Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Boswijk c.s. over een analyse van de risico's van elektrische auto's voor de nationale veiligheid (Kamerstuk 21501-20-2068)
21 501-20 Europese Raad
30 821
Nationale Veiligheid
Nr. 2243
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2025
De motie van het lid Boswijk c.s.1, ingediend bij het Kamerdebat van 16 april 2024 over de buitengewone Europese Raad,
verzoekt de regering om onderzoek te doen naar de risico’s van elektrische auto’s
voor de nationale veiligheid en om de optie van gebiedsverboden als mogelijke mitigerende
maatregel hierin mee te nemen. Middels deze brief wordt u geïnformeerd over de wijze
waarop uitvoering is gegeven aan deze motie en het vervolgproces. Daarbij wordt opgemerkt
dat de betreffende onderzoeken, in de vorm van een integrale risicoanalyse en dreigingsanalyses,
inzicht geven in nationale veiligheidsrisico’s en daarom voor een groot deel niet
geschikt zijn voor openbaarmaking. Deze analyses kunnen in een vertrouwelijke technische
briefing nader worden toegelicht.
Opzet onderzoek
De motie verwijst naar de toegenomen instroom van Chinese elektrische voertuigen op
de Europese markt en de groeiende zorgen over de cyberveiligheid van deze voertuigen.
Bij het formuleren van de onderzoeksvraag is geconstateerd dat de mogelijke risico’s
voor de nationale veiligheid die in de motie worden genoemd niet alleen toepasbaar
zijn op elektrische voertuigen (EV’s). Ook andere «slimme voertuigen» die verbonden
zijn met netwerken zoals het internet en ongeacht de herkomst ervan zijn mogelijk
kwetsbaar voor spionage en sabotage. Daarom is de onderzoeksopdracht verbreed naar
een analyse van de risico’s voor de nationale veiligheid van slimme (elektrische)
voertuigen. We onderschrijven immers de constatering van het lid Boswijk dat inzicht
in de nationale veiligheidsrisico’s van slimme (elektrische) voertuigen noodzakelijk
is. Des te meer omdat deze voertuigen behoren tot een wereldwijde markt van zeer geavanceerde
consumentenelektronica met verregaande digitalisering en automatisering en met een
grote verscheidenheid in voertuigmerken, -types en -modellen.
Ter uitvoering van de motie is gekozen voor een brede nationale opzet van het onderzoek
in opdracht van de Task Force Economische Veiligheid (TFEV). Hierbij is de risicobeoordeling
van het Rijksbrede Analistennetwerk Nationale Veiligheid2 toegepast. De TFEV, onder voorzitterschap van de NCTV, heeft eerder opdracht gegeven
tot het uitvoeren van risicoanalyses ten behoeve van bijvoorbeeld de maatregelen voor
bescherming van telecomnetwerken en 5G3.
Op basis van deze aanpak zijn een brede interdepartementale technische werkgroep en
een beleidswerkgroep opgezet. Door de technische werkgroep zijn scenario’s opgesteld
waarin een slim (elektrisch) voertuig de nationale veiligheid zou kunnen schaden.
Mogelijke spionage- en sabotagerisico’s zijn hierin meegenomen. Deze resultaten zijn
vervolgens voorgelegd aan de TFEV.
Deelnemende partijen aan de werkgroepen zijn de Ministeries van Infrastructuur en
Waterstaat, Defensie, Economische Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën, Justitie en
Veiligheid, NCSC, alsmede voertuigenautoriteit RDW, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(AIVD), en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Ook is het Ministerie van Klimaat
en Groene Groei geconsulteerd op onderdelen van de analyse. Niet elke partij is bij
beide werkgroepen betrokken geweest.
Conclusies onderzoek
De resultaten van de risicoanalyse inclusief inventarisatie van mogelijke maatregelen
bevat veel informatie over nationale veiligheidsrisico’s en zijn daarom voor een groot
deel niet geschikt voor openbaarmaking. Wel valt uit de risicoanalyse op te maken
dat er een bepaalde mate van risico bestaat op het gebied van spionage en sabotage.
Deze risico’s raken onder meer aan locaties en persoonsgegevens. Omdat de motie verzoekt
om eventuele gebiedsverboden mee te nemen bij de uitvoering ervan, wordt hieronder
voor zover geschikt voor openbaarmaking kort stilgestaan bij dat onderwerp. Dat is
mogelijk omdat Defensie vanwege het hogere risicoprofiel reeds maatregelen had getroffen.
Ook voor persoonsgegevens zijn een aantal bevindingen geschikt voor openbaarmaking.
Defensieterreinen
Defensie ziet risico’s in slimme voertuigen die opnames kunnen maken van passagiers
en kazernes. Om dit risico te verkleinen, mogen medewerkers in het openbaar, in openbare
ruimtes of in niet-operationele voertuigen alleen ongerubriceerde informatie bespreken.
Daarnaast zijn commandanten al bevoegd om maatregelen te nemen om het risico van maken
van foto, film, video en audio opnames van kazernes, mede door slimme voertuigen,
te verminderen.
Defensie werkt verder aan de inrichting van «Kazernes van de toekomst», waarbij voertuigen
aan de periferie van de kazernes worden geplaatst en goederen kunnen worden afgeleverd
zonder het terrein op te hoeven. Er zijn ook richtlijnen voor het melden van verdachte
situaties, zoals een tactisch geplaatst slim voertuig, en indien het dreigingsniveau
stijgt, kunnen aanvullende maatregelen worden genomen, zoals het weren van voertuigen
van het terrein. De bevindingen van de risicoanalyse zullen worden meegenomen bij
het verder ontwikkelen van de «Kazernes van de toekomst».
Persoonsgegevens
Uit het technische onderzoek blijkt onder meer dat er op dit moment nog (te) weinig
inzicht is in wat voertuigen aan persoonsgegevens verwerken, waarom ze dit doen, en
wat er met deze persoonsgegevens wordt gedaan. Daarom werkt het Ministerie van IenW
samen met relevante stakeholders aan het in kaart brengen van de effectiviteit en
de inrichting van het toezicht op data en connectiviteit.
Vervolgonderzoek
Om op basis van de uitgevoerde analyse te komen tot het treffen van verstrekkende
beveiligingsmaatregelen is een dieper detailniveau noodzakelijk. De werkgroepen bereiden
deze verdieping momenteel voor. Daarbij worden reeds genomen maatregelen meegenomen
en zullen specifieke objecten en organisaties met een hoger risicoprofiel, bijvoorbeeld
binnen vitale infrastructuur, nader tegen het licht gehouden moeten worden.
Ook zullen de stappen die in Europees verband gezet worden meer aandacht moeten krijgen.
Europa kent geharmoniseerde typegoedkeuringseisen voor voertuigen binnen de interne
markt van de Unie. Daarom ligt het voor de hand om eventuele maatregelen in Europees
verband te bepleiten. Het kabinet is ook in Europa zowel bilateraal als met de Europese
Commissie in overleg om aandacht te vragen voor de mogelijke spionage en sabotage
risico’s van slimme (elektrische) voertuigen en om kennis uit te wisselen. Indien
zich ontwikkelingen voordoen, zal ik u hierover nader informeren.
Overige mobiliteitsproducten
Bij de begrotingsbehandeling van BZ op 21 november 2024 heeft het lid Boswijk c.s.
de regering verzocht4 om de risicoanalyse uit te breiden naar overige mobiliteitsproducten uit China. Het
uitgevoerde onderzoek kijkt reeds naar de technische aspecten van voertuigen, ongeacht
herkomst en is daarmee al breder dan de initiële scope. In het aangekondigde verdiepende
onderzoek zullen de technische risico’s van bussen en vrachtwagens nog onderzocht
worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat