Brief regering : Aanpak aanslagen met explosieven
28 684 Naar een veiliger samenleving
29 628
Politie
Nr. 779
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2025
Met deze brief bied ik uw Kamer het actieplan aan van het Offensief Tegen Explosies
voor de aanpak van aanslagen met explosieven. Het Offensief is in december 2024 van start gegaan en heeft in de afgelopen periode het actieplan ontwikkeld waarin de prioriteiten voor de komende periode zijn vastgelegd. Zoals
ik u heb toegezegd in het Commissiedebat van 19 december 2024 en 27 juni 2024 (Kamerstuk
29 628, nr. 1252), informeer ik bij deze brief graag nader over de voortgang op het Offensief Tegen
Explosies.1 Daarnaast informeer ik uw Kamer specifiek over een aantal facetten van dit geweldsfenomeen.
Aanslagen met explosieven vormen sinds enkele jaren in toenemende mate een buitengewoon
verontrustend maatschappelijk probleem. De impact van een aanslag op de slachtoffers,
hun directe omgeving en de maatschappij is vergaand en indringend. Niet in alle gevallen
is de bewoner van het huis het doelwit vanwege connecties met het criminele milieu.
In een aanzienlijk deel van deze gevallen is sprake van een aanslag vanwege een conflict
in de relationele of zakelijke sfeer, met als doel om de betrokkene onder druk te
zetten of te verwonden. In sommige gevallen is er sprake van een «vergisaanslag».
Achter het fenomeen schuilt een markt en een verdienmodel, met opdrachtgevers, brokers,
ronselaars en uitvoerders, die elkaar veelal online weten te vinden. Dankzij de invoer
van en handel in (illegaal) vuurwerk, zijn de explosieven goedkoop, makkelijk te maken
en eenvoudig verkrijgbaar.
Ondanks de geleverde inspanningen van betrokken partners om dit fenomeen te beteugelen,
neemt het aantal aanslagen niet af. Integendeel, steeds meer gemeenten worden ermee
geconfronteerd. In 2023 vonden er 901 aanslagen plaats. In 2024 steeg dit aantal met
maar liefst 71%, tot 1.543 aanslagen.2 Hierdoor zijn vorig jaar onder meer 1.119 woningen, 230 bedrijven en 154 voertuigen
getroffen.
Aanslagen met explosieven worden door het hele land gepleegd, maar in de top-5 van
de meest getroffen gemeenten staan achtereenvolgens Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Almere en Den Bosch.3 De omvang, enorme impact en ernstige consequenties van dit fenomeen maken de bestrijding
van aanslagen een speerpunt in het beleid van mijn ministerie. Waar dit passend en
mogelijk is, wordt aangesloten bij lopende (beleids)dossiers, zoals bijvoorbeeld bij
waar we inzetten op preventie gericht op jeugdigen en jongeren. Over de brede aanpak
van geweld zal ik uw Kamer binnenkort bij brief informeren.
De aanpak van aanslagen met explosieven is geen eenvoudige opgave. De ervaringen uit
de aanpak van high impact crimes leren ons dat een langdurige, actiegerichte en gezamenlijke
aanpak met verschillende publieke en private partners op landelijk, regionaal en lokaal
niveau nodig is, om de problematiek te voorkomen en te bestrijden. Om die reden heb
ik vorig jaar het Offensief Tegen Explosies geïnitieerd, naar analogie van Taskforce
Overvallen.4
Met de oprichting van het Offensief geef ik opvolging aan de moties van de leden Mutluer
en Boswijk, om te komen tot een integrale samenwerking en tot een handelingskader
voor de bestrijding van de problematiek van explosies in wijken.5
Actieplan Offensief Tegen Explosies
Onder voorzitterschap van de Rotterdamse burgemeester Carola Schouten hebben gemeenten
(G4, G40 en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten) de politie, het Openbaar Ministerie,
de reclasseringsorganisaties en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, VNO-NCW
en MKB-Nederland, het Verbond van Verzekeraars en Aedes, de handen ineengeslagen om
dit ontwrichtende fenomeen het hoofd te bieden. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid,
rol en bevoegdheid. Ik wil enorme waardering uitspreken voor de snelheid waarmee dit
offensief van start is gegaan, wat de effectiviteit en de vastberadenheid in de aanpak
van dit probleem onderstreept. Uit handen van de voorzitter Carola Schouten, heb ik
het Actieplan aanslagen met explosieven», ontvangen, dat ik als bijlage bij deze brief
aan uw Kamer toestuur.
Het Offensief Tegen Explosies heeft de ambitie om in 2025 een afname van het aantal
aanslagen met (minimaal) 10% te realiseren ten opzichte van 2024. Gezien de zorgwekkende
stijging in de afgelopen jaren acht ik dit een stevige opgave. Het Offensief wil dit
doel bereiken door de inzet en (door)ontwikkeling van verschillende (innovatieve)
maatregelen en interventies die moeten leiden tot een duurzame afname van het aantal
(pogingen tot) persoonsgerichte aanslagen met gebruik van explosieven op woningen,
bedrijfspanden en voertuigen. Ik ben het Offensief erkentelijk voor de gezamenlijke
inzet en deel het commitment van de leden om het tij te keren.
Maatregelen
De aanpak in het actieplan wordt gestructureerd langs de lijnen van preventie, opsporing,
vervolging en nazorg. Door bovendien in te zetten op kennis en onderzoek wordt meer
bekend over de aard en omvang van het criminaliteitsfenomeen. De maatregelen worden
in samenwerking met publieke en private partners uitgevoerd en (door)ontwikkeld op
basis van wetenschappelijke inzichten en (beleids)evaluaties.
Preventie
Uit cijfers van de politie blijkt dat de gemiddelde leeftijd van aangehouden verdachten
24 jaar is. De meest voorkomende leeftijd is 16 jaar en de helft van de aangehouden
verdachten is jonger dan 20 jaar. Uit informatie van de politie komt naar voren dat
veel uitvoerders in een kwetsbare sociaaleconomische en soms ook psychisch kwetsbare
situatie verkeren en daardoor makkelijk beïnvloedbaar zijn. Aanslagen plegen met explosieven
doen ze voor het geld en vaak zijn ze eerder al in aanraking geweest met politie en
justitie. Met preventie wordt ingezet op het voorkomen van (het plegen van) aanslagen
met explosieven door het weerbaar maken van (potentiële en herhaalde) slachtoffers
en (potentiële en recidiverende) daders. Met preventie wordt ingezet op het voorkomen
van het plegen van aanslagen met explosieven door het weerbaar maken van (potentiële)
daders en door situationele preventie; gericht op de omgeving en omstandigheden van
de aanslag.
Voorkomen (herhaald) daderschap
Binnen de High Impact Crime aanpak zijn al interventies ontwikkeld ter voorkoming
van (herhaald) daderschap zoals «Alleen jij Bepaalt wie je bent» en de «Re-Integratieofficier»
en «integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid». Deze interventies richten
zich op jongeren die hulp nodig hebben op één of meerdere leefgebieden, zoals bijvoorbeeld
een zinvolle dagbesteding, opleiding, werk, of wonen en daarom vatbaar zijn voor het
(in opdracht) verrichten van criminele handelingen. Voor deze doelgroep is het vaak
herhalen van een duidelijke boodschap, in combinatie met langdurige en consistente
begeleiding nodig, om hen weerbaar te maken tegen het zich inlaten met criminaliteit.
Daarom zet het Offensief in op het ontmoedigen van het verkrijgen, voorhanden hebben
en gebruik maken van explosieven. Ook proberen we gezamenlijk om deze jongeren weerbaar
te maken voor ronsel praktijken. Te beginnen bij de kwetsbare jongeren in kwetsbare
wijken van de zes gemeenten die de meeste aanslagen hebben gehad in de afgelopen periode.
Succesvolle aanpakken worden daar waar de behoefte er is uitgerold over gemeenten
met urgente explosie problematiek. We zoeken de samenwerking met partners uit het
digitale domein om preventieve maatregelen (barrières) op te werpen die zich focussen
op het tegengaan van het online aanbieden van explosief materiaal en daarmee mogelijk
(in)direct op het ronselen van uitvoerders van aanslagen.
Een aantal concrete voorbeelden van preventiemaatregelen die volgen uit het actieplan
zijn:
• Jongerenwerk op Zuid (JOZ) en lokale jeugdwerkers zijn in april gestart met het bezoeken
van 50 scholen in kwetsbare wijken door het land. JOZ voert een sketch op over het
plegen van een aanslag en treedt met de jongeren in interactief gesprek over de risico’s.
Vervolgens ontvangen de jongeren informatie over de risico’s die zij, hun directe
omgeving of de slachtoffers lopen bij het plaatsen van explosieven.6
• De coaches van de interventie «Alleen Jij Bepaalt wie je bent (AJB)» worden getraind
in de aanpak van explosieven. Zij starten eind april met workshops aan jongeren over
het onderwerp explosies. Deze workshops worden nog dit jaar aan alle circa 5.000 deelnemers
van AJB gegeven. Ook start internationaal scheidsrechter Serdar Gözübüyük vanaf mei
met het bezoeken van sportclubs om workshops te geven aan de jeugdteams.
• Daarnaast zijn in april en mei bijeenkomsten met lokale professionals om best practices
te delen. Diverse organisaties die in direct contact staan met de jeugd (denk aan
scholen, sportclubs, wijkagenten, BOA’s, buurtmoeders, buurtvaders en jongerenwerkers)
zijn hiervoor uitgenodigd en worden voorzien van het communicatiemateriaal. Bij deze
bijeenkomsten zijn ook Meld Misdaad Anoniem en het Keerpunt aanwezig. Zij bieden hulp
aan jongeren die uit de criminaliteit willen.
• We kunnen waar mogelijk herhaalexplosies voorkomen door de meldingsbereidheid bij
slachtoffers en de omgeving te verhogen. Vanuit mijn ministerie is er daarom een samenwerking
gestart met Meld Misdaad Anoniem. Momenteel wordt er gewerkt aan de samenstelling
van de toolbox met communicatiemiddelen. Naar verwachting zal deze nog voor de zomer
beschikbaar zijn.
Signalen algemeen
Bij woningcorporaties zijn regelmatig signalen over mogelijke risico’s in woningen.
Met woningcorporaties wordt uitgewerkt op welke wijze deze informatie op een zorgvuldige
manier met benodigde instanties kan worden gedeeld. Mijn ministerie spant zich in
om – samen met de politie – de knelpunten in deze gegevensuitwisseling op te lossen,
aan de hand van concrete casuïstiek. Aanslagen vinden ook plaats bij bedrijven. Op
dit moment maakt de politie samen met VNO-NCW MKB Nederland inzichtelijk in welke
sector de meeste aanslagen plaatsvinden. Met de verschillende branches wordt gekeken
hoe deze weerbaarder gemaakt kunnen worden.
Opsporing en Vervolging
Sinds de opkomst van de explosievenproblematiek investeren de politie en openbaar
ministerie (OM) significant in capaciteit en expertise om deze complexe uitdaging
het hoofd te bieden. Deze inzet heeft in 2024 geleid tot de aanhouding van 315 verdachten.
In 2025 zijn tot nu toe al 83 verdachten opgepakt. De intensivering van deze acties
komt naar voren in het actieplan.
In lijn met het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) werk ik samen met het openbaar ministerie en de politie aan het wegnemen van onduidelijkheden
of beperkingen bij het toepassen van opsporingsbevoegdheden bij de handhaving van
F4-vuurwerk. Zoals ik uw Kamer in mijn brief van 18 december jl. heb laten weten,
kan misbruik van F4-vuurwerk zowel via de Wet wapens en munitie als de Wet op de economische
delicten worden gehandhaafd.7 Ik heb opdracht gegeven aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
(CCV) om een handreiking op te stellen met het OM en de politie voor een daadkrachtige
aanpak van F4-vuurwerk. In deze handreiking zal ook worden verduidelijkt wanneer illegaal
aangetroffen F4-vuurwerk als wapen gezien kan worden en wanneer de bevoegdheden van
de wet wapens en munitie kunnen worden ingezet. Ook wordt in de handreiking ingegaan
op de handhavings- en opsporingsmogelijkheden van de wet economische delicten bij
misbruik van F4-vuurwerk. De wet economische delicten biedt meer mogelijkheden tot
vroeg ingrijpen. De verwachting is dat de handreiking nog dit voorjaar gereed is.
In de brief van 28 juni 2024 heb ik een landelijk fenomeenbeeld van de politie aangekondigd.
Dit beeld heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd. Daarmee beschouw ik de motie
van de leden Mutluer en Boswijk, waarin zij verzochten onderzoek te doen naar het
fenomeen explosies in wijken en de aanpak daarvan, als afgedaan.8
Nazorg en lokale aanpak
Een effectieve lokale aanpak van explosies is sterk afhankelijk van de omgeving waarin
de aanslag met een explosief plaatsvindt, de samenwerking tussen de lokale professionals
en de aanwezigheid van kennis over het handelingspalet. De bij lokale veiligheidspartners
aanwezige best practices worden uitgelicht, waar mogelijk breed toepasbaar gemaakt
en verder verspreid. In deze producten is onder meer aandacht voor maatregelen die
herhaal-explosies kunnen voorkomen, in de vorm van een handelingskader. Dit kader
gaat in op drie fasen: wanneer sprake is van dreiging van een explosie; bij een daadwerkelijk
plaatsgevonden explosie en de «nazorg» in de betreffende wijk c.q. omgeving.
Binnen de categorie «lokale aanpak» valt ook vergroting van kennis en kunde over het
(juridisch) bestuurlijke instrumentarium, in het bijzonder de openbare orde en veiligheid
(OOV) bevoegdheden van burgemeesters. In gezamenlijkheid met gemeenten, VNG, CCV,
politie, OM en woningcorporaties, werkt mijn ministerie deze producten uit. Binnen
deze werkgroep wordt ook het vraagstuk rondom de informatiedeling tussen lokale partners,
gerelateerd aan het kunnen opleggen van bestuurlijke maatregelen door de burgemeester,
ter hand genomen. Nadruk ligt op het onderzoeken en mogelijk implementeren van een
werkwijze ten aanzien van kennisdeling en informatie-uitwisseling tussen politie c.q.
OM en burgemeester, zodat bestuurlijke besluiten (o.a. sluiting van woningen en andere
panden na een explosie of een gebiedsverbod) goed gemotiveerd en onderbouwd kunnen
worden. Ook in de gevallen waarin sprake is van een gelijktijdig lopend strafrechtelijk
onderzoek.
Kennis en onderzoek
Om te komen tot een effectieve aanpak, is het van belang dat partners beschikken over
de juiste informatie over de problematiek van aanslagen met explosieven. Het Offensief
richt zich op het gezamenlijk met publieke en private partners identificeren van de
zogenaamde «witte vlekken» in dit fenomeen. Naar aanleiding hiervan kan gericht onderzoek
gedaan worden om deze witte vlekken in te vullen. Zo is er in samenwerking met de
gemeente Rotterdam, de Erasmus Universiteit en het ministerie een fenomeenanalyse
excessief geweld gestart. De aard, achtergrond en aanpak van aanslagen met explosieven
vormen de onderwerpen van deze studie. Aan het einde van dit jaar verwacht ik de rapportage.
Communicatie
De communicatie-inzet voor het Offensief tegen Explosies heeft enerzijds als doel
om de aanpak, voortgang en resultaten van het Offensief voor het voetlicht te brengen
in de samenleving. Anderzijds is het bedoeld om communicatie strategisch in te kunnen
zetten ten behoeve van de aanpak gericht op Preventie, Opsporing en Vervolging en
Nazorg en Lokale aanpak. Ook bij gemeenten leeft een sterke behoefte aan kennisdeling.
Met die reden heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, deelnemer aan het Offensief,
het Netwerk Explosies in Gemeenten (NEIG) opgericht. Dit netwerk telt inmiddels meer
dan 230 professionals bij gemeenten die direct of indirect betrokken zijn bij de aanslagenproblematiek.
Europese aanpak illegaal vuurwerk
Om de illegale productie, transport en verkoop van zwaar vuurwerk bij de bron aan
te pakken maak ik mij samen met het Offensief hard voor samenwerking tussen Europese
lidstaten en voor maatregelen op Europees niveau. Samen met de Staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat en de Franse Minister van Binnenlandse Zaken lopen wij
voorop richting de Europese Commissie. Onze inzet heeft ertoe geleid dat het onderwerp
op de Europese agenda staat. Zo wordt de huidige Pyrorichtlijn geëvalueerd, is de
Commissie een feasibility study gestart en wordt er in de Justitie- en Binnenlandse
Zaken Raad gewerkt aan Raadsconclusies. Op 1 april jl. heb ik gezamenlijk met de Staatssecretaris
van IenW en de Franse Minister van Binnenlandse Zaken ons non-paper onder de aandacht
gebracht van Eurocommissarissen Brunner en Séjourné met de oproep om snel tot aanvullende
maatregelen te komen. Ook op operationeel niveau wordt de internationale samenwerking
steeds verder geïntensiveerd. In maart werd door de Nationale Poltie een internationale
conferentie georganiseerd bij Europol waarbgij politiedelegaties uit zeven landen
samen kwamen om te praten over de samenwerking rond het tegengaan van de stromen zwaar
illegaal vuurwerk en explosies in Europa. De voorzitter van het Offensief en ik blijven
ons inzetten om internationaal dit fenomeen op de kaart te zetten.
Het vraagstuk waar we hier mee te maken hebben is veelzijdig, weerbarstig en tot op
zekere hoogte fluïde. Verschijningsvormen, verplaatsingseffecten, middelen en wegen
waarvan men zich bedient zullen telkens wijzigen. De maatregelen in dit actieplan
vormen daarmee geen statisch geheel.
Acties die werken worden doorgezet, interventies die niet werken worden gestopt of
aangepast. Deze dynamiek van nieuwe interventies wordt versterkt door het Field Lab
dat in maart heeft plaatsgevonden. Het Field Lab is een intensieve snelkookpan van
één week, waarin acht interventies zijn bedacht die vervolgens in 100 dagen worden
uitgevoerd. Hieraan deden 22 organisaties mee die in het totaal acht interventies
hebben gepresenteerd.
Al met al moet de brede aanpak ertoe leiden dat het aantal (pogingen tot) persoonsgerichte
aanslagen met explosieven sterk terugloopt, met als ambitie een daling van ten minste
10 procent in 2025 ten opzichte van het aantal aanslagen in 2024. Ik heb vertrouwen
in de effectiviteit van onze gezamenlijke inzet – publiek en privaat – en ben ervan
overtuigd dat we samen het tij kunnen keren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid