Brief regering : Reactie op verzoek commissie over notitie 'Investeren in Kinderen van Ouders met Psychische en/of Verslavingsproblemen (KOPPKOV)' van Trimbos-instituut
31 839 Jeugdzorg
Nr. 1069
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2025
In september stuurde het Trimbos-instituut de notitie «Investeren in Kinderen van
Ouders met Psychische en/of Verslavingsproblemen». Uw Kamer heeft mij verzocht om
een reactie te geven op deze notitie.
Ik herken de problematiek die geschetst wordt in de notitie. Kinderen van ouders met
een psychische problematiek of verslaving hebben vaak een moeilijkere uitgangspositie
en ook een grotere kans om zelf op latere leeftijd tegen (psychische) problemen aan
te lopen.
Ik ben met het Trimbos eens dat het nodig is om aandacht te hebben voor deze groep
kinderen. Vanuit het professionele veld is er kennis ontwikkeld en beschikbaar over
deze groep jeugdigen. Zo is er zowel bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) als bij
het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie informatie beschikbaar voor professionals
die werken met kinderen van ouders met psychische problematiek of een verslaving (KOPP/KOV).
Er wordt ook informatie geboden aan ouders en jongeren en er zijn verwijzingen naar
websites met tips en ervaringen.
Er zijn verschillende richtlijnen voor professionals op dit gebied:
• Het NJi beheert- in samenwerking met betreffende beroepsverenigingen en met behulp
van de instellingssubsidie van VWS – richtlijnen voor professionals die werken met
jongeren. Eén van deze richtlijnen is de richtlijn KOPP/KOV. In deze richtlijn staat
o.a. uitgelegd hoe jeugdprofessionals kinderen van ouders met psychiatrische problemen
kunnen herkennen en wat gepaste interventies zijn. Het gaat hierbij zowel om interventies
die zijn gericht op de ouder/het gezin als op de jongere. Het NJi zet in op het toegankelijker
maken van richtlijnen voor professionals en op kennisdeling via bijvoorbeeld bijeenkomsten,
sociale media en nieuwsberichten.
• In de ggz standaarden, die zijn ontwikkeld voor professionals die werkzaam zijn in
de ggz, is eveneens aandacht voor een richtlijn KOPP/KOV die betrekking heeft op de
zorg voor ouders met een psychische aandoening of verslaving en hun (volwassen) kinderen.
In de ggz standaard problematisch alcoholmisbruik en alcoholverslaving wordt tevens
aandacht besteed aan de aanwezigheid van eventuele minderjarige kinderen. Deze standaard
geeft aan dat – wanneer een cliënt een minderjarig kind heeft – er een kindcheck moet
worden gedaan. De kindcheck is onderdeel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
om te kijken of een kind het risico loopt om mishandeld of verwaarloosd te worden.
Het Trimbos-instituut zet daarnaast zelf al jaren in op het onderwerp KOPP/KOV en
is een belangrijke kennispartner voor professionals, gemeentes, wetenschappers, ouders,
kinderen en naasten. Ze hebben een verbindende functie tussen betrokken landelijke,
regionale en lokale organisaties en professionals die werkzaam zijn op het gebied
van KOPP/KOV. Ze doen onderzoek en delen kennis, waarbij ze aansluiten bij actuele
vragen vanuit het veld. Onderzoek is bijvoorbeeld gericht op het beter begrijpen wat
werkt in de ondersteuning van KOPP/KOV-gezinnen en hoe interventies en programma’s
verbeterd kunnen worden. Daarnaast vertaalt het Trimbos-instituut kennis naar praktische
toepassingen, zoals een trainingsaanbod voor hulpverleners die werken met KOPP/KOV-gezinnen
en het ontwikkelen van interventies zoals informatieboekjes voor kinderen van verschillende
leeftijden en online interventies zoals KOPPsupport en KopOpOuders.
Het Trimbos-instituut faciliteert het Landelijk Platform KOPP/KOV, dat is opgezet
voor alle professionals die een rol hebben in het signaleren en ondersteunen van de
KOPP/KOV-doelgroep. Denk aan professionals werkzaam bij zorg- en onderwijsinstellingen
of professionals gevestigd als zelfstandige met een eigen praktijk gericht op KOPP/KOV
problemen.
Sommige aanbieders met een academische functie ontwikkelen specifieke kennis voor
professionals die werken met gezinnen, zoals bijvoorbeeld bij Accare. Daarnaast worden
er bij verschillende aanbieders van verslavingsklinieken zoals Jellinek, Youz, Brijder
KOPP/KOV groepen georganiseerd waarin kinderen en jongeren hun verhalen kunnen delen,
bespreken tegen welke problemen ze aanlopen en er soms ook gewoon ruimte is voor leuke
dingen. Vaak zijn er verschillende groepen, afhankelijk van de leeftijd van de jongeren.
Ook wordt er via verschillende manieren ingezet op ondersteuning van jonge ouders,
bijvoorbeeld door het programma van Kansrijke Start.
Tegelijkertijd is het belangrijk om ook breder te kijken dan deze groep. Ook kinderen
van ouders die in armoede leven of problematische schulden hebben krijgen te maken
met extra uitdagingen en zijn mogelijk kwetsbaarder voor (psychische) klachten. Bij
sommige gezinnen komen verschillende problemen, zoals psychische problemen bij ouders,
armoede of schulden en opvoedproblemen bij kinderen en jongeren tegelijkertijd voor.
Daarom is het belangrijk om zowel binnen de zorg als buiten de zorg veel meer integraal
samen te werken. Ik vind het daarom niet voor de hand liggen om geldstromen uit verschillende
stelsels te bundelen voor een aanpak die alleen gericht is op KOPP/KOV ouders. Ik
zet liever in op bredere samenwerking en om knelpunten in domeinoverstijgende samenwerking
en financiering aan te pakken.
In de afgelopen jaren zijn verschillende akkoorden gesloten met afspraken om meer
integraal samen te werken zowel binnen als tussen domeinen en om eerder en beter te
interveniëren aan de voorkant. In het Integraal Zorgakkoord (hierna: IZA) zijn in
2022 afspraken gemaakt om de toegankelijkheid van de ggz te verbeteren bijvoorbeeld
door het verbeteren van de samenwerking tussen sociaal domein, huisartsenzorg en ggz.
Deze afspraken moeten bijdragen aan een beweging naar de voorkant waarbij de hulpvraag
van een cliënt centraal staat en deze snel wordt opgepakt. Op dit moment worden in
alle regio’s, op basis van de in 2024 gepubliceerde leidraad Mentale Gezondheidsnetwerken,
mentale gezondheidsnetwerken opgezet. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen huisartsen,
sociaal domein en ggz in een regio. Binnen deze netwerken worden verkennende gesprekken
gevoerd door professionals uit het sociaal domein en de ggz die integraal, na verzoek
van de huisarts, kijken wat de hulpvraag is van iemand. Hierbij is er ook meer aandacht
voor de sociale context van de hulpvrager en wordt ook gekeken naar wat het gezin
aan ondersteuning nodig heeft. Op dit moment worden samen met partijen afspraken gemaakt
over een aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord.
Het IZA heeft ook als ambitie om een landelijk dekkend netwerk van informele steunpunten
op te zetten. Deze steunpunten zijn primair bedoeld voor mensen met een psychische
kwetsbaarheid. Het voortouw bij deze steunpunten ligt bij ervaringsdeskundigen. Mensen
kunnen zonder afspraak binnen lopen bij een steunpunt. Dit vergroot de kans dat mensen
tijdig al ondersteuning krijgen – ook als zij nog wachten op professionele hulp –
waardoor er meer rust ontstaat, zowel voor de betreffende persoon zelf als voor de
omgeving van die persoon.
Ook in de Hervormingsagenda Jeugd zijn afspraken gemaakt om hulp meer in de context
van het gezin aan te bieden en de verbinding te zoeken met aanpalende domeinen zoals
bestaanszekerheid, volwassen ggz en onderwijs.
Daarnaast is met het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming een beweging gestart
om meer integraal, eenvoudiger en gezinsgerichter samen te werken in de jeugdbescherming.
Daarbij staan de rechten en belangen van kinderen en gezinnen centraal. Binnen dit
programma is ook een project gestart voor «volwassenproblematiek» omdat we zien dat
het oplossen van achterliggende problemen vaak randvoorwaardelijk is om te komen tot
meer structurele veiligheid in gezinnen. Binnen dat project wordt o.a. een kompas
voor domeinoverstijgende samenwerking ontwikkeld en wordt regionale samenwerking ondersteund
met actieonderzoek. Knelpunten in de samenwerking worden tot slot door AEF in kaart
gebracht en voorzien van regionale of landelijke oplossingsrichtingen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport