Eustatius in 2024
Op 15 april 2025 heb ik het rapport over de kwaliteit van de kinderopvang op Bonaire,
Saba en Sint Eustatius van de inspectie ontvangen. In dit rapport deelt de inspectie
de uitkomsten van het onderzoek naar de kwaliteit van de kinderopvang in 2024.
De inspectie ziet dat de kwaliteit van de kinderopvang in Caribisch Nederland op verschillende
vlakken is verbeterd. Tegelijkertijd is verdere verbetering nodig. Ik realiseer me
dat dit een langdurig proces is. De inspectie adviseert het Rijk om houders en pedagogisch
medewerkers te blijven ondersteunen en (bij) te scholen in de aanloop naar de inwerkingtreding
van de Wko BES. Ook vraagt zij aandacht voor betere arbeidsvoorwaarden, zodat de sector
aantrekkelijker wordt voor werknemers. Ik onderschrijf deze aanbevelingen. Er wordt
gewerkt aan een structurele ondersteuningsstructuur, er wordt op verschillende manieren
voorlichting gegeven over de nieuwe wet- en regelgeving en het programma BES(t) 4
kids loopt in elk geval door tot 2028. Voor het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden
kan het programma BES(t) 4 kids een faciliterende rol vervullen.
2.1 Context
Inspectie als toezichthouder voor kinderopvang
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wko BES houdt de inspectie sinds 2020
toezicht op de kwaliteitseisen uit de eilandsverordeningen, in samenwerking met lokale
inspecteurs. De inspectie draagt de eindverantwoordelijkheid. De inspectie heeft hiervoor
een waarderingskader ontwikkeld. Het waarderingskader bestaat uit 4 kwaliteitsgebieden
en 12 standaarden.
Eerdere onderzoeken
In 2021–2022 deed de inspectie een eerste meting1 van de kwaliteit van de kinderopvang op Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Ook deed
de inspectie in 2023 een tweede meting2 van de kwaliteit.
Het onderzoek in 2024
In 2024 onderzocht de inspectie voor de derde keer de kwaliteit van de kinderopvang
op Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de ontwikkeling daarvan. De inspectie heeft
80 locaties voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang onderzocht. De
inspectie onderzocht of kinderopvangorganisaties voldeden aan eisen op het gebied
van administratie, personeel en accommodatie. Ook onderzocht de inspectie of kinderen
voldoende werden gestimuleerd, of de veiligheid en gezondheid van kinderen gewaarborgd
waren en of de leiding stuurde op verbetering van de kwaliteit. De inspectie vergelijkt
in het rapport de uitkomsten van de meting in 2024 met de meting in 2023. Verder beschrijft
het rapport de kwaliteit van 6 nieuwe locaties.
2.2 Bevindingen
Conclusie: Kwaliteit verbetert, maar verdere stappen nodig
In het rapport concludeert de inspectie dat de kwaliteit van de kinderopvang in Caribisch
Nederland afgelopen jaar op verschillende vlakken is verbeterd. Op de meeste locaties
gaat de kwaliteit stap voor stap vooruit. Ook zoeken locaties steeds meer de samenwerking
met andere partijen op, zoals pedagogische coaches of zogenoemde twinningpartners
uit Europees Nederland. 14 locaties voldoen aan bijna alle eisen voor administratie,
personeel en accommodatie en veiligheid en gezondheid. 7 locaties voldoen aan bijna
alle eisen. Er zijn enkele locaties die aan weinig eisen voldoen.
Tegelijkertijd constateert de inspectie dat de kwaliteit van de kinderopvang op de
locaties verder moet verbeteren. Op veel locaties zijn belangrijke zaken nog niet
op orde.
Wat gaat goed?
De inspectie constateert dat steeds meer medewerkers beschikken over een geldige VOG,
wat bijdraagt aan de veiligheid van kinderen. Ook stijgt het opleidingsniveau van
beroepskrachten. Er zijn meer beroepskrachten op mbo-4 niveau geschoold en er is een
toename in het volgen van kinder-EHBO-trainingen. Op pedagogisch-educatief gebied
worden kinderen vaker spelenderwijs uitgedaagd en gestimuleerd in hun zelfstandigheid.
Daarnaast zorgen leidinggevenden op de meeste locaties voor een professionele kwaliteitscultuur.
Steeds meer locaties volgen de ontwikkeling van kinderen en bieden ondersteuning waar
nodig.
Wat moet beter?
Het merendeel van kinderopvanglocaties in Caribisch Nederland voldoet nog niet aan
alle voorwaarden uit de exploitatievergunning, onder andere op het gebied van pedagogisch
beleid. Van de 6 nieuwe locaties voldoen er 2 niet aan de gestelde voorwaarden. Daarnaast
zijn binnen- en buitenruimtes niet altijd veilig, toegankelijk en passend ingericht
voor het aantal en de leeftijd van de kinderen. Op bijna een vijfde van de locaties
wordt de ontwikkeling van kinderen nog te weinig gestimuleerd of wordt er niet op
een positieve manier omgegaan met de kinderen. Oftewel: het pedagogische klimaat is
op bijna een vijfde van de locaties niet op orde. Ook ontbreekt bij veel locaties
een compleet veiligheids- en gezondheidsbeleid. Dit betekent dat niet alle vereiste
onderdelen in dit plan zijn opgenomen. Te denken valt aan bijvoorbeeld een plan van
aanpak om risico’s in te perken. Alhoewel steeds meer locaties voldoen aan de eisen
voor personeel, geldt dat op ruim een kwart van de locaties niet iedere dag een volwassene
aanwezig is die gekwalificeerd is om eerste hulp aan kinderen te verlenen.
2.3 Reactie op bevindingen
Kwaliteitsverbetering in de kinderopvang
Het is positief dat de inspectie heeft vastgesteld dat sommige locaties inmiddels
aan bijna alle eisen voldoen en dat steeds meer locaties de samenwerking opzoeken
met andere partijen zoals pedagogische coaches. Ik wil iedereen bedanken die heeft
bijgedragen aan deze vooruitgang. Tegelijkertijd is de conclusie uit het rapport helder:
verdere verbetering blijft noodzakelijk. Op veel locaties zijn belangrijke zaken,
de binnen- en buitenruimte en het pedagogisch klimaat, nog niet op het gewenste niveau.
Dit moet beter. Ik ga met de openbare lichamen in gesprek over wat er nodig is om
deze belangrijke zaken op orde te brengen. In deze paragraaf bespreek ik concrete
maatregelen die nodig zijn om de kwaliteit van de kinderopvang verder te verbeteren.
Het realiseren van de gewenste kwaliteitsslag vraagt de nodige tijd en blijft de komende
jaren een prioriteit. Er is weinig ruimte om nieuwe initiatieven te ontplooien. Kinderopvangorganisaties
zetten zich vooral volledig in om eerst de kwaliteit te verbeteren. Dat maakt dat
ik vooralsnog geen verzoeken uit de praktijk heb ontvangen om te innoveren met kinderopvang
(motie White3). Mochten deze verzoeken via het programma BES(t) 4 Kids worden gedaan, dan ben ik
uiteraard bereid om daaraan mee te werken. Hiermee beschouw ik de motie van het lid
White als afgehandeld.
Voorwaarden exploitatievergunning
De inspectie adviseert de bestuurscolleges van de openbare lichamen om «streng aan
de poort» te blijven. Dit betekent dat alleen kinderopvangorganisaties die aan de
basiskwaliteiten voldoen een exploitatievergunning krijgen. Zonder die toets vooraf
blijft het een uitdaging om de kwaliteit van het kinderopvangstelsel structureel te
verbeteren. Ik deel de constatering van de inspectie dat «streng aan de poort» blijven
noodzakelijk is. Mijn voorganger heeft uw Kamer toegezegd om met de bestuurscolleges
hierover in gesprek te gaan. De bestuurscolleges hebben laten weten dit te ondersteunen
en te werken aan de uitvoering. Ze hebben mij bovendien opnieuw verzekerd dat in de
toekomst alleen kinderopvangorganisaties die aan de eisen van de exploitatievergunning
voldoen een vergunning zullen krijgen, ook als dit betekent dat de wachtlijsten langer
worden. Kwaliteit staat voorop.
Veilige, toegankelijke en passend ingerichte ruimtes
Huisvesting blijft een uitdaging in de kinderopvang. In de verzamelbrief van april
2024 bent u daarover geïnformeerd.4 Veel locaties zijn gevestigd in woonhuizen, waarvan een deel gehuurd wordt, wat aanpassingen
moeilijk maakt.
In de brief is een aantal maatregelen aangekondigd dat kinderopvangorganisaties enige
flexibiliteit biedt om aan de huisvestingseisen te voldoen, zonder concessies te doen
aan de kwaliteit. Concreet gaat het om:
– Het (gedeeltelijk) en onder voorwaarden meerekenen van de «porch» (veranda) als binnenruimte.
– Tot 2031 hanteren van 2,5 m2 per kind binnenruimte voor de buitenschoolse opvang (bso) in plaats van de standaard
3 m2.
Deze maatregelen worden uitgewerkt in het ontwerpbesluit kinderopvang BES.
Pedagogisch klimaat
Een positief pedagogisch klimaat is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen.
Uit het rapport blijkt echter dat op bijna een vijfde van de locaties kinderen onvoldoende
positief benaderd worden en dat hun ontwikkeling te weinig wordt gestimuleerd. Dit
kan en moet beter. Daarbij is het van belang dat kinderopvangorganisaties hierin worden
ondersteund. Vanuit het programma BES(t) 4 kids zijn kinderopvangorganisaties vanaf
1 januari 2026 verplicht een programma voor voorschoolse educatie te gebruiken dat
de ontwikkeling van kinderen spelenderwijs stimuleert passend bij de ontwikkelfase
waarin kinderen zich bevinden. Daarnaast is een twinningprogramma opgezet, waarbij
kinderopvangorganisaties worden gekoppeld aan een twinningpartner uit Europees Nederland
om kennis en ervaring uit te wisselen. De twinningpartners bieden ondersteuning op
dit gebied. Ook kunnen organisaties ondersteuning krijgen van pedagogische coaches
die pedagogisch medewerkers handvatten kunnen geven hoe het pedagogisch handelen te
verbeteren. Verder zijn er steeds meer medewerkers met een mbo-4 opleiding die specifiek
is gericht op het signaleren van leer- en ontwikkelingsachterstanden, wat bijdraagt
aan de vroege herkenning en passende ondersteuning van kinderen.
Veiligheids- en gezondheidsplan
De meeste locaties (52) hebben geen compleet veiligheids- en gezondheidsplan. Dat
betekent dat zij niet alle vereiste onderdelen in dit plan hebben opgenomen. Er ontbreekt
bijvoorbeeld een plan van aanpak om risico’s in te perken.
Voor het borgen van de veiligheid van de kinderen is een veiligheids- en gezondheidsplan
van belang. Ik roep de kinderopvangorganisaties op om dit te verbeteren. Daarbij zie
ik ook een rol voor mij weggelegd in het kader van het overkoepelend deel van de ondersteuningsstructuur.
In paragraaf 2.4 ga ik daar nader op in.
Opleidingseisen personeel
Het is positief dat inmiddels meer beroepskrachten een EHBO-training hebben gevolgd
dan in 2023. Tegelijkertijd blijkt dat op ruim een kwart van de locaties niet dagelijks
een volwassene aanwezig is die gekwalificeerd is om eerste hulp aan kinderen te verlenen.
Gezien de risico's die dit met zich meebrengt voor de veiligheid van kinderen, is
het van groot belang dat er op iedere locatie dagelijks een gekwalificeerd persoon
aanwezig is die eerste hulp kan verlenen kinderen. Om dit zo spoedig mogelijk te realiseren,
ga ik hierover in gesprek met kinderopvangorganisaties.
2.4 Aanbevelingen
Naar aanleiding van de bevindingen vraagt de inspectie aan het Rijk en het programma
BES(t) 4 kids:
– Blijf de houders en pedagogisch medewerkers de komende jaren ondersteunen en (bij)scholen
om te voldoen aan de (nieuwe) eisen als de Wet kinderopvang BES in werking treedt.
– Zet in op een aantrekkelijke kinderopvangsector voor werknemers. Draag vanuit de eigen
rollen bij aan het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden voor de kinderopvang op de
eilanden.
Ik onderschrijf deze aanbevelingen. Wat betreft de ondersteuning van de houders en
pedagogisch medewerkers zetten we in op een structurele en samenhangende ondersteuningsstructuur,
wordt er op diverse manieren voorlichting gegeven en gecommuniceerd over de nieuwe
wet- en regelgeving en loopt het programma BES(t) 4 kids in ieder geval tot 2028.
Voor het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden zijn er diverse afspraken gemaakt.
Ondersteuning randvoorwaardelijk
Met de Wko BES worden de openbare lichamen verantwoordelijk voor het inrichten van
een ondersteuningsstructuur voor de kinderopvangorganisaties. In het kader van het
programma BES(t) 4 kids zijn de openbare lichamen al eerder gestart met een brede
ondersteuning van de organisaties. De openbare lichamen streven er naar de structurele
en samenhangende ondersteuningsstructuur in het najaar operationeel te hebben.
Ook hebben zij eerder de wens uitgesproken om de ondersteuningsstructuur op een overkoepelend
niveau vorm te geven, om zo gezamenlijk gedeelde uitdagingen waarvoor zij staan op
te pakken. Het kabinet heeft middelen beschikbaar gesteld voor het opzetten hiervan.
Het overkoepelend deel van de ondersteuningsstructuur krijgt de vorm van een online
trainingsdatabase waar professionals in de kinderopvang trainingsmaterialen, hulpmiddelen en tools
kunnen vinden die betrekking hebben op de implementatie van de wet- en regelgeving
en het professionaliseren van de sector. Denk daarbij aan bijvoorbeeld een format
voor het schrijven van een veiligheids- en gezondheidsplan en voorbeeldaanvraagformulieren.
Ook zal het omgaan en werken met persoonsgegevens een belangrijk onderwerp zijn dat
in de overkoepelende ondersteuningsstructuur nader wordt uitgewerkt. Dit wordt in
de komende maanden verder uitgewerkt, met als verwachting dat de eerste thema’s in
het najaar van 2025 worden gelanceerd.
Verder kunnen de kinderopvangorganisaties die dat nodig hebben en wenselijk vinden
gebruikmaken van administratieve ondersteuning om zo aan de administratieve verplichtingen
te kunnen voldoen (zie hoofdstuk 4).
Communicatie is een prioriteit
Vanuit het programma BES(t) 4 kids zullen aanvullende activiteiten gericht op de implementatie
van de Wko BES op de eilanden worden ondersteund. Zo is communicatie de komende jaren
een prioriteit. Er wordt gewerkt aan een communicatietraject rondom de regels die
voortvloeien uit de Wko BES, het ontwerpbesluit, de ministeriële regeling en de eilandsverordeningen.
De bestuurscolleges van de eilanden zijn hierbij betrokken en hebben meegedacht over
de invulling van het communicatietraject. Alle stakeholders zijn per eiland geïdentificeerd
en per doelgroep is vastgesteld over welke onderwerpen gecommuniceerd moet worden.
Ook de te gebruiken communicatiemiddelen zijn duidelijk gedefinieerd. Hierbij kan
gedacht worden aan een handboek met alle kwaliteitseisen, animatiefilms, voorlichtingssessies
in samenwerking met de inspectie, persberichten en folders. Daarnaast zal de RCN-unit
SZW, uitvoerder van de financiering, voor kinderopvangorganisaties voorlichting verzorgen
over de financiering.
Programma BES(t) 4 kids
Uw Kamer vraagt in de motie van het lid White (GroenLinks-PvdA)5 het kabinet om samen met de eilanden een plan van aanpak te maken voor het verbeteren
van het onderwijs en de voor- en naschoolse opvang. Binnen het programma BES(t) 4
Kids wordt hier sinds 2018 aan gewerkt. Dit programma is een intensieve samenwerking
tussen de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de ministeries SZW,
OCW, VWS en BZK, en richt zich specifiek op het bieden van kwalitatief goede, veilige
en toegankelijke dagopvang en buitenschoolse opvang. Het programma BES(t) 4 kids loopt
in ieder geval tot 2028.
Arbeidsvoorwaarden
De inspectie beveelt aan om in te zetten op een aantrekkelijke kinderopvangsector
voor werknemers en om vanuit ieders eigen rol bij te dragen aan de verbetering van
de arbeidsvoorwaarden voor de kinderopvang op de eilanden. De primaire verantwoordelijkheid
hiervoor ligt bij werkgevers en werknemers. Op verzoek van de eilanden kan het programma
BES(t) 4 kids een faciliterende rol vervullen. Zo heeft het programma in het verleden
al richtlijnen laten opstellen voor functies en salarisschalen.
2.5 Conclusie en vervolg
Het rapport bevestigt het beeld dat eerder met uw Kamer is gedeeld: het behalen van
het gewenste kwaliteitsniveau van de kinderopvang in Caribisch Nederland is een zaak
van lange adem. De kinderopvangorganisaties zijn vastbesloten en bereid om de kwaliteit
te blijven verbeteren, wat mij vertrouwen geeft in de toekomst. Samen met de bestuurscolleges
van de openbare lichamen zal ik mij blijven inzetten om de kwaliteit van de kinderopvang
te verbeteren. De kinderen op Caribisch Nederland hebben recht op kwalitatief goede
kinderopvang.
In 2025 onderzoekt de inspectie opnieuw de kwaliteit van de kinderopvang op Bonaire,
Saba en Sint Eustatius, gebaseerd op het huidige onderzoekskader. Ik kijk uit naar
de uitkomsten. Ik zal uw Kamer in het voorjaar van 2026 weer informeren over de kwaliteit
van de kinderopvang op Caribisch Nederland.
3. Stand van zaken regelgeving: ontwerpbesluit, ministeriële regeling en eilandelijke
verordeningen
Een belangrijke stap in het verankeren van kwalitatief goede en toegankelijke kinderopvang
in Caribisch Nederland is de implementatie van de wet- en regelgeving. Op 4 juni 2024
is de Wko BES gepubliceerd.6 In deze wet staan onder andere regels over de kwaliteit, de financiering en gegevensverwerking
die in lagere regelgeving – het ontwerpbesluit, de ministeriële regeling en de eilandelijke
verordeningen – verder worden uitgewerkt. Momenteel wordt deze lagere regelgeving
verder uitgewerkt.
Beoogde inwerkingtreding Wko BES
Zoals eerder vermeld in de toelichting bij de wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling
financiering kinderopvang Caribisch Nederland7, is de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2025 niet haalbaar gebleken. Het
wetgevingstraject heeft meer tijd gekost dan oorspronkelijk was voorzien. Het streven
is te komen tot inwerkingtreding van de Wko BES met ingang van 1 januari 2026.
Het ontwerpbesluit Kinderopvang BES
De Wko BES biedt de mogelijkheid om in het ontwerpbesluit onder andere nadere regels
te stellen over de kwaliteit van de kinderopvang, de financiering van de kinderopvang
en gegevensverwerking. De afgelopen tijd heeft de regering deze punten nader uitgewerkt
in het ontwerpbesluit.
Ten aanzien van de kwaliteit van de kinderopvang gaat het onder andere om kwaliteitseisen
zoals de opleidings- en huisvestingseisen, het pedagogisch en educatief handelen,
het veiligheids- en gezondheidsplan en de beroepskracht-kindratio. Ten aanzien van
financiering wordt onder meer in het ontwerpbesluit opgenomen wat onder structurele
kinderopvang wordt verstaan en wat de hoogte van de kinderopvangvergoeding en ouderbijdrage
is. Verder worden regels opgenomen over de gegevensverwerking voor de doorstroom van
de dagopvang naar de basisschool en gegevensverwerking van Europees Nederland naar
Caribisch Nederland. Daarnaast worden in het ontwerpbesluit nog een aantal andere
regels opgenomen, bijvoorbeeld de eisen die worden gesteld aan de onafhankelijke deskundige
bij vermoedens van strafbare feiten in de kinderopvang en de uitzonderingen op de
acceptatieplicht.
Het ontwerpbesluit is in samenwerking en afstemming met betrokken partijen opgesteld.
Er hebben verschillende consultatierondes plaatsgevonden, zowel digitaal als op de
eilanden zelf. Kinderopvangorganisaties zijn gevraagd om te reageren. Ook ouders hebben
input kunnen leveren op het ontwerpbesluit. Deze consultatierondes hebben waardevolle
inzichten opgeleverd die verwerkt zijn in het ontwerpbesluit.
Verder zijn de bestuurscolleges van de openbare lichamen, de inspectie, de RCN-unit
SZW, de ATR, Autoriteit Persoonsgegevens, Commissie bescherming persoonsgegevens BES,
Centraal Dialoog Bonaire en de Expertisecentra Onderwijs en Zorg gevraagd om formeel
te reageren op het ontwerpbesluit. Naar aanleiding daarvan is het ontwerpbesluit op
een aantal punten aangepast.
Het ontwerpbesluit wordt binnenkort aangeboden aan de Raad van State voor advisering.
Het ontwerpbesluit zal tegelijkertijd met de Wko BES in werking treden. Het streven
is dat dit per 1 januari 2026 zal zijn.
Ministeriële regeling
Naast het ontwerpbesluit wordt ook een ministeriële regeling voorbereid. Hierin wordt
bijvoorbeeld geregeld waar een kinderopvangovereenkomst tussen houder en ouder aan
moet voldoen, welke gegevens kinderopvangorganisaties moeten aanleveren om in aanmerking
te komen voor een voorschot, de bewijsstukken die kinderopvangorganisaties dienen
te hebben en bewaartermijnen voor de administratie. Er worden in de ministeriële regeling
dus vooral praktische zaken geregeld.
Ook de ministeriële regeling zal tegelijk met de Wko BES in werking treden. De contouren
van de ministeriële regeling zijn in het voorjaar besproken met kinderopvangorganisaties
en andere stakeholders op de eilanden. Er zijn verschillende consultatierondes georganiseerd
om zo input te halen. Ook zijn de RCN-unit SZW en UVB betrokken geweest bij het opstellen
van de contouren van de ministeriële regeling. De uitkomsten van de consultaties hebben
tot een aantal aanpassingen geleid.
Eilandelijke verordeningen
Vanwege de specifieke omstandigheden in Caribisch Nederland en de wens om rekening
te houden met de Caribische context, hebben de openbare lichamen de mogelijkheid om
binnen de kaders van de wet aanvullende regels op te stellen bij of krachtens eilandsverordening.
Het gaat dan onder andere om het gewenste taalniveau van pedagogisch medewerkers,
aanvullende opleidingseisen aan de beroepskrachten of invulling van het begrip gezonde
voeding. De openbare lichamen passen de bestaande eilandelijke verordeningen aan zodat
ook deze tegelijk met de Wko BES in werking kunnen treden.
4. Tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland: monitorbezoeken
najaar 2024
In het najaar van 2024 heeft UVB bezoeken afgelegd aan kinderopvangorganisaties in
Bonaire in het kader van de administratie. De kinderopvangorganisaties hebben belangrijke
stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit van de administratie. Vier organisaties
op Bonaire hebben intensieve administratieve ondersteuning nodig en er is een ondersteuningsaanbod
beschikbaar.
Tijdelijke subsidieregeling
Kinderopvangorganisaties kunnen sinds 1 juli 2020 op grond van de tijdelijke subsidieregeling
subsidie ontvangen. Deze regeling wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie
van SZW: UVB. Kinderopvangorganisaties die subsidie hebben ontvangen, moeten kunnen
aantonen dat de subsidie rechtmatig is verkregen.
Terugblik: Controlebezoeken zomer 2023
Vorig jaar is uw Kamer geïnformeerd over de controlebezoeken die UVB in de zomer van
2023 heeft uitgevoerd.8 De belangrijkste conclusie uit die onderzoeken was dat bij een deel van de kinderopvangorganisaties
op basis van de administratie niet kan worden vastgesteld dat er conform de tijdelijke
subsidieregeling kinderopvang heeft plaatsgevonden, wat overigens niet wil zeggen
dat er geen kinderopvang heeft plaatsgevonden. Oorzaak lag met name in feit dat kinderopvangorganisaties
onvoldoende in staat waren om een gedegen administratie te houden.
Monitorbezoeken najaar 2024
In het najaar van 2024 heeft UVB weer monitorbezoeken uitgevoerd bij 47 organisaties
op Bonaire. Doel van deze monitorbezoeken was inventariseren hoe ver kinderopvangorganisaties
zijn met de inrichting van een goede administratie, ook met oog op de inwerkingtreding
van de wet. Uit de bezoeken komt een positief beeld naar voren. De kinderopvangorganisaties
hebben belangrijke stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit van de administratie.
Belangrijke documenten zoals kinderopvangovereenkomsten, presentielijsten en betaalbewijzen
waren aanwezig. Ook de checklist die is opgesteld, waarin de belangrijkste documenten
staan vermeld die de kinderopvangorganisatie moet hebben, wordt als positief ervaren.
De bezoeken werden in den brede als prettig en nuttig ervaren. Kinderopvangorganisaties
stelden het op prijs dat UVB op het eiland was. Het bood hen de gelegenheid om vragen
te stellen.
Administratieve ondersteuning
De bezoeken laten zien dat maar een beperkt aantal organisaties op Bonaire (4) intensieve
ondersteuning nodig heeft om de administratie op orde te krijgen. De verwachting is
dat kinderopvangorganisaties dit jaar nog gebruik kunnen maken van een ondersteuningsaanbod
gericht op het verbeteren van de administratie. Daarbij zal worden gekeken wat de
ondersteuningsbehoefte van de kinderopvangorganisatie is. Er worden vier categorieën
van ondersteuning onderscheiden van lichte naar zware ondersteuning. De komende tijd
wordt dit nader uitgewerkt.
UVB zal in het voorjaar van 2025 ook de kinderopvanglocaties op Saba en Sint Eustatius
bezoeken, zodat er een compleet beeld is van de stand van de administratie van kinderopvangorganisaties
op de eilanden. Op basis van deze bezoeken wordt ook gekeken of administratieve ondersteuning
nodig is voor de kinderopvanglocaties op Saba en Sint Eustatius.
5. Tot slot
De afgelopen jaar zijn opnieuw goede stappen gezet in de kinderopvang in Caribisch
Nederland. De komende tijd blijft de focus liggen op verdere verbetering, waarbij
het programma BES(t) 4 kids ondersteuning biedt waar mogelijk.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid