Brief regering : Kostenraming transportnet voor waterstof en warmtelinq
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
36 600
XXIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei
(XXIII) voor het jaar 2025
Nr. 1471
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Op 6 februari jl. ontving het kabinet van Gasunie informatie over de fors hogere kostenraming
voor het transportnet voor waterstof. Daarnaast heeft Gasunie het kabinet recentelijk
geïnformeerd over een financiële tegenvaller bij de ontwikkeling van Warmtelinq. In
deze brief brengt het kabinet de Kamer hiervan op de hoogte.
Transportnet voor waterstof
Gasunie geeft aan dat de kosten van de ontwikkeling van het transportnet sterk toenemen.
De investeringskosten worden door Gasunie nu ingeschat op € 3,8 mrd1. tegenover een oorspronkelijke raming van € 1,5 mrd. Daarbij is de nieuwe kostenraming
nog met onzekerheden omgeven omdat de ruimtelijke procedures voor het transportnet
nog lopen en veel kosten nog moeten worden gemaakt. Gasunie noemt als redenen onder
meer dat minder hergebruik van bestaande gasleidingen mogelijk is, naast hogere prijzen
in de leveranciersketen en hogere materiaalkosten. Het kabinet zit hier bovenop en
heeft aan Gasunie gevraagd om een geactualiseerde begroting aan te leveren, in detail
aan te geven waar de eerder niet voorziene kostenstijging door komt en aan te geven
hoe ze stuurt op de onzekerheden in het project. Op basis daarvan zal het kabinet
Gasunie hierop aanspreken. Het transportnet voor waterstof is onmisbaar voor de ontwikkeling
van de duurzame waterstofketen en Gasunie geeft aan dat doorgewerkt wordt aan de realisatie
van het netwerk. Het kabinet zal de Kamer informeren over deze analyse en mogelijke
gevolgen van deze hogere kostenraming. Daarnaast zal het kabinet er bij Gasunie op
aandringen zoveel als mogelijk te doen de tegenvaller zo klein mogelijk te houden.
WarmtelinQ
WarmtelinQ is een project van Gasunie. Bij project WarmtelinQ wordt restwarmte vanuit
de Rotterdamse haven benut om circa 120.000 woningen en bedrijven in Zuid-Holland
van duurzame warmte te voorzien. De werkzaamheden zijn begin 2022 gestart en een groot
deel van de transportleidingen van Vlaardingen naar Den Haag is reeds aangelegd. De
volgende fase in het project richt zich op het tracé Rijswijk–Leiden, ook wel WarmtelinQ+
genoemd. Project WarmtelinQ en voortzetting van de ontwikkeling van WarmtelinQ+ is
belangrijk voor de warmtetransitie en het energiesysteem in Zuid-Holland.
Gasunie ziet de kosten voor WarmtelinQ stijgen door inflatie, krapte op de aannemersmarkt,
stijgende kosten voor materialen, complexiteit van de werkzaamheden en langere vergunningsprocedures.
De realisatie van het tracé Rijswijk–Leiden (WarmtelinQ+) komt daarmee onder druk
te staan.
Het kabinet zal er bij Gasunie en andere betrokken partijen, zoals de provincie Zuid-Holland,
op aandringen om nader inzicht te krijgen in de kostenstijging en het mogelijke handelingsperspectief.
Het kabinet acht dit van belang in het kader van betaalbaarheid voor de eindgebruiker
en de samenloop met andere projecten. Voor het tracé Rijswijk–Leiden loopt een aanbesteding.
Om deze reden kan het kabinet op dit moment geen inzicht geven in de omvang van de
financiële tegenvaller. Het kabinet zal de Kamer zodra dat mogelijk is nader informeren.
Het kabinet hecht er waarde aan de Kamer over deze ontwikkelingen te informeren gelet
op het belang van het transportnet voor waterstof en WarmtelinQ voor de energietransitie.
Projecten van dergelijke omvang zijn complex en met onzekerheden omgeven. Tegelijkertijd
is het belangrijk de oorzaken goed in beeld te krijgen want het gaat om vrij forse
kostenstijgingen. Daar is de inzet nu op gericht.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei