Brief regering : Toelichting opzet periodieke rapportage 'Mensen' (veiligheid)
31 516 Beleidsdoorlichting Defensie
Nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2025
Op 24 januari 2025 heeft de griffier van de vaste commissie voor Defensie de Minister
van Defensie verzocht een nadere concretisering op te stellen van de onderzoeksopzet
voor de periodieke rapportage over het thema «Mensen», waarin wordt teruggekeken op
het door Defensie gevoerde veiligheidsbeleid in de periode 2018–2023. Hierover hebben
wij uw Kamer op 18 december 2024 geïnformeerd (Kamerstuk 31 516, nr. 45). Verzocht is om in ieder geval in te gaan op de vraagstelling en onderzoeksopzet,
(een analyse van) beschikbaar onderzoek, de wijze waarop (oud-)medewerkers van Defensie
bij het onderzoek worden betrokken en de rol van een onafhankelijke deskundige bij
het onderzoek. Hierbij reageren wij op uw verzoek.
Vraagstelling en onderzoeksopzet
Op dit moment is het om navolgende redenen niet mogelijk om al uw vragen van een volledig
antwoord te voorzien. In de bedoelde Kamerbrief is uw Kamer meegedeeld dat het onderzoek
zal worden uitgevoerd door een externe (markt)partij, daarin ondersteund door vertegenwoordigers
van het Ministerie van Defensie. De aanbestedingsprocedure hiervoor is kort na de
verzending van de Kamerbrief gestart. De verwachting is dat de onderzoeksopdracht
eind maart wordt gegund. Volgend op de gunning wordt gestart met het onderzoek, te
beginnen met het vaststellen van de vraagstelling en onderzoeksopzet. Een inventarisatie
en analyse van beschikbaar onderzoek maakt deel uit van deze fase van het onderzoek.
We zeggen u toe uw Kamer eind mei per brief te informeren over de definitieve vraagstelling
en onderzoeksopzet. Daarin gaan wij ook in op uw nadere vragen, voor zover deze niet
met deze brief worden beantwoord.
Onderzoek
De periodieke rapportage wordt op basis van synthese-onderzoek opgesteld. Dit houdt
in dat er primair op basis van reeds beschikbare documentatie onderzoek wordt gedaan.
Daar waar de beschikbare documentatie onvoldoende informatie biedt voor de beantwoording
van de in samenspraak tussen Defensie en de externe onderzoekers vastgestelde onderzoeksvragen,
kan aanvullend kwalitatief onderzoek worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld door middel van
het houden van interviews. De onderzoekers kunnen naar eigen inzicht (oud-)medewerkers
interviewen als dit noodzakelijk wordt geacht voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen.
In welke mate aanvullend kwalitatief onderzoek noodzakelijk is, wordt in goed overleg
met de externe opdrachtnemer vastgesteld.
Externe onafhankelijk deskundige
Op basis van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 is Defensie verplicht een
externe, onafhankelijke deskundige bij het uitvoeren van het evaluatieonderzoek te
betrekken. Deze deskundige neemt zitting in de begeleidingscommissie die toeziet op
de voortgang, kwaliteit en onafhankelijkheid van het evaluatieonderzoek. Op deze manier
wordt de onafhankelijk deskundige in staat gesteld om aan het einde van het traject
een oordeel te schrijven over de validiteit en betrouwbaarheid van (de bevindingen
van) het uitgevoerde evaluatieonderzoek. Dit oordeel wordt met (of als onderdeel van)
de periodieke rapportage meegezonden uw Kamer.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
De Staatssecretaris van Financiën,
G.P. Tuinman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie