Brief regering : Stand van zaken herstellen notificatieachterstand MIVD
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 279
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2025
Inleiding
Op 25 juli 2024 hebben de leden Omtzigt (NSC) en Wilders (PVV) vragen gesteld over
de achterstand die de MIVD heeft opgelopen in de uitvoer van notificatieonderzoeken
bij de inzet van verschillende bijzondere bevoegdheden, zoals afluisteren en aftappen,
naar aanleiding van de brief van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten (CTIVD) van 22 juli 2024. In de beantwoording van de vragen op
26 augustus 20241 heb ik toegezegd Uw Kamer voor 1 april 2025 te informeren over de stand van zaken
ten aanzien van het herstellen van de achterstand. Ik kan u mededelen dat de notificatieachterstand
bij de MIVD inmiddels volledig hersteld is.
Algemeen
In november 2023 is de MIVD begonnen met het in kaart brengen en herstellen van de
notificatieachterstand. De MIVD had geconstateerd dat het belang van notificeren alsmede
het opvolgen van de aanbevelingen die de CTIVD eerder had gedaan destijds onvoldoende
structureel in de organisatie waren ingebed.2 Uit intern onderzoek is gebleken dat de achterstand een periode betrof vanaf 2019
tot november 2023. Een dergelijke achterstand had niet mogen ontstaan. Er zijn sindsdien
diverse maatregelen genomen om de notificatieachterstand te herstellen. Zo is er een
plan van aanpak opgesteld om de achterstand met prioriteit aan te pakken en zijn er
werknemers aangenomen die zich gericht hebben op het wegwerken van de achterstand.
Aantallen
De MIVD en AIVD zijn op grond van artikel 59, eerste lid van de Wiv 2017 verplicht
om vijf jaar na beëindiging van de inzet van bepaalde bijzondere bevoegdheden te onderzoeken
of de persoon tegen wie deze bevoegdheden zijn ingezet hiervan op de hoogte kan worden
gebracht of dat de in wet genoemde gronden dit in de weg staan. Indien dit op basis
van het onderzoek kan, wordt betrokkene genotificeerd. Indien dit op basis van het
onderzoek niet kan, wordt de CTIVD hiervan gemotiveerd op de hoogte gesteld.
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding wordt in het openbaar niet ingegaan
op de modus operandi van de diensten. Het openbaar maken van dergelijke informatie
gaat ten koste van het goed functioneren van diensten en daarmee ten koste van de
bescherming van de nationale veiligheid. Daarom doen wij geen uitspraken over de hoeveelheid,
aard en ontwikkeling van bepaalde, jegens een persoon ingezette, bijzondere bevoegdheden,
waarop artikel 59 Wiv 2017 van toepassing is. Wel kunnen wij u aangeven hoe vaak er
per jaar is genotificeerd.
Voor de jaren die betrokken zijn bij de opgelopen achterstand (2019–2023) geldt dat
de ingehaalde onderzoeken in geen enkel geval hebben geleid tot het uitbrengen van
een notificatie. Dit betekent dat op alle onderzoeken die het afgelopen jaar met terugwerkende
kracht zijn uitgevoerd voor de jaren 2019 tot 2023, uitstel- dan wel afstelgronden
van toepassing zijn die ervoor zorgen dat de personen op wie bijzondere bevoegdheden
zijn ingezet, op dit moment niet genotificeerd kunnen worden. Ook voor de onderzoeken
die in 2024 zijn uitgevoerd geldt dat deze niet hebben geleid tot het uitbrengen van
notificaties.
In het algemeen kan gesteld worden dat het zeer beperkte aantal notificaties voortkomt
uit het feit dat de onderzoeken van de MIVD veelal gericht zijn op het buitenland
en/of fenomenen, en in mindere mate persoonsgericht van aard zijn. Zo ligt het voor
de hand dat een buitenlandse inlichtingenofficier niet wordt genotificeerd, gelet
op het feit dat dit de betrekkingen met dat land of die specifieke organisatie kan
schaden. Indien uit notificatieonderzoek volgde dat niet kon worden genotificeerd,
is de CTIVD hiervan gemotiveerd op de hoogte gesteld. Over het aantal notificatieonderzoeken
kan om voornoemde redenen in het openbaar geen uitspraken worden gedaan.
Tot slot
Door de genomen maatregelen worden de notificatieonderzoeken vanaf augustus 2024 weer
conform de wet en intern beleid uitgevoerd. Om de continuïteit van het notificatieproces
te borgen is ervoor gekozen een extra waarborg in te stellen door compliance monitoring
toe te passen op dit proces.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie