Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2097
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2025
Bijgaand treft u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari
2025 in Brussel. Daarnaast informeer ik uw Kamer graag over een viertal overige zaken.
Ten eerste informeer ik hierbij uw Kamer dat op 17 februari jl. de Europese Commissie
(de Commissie) het tweede betaalverzoek van Nederland onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(HVF) positief heeft beoordeeld. Dit betaalverzoek heeft een waarde van 1,2 miljard
euro. Nederland heeft het tweede betaalverzoek op 13 december 2024 ingediend. De positieve
beoordeling is een belangrijke stap naar de officiële goedkeuring van het betaalverzoek.
Met deze positieve beoordeling bevestigt de Commissie dat de 21 mijlpalen en doelstellingen
die onderdeel zijn van het tweede betaalverzoek zijn behaald. Het gaat hierbij onder
andere om investeringen op het gebied van digitalisering, betaalbare woningen, onderwijs
en zorg. Het tweede betaalverzoek is afgelopen week voorgelegd aan de Economic Policy Committee (EPC) en de Economic and Financial Committee (EFC) voor een advies. Hierna wordt de uitbetaling van het tweede betaalverzoek goedgekeurd
in het HVF-comité. Het kabinet verwacht dat het tweede betaalverzoek in het voorjaar
zal worden uitbetaald. Uw Kamer zal hier te zijner tijd over worden geïnformeerd.
Ten tweede ga ik in het verslag in op de criteria om middelen te ontvangen uit de
Herstel- en Veerkrachtfaciliteit, conform de toezegging die ik heb gedaan op vragen
van het Tweede Kamerlid De Vree in het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 12 februari
jl.
Ten derde ga ik, conform de doorlopende toezegging aan de Tweede Kamer, in het verslag
in op de ontwikkelingen ten aanzien van de ontwikkeling van een digitale euro.
Tot slot ontvangt u een nazending op de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad
van 10 en 11 maart. Op 25 februari is bekendgemaakt dat bij de Ecofinraad van maart
een voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad ter goedkeuring
van het Belgische Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) zal voorliggen. België maakt gebruik
van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden.
De Commissie oordeelt dat de redenen die België aandraagt een aanpassing van het plan
rechtvaardigen. Het kabinet kan zich daarom vinden in het oordeel van de Commissie.
Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van
het uitvoeringsbesluit van de Raad bij de Ecofinraad van 11 maart a.s.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 17 en 18 februari 2025
Eurogroep in reguliere samenstelling
Eurotoetreding Bulgarije
De Bulgaarse Minister van Financiën, Temenuzhka Petkova, was bij uitzondering aanwezig
bij de Eurogroep om een toelichting te geven over de voortgang die Bulgarije heeft
gemaakt op toetreding tot de eurozone. De Bulgaarse Minister lichtte toe dat de recent
aangetreden regering zich committeert aan spoedige toetreding. Zij kondigde aan dat
Bulgarije eind februari 2025 een tussentijdens (buitengewoon) convergentierapport
van de Europese Commissie (de Commissie) en de Europese Centrale Bank (ECB) zal aanvragen.
De rapporten beoordelen in hoeverre Bulgarije voldoet aan de voorwaarden die worden
gesteld aan eurozonetoetreding1.
Bulgarije voldeed op basis van de convergentierapporten van de Commissie en de ECB
van juni 2024 aan drie van de vier convergentiecriteria om de euro in te voeren. Bulgarije
voldoet op het gebied van wisselkoersstabiliteit, overheidsfinanciën en convergentie
van de rente. Aan het prijsstabiliteitscriterium werd nog niet voldaan omdat de inflatie
te hoog lag. De Commissie en de ECB hebben aangegeven dat de inflatie van Bulgarije
binnenkort mogelijk voldoende is gedaald om te kunnen voldoen aan het prijsstabiliteitscriterium.
Ook moet er sprake zijn van een goede begrotingspositie, dat wil zeggen niet in een
buitensporigtekortprocedure. De Bulgaarse Minister sprak de verwachting uit dat aan
de voorwaarden zal worden voldaan.
De Commissie en de ECB onderstreepten dat de centrale bankwet, die de onafhankelijkheid
van de centrale bank regelt en nog niet is aangenomen in het Bulgaarse parlement,
van belang zal zijn in de beoordeling of Bulgarije toe kan treden. De Commissie en
een enkele lidstaat noemden verder het belang van het voldoen aan de politieke toezeggingen
die Bulgarije heeft gedaan bij toetreding tot het Europees Wisselkoersmechanisme (de
zogenoemde post-entry commitments). De Bulgaarse Minister lichtte tenslotte toe dat zij verwacht dat de nieuwe regering
binnenkort een begroting aan zal nemen, waarna het budgettair-structureel plan voor
de middellange termijn zal worden ingediend bij de Commissie.
Vooruitzichten en uitdagingen voor de Eurozone in een snel ontwikkelende mondiale
omgeving
De Eurogroep wisselde van gedachten over de vooruitzichten en uitdagingen voor de
Eurozone, mede in het licht van geopolitieke ontwikkelingen. De Commissie lichtte
toe dat ondanks de stijging van de gasprijzen, de inflatie hoger is dan verwacht en
de productie afneemt, de werkgelegenheid op peil blijft. Echter is de euro in waarde
gedaald door oplopende handelsspanningen. Er is verder bezorgdheid over de stijging
van handelsbelemmeringen en doorvertaling in hogere prijzen. De Commissie benadrukte
de bedreiging voor de geopolitieke stabiliteit in Europa door minder hechte samenwerking
met de VS, niet in de laatste plaats op het gebied van veiligheid.
De ECB onderstreepte het belang van de digitale euro en de kapitaalmarktunie, vervolmaking van de bankenunie, onafhankelijkheid op het gebied van energie
en versterking van de interne markt. Er is sprake van een toename van financiële stabiliteitsrisico’s
door financiële deregulering in de VS, vooral op het gebied van crypto en mogelijke
lagere bancaire kapitaalratio’s. De ECB waarschuwde voor overhaaste deregulering en
afbreuk aan de weerbaarheid van de financiële sector.
Lidstaten benadrukten in hun interventies het belang van eenheid en Europese samenwerking.
Meerdere landen wezen op de noodzaak van het verhogen van defensie-investeringen.
Meerdere lidstaten noemden voorstander te zijn van het benutten van flexibiliteit
binnen de bestaande Europese begrotingsregels om overheden in deze publieke uitgaven
te ondersteunen. Enkele lidstaten gaven aan ook een rol te zien voor gemeenschappelijke
schuld of het Europees Stabiliteitsmechanisme. Een groot deel van de lidstaten benadrukte
het belang van versterking van de interne markt, de kapitaalmarktunie, de digitale
euro en coördinatie van economisch beleid. Nederland stelde dat Europese samenwerking
kan bijdragen aan het verkrijgen van schaal en een sterke interne markt. Het versterken
van de kapitaalmarktunie en het aangaan van internationale handelsrelaties zijn hierin
onder andere belangrijk. Nederland benadrukte dat in deze tijden naast de veiligheid
van Europa ook de financiële stabiliteit en schuldhoudbaarheid van de EU van belang
zijn voor de weerbaarheid en welvaart van Europa. Dit is cruciaal voor de geopolitieke
positie van de EU, omdat een sterke economie, een stabiele euro en handel de basis
vormen voor een krachtige toekomst.
Eurozoneaanbevelingen voor 2025
De Eurogroep besprak de ontwerp Eurozoneaanbevelingen 2025. De aanbevelingen waren
eerder voorbereid in ambtelijke werkgroepen, en de presentatie leidde niet tot interventies
in de Eurogroep. De voorzitter concludeerde dat in het huidige complexe economische
klimaat de aanbeveling voor de eurozone relevanter is dan ooit, met name als het gaat
om concurrentievermogen, veerkracht en macro-economische en financiële stabiliteit.
Het ambtelijk voorportaal van de Eurogroep zal verder spreken hoe de aanbevelingen
kunnen worden geïntegreerd in het werk van de Eurogroep. Voor een verdere toelichting
bij de inhoud van de aanbevelingen zie de geannoteerde agenda van de Eurogroep/Ecofinraad
van februari 2025.
Eurogroep werkprogramma
De voorzitter van de Eurogroep gaf een toelichting op het werkprogramma tot de zomer2. Onderwerpen die zullen worden besproken zijn onder andere de coördinatie van economisch
beleid en begrotingsbeleid, de kapitaalmarktunie, vervolgmaking van de Bankenunie,
concurrentievermogen, de digitale euro en de internationale rol van de euro. Er waren
geen interventies van lidstaten.
Overig
Ierland en België presenteerden het regeringsprogramma van de nieuw aangetreden regeringen.
Er waren geen interventies van lidstaten.
Ecofinraad
Lopende wetgevingsvoorstellen over financiële diensten
Het voorzitterschap lichtte toe dat de trilogen voor Retail Investment Strategy (RIS) in maart zullen starten, waarbij de focus ligt op versimpeling, met speciale
aandacht voor provisies, het value-for-money-systeem (een complex systeem om hoge kosten voor consumenten bij beleggen te voorkomen)
en het vermijden van te hoge administratieve lasten voor marktpartijen. Het voorzitterschap
gaf aan dat als er binnen twee maanden geen overeenkomst bereikt wordt, het voor de
hand ligt om het gehele voorstel te heroverwegen. De Commissie noemde die termijn
ambitieus maar sprak vertrouwen uit in het voorzitterschap. Hierbij gaf de Commissie
wel aan dat als het uiteindelijke compromis niet voldoende maatregelen bevat om retailbeleggen
te stimuleren, zij overweegt het gehele pakket in te trekken. De focus bij de voortzetting
van de onderhandelingen over de verordening Financial Data Access (FIDA), over het
veilig gebruik van financiële klantdata, zou eveneens op vereenvoudiging moeten liggen.
De Commissie zou wel graag snelheid behouden. De verordening kan bijdragen aan consumentenbescherming,
innovatie en het versterken van het financiële ecosysteem. Het voorzitterschap sprak
de wens uit voor een spoedig Raadsakkoord op betalingsdiensten en voortgang op de
digitale euro.
De Commissie gaf vervolgens een toelichting bij de lopende wetgevingsdossiers op het
gebied van financiële diensten. Ze gaf aan dat zij de ambitie om wetgevingsdossiers
af te ronden verwelkomt, maar dat er ook politieke wil onder lidstaten nodig is. Vereenvoudiging
van wet- en regelgeving is belangrijk, maar is geen doel op zich. Het moet het leven
voor bedrijven en burgers makkelijker maken. De Commissie verwelkomt een regelmatige
bespreking van het thema vereenvoudiging op de Ecofinraad. Op 26 februari presenteert
de Commissie het eerste vereenvoudigingspakket. De Commissie lichtte toe dat zij in
haar werkprogramma heeft opgenomen dat zij twee voorstellen zal intrekken: de richtlijn
voor kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden3 en de verordening voor door overheidsobligaties gedekte effecten4, omdat deze onderhandelingen geen voortgang hebben en er geen zicht is op een akkoord.
De trilogen over de crisis management and deposit insurance (CMDI) lopen en er is ambitie om tot een politieke overeenkomst met het Europees
Parlement te komen.
Concurrentievermogen kompas
De Commissie presenteerde het Concurrentievermogen Kompas, waarin beleidsrichtingen
worden geschetst gericht op het versterken van het concurrentievermogen van de EU.
Het kompas beoogt dit te bereiken door onder andere verdere verduurzaming van de industrie,
vereenvoudiging van regelgeving, en het vergemakkelijken van financiering voor bedrijven,
vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen.
In de discussie pleitten lidstaten voor meer coördinatie, vermindering van administratieve
lasten en een sterkere focus op strategische prioriteiten zoals investeringen in energie
en technologie. Meerdere lidstaten wezen op de relatief hoge energiekosten in de EU,
wat het concurrentievermogen nadelig beïnvloedt. Meerdere lidstaten benadrukten hierbij
de belangrijke rol van de Europese Investeringsbank (EIB). Er was verder aandacht
voor de specifieke behoeften van kleine lidstaten en de impact van regelgeving zoals
de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Corporate Sustainability
Due Diligence Directive (CSDDD) en de taxonomie, waar lidstaten ruimte zien voor vereenvoudiging
om de lasten voor bedrijven te verlichten. Enkele lidstaten riepen op tot het vermijden
van nationale koppen op EU-wetgeving. Daarnaast wezen enkele landen op de mogelijke
bijdrage van vereenvoudiging van regels op het gebied van securitisatie.
Een groot aantal lidstaten gaf aan dat het versterken van de interne markt voor het
concurrentievermogen van de EU essentieel is. Ook wezen enkele lidstaten specifiek
op de positie van sectoren als de auto-, chemie en staalindustrie. Lidstaten uitten
zich eensgezind over de noodzaak om zowel de interne markt te versterken als de administratieve
lasten te verminderen. Het voorzitterschap kondigde aan dat de Commissie het eerste
zogenoemde ombnibusvoorstel, met voorstellen voor de vereenvoudiging van enkele richtlijnen,
zal presenteren in de Ecofinraad van maart. In technische werkgroepen wordt gewerkt
aan een voorstel voor «decluttering» van belastingmaatregelen.
Decharge Europese jaarbegroting 2023
De Raad stemde in met de Raadsaanbeveling aan het Europees Parlement voor het verlenen
van decharge aan de Commissie over de uitvoering van de Europese begroting 2023. Nederland
en een viertal gelijkgestemde lidstaten brachten een tegenstem uit vanwege het hoge
en gestegen foutenpercentage. Deze vijf lidstaten hebben een gezamenlijke verklaring
afgegeven. Omdat de aanbeveling met gekwalificeerde meerderheid van stemmen kan worden
aangenomen, werd de benodigde meerderheid alsnog behaald.
In de interventie benadrukte Nederland dat het hoge foutenpercentage zorgwekkend is
en een negatieve invloed heeft op het vertrouwen in de EU-instellingen. Daarnaast
sprak Nederland het belang uit van het werk van de externe auditor, de Europese Rekenkamer
en riep op tot nadere bespreking en acties om EU-middelen op een verantwoordere manier
te besteden. Dit omvat wat Nederland betreft het verbeteren van financieel beheer,
het vergroten van transparantie en het vereenvoudigen van regels en voorschriften.
Deze interventie werd ondersteund door de eerdergenoemde gelijkgestemde lidstaten.
Begrotingsrichtlijnen voor Europese begroting 2026
De Raad stemde in met de begrotingsrichtlijnen voor de Europese begroting 2026. Het
voorzitterschap lichtte het belang van de begrotingsrichtlijnen toe in het licht van
nieuwe beleidsprioriteiten. In de richtlijnen roept de Raad op tot een zorgvuldige
begroting met voldoende marges onder het MFK-plafond en middelen voor uitgaven aan
de prioriteiten van de Unie. Eén van die prioriteiten is om Oekraïne te blijven ondersteunen,
zolang dat nodig is. De Commissie gaf aan dat er beperkte marges en middelen beschikbaar
zijn voor 2026, vooral onder subcategorie 2b (veerkracht en waarden) en categorie 6
(extern beleid). De eerste gedachtewisseling met Raad, Commissie en het Europees Parlement
is op 8 april; daar zal een gezamenlijke tijdlijn voor de begrotingsonderhandelingen
voorliggen. De Commissie refereerde aan de eerdere afspraken om de kostenoverschrijding
op de rente op de NGEU-leningen (EURI) op jaarlijkse basis te behandelen. Er waren
geen interventies van lidstaten.
Europees Semester 2025
De Raad stemde in met de Raadsconclusies van het Alert Mechanism Report (AMR) en de Raadsaanbeveling voor de Eurozoneaanbevelingen 20255. Zie de geannoteerde agenda van deze Eurogroep/Ecofinraad voor een toelichting bij
de Raadsconclusies en de Raadsaanbeveling. Er waren geen interventies van lidstaten.
Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele
plannen en buitensporigtekortprocedure
De Raad stemde in met het budgettair-structureel plan van Hongarije. Het plan dat
Hongarije eerder had ingediend voldeed niet aan de vereisten. De belangrijkste reden
was dat de jaarlijkse verbetering van het structureel saldo niet voldeed aan de minimale
jaarlijkse saldoverbetering van 0,5% die noodzakelijk is voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure.
De Commissie oordeelde dat het aangepaste uitgavenpad zoals voorgesteld door Hongarije
nu wel voldoet aan de vereisten van Verordening 2024/12636. De Raad heeft zodoende ingestemd met de aanbeveling van de Commissie om het uitgavenpad
vast te stellen.
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)
De Raad stemde in met de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de door Letland
en België ingediende aangepaste Herstel- en Veerkrachtplannen. Er waren geen interventies
van lidstaten.
Voorbereiding van de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en gouverneurs van
de centrale banken van de G20 op 26–27 februari 2025: EU-mandaat
De Raad stemde in met de EU Terms of Reference van de bijeenkomst van de Ministers
van Financiën en gouverneurs van de centrale banken van de G20.
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De Commissie gaf een toelichting bij de G7 ERA-lening die dit jaar zal worden uitgekeerd
aan Oekraïne, met een volgende betaling in maart. De Russische economie wordt merkbaar
geraakt door sancties, waaronder het olieprijsplafond, waardoor de inflatie momenteel
9,5% bedraagt. De Commissie zal zich blijven inzetten voor de handhaving van sancties,
waaronder door het benaderen van landen buiten de EU die als hubs in het omzeilen
van sancties fungeren. Ook ziet de Commissie voortgang in het optreden tegen de Russische
schaduwvloot.
In de interventieronde namen enkele lidstaten het woord. Daarbij noemden lidstaten
het belang van het verhogen van defensie-uitgaven. Een lidstaat wees op het belang
van gezamenlijke Europese leningen. Een andere lidstaat riep op het verhogen van de
financiële steun aan Oekraïne en het aanscherpen van het sanctieregime tegen Rusland.
Nederland noemde dat het Oekraïne onverminderd zal blijven ondersteunen, zoveel mogelijk
gezamenlijk met de VS. Het beleid moet worden gericht op het verzwakken van Rusland
en het versterken van Europa. Nederland gaf daarbij gezien de financieringsnoden van
Oekraïne in samenwerking met G7-partners serieus te willen kijken naar het onderzoeken
van mogelijkheden voor de inzet van bevroren Russische centrale banktegoeden, waarbij
er wel een juridische en economische risicoanalyse nodig is over de gevolgen o.a.
voor de positie van de euro. Het 16de sanctiepakket ziet Nederland als cruciaal voor de effectiviteit van de sancties,
die streng gehandhaafd moeten worden. De discussie over Oekraïne spitst zich ook steeds
meer toe op defensie en de Europese veiligheidsarchitectuur. Nederland heeft daarbij
uitgedragen dat Europa eerst de financiële behoeften moet beoordelen, niet overhaasten
in besluitvorming en lidstaten 2 procent van het BBP aan defensie moeten uitgeven.
Nederland heeft aangegeven geen voorstander te zijn van gemeenschappelijke schulden.
Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve
jurisdicties
De Raad stemde (als hamerpunt) in met de herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve
jurisdicties en coöperatieve jurisdicties.7 Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten
de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan
voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU
fiscaal zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen
aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde
periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans
tijdens de Ecofinraad van februari en oktober.
De EU fiscaal zwarte lijst is ongewijzigd gebleven. Wel dient te worden opgemerkt
dat sommige landen wel vooruitgang hebben geboekt, maar omdat zij voor meerdere criteria
op de lijst staan, nog niet van de zwarte lijst kunnen worden afgehaald. Zo heeft
Panama een toezegging op hoog politiek niveau gedaan dat Panama zal voldoen aan de
minimum standaard van informatie-uitwisseling op het gebied van belastingen. Voor
dat onderdeel zou Panama op de grijze lijst komen te staan. Echter, omdat Panama ook
op de zwarte lijst staat voor een fiscaal schadelijk regime, wat (nog) niet geadresseerd
is, blijft Panama op de zwarte lijst staan.
De EU fiscaal zwarte lijst bestaat uit elf landen, namelijk de Amerikaanse Maagdeneilanden,
Amerikaans Samoa, Anguilla, Fiji, Guam, Palau, Panama, Rusland, Samoa, Trinidad &
Tobago en Vanuatu.
De landen op de EU fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke
termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden
de landen op de EU fiscaal zwarte lijst gezet. Curaçao stond op deze grijze lijst
omdat het niet volledig kon voldoen aan de norm voor de automatische uitwisseling
van informatie. Curaçao had op hoog politiek niveau toegezegd dat uiterlijk in het
najaar 2024 alsnog zou worden voldaan aan de genoemde standaard. De Ecofinraad heeft
geoordeeld dat Curaçao de toezegging is nagekomen en heeft daarom besloten dat Curaçao
van de grijze lijst kan worden afgehaald.
Overig
Positieve beoordeling van het tweede betaalverzoek van het Nederlandse Herstel- en
Veerkrachtplan
17 februari jl. heeft de Europese Commissie het tweede betaalverzoek positief beoordeeld.
Dit betaalverzoek heeft een waarde van 1,2 miljard euro. Nederland heeft het tweede
betaalverzoek op 13 december 2024 ingediend. De positieve beoordeling is een belangrijke
stap naar de officiële goedkeuring van het betaalverzoek.
Met deze positieve beoordeling bevestigt de Europese Commissie dat de 21 mijlpalen
en doelstellingen die onderdeel zijn van het tweede betaalverzoek zijn behaald. Het
gaat hierbij onder andere om investeringen op het gebied van digitalisering, betaalbare
woningen, onderwijs en zorg.
Het tweede betaalverzoek is afgelopen week voorgelegd aan de Economic Policy Committee (EPC) en de Economic and Financial Committee (EFC) voor een advies. Hierna wordt de uitbetaling van het tweede betaalverzoek goedgekeurd
in het HVF-comité. Het kabinet verwacht dat het tweede betaalverzoek in het voorjaar
zal worden uitbetaald. Uw Kamer zal hier te zijner tijd over worden geïnformeerd.
Toezegging criteria om middelen te krijgen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(HVF) – Commissiedebat Ecofin 12 februari 2025
Ik heb uw Kamer toegezegd om middels dit verslag terug te komen op de vragen van Kamerlid
De Vree (PVV) over de criteria om middelen te ontvangen uit de HVF. Maatregelen dienen
zowel aan nationale als Europese criteria te voldoen, om onderdeel te worden van het
Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Deze criteria worden hieronder nader
toegelicht. De vijftig maatregelen in het Nederlandse plan (28 investeringen en 22 hervormingen)
dragen er gezamenlijk aan bij dat het Nederlandse plan in het geheel aan alle voorwaarden
voldoet.
Alle nationale herstel- en veerkrachtplannen moeten voldoen aan strenge eisen die
zijn vastgesteld in de HVF-verordening.8 Om aanspraak te maken op HVF-middelen konden lidstaten een HVP indienen met daarin
ambitieuze hervormingen en investeringen. Dat is in lijn met de inzet van Nederland
tijdens de onderhandelingen rondom de totstandkoming van het HVF in de zomer van 2020.
Zo moeten, onder andere, 37 procent van de uitgaven klimaatgerelateerd zijn en 20 procent
van de uitgaven gericht zijn op de digitale transitie. Verder moeten de herstel- en
veerkrachtplannen aansluiten op de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester.
In het coalitieakkoord van Rutte IV9 is afgesproken dat de voor Nederland gereserveerde HVF-middelen alleen worden ingezet
om reeds begrote en volledig gedekte uitgaven te financieren. Met dit als uitgangspunt
is bij het opstellen van het plan in 2022 Rijksbreed gekeken naar kansrijke maatregelen
voor opname in het HVP. Dit is tijdens het opstellen van het HVP met uw Kamer gedeeld.10 Uitvoerders van maatregelen uit het HVP krijgen dus geen aanvullende middelen direct
uit de HVF. Dit geld was immers al toegekend uit de nationale begroting. Welke partijen
uiteindelijk middelen ontvangen uit deze investeringen, volgt vervolgens uit de voorwaarden
van de reeds bestaande en in het HVP opgenomen maatregelen en wie daar een aanvraag
voor heeft gedaan. Het betreft bijvoorbeeld gemeenten die een aanvraag hebben gedaan
bij de subsidieregeling voor duurzaam maatschappelijk vastgoed of bedrijven die onderdeel
zijn van een Nationaal Groeifonds-project. De honderd eindontvangers die de meeste
middelen ontvangen, worden gepubliceerd in de zogenoemde «Top 100 eindontvangers HVP».11
Het kabinet is van plan om nog drie betaalverzoeken in te dienen om aanspraak te kunnen
maken op de resterende 2,9 miljard euro uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit die
voor Nederland gereserveerd is.
Digitale euro
Op verzoek van uw Kamer12 informeer ik u maandelijks over de onderhandelingen over de voorstellen voor een
mogelijke digitale euro, die momenteel in Raadsverband plaatsvinden. Onder het Poolse
voorzitterschap zijn er recent twee raadswerkgroepen geweest, waarin is stilgestaan
bij internationaal gebruik van de digitale euro, de digitale euro als wettig betaalmiddel,
de mogelijke bijdrage van de digitale euro aan de weerbaarheid van ons betaalsysteem,
het compensatiemodel en de manieren waarop de digitale euro kan worden verspreid.
Aangaande internationaal gebruik is gesproken over de mogelijkheden voor winkeliers
in lidstaten buiten de eurozone of landen buiten de EU om de digitale euro te accepteren.
Het kabinet steunt acceptatie van de digitale euro in lidstaten buiten de eurozone,
omdat dit een gelijk speelveld in de EU bevordert. Ten aanzien van acceptatie in landen
buiten de EU acht ik verdere discussie echter noodzakelijk, onder meer over het nut
en de noodzaak van dergelijke acceptatiemogelijkheden en over waarborgen voor het
behoud van monetaire soevereiniteit in deze landen.
Het kabinet staat positief tegenover het vastleggen van de status van de digitale
euro als wettig betaalmiddel. Wel is Nederland voorstander van enige flexibiliteit
in de acceptatieplicht voor winkeliers en zzp’ers, voor wie een dergelijke acceptatieplicht
disproportioneel kan zijn. Als een winkelier normaliter geen pinapparaat heeft, moet
deze niet worden verplicht om voor de digitale euro een apparaat aan te schaffen.
Ook is er in een raadswerkgroep gesproken over de bijdrage die een digitale euro kan
leveren aan de weerbaarheid van de infrastructuur van het betalingsverkeer. Een digitale
euro kan in dit opzicht een belangrijke rol spelen, met name in de vorm van een offline
functionaliteit. Aangezien het gebruik van contant geld in Nederland relatief laag
is, kan een offline digitale euro ten tijde van uitzonderlijke situaties, zoals een
stroom- of internetstoring, een belangrijke terugvaloptie zijn naast contant geld.
Wel moet de digitale euro ook in normale tijden voldoende worden gebruikt om als solide
terugvaloptie te kunnen dienen.
Verder is er aandacht besteed aan het compensatiemodel. Nederland zet zich in voor
een proportionele verdeling van de kosten die met de invoering en het gebruik van
een digitale euro gepaard gaan. De Commissie heeft voorstellen gedaan voor uniforme
vergoedingen in de eurozone, maar in de raadswerkgroep is gesproken over een transitieregime
voor deze uniforme kostenstructuur. Een transitieregime biedt de mogelijkheid om eerst
meer inzicht te krijgen in de kosten van de infrastructuur van de digitale euro en
kan bijdragen aan een proportioneel, geharmoniseerd compensatiemodel op de lange termijn.
Nederland zet zich in voor een transitieregime, maar vindt het daarnaast wel belangrijk
om vóór de eventuele invoering van de digitale euro overeenstemming te bereiken over
de uiteindelijke vorm van het compensatiemodel. Het kabinet steunt in dit kader een
model dat kostendekkend is voor betaalinstellingen en proportioneel is voor winkeliers.
Tot slot is gesproken over de wijze waarop een digitale euro kan worden gedistribueerd.
Daarbij is onder meer stil gestaan bij het belang van de naleving van internationale
sancties.
Naast de raadsonderhandelingen is de verwachting dat ook het Europees Parlement verder
gaat met het behandelen van de wetsvoorstellen, onder leiding van een nieuwe rapporteur.
Daarnaast is de Rulebook Development Group van de ECB bezig met de voorbereiding van een Rulebook voor de digitale euro, waarin standaarden en procedures worden vastgelegd voor een
eventuele uitrol van de digitale euro. De ECB kan pas besluiten tot uitgifte van een
mogelijke digitale euro nadat er zowel in de Raad, het parlement, als in de daaropvolgende
triloog onderhandelingen een akkoord is bereikt over de juridische basis van de digitale
euro.
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.