Brief regering : Verzamelbrief aanbesteden
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
               34 252
                Evaluatie Aanbestedingswet 2012
         
Nr. 450
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2025
Aanbesteden gaat om de besteding van publiek geld. Het is daarom belangrijk dat dit
                  zorgvuldig en doelmatig gebeurt. Aanbesteden wordt daarnaast meer en meer als middel
                  ingezet om bij te dragen aan strategische en maatschappelijke doelen, zoals duurzaamheid
                  en nationale veiligheid.1 Hiermee wordt de maatschappelijke waarde en het belang van aanbesteden vergroot.
                  Dit is een goede zaak, maar het stelsel wordt er niet eenvoudiger op. Ik hoor dan
                  ook steeds nadrukkelijker van overheden en marktpartijen de wens om de regeldruk te
                  verminderen. Ik zet me daarom in om een goede balans te vinden tussen de inzet van
                  aanbesteden als strategisch beleidsinstrument en het aanbestedingsstelsel uitvoerbaar
                  te houden.
               
Met deze brief informeer ik de Kamer over een aantal aanbestedingsonderwerpen. Hiermee
                  doe ik ook een aantal moties en toezeggingen af. In deze brief ga ik achtereenvolgens
                  in op de herziening van de Europese aanbestedingsrichtlijnen, de EU-monitoringsrapportage
                  2021–2023, grensoverschrijdend aanbesteden en strategische autonomie, het programma
                  Beter Aanbesteden, de Gids Proportionaliteit, de elfde jaarrapportage van de Commissie
                  van Aanbestedingsexperts en het traject Rechtsbescherming.
               
Herziening Europese aanbestedingsrichtlijnen
In haar Political Guidelines2 en Mission Letter aan Eurocommissaris Séjourné3 heeft Von der Leyen aangekondigd de aanbestedingsrichtlijnen te evalueren en herzien
                  in de huidige Commissieperiode. De Europese Commissie zal naar verwachting het grootste
                  deel van 2025 gebruiken om de richtlijnen te evalueren. De eerste stap daarvoor heeft
                  de Commissie afgelopen december genomen door een publieke consulatie te publiceren
                  voor de richtlijnen voor overheidsopdrachten, speciale-sectoropdrachten en concessies.4 Ik verwacht vervolgens dat in 2026 de Commissie aan de slag gaat met voorstellen
                  voor aangepaste richtlijnen.
               
Ik vind deze evaluatie en herziening de uitgelezen kans om aanbesteden te moderniseren
                     en om ervoor te zorgen dat deze regels het hoofd bieden aan de uitdagingen van deze
                     tijd en de toekomst, zoals de veranderende geopolitieke situatie, lastendruk voor
                     overheden en ondernemers en klimaatverandering. Samen met stakeholders en het kabinet
                     werk ik de komende maanden aan de Nederlandse positie en aan effectieve beïnvloeding
                     in Europa. Ik zet mij daarbij in Europa in op belangrijke thema’s, zoals:
                  
• Versimpeling van het aanbestedingsstelsel en verlaging van administratieve lasten;
• Stimulering deelname mkb aan Europese aanbestedingen;
• Verruiming voor mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord in te kopen;
• Beter kunnen sturen op strategische autonomie bij aanbestedingen en borgen van continuïteit
                           van overheidsdienstverlening;
                        
• Meer mogelijkheden om risico’s voor (nationale) veiligheid bij aanbesteden te beperken
                           of uit te sluiten;5
• Verbetering van dataverzameling, datakwaliteit en transparantie bij aanbesteden.
Mijn ministerie heeft al contact met de belangrijke stakeholders en vertegenwoordigers
                  in het aanbestedingslandschap over de evaluatie en de herziening. Ik zal deze gesprekken
                  de komende tijd voortzetten. Ook met uw Kamer wil ik graag in gesprek hierover.
               
EU-monitoringsrapportage 2021–2023
Op basis van Aanbestedingsrichtlijn 2014/24/EU is iedere lidstaat verplicht om periodiek
                  te rapporteren aan de Europese Commissie over een aantal aspecten rondom de aanbestedingspraktijk.
                  In 2024 heeft de Europese Commissie de lidstaten verzocht om te rapporteren over de
                  periode 2021–2023. De rapportages van alle lidstaten zijn terug te vinden op de site
                  van de Europese Commissie.6
Voor het bepalen van het inkoopvolume in de periode 2021–2023 en de verdeling van
                  de aanbestedingen boven en onder de Europese drempelwaarden, is door Significant onderzoek
                  uitgevoerd.7 Uit het onderzoek komt naar voren dat Nederlandse overheden in 2023 voor 116,2 miljard
                  euro aan leveringen, diensten en werken hebben ingekocht. Het gaat hierbij om aanbestedingen
                  boven en onder de Europese drempelwaarden. Ongeveer 30 procent van het totale inkoopvolume
                  wordt boven de Europese aanbestedingsdrempel aanbesteed (33,9 miljard euro). Eerder
                  onderzoek naar het inkoopvolume van de Nederlandse overheid in 2019 schatte het inkoopvolume
                  op ruim 86 miljard euro.8
Met het totale inkoopvolume en het totaal aantal aanbestedingen, heeft TenderNed (met
                  behulp van data van de Kamer van Koophandel) een inzicht gegeven in de deelname van
                  het mkb bij aanbestedingen. TenderNed geeft aan dat de mkb-deelname bij aanbestedingen
                  boven de Europese aanbestedingsdrempel 66 procent bedraagt. Bij aanbestedingen onder
                  de Europese aanbestedingsdrempel bedraagt dit ongeveer 80 procent.
               
Naast informatie over het inkoopvolume en de mkb-deelname, geeft de monitoringsrapportage
                  inzage in de belangrijkste beleidsinzet van Nederland op het gebied van aanbesteden.
                  Belangrijke thema’s hierbij zijn het programma Beter Aanbesteden en het strategisch
                  aanbesteden, zowel maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) als strategische autonomie
                  bij aanbesteden. De beleidsthema’s Beter Aanbesteden en strategische autonomie komen
                  in deze brief ook terug. Over MVI heb ik recent nog uw Kamer geïnformeerd over de
                  standpunten van het kabinet voor een toekomstbestendig aanbestedingsbeleid.9
Grensoverschrijdend aanbesteden en strategische autonomie
De Kamer heeft mij verzocht om in kaart te brengen hoeveel Europese aanbestedingen
                  in Nederland gegund worden aan Nederlandse, Europese en uit derde landen afkomstige
                  inschrijvers en hoe de Nederlandse industrie betrokken wordt bij aanbestedingen. Ook
                  vroeg de Kamer mij te onderzoeken welke barrières Nederlandse bedrijven ervaren bij
                  aanbestedingen in andere lidstaten. Op basis van deze informatie verzoekt de Kamer
                  mij waar nodig de aanbestedingsstrategie te herzien om de aanbestedingspositie van
                  Nederland te versterken.10
Ten eerste heeft TenderNed onderzoek gedaan naar het aantal gegunde Europese aanbestedingen
                     in Nederland. Op basis van de gegevens van de Kamer van Koophandel heeft TenderNed
                     gekeken waar het bedrijf, waaraan de opdracht is gegund, gevestigd is en of het een
                     buitenlands moederbedrijf heeft. Dit onderzoek laat zien dat in 2019–2023 circa 85–90%
                     van de gunningen van Europese aanbestedingen in Nederland naar Nederlandse bedrijven
                     is gegaan, die ook geen buitenlandse moeder hebben. Slechts in bijna 4% van het aantal
                     gunningen is er directe of indirecte betrokkenheid van bedrijven buiten de EU.11Belangrijk is dat het bij deze 4% vooral om gunningen in mogelijk gevoelige sectoren
                     gaat, zoals IT, informatiesystemen en software.12
Daarnaast laat het eerder genoemde onderzoek van Significant zien dat ondernemers
                     belemmeringen ervaren bij het inschrijven op aanbestedingen in andere EU-lidstaten.
                     Deze belemmeringen zien met name op interne markt belemmeringen zoals eisen rondom
                     certificaten, bankgaranties en aansprakelijkheid.13 Ik zet mij in voor het wegnemen van deze belemmeringen middels de kabinetsbrede interne-marktactieagenda,
                     waar ik u recent over heb geïnformeerd.14 Ondernemers ervaren ook onduidelijke procedures en de vreemde taal waarin de opdracht
                     wordt geschreven als belemmerend. Circa 10% van de ondernemers geeft aan dat er in
                     Nederland onrealistische eisen worden gesteld en dat procedures en documenten onduidelijk
                     zijn. Deze uitkomsten zal ik meenemen in de Europese evaluatie van de aanbestedingsrichtlijnen
                     en zijn ook aanleiding om vermindering van regeldruk als aandachtspunt te nemen.
                  
Aanbestedingsstrategie
Op basis van het onderzoek van Significant constateer ik dat de Nederlandse industrie
                  goed is aangehaakt bij overheidsaanbestedingen en zie ik geen aanleiding voor een
                  volledig nieuwe aanbestedingsstrategie. Wel heb ik aandacht voor de aanbestedingen
                  aan bedrijven van buiten de EU in mogelijk gevoelige sectoren. Recent heeft de Europese
                  Commissie het Competitiveness Compass gepubliceerd, hierin kondigt zij een Europees
                  voorkeursprincipe aan voor kritieke sectoren bij aanbesteden.15 Het kabinet gaat verder in op dit onderwerp in het kabinetsstandpunt over het Competitiveness
                  Compass dat u later zult ontvangen via het BNC-fiche.
               
In het kader van de motie-Van Strien16 heb ik verkend hoe binnen de huidige Europees wettelijke kaders aanbesteden kan bijdragen
                  aan het voorkomen of verminderen van mogelijk risicovolle strategische afhankelijkheden
                  binnen gevoelige sectoren. Dit kan door het stellen van kwalitatieve eisen. Het stellen
                  van kwalitatieve eisen zou een invulling kunnen zijn van het Europese voorkeursprincipe
                  uit het Competitiveness Compass, maar kan desgewenst breder worden getrokken dan enkel
                  de kritieke sectoren zoals benoemd in het Compass.
               
Kwalitatieve eisen zijn alle eisen binnen een aanbesteding die niet zien op de prijs
                  en meewegen voor de meest economisch voordelige inschrijving. Aanbestedende diensten
                  kunnen Europese bedrijven een grotere kans bieden om de opdracht te winnen door het
                  stellen van kwalitatieve eisen. Dit kan tot bevordering van de sector leiden daar
                  waar overheden een significant deel van de vraag in deze sector beleggen en dus een
                  zogenoemde «launching customer» zijn. De Net Zero Industry Act (hierna: NZIA) is al een goed bestaand voorbeeld.
                  De NZIA stimuleert de Europese markten om hun aanbod aan te passen, zodat dit aanbod
                  voldoet aan bepaalde eisen. Tegelijkertijd verplicht zij aanbestedende diensten deze
                  kwalitatieve eisen uit te vragen in haar aanbesteding.
               
Een Europese aanpak om dit breder toe te passen heeft mijn voorkeur, omdat een gezamenlijk
                  Europa slagvaardiger is op de wereldmarkt en we als EU de risico’s van strategische
                  afhankelijkheden kunnen delen.
               
Tot slot dient te worden opgemerkt dat de EU in beginsel baat heeft bij een open aanbestedingsmarkt
                  met een ruime mate van concurrentie. Het gebruik van kwalitatieve eisen mag daarom
                  niet tot een onnodige afscherming van de Europese aanbestedingsmarkt leiden en vraagt
                  om een zorgvuldige en gerichte aanpak.
               
Vervolg Beter Aanbesteden
Van 2021 tot en met 2024 heeft het programma Beter Aanbesteden bijgedragen aan de
                  professionalisering van de aanbestedingspraktijk. Het programma kwam tot stand nadat
                  de Kamer hiervoor geld had vrijgemaakt17 en was een samenwerking tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG),
                  VNO-NCW/MKB-Nederland, PIANOo (het Expertisecentrum Aanbesteden) en het Ministerie
                  van Economische Zaken.
               
Beter Aanbesteden was een succes. Dat blijkt uit de bevindingen van de samenwerkingspartners
                  en de deelnemers, maar ook uit de behaalde resultaten. Een terugblik vindt u als bijlage
                  bij deze brief. Tijdens het Commissiedebat Marktwerking en Consumentenbescherming
                  (24 april 2024) heeft mijn voorganger toegezegd om te kijken hoe de successen van
                  Beter Aanbesteden kunnen worden doorgezet en mogelijk kunnen worden uitgebreid naar
                  andere doelgroepen zoals maatschappelijke ondernemingen. Ik geef uitvoering aan deze
                  toezegging op drie vlakken.
               
Ten eerste gaan vanaf 2025 structureel drie regiomanagers bij PIANOo aan de slag.
                  In de voortgangsbrief over Beter Aanbesteden constateerde mijn voorganger al dat regiomanagement
                  een grote succesfactor van Beter Aanbesteden is.18 Regiomanagers verbinden overheden en marktpartijen onderling en met elkaar. Beter
                  Aanbesteden richtte zich vooral op gemeenten. Uit onderzoek dat ik heb laten uitvoeren,
                  blijkt dat ook andere doelgroepen aangeven praktische toegevoegde waarde te zien van
                  regiomanagement. Het bereik van het regiomanagement wordt waar mogelijk dan ook uitgebreid
                  naar deze doelgroepen.
               
Ten tweede blijft de kennis die tijdens Beter Aanbesteden is opgedaan voor iedereen
                  beschikbaar via de website van PIANOo19 of de samenwerkingspartners. Ten derde zet ik het overleg tussen de samenwerkingspartners
                  door, waar nodig en nuttig uitgebreid met andere overheden en ondernemersorganisaties.
               
Gids Proportionaliteit
De Gids Proportionaliteit bevat voorschriften voor een redelijke toepassing van het
                  proportionaliteitsbeginsel bij aanbesteden. De Gids Proportionaliteit levert hiermee
                  een belangrijke bijdrage aan een goed functionerende aanbestedingspraktijk. De Adviescommissie
                  Gids Proportionaliteit (hierna: Adviescommissie) adviseert gevraagd en ongevraagd
                  over wijzigingen van de Gids Proportionaliteit. De Adviescommissie bestaat uit vertegenwoordigers
                  van zowel aanbestedende diensten als ondernemers, en vertegenwoordigt hierdoor de
                  belangen in deze praktijk in brede zin. Ik ben de Adviescommissie erkentelijk voor
                  haar adviezen over de Gids Proportionaliteit. Hieronder geef ik mijn reactie.
               
Ambtshalve adviezen
De Adviescommissie heeft op 31 maart 2023 twee ambtshalve adviezen uitgebracht. Ik
                  heb deze adviezen bestudeerd en besproken met relevante stakeholders. De zorgvuldige
                  opvolging van de adviezen door mijn ministerie heeft langer geduurd dan initieel voorzien,
                  en ik dank de Adviescommissie voor hun geduld. De adviezen treft u bij deze brief.
               
Advies over het proportionaliteitsbeginsel bij sociale en andere specifieke diensten
Dit advies betreft de toepasselijkheid van het proportionaliteitsbeginsel bij sociale
                  en andere specifieke diensten.20 Het gaat specifiek over de toepasselijkheid van de balkenschema’s die relevant zijn
                  voor de keuze voor de aanbestedingsprocedure. De Adviescommissie is van mening dat
                  de huidige formulering onvoldoende duidelijkheid biedt voor de aanbestedingspraktijk.
                  De Adviescommissie stelt voor om dit te verduidelijken door de introductie van een
                  balkenschema in de Gids Proportionaliteit voor sociale en andere specifieke diensten.
                  De balkenschema’s geven indicatief aan welke nationale aanbestedingsprocedure bij
                  welk bedrag past.
               
Ik neem dit advies niet over, omdat sociale en andere specifieke diensten op grond
                  van Europese regelgeving tot het «verlichte regime» behoren. Hierom ben ik terughoudend
                  om hun vrijheid in de keuze van aanbestedingsprocedure in te perken, omdat dit mogelijk
                  leidt tot onnodige administratieve lasten of beperkingen in flexibiliteit bij de gunning
                  van opdrachten. Hier komt bij dat er onvoldoende draagvlak bij de stakeholders bestaat.
                  Zij zijn over het algemeen tevreden over de werking van de huidige regels.
               
Advies over het proportionaliteitsbeginsel bij prijsontwikkelingen
In dit advies van maart 2023 adviseert de Adviescommissie om geen wijzigingen aan
                     te brengen in de Gids Proportionaliteit ten aanzien van prijsontwikkelingen, omdat
                     de Gids Proportionaliteit al een richtinggevende context biedt met glijdende schalen
                     en proportionele procedures. Eventuele prijsontwikkelingen moeten volgens de Adviescommissie
                     op projectniveau worden meegenomen.
                  
Dit advies volg ik voorlopig op. Ik ga met de betrokken partijen in gesprek over de
                     wenselijkheid van bijvoorbeeld een periodieke inflatiecorrectie en aanpassing van
                     de bedragen in de balkenschema's. De discussie over prijsontwikkelingen moet worden
                     bezien over een langere termijn. Binnen de inkooppraktijk bestaat namelijk een bredere
                     behoefte aan meer flexibiliteit en regeldrukverlaging. Een ophoging van de bedragen
                     in de balkenschema's zou daaraan kunnen bijdragen. Aan de hand van deze gesprekken
                     bekijk ik of maatregelen op dit vlak wenselijk zijn.
                  
Advies sociale ondernemingen in relatie tot de Gids Proportionaliteit
De Adviescommissie heeft op 4 september 2024 op mijn verzoek een advies uitgebracht
                  naar aanleiding van voorstel zes uit het Tienpuntenplan.21 U vindt het advies bij deze brief.
               
Voorstel zes uit het Tienpuntenplan vraagt een aanpassing van de Gids Proportionaliteit
                  om 1-op-1 contracteren van sociale ondernemingen makkelijker te maken. De Adviescommissie
                  constateert dat sociaal ondernemerschap op meerdere manieren gestimuleerd kan worden
                  binnen huidige wet- en regelgeving en wijst erop dat de Gids Proportionaliteit al
                  ruimte voor onderbouwde afwijking biedt bij beslissingen over de toepasselijke procedure.
                  De Adviescommissie stelt dat aanpassing van de drempels in de Gids Proportionaliteit
                  niet de eerstaangewezen oplossing is om 1-op-1 contracteren van sociale ondernemingen
                  makkelijker te maken. De Adviescommissie doet wel een aantal concrete tekstvoorstellen
                  voor aanpassing van de Gids Proportionaliteit.
               
Ik onderschrijf bovenstaande uitgangspunten van de Adviescommissie en kan mij dan
                  ook vinden in het advies.Ik ben het overigens eens met de opstellers van het Tienpuntenplan
                  dat het belangrijk is dat sociale ondernemingen en het klein-mkb een goede kans maken
                  bij overheidsopdrachten. In eerdergenoemde brief over het Tienpuntenplan is een verkenning
                  aangekondigd naar het vergroten van de betrokkenheid van deze partijen bij overheidsopdrachten.
                  Dit onderzoek wordt naar verwachting medio 2025 afgerond. Hiermee beschouw ik de betreffende
                  Kamermotie22 als afgedaan.
               
Elfde periodieke rapportage van de Commissie van Aanbestedingsexperts
Via deze brief informeer ik u ook over de jaarlijkse rapportage van de Commissie van
                  Aanbestedingsexperts (hierna: Commissie) over het jaar 2023. Door omstandigheden is
                  de aanbieding van deze rapportage vertraagd. De Commissie voorziet in een belangrijke
                  behoefte van ondernemers om op een laagdrempelige manier klachten in te kunnen dienen
                  over aanbesteden. Dit doet de Commissie door het uitbrengen van niet-bindende adviezen.
               
In het elfde rapportagejaar heeft de Commissie 31 ingediende klachten ontvangen. Dit
                  aantal is gelijk gebleven met het voorgaande jaar. Veruit de meeste klachten worden
                  ingediend door ondernemers uit het mkb. Zij weten de Commissie goed te vinden. Naar
                  aanleiding van deze klachten heeft de Commissie 20 adviezen uitgebracht23 (tegenover 23 vorig rapportagejaar). De adviezen zijn van hoge kwaliteit en dragen
                  bij aan een verdere professionalisering van de aanbestedingspraktijk. Ik ben de Commissie
                  daar zeer erkentelijk voor.
               
Op basis van de rapportage constateer ik dat de doorlooptijden van de adviezen een
                  punt van aandacht zijn. Ik onderzoek samen met de Commissie momenteel hoe de organisatie
                  van de Commissie toekomstbestendiger kan worden, mede gelet op de nieuwe rol van de
                  Commissie na wijziging van de Aanbestedingswet 2012. In het onderzoek wordt onder
                  andere aandacht besteed aan de personele capaciteit en de inrichting van werkprocessen.
               
De Commissie heeft aangegeven zelf meer informatie over de afhandeling van klachten
                  weer te geven op haar website. Om de administratieve lasten voor de Commissie te beperken
                  stel ik voor om de frequentie van deze periodieke rapportage aan de Kamer terug te
                  brengen naar één keer in de twee jaar.
               
Wetsvoorstel rechtsbescherming bij aanbesteden
In de hierboven besproken elfde periodieke rapportage van de Commissie van Aanbestedingsexperts
                  wordt gerefereerd aan de voorgenomen wijziging van de Aanbestedingswet 2012. Het voorstel
                  voor wijziging van de Aanbestedingswet 2012 is onderdeel van een breder traject om
                  de rechtsbescherming van ondernemers bij aanbesteden te verbeteren.
               
De Commissie krijgt na wetswijziging een belangrijkere en centrale rol. De Commissie
                  zal – zo is mijn voorstel – binnen 14 kalenderdagen een advies over een klacht uitbrengen.
                  Gedurende de periode van klachtafhandeling moeten aanbestedende diensten de aanbestedingsprocedure
                  opschorten. Dit is belangrijk, omdat uit de elfde periodieke rapportage van de Commissie
                  wederom een lage bereidheid van aanbestedende diensten naar voren komt tot opschorting
                  van de procedure gedurende klachtafhandeling. In het voorstel is ten slotte opgenomen
                  dat aanbestedende diensten de adviezen van de Commissie uitsluitend goed gemotiveerd
                  naast zich neer kunnen leggen.
               
Mijn ministerie en de Commissie staan in nauw contact over de voorbereidingen op de
                  aangepaste rol na wetswijzing. Het is een gezamenlijk belang om te komen tot een toekomstbestendigere
                  Commissie, en ik zie dit ook met vertrouwen tegemoet. Het wetsvoorstel is inmiddels
                  naar de Raad van State gestuurd voor advies.
               
Tot slot
Aanbesteden gaat om de besteding van publiek geld en is een belangrijk middel om bij
                  te dragen aan maatschappelijke doelen. Dat moet zorgvuldig gebeuren, maar ook uitvoerbaar
                  zijn voor overheden en marktpartijen. Ik blijf mij daarom inzetten voor een evenwichtig
                  aanbestedingskader, dat transparantie bevordert, met heldere procedures en zo min
                  mogelijk regeldruk. Ik houd de Kamer vanzelfsprekend op de hoogte van verdere ontwikkelingen.
               
De Minister van Economische Zaken,
                  D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
