Brief regering : Zichtbaarheid en nabijheid waaronder huisvesting
29 628 Politie
Nr. 1253
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Inleiding
In vervolg op mijn toezegging in het commissiedebat Politie van 19 december jl.1 informeer ik uw Kamer graag nader over mijn visie en inzet op de zichtbaarheid en
                  de bereikbaarheid van de politie. Ik begrijp goed dat u er zich als Kamer hard voor
                  maakt dat de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie in buurten en wijken in
                  voldoende mate kunnen worden gecontinueerd en ik neem u graag mee in de wijze waarop
                  hieraan wordt gewerkt. Ik plaats dit in de bredere context van mijn visie op en het
                  werk aan een toekomstbestendige politie en politiefunctie.
               
Visie en inzet op een toekomstbestendige politie en politiefunctie
Dit kabinet werkt aan een toekomstbestendige politie en politiefunctie. Maatschappelijke
                  ontwikkelingen als digitalisering, de toenemende impact van ondermijning en maatschappelijke
                  onrust maken dat nodig. De vraag naar veiligheid wordt steeds groter en complexer
                  en middelen en capaciteit zijn per definitie schaars. Over de druk op de politiecapaciteit
                  en de krappe arbeidsmarkt hebben uw Kamer en ik al vaak met elkaar gesproken. Keuzes
                  zijn nodig, zodat de politie zich op de kerntaken kan richten, in staat is zich doorlopend
                  aan te passen aan relevante ontwikkelingen en in verbinding blijft met de samenleving.
                  Ik ben daartoe in gesprek met partners binnen en buiten het veiligheidsdomein, onder
                  andere over nieuwe vormen van samenwerking en het beleggen van deeltaken bij andere
                  organisaties. Voorbeelden hiervan zijn de overdracht van de deeltaak identificatie
                  en registratie van asielzoekers en de brede aanpak van personen met verward/onbegrepen
                  gedrag. Over de voortgang heb ik uw Kamer geïnformeerd in het laatste halfjaarbericht
                  politie.
               
Ook met de regioburgemeesters, als vertegenwoordigers van het lokaal gezag, en met
                     het Openbaar Ministerie, als gezag over de opsporing, voer ik het fundamentele gesprek
                     over een toekomstbestendige en maatschappelijk verbonden politie en over de keuzes
                     die dat vraagt. Dat gesprek is gestart in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie
                     (LOVP) van november jl., waar we ons hebben georiënteerd op mogelijke keuzes in de
                     opsporing en de gebiedsgebonden politie.
                  
Die zien bijvoorbeeld op het ontwikkelen van nieuwe instroompaden voor personeel,
                     keuzes voor andere manieren van werken (meer online, meer inzet van technologie, een
                     andere wijze van incidentafhandeling) en een selectievere en op onderdelen meer bovenlokale
                     inzet van het strafrecht. Dit gesprek zal de komende tijd worden voortgezet.
                  
De voorgaande kabinetten hebben de operationele formatie van de politie fors uitgebreid,
                  bijvoorbeeld voor bewaken en beveiligen, de aanpak van ondermijning, zeden en agenten
                  in de wijk. Het kabinet Rutte III heeft de operationele formatie van de politie met
                  zo’n 2400 fte uitgebreid. Het kabinet Rutte IV heeft daar nog in totaal zo’n 1600
                  fte aan toegevoegd. En ook dit kabinet investeert in de slagkracht van de politie.
                  De operationele formatie zal de komende jaren groeien en in 2029 ongeveer 4700 fte
                  hoger zijn dan in 20172. Hiervan zijn 700 fte extra agenten voor de wijk, uit de middelen Hermans. Aan de
                  werving van deze agenten wordt hard gewerkt, zodat er, afhankelijk van hoe de situatie
                  op de arbeidsmarkt zich ontwikkelt, de komende jaren geleidelijk aan meer agenten
                  in wijken en buurten en op het web (digitale wijkagent) aan het werk zullen zijn.
               
De investeringen van dit kabinet in de politie3 sluiten aan bij de ambitie om de politie toekomstbestendig te maken in een tijd waarin
                  alle aspecten van het leven steeds meer digitaal plaatsvinden en het moeilijk is om
                  personeel te vinden. Waar het gaat over het uitbreiden van de operationele formatie
                  ligt de nadruk daarom op versterkingen die kunnen worden gerealiseerd met specialistische
                  zijinstromers. Daarnaast investeert het kabinet fors in (technologisch hoogwaardig)
                  materieel en IV-middelen en in innovatieve concepten waaronder € 22,5 mln. voor de
                  ontwikkeling van innovatieve vormen van zichtbaarheid en bereikbaarheid in de wijk.
               
Visie en inzet zichtbare en bereikbare politie
In de context van het fundamentele gesprek in het LOVP over een toekomstbestendige
                  en maatschappelijk verbonden politie en over de keuzes die dat vraagt, heb ik de zorgen
                  van uw Kamer gedeeld met de korpschef van de politie, met de regioburgemeesters en
                  met het Openbaar Ministerie. Voor ons staat buiten kijf dat de politie maatschappelijk
                  verbonden moet zijn en zichtbaar en bereikbaar voor eenieder die dat nodig heeft.
                  Ons gezamenlijke uitgangspunt is dat verschillende elementen een rol spelen bij het
                  vormgeven van zichtbaarheid en bereikbaarheid en dat de doorontwikkeling ervan om
                  integrale afwegingen vraagt. We zetten in op de juiste combinatie van fysiek contact
                  op straat, contact vanuit permanente fysieke locaties, mobiele vormen van fysiek contact,
                  innovatieve loketten, digitale kanalen en andere manieren om in contact te komen met
                  de politie. Huisvesting speelt daarin een rol, maar het aantal politiebureaus is geen
                  doel op zich.
               
De politie heeft huisvesting nodig die het politiewerk optimaal ondersteunt, nu en
                  in de toekomst. De korpschef bepaalt het huisvestingsbeleid binnen het door de Minister
                  van Justitie en Veiligheid gestelde financiële kader.4 De uitgangspunten van het strategisch huisvestingsplan van de korpschef, dat overigens
                  recent is herijkt tot huisvestingsvisie 2040, zijn vastgesteld na bespreking in het
                  LOVP. Centraal uitgangspunt is om één teambureau te hebben voor ieder basisteam, waar
                  nodig ondersteund met politieposten van verschillende aard en omvang. Andere belangrijke
                  elementen zijn duurzaamheid, betaalbaarheid en steeds verdergaand gebruik van digitale
                  en mobiele mogelijkheden in de dienstverlening. De deelhuisvestingsplannen per eenheid
                  zijn opgesteld in afstemming met het lokale gezag en worden ook uitgevoerd in afstemming
                  met het lokale gezag. Naast doelmatigheid en doeltreffendheid zijn overwegingen die
                  daarbij worden betrokken bijvoorbeeld de veiligheidssituatie ter plaatse, de meest
                  gewenste inzet van de beschikbare agenten, de mate waarin politielocaties door het
                  publiek worden bezocht, de kwaliteit van de dienstverlening en het politiewerk en
                  meer in algemene zin doeltreffendheid en doelmatigheid.
               
Zichtbaarheid en nabijheid van politie krijgen voor een belangrijk deel vorm op lokaal
                  niveau, in overleg tussen politie en lokaal gezag. Landelijke ontwikkelingen en beleid
                  bepalen daarbij mede de richting, zoals de inspanningen om zoveel mogelijk agenten
                  en wijkagenten voor de politie te behouden en te werven (onder andere met het oog
                  op het realiseren van de norm van 1 wijkagent per 5.000 inwoners) en het uitbreiden
                  en verbeteren van kanalen om online met de politie in contact te treden. De uitvoering
                  van het huisvestingsbeleid vindt in die context plaats, in goed overleg met het lokaal
                  gezag. Ik was dan ook blij toen ik op 24 januari jl. vernam dat het gesprek over de
                  sluiting van het bureau in Wolvega een positieve wending heeft genomen en dat de burgemeester
                  van Weststellingwerf aangeeft dat hij de uitkomst van het overleg met politie met
                  vertrouwen tegemoetziet. Onder andere zal bezien worden hoe en waar in Wolvega een
                  plaats gecreëerd kan worden waar agenten hun dienst kunnen beginnen, waar burgers
                  bij politie kunnen binnenlopen en hoe agenten hun werk anders kunnen organiseren zodat
                  ze meer met inwoners in contact zijn.
               
De inzet is dat de zichtbaarheid en bereikbaarheid van politie op zijn minst op hetzelfde
                     niveau worden gecontinueerd, terwijl zij deels op een andere en meer toekomstbestendige
                     manier vorm krijgen. Ik steun en volg deze ontwikkeling, die ik in de praktijk ook
                     vorm zie krijgen. Het aantal politielocaties verandert en ook de aard ervan. Op dit
                     moment zijn er 225 teambureaus en 243 politieposten in gebruik. In de komende periode
                     van ongeveer vijftien jaar vinden daar in afstemming met het lokaal gezag geleidelijke
                     aanpassingen in plaats. Volgens plan zullen er uiteindelijk 178 teambureaus zijn.
                     Daarmee blijven er iets meer teambureaus bestaan dan dat er basisteams zijn. Het aantal
                     politieposten zal naar verwachting de komende jaren nog met circa 35 toenemen. Onderdeel
                     van het huisvestingsbeleid is dat (tijdelijk) ondersteunende politieposten kunnen
                     worden ingericht daar waar bureaus worden gesloten of samengevoegd. Dit kunnen grote
                     of kleine posten zijn met verschillende faciliteiten en functionaliteiten, zoals opkomstlocatie
                     en publieksfunctie (bijvoorbeeld om aangifte te komen doen). In alle eenheden wordt
                     aanvullend daarop gebruik gemaakt van nieuwe en creatieve manieren om fysiek in contact
                     te komen met burgers. Basisteams kennen de situatie in hun werkgebied het best en
                     maken dan ook zelf de keuzes over inzet hiervan. Ze bestaan in vele soorten en maten,
                     zoals pop-up bureaus, politie-wijkbussen, wiikagentspreekuren in gemeentehuizen, tafeltjes
                     op markten of in winkelcentra en mobiele medialabs.
                  
Parallel daaraan, en van groot belang voor het bereiken van grote doelgroepen, maakt
                     de politie de noodzakelijke stappen om online en op straat bereikbaar te zijn voor
                     burgers. Het aantal internetaangiften groeit, van ruim 300.000 in 2019 tot zo’n 400.000
                     in 2024. Mobiele faciliteiten maken het steeds meer mogelijk om aangiften thuis op
                     te nemen of op straat. De politie geeft aan dat dit in 2024 naar schatting ongeveer
                     100.000 keer gebeurde.
                  
In combinatie zijn deze ontwikkelingen gericht op het continueren van de zichtbaarheid
                     en bereikbaarheid van politie, in deels nieuwe en op de toekomst gerichte vormen.
                  
In wat volgt ga ik op een aantal aspecten van zichtbaarheid en bereikbaarheid nog
                  wat nader in.
               
Aangifte
Zoals hierboven al benoemd vinden op dit moment substantiële aantallen aangiften online
                  plaats en fysiek buiten politielocaties. In totaal betreft dat ruim 70% van alle aangiften.
                  Bij woninginbraken of andere delicten waar de politie ter plaatse komt, zoals na een
                  mishandeling, kan de politie bij de betrokkene thuis een aangifte opnemen. Uitgangspunt
                  is dat van heterdaad-zaken zoveel als mogelijk direct ter plaatse (op straat, bij
                  mensen thuis, op locatie etc.) aangifte wordt opgenomen. Daarnaast wordt soms maatwerk
                  toegepast om voor bepaalde doelgroepen (bijvoorbeeld ouderen) op hun huisadres een
                  aangifte op te nemen. Agenten kunnen het slachtoffer thuis bezoeken bij een melding
                  van online criminaliteit, zoals bankhelpdeskfraude. Het slachtoffer kan dan bij de
                  agenten aangifte doen, maar er kunnen ook direct eerste opsporingshandelingen worden
                  verricht. Binnen de politie-eenheid Oost-Nederland werken alle basisteams inmiddels
                  volgens deze werkwijze. Naar verwachting zullen steeds meer eenheden de keuze gaan
                  maken om op deze manier te werken. Daarnaast kan uiteraard telefonisch aangifte worden
                  gedaan of op een politiebureau of politiepost. Dat laatste gebeurt meestal op afspraak.
                  Uit pilots is gebleken dat het aangifte doen middels videobellen door burgers hoog
                  wordt gewaardeerd. De pilots zijn inmiddels uitgebreid naar de eenheden Den Haag,
                  Rotterdam, Noord-Holland en Zeeland-West-Brabant.
               
Contact via online kanalen
Het behoeft geen toelichting dat online zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie
                  in de wereld van vandaag en morgen van groot belang is. De politie werkt doorlopend
                  aan het verbeteren en uitbreiden van de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om
                  online in contact te treden met politie. Dat kan zijn om melding of aangifte te doen,
                  maar ook om informatie te verkrijgen. Alle inspanningen zijn erop gericht om burgers
                  via deze kanalen steeds beter en op hun behoefte toegespitst van dienst te zijn. Het
                  aantal bezoekers op de website politie.nl vertoont een stijgende trend. In 2024 waren
                  het er 27,4 miljoen, terwijl dat er in 2020 nog 4,3 miljoen waren. Hiervoor gaf ik
                  al aan dat via politie.nl in 2024 ruim 400.000 keer online aangifte gedaan. Ook het
                  aantal interactiesmet chatbot Wout blijft groeien. In 2024 waren het er ongeveer 440.000.
               
Ontwikkeling innovatieve loketten
Met de investeringen van dit kabinet ontwikkelt de politie innovatieve politieloketten
                     die gericht zijn op zichtbaarheid en laagdrempelig contact met de politie, met gebruikmaking
                     van moderne techniek en innovatie. Op Utrecht Centraal Station loopt een eerste pilot
                     met een dergelijk politieloket. In dit smart police station kunnen mensen laagdrempelig
                     in contact komen met de politie door bijvoorbeeld online aangifte te doen of een melding
                     te doen via videobellen. In 2025 en 2026 zullen meerdere pilots worden gestart, waarin
                     de lessen van de pilot in Utrecht zullen worden meegenomen. Ik noem een aantal voorbeelden
                     van concepten die in de nieuwe pilots zullen worden beproefd. Het helpen van burgers
                     die een drempel ervaren omdat zij de Nederlandse of Engelse taal niet machtig zijn.
                     Hierbij wordt gekeken naar oplossingen als het meertalig aanbieden van services en
                     mogelijke realtime vertaling bij het videobellen met een politiemedewerker. Toegankelijkheid
                     voor mensen met een beperking, zoals rolstielvriendelijkheid, of het toepassen van
                     een gebarentolk bij videobellen. Aansluiting bij de wensen en problemen van de doelgroep
                     jeugd. Digitale toegankelijkheid en het creëren van vertrouwen in de politie zien
                     hier belangrijke elementen. Zichtbare aanwezigheid en bereikbaarheid in ruraal gebied,
                     door pilots in te richten op locaties waar burgers in hun dagelijks leven komen zoals:
                     het gemeentekantoor, bibliotheken, winkelcentra, sportlocaties enz. Tot slot wordt
                     gewerkt aan mobiele/verplaatsbare varianten. Deze kunnen worden ingezet bij bijvoorbeeld
                     evenementen en festivals maar ook op plekken waar de lokale context (tijdelijk) vraagt
                     om extra politie aanwezigheid.
                  
De pilots zullen leiden tot gevalideerde concepten die in de jaren daarna op grotere
                     schaal kunnen worden toegepast. De uitwerking vindt altijd plaats in samenwerking
                     met de basisteams, het bevoegd gezag en lokale stakeholders.
                  
Werken op straat
Agenten beschikken steeds meer over de (digitale) middelen om hun werk en de bijbehorende
                  registratie via mobiele telefoon of laptop ter plekke te kunnen doen. En die ontwikkeling
                  wordt de komende jaren verder voortgezet. Daardoor zitten agenten minder achter het
                  bureau en zijn ze meer op straat. Het voorbeeld van het opnemen van aangiften is hierboven
                  al genoemd. Met de mobiele telefoon kan de agent ook op straat informatie opvragen.
                  Verder worden agenten steeds meer uitgerust met volwaardige mobiele middelen om op
                  straat, ter plekke in plaats van op kantoor, identiteitscontroles uit te voeren door
                  het ID-bewijs van een betrokkene te scannen. Ook kentekens van auto’s kunnen met de
                  mobiele telefoon worden gecontroleerd en bekeuringen kunnen digitaal worden uitgeschreven.
               
Moderne techniek helpt de politie om het werk sneller en effectiever te doen. De politie
                  zet steeds meer sensing in voor opsporing en handhaving. Hierbij kan worden gedacht
                  aan ANPR-camera’s en cameratoezicht op plaatsen waar bijvoorbeeld sprake is van een
                  opleving van geweld, overlast of vernieling. Elke politie-eenheid heeft inmiddels
                  de beschikking over een droneteam. Met behulp van een drone kan de politie bijvoorbeeld
                  in een kort tijdsbestek een overzichtsbeeld maken van een verkeersongeval. Het betreffende
                  wegdeel kan weer snel kan worden vrijgegeven. Naar een vermist persoon kan door een
                  drone met een warmtebeeldcamera gerichter worden gezocht. Bij een ordeverstoring kan
                  de politie door de inzet van een drone snel een beeld krijgen van de mensenstromen
                  en de gebeurtenissen op de grond, eventueel politieoptreden kan daardoor gerichter
                  plaatsvinden. De politie doet momenteel onderzoek naar de inzet van drones die buiten
                  het zicht van de bestuurder kunnen vliegen. In de toekomst kan zo bijvoorbeeld een
                  surveillance op afstand worden uitgevoerd.
               
Vervolg
Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik de zichtbaarheid en bereikbaarheid
                  van de politie van groot belang acht, zeker omdat de vraag naar veiligheid steeds
                  groter wordt en de capaciteit schaars blijft. Ik heb daarom met de korpschef, de regioburgemeesters
                  en het Openbaar Ministerie afgesproken om in de context van ons fundamentele gesprek
                  in de komende maanden in het LOVP vanuit een integraal perspectief verder te spreken
                  over de manier waarop zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie verder worden
                  doorontwikkeld en toekomstig bestendig worden ingericht. De uitvoering van het huisvestingsbeleid
                  is daar een onderdeel van. Over het verloop van dat gesprek en de uitkomsten ervan
                  zal ik uw Kamer in het halfjaarbericht informeren. Ook bied ik uw Kamer graag een
                  technische briefing aan om de leden nader te informeren over het huisvestingsbeleid
                  van de politie.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  D.M. van Weel
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid