Brief regering : Verslag Landbouw en Visserijraad 24 maart 2025
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1703
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID
EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2025
Op 24 maart jl. vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Brussel.
Met deze brief informeren wij de Kamer over de uitkomsten van de Raad. Daarnaast maken
wij van de gelegenheid gebruik om de Kamer te informeren over het WMR-rapport «Nationale
glasaal knooppuntenlijst». Het rapport hiervan hebben wij toegevoegd als bijlage aan
deze brief.
I. Verslag Landbouw- en Visserijraad 24 maart 2025
Visie voor Landbouw en Voedsel
De Raad hield een eerste debat over de op 19 februari jl. gepresenteerde Visie voor
Landbouw en Voedsel (hierna: Visie). Tijdens de Raad op 24 februari jl. heeft de Europese
Commissie (hierna: Commissie) de visie al gepresenteerd en toegelicht.
Lidstaten verwelkomden de Visie unaniem en gaven aan de doelen van de Visie te steunen,
zoals een sterkere concurrentiepositie, voedselzekerheid, generatievernieuwing, vereenvoudiging
en vermindering van administratieve lasten. Lidstaten gaven ook aan blij te zijn dat
de Visie benoemt dat er rekening moet worden gehouden met lokale, regionale en nationale
behoeften bij de totstandkoming van beleid. De Minister heeft dit ook verwelkomd.
Verder benadrukten veel lidstaten het belang van onderzoek en innovatie, waarbij de
Minister nogmaals de kansen die RENURE biedt onder de aandacht heeft gebracht. Ook
steunde een groot aantal lidstaten de inzet van de Commissie op het diversifiëren
en uitbreiden van inkomstenbronnen voor boeren, bijvoorbeeld door middel van de bioeconomie.
Een aantal lidstaten vroeg aandacht voor het belang van waterweerbaarheid en drong
erop aan dat de Eurocommissaris voor Landbouw nauw betrokken is bij de totstandkoming
van de Waterweerbaarheidsstrategie van de Europese Unie (EU) die naar verwachting
later dit jaar gepubliceerd wordt. De Commissaris gaf aan dat hij inderdaad betrokken
is bij de gesprekken over die strategie. De Minister heeft de tafelronde over de Visie
aangegrepen om nogmaals het belang van een benchmarkingsysteem en een doelgestuurde
aanpak te benadrukken.
Hoewel lidstaten de doelen van de Visie unaniem steunen, vroeg een zeer groot aantal
lidstaten aandacht voor wat er nodig is om deze doelen te bereiken: een adequaat budget.
Lidstaten benadrukten het belang van een specifiek budget voor het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) en uitten hun zorgen over het door de Commissie voorgestelde
plan voor een zogenaamd «single fund». Ook benadrukte een groot aantal lidstaten het
belang van het behouden van de huidige structuur van het GLB met twee pijlers. De
Commissaris gaf in reactie op deze zorgen aan dat hij ze herkent, maar dat de Commissie
als geheel over deze vraagstukken moet besluiten. Een kleine groep lidstaten vroeg
aandacht voor het belang van verdere externe convergentie van directe betalingen.
Het BNC-fiche met de kabinetsappreciatie van de Visie is op 28 maart jl. naar de Kamer
gestuurd (kenmerk 2025Z05993).
Diversenpunt: High-level conferentie «Common Agricultural Policy for food security»
(Warschau, 5 maart 2025)
Het Pools voorzitterschap gaf een terugkoppeling van een conferentie die het op 5 maart
jl. in Warschau had georganiseerd over de rol van het GLB in relatie tot voedselzekerheid.
Nederland heeft op hoogambtelijk niveau deelgenomen aan de conferentie en tijdens
de Raad, net als een aantal andere lidstaten, het Pools voorzitterschap bedankt voor
de organisatie. Een aantal lidstaten benadrukte het belang van een concurrerende,
duurzame en weerbare Europese landbouwsector voor voedselzekerheid en de belangrijke
rol van het GLB hierin. De Commissie onderschreef de uitkomsten van de conferentie
en gaf aan dat voedselzekerheid hoog op de agenda van de Commissie staat.
Diversenpunt: Wijziging van Verordening (EU) 2021/2115 om de aankoop van fokdieren
op te nemen als subsidiabele ELFPO (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling)
uitgaven
Roemenië verzocht de Commissie opnieuw om gebruik te kunnen maken van investeringsmogelijkheden
binnen het GLB voor de aankoop van fokdieren, een herhaling van de oproep tijdens
de Raden van juni en december jl.1 Roemenië benadrukte dit vooral te willen om de veehouderij verder te ontwikkelen.
Een kleine groep lidstaten, waaronder Nederland, steunde het voorstel van Roemenië.
Nederland gaf aan te begrijpen dat Roemenië via het GLB naar praktische oplossingen
zoekt. De Commissie gaf duidelijk aan de GLB-verordening op dit punt niet te zullen
wijzigen en verwees naar de mogelijkheden in het huidige GLB om de zorgen van Roemenië
te adresseren. Ook benadrukte de Commissie nog dit jaar met een nieuwe strategie voor
de veehouderij te komen.
Diversenpunt: Toekomstige steun voor de visserij in de EU
De Staatssecretaris heeft, met steun van een groot aantal andere lidstaten, een oproep
gedaan voor meer flexibiliteit binnen het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij
en Aquacultuur (EMFAF). Dit is nodig om de visserijsector beter te ondersteunen bij
de uitdagingen waar deze voor staat, zoals de energietransitie en de modernisering
en vernieuwing van de vloot. Vijftien lidstaten hebben het diversenpunt mede ondertekend
en in de Raad kon de boodschap daarnaast rekenen op steun van nog twee andere lidstaten.
Veel lidstaten benadrukten ook het belang van het verminderen van administratieve
lasten en een aantal lidstaten onderstreepte expliciet het belang van steun voor vaartuigen
groter dan 24 meter. Ook greep een aantal lidstaten dit moment aan om het belang van
een apart fonds voor visserij te benadrukken, ook in het volgende Meerjarig Financieel
Kader (MFK). De Commissie erkende het belang van het onderwerp, maar gaf aan dat lidstaten
al meerdere opties hebben binnen de bestaande staatssteunkaders om de genoemde problemen
te adresseren. De Commissie gaf daarbij aan te werken aan een visie voor de visserijsector
in 2040 en een roadmap voor de energietransitie, die lidstaten richting zal geven. Ook wees de Commissie
lidstaten erop dat de implementatie van het EMFAF nog achterblijft en dat het met
de lidstaten wil samenwerken om dit te verbeteren. De Eurocommissaris voor Visserij
gaf aan dat visserij één van de vijf exclusieve bevoegdheden van de Commissie is en
dat daar inderdaad financiering voor nodig is. Vervolgens verwees hij naar de recent
gepubliceerde mededeling over het MFK na 2027 en gaf aan dat het voorstel voor het
nieuwe MFK naar verwachting in juli 2025 wordt gepubliceerd.
Diversenpunt: Toegestane tolerantiemarge voor ongesorteerde aanlandingen in de kleine
pelagische visserij
Letland en Litouwen vroegen wederom aandacht voor de proportionaliteit van de toegestane
tolerantiemarge in de ongesorteerde aanlandingen van de kleine pelagische visserij,
met name betreffende ongequoteerde soorten. De tolerantiemarge is het toegestane verschil
tussen het geschatte gewicht van de vangst per vissoort aan boord en het daadwerkelijk
gewogen gewicht bij aanlanding. Tijdens de Raad van 29 april 2024 hebben deze lidstaten
dit probleem ook geagendeerd.2 De bepalingen uit de herziene Controleverordening (Verordening (EG) 1224/2009) waren
destijds nog niet van kracht. Deze zijn op 1 juni 2024 inwerking getreden. Uit de
analyse van beide landen blijkt dat er veel inbreuken worden vastgesteld, ook als
gevolg van kleine administratieve verschrijvingen die als ernstig moeten worden beschouwd.
Voor ernstige inbreuken moeten naast een boete ook punten worden toegekend die gevolgen
kunnen hebben voor deelname aan bijvoorbeeld subsidieregelingen. Letland en Litouwen
riepen de Commissie op om de Controleverordening aan te passen om deze problemen op
te lossen. Veel lidstaten spraken steun uit voor de oproep van Letland en Litouwen
en gaven aan de problemen te herkennen. Hoewel er in Nederland geen ongesorteerde
aanlandingen van kleine pelagische visserijen plaatsvinden, gaf de Staatssecretaris
aan soortgelijke problemen te herkennen uit de gemengde demersale visserij. Hij deed
een oproep om aandacht te houden voor uitvoerbaarheid, handhaarbaarheid en proportionaliteit
van controlemaatregelen en steunde de oproep aan de Commissie om een oplossing te
vinden voor deze problemen. De Commissie gaf aan dat de desbetreffende bepaling van
de Controleverordening een politieke beslissing is geweest van de Raad en het Europees
Parlement, en dat hij aanpassing van deze regels geen goed idee vindt. Wel zegde hij
toe om met Letland en Litouwen te willen zoeken naar een pragmatische oplossing.
Diversenpunt: EU-aquacultuurcampagne
De Commissie informeerde de Raad over een nieuwe campagne die op 25 maart jl. gelanceerd
werd om de EU-aquacultuursector te promoten. De Commissie wil met de campagne de sociale
acceptatie van de sector vergroten en EU-inwoners bewustmaken van de voordelen van
de aquacultuursector. De Commissie benadrukte dat aquacultuurbedrijven in de EU moeten
voldoen aan hoge milieu- en kwaliteitsstandaarden, iets dat door een aantal lidstaten
werd onderstreept. Een deel van de lidstaten sprak expliciete steun uit voor de campagne.
Lidstaten benadrukten de rol die de aquacultuursector kan spelen in de zelfvoorzienendheid
en voedselzekerheid van de EU. Nederland heeft dit punt aangehoord.
Diversenpunt: Uitbraak mond-en-klauwzeer (MKZ) in Hongarije
Hongarije en Slowakije informeerden de Raad over de recent ontdekte gevallen van MKZ
op verschillende bedrijven in deze lidstaten. Het virus vertoont gelijkenissen met
het in januari jl. in Duitsland vastgestelde virus, maar is niet identiek. Hongarije
en Slowakije gingen in op hun aanpak en de getroffen maatregelen na het ontdekken
van het virus. Slowakije vroeg de Commissie om financiële steun om de gevolgen van
de uitbraak te verzachten. Een aantal lidstaten en de Commissie bedankten Hongarije
en Slowakije expliciet voor hun transparantie, het snelle handelen en de getroffen
maatregelen. De Commissie benadrukte dat het van belang is om de economische impact
van dergelijke uitbraken te minimaliseren en gezondheid en veiligheid te prioriteren.
Verder gaf een klein aantal lidstaten aan dat het van belang is om voldoende financiële
middelen te hebben voor maatregelen op het gebied van diergezondheid, binnen het landbouwbudget
of daarbuiten. Nederland heeft dit punt aangehoord.
Informele lunch over de toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Tijdens de lunch organiseerde het voorzitterschap een informele discussie over de
toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Het voorzitterschap had twee
vragen voorbereid voor de discussie. De eerste vraag zag op welke elementen uit het
GVB de belangrijkste rol spelen bij het versterken van het concurrentievermogen, veiligheid
en economische weerbaarheid. De tweede vraag zag op welke elementen uit het GVB in
aanmerking komen voor vereenvoudiging en welke kwantitatieve data beschikbaar zijn
ter onderbouwing van nalevingskosten en administratieve lasten.
De Staatssecretaris heeft er tijdens deze lunchdiscussie op gewezen dat hoewel het
GVB positieve resultaten heeft behaald voor het visstandsbeheer, er belemmeringen
in de regelgeving zitten om beleidsdoelstellingen op het gebied van de energietransitie,
modernisering, stabiliteit en economisch perspectief te behalen. Het gaat dan bijvoorbeeld
om de beperkingen in het steunkader, maar ook om de rigide manier waarop het MSY-principe
nu wordt toegepast, waarbij onvoldoende ruimte is om de sociaaleconomische impact
mee te wegen. In reactie op de vraag over vereenvoudiging van regelgeving heeft de
Staatssecretaris aangegeven dat belemmeringen die innovatie in de weg staan, moeten
worden weggenomen. Ook is de onwerkbaarheid van de aanlandplicht in dit kader genoemd
en is aangegeven dat bij implementatie van de controleverordening meer rekening moet
worden gehouden met handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Verder heeft de Staatssecretaris
erop gewezen dat de geopolitieke context sterk gewijzigd is, en dat een herijking
van het instrumentarium op dit punt opportuun is. Ten slotte heeft de Staatssecretaris
aangegeven dat het goed is dat de Commissie een evaluatie uitvoert van het GVB, maar
dat het voorziene tijdpad te lang is aangezien de genoemde problemen urgent zijn en
vragen om snelle actie.
Omdat het een besloten informele lunchbijeenkomst was, kan geen terugkoppeling worden
gegeven van de inbreng van de andere lidstaten en de Commissie.
II. Rapport Nationale glasaal knooppuntenlijst
Met de brief van 1 juli 20223 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de invulling van de motie van de leden Grinwis
(CU) en De Groot (D66) van 2 december 2021.4 In deze brief is aangekondigd dat Wageningen Marine Research (WMR) in lijn met de
motie een inventarisatie zou maken van de grootste knelpunten voor palingmigratie
in de Nederlandse wateren. Het rapport met de knelpunten voor de uittrekkende schieraal
is op is 13 juni 2023 aan de Kamer toegezonden.5 In de brief bij dit rapport is aangekondigd dat een vergelijkbare knelpunten-studie
ook voor intrekkende glasaal zou worden uitgevoerd. Wij doen de Kamer met de bijgevoegde
bijlage6 het betreffende rapport «Nationale glasaal knooppuntenlijst» toekomen. Met de afronding
van dit rapport is hiermee invulling gegeven aan de gedane toezegging in de Kamerbrief
van 13 juni 2023.
Het rapport inventariseert de belangrijkste knelpunten voor de glasaalmigratie op
de trekroutes vanuit de zeewateren naar de binnenwateren. Daarmee vormt het rapport
een belangrijk vertrekpunt naar waar de meeste winst te halen is voor intrekkende
glasaal en op welke locaties de focus zou moeten liggen bij het opheffen van migratieknelpunten
voor glasaal door waterbeheerders en andere partijen. Meerdere partijen zijn samengekomen
om hun data en kennis te delen voor de totstandkoming van dit rapport. Op basis hiervan
is per knelpunt de migratie van glasaal geanalyseerd waarbij tevens rekening is gehouden
met de geschiktheid van het leefgebied en de mogelijkheid voor glasalen om aan het
eind van hun levenscyclus als schieraal het gebied ook weer te verlaten.
Tot slot wordt op basis van dit rapport aanbevolen dat het onderzoek en dataverzameling
die door de verschillende partijen wordt gedaan, verder wordt geüniformeerd om hiermee
de beoordeling van knelpunten in de toekomst effectiever te kunnen vormgeven.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur