Brief regering : Voortgang modernisering staatsnoodrecht
29 668 Beleidsplan Crisisbeheersing
26 956
Beleidsnota Rampenbestrijding
Nr. 71
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2025
Met de brief van 10 oktober 20231 heeft het vorige kabinet inzicht geboden in de interdepartementale routekaart voor
de modernisering van het staatsnoodrecht. Het is van groot belang dat het staatsnoodrecht
gemoderniseerd wordt, zodat het toegerust is op de buitengewone omstandigheden van
vandaag en morgen. Met voorliggende brief geeft het huidige kabinet graag een nadere
stand van zaken van de modernisering van het staatsnoodrecht.
Zoals ook aangegeven in deze routekaart zal de benodigde modernisering van de staatsnoodwetgeving
via de afzonderlijk verantwoordelijke bewindspersonen worden ingediend bij uw Kamer.
Deze brief bevat een gezamenlijke update van de reeds geformuleerde plannen en geeft
inzicht in nieuwe plannen. Daarom zend ik u deze brief mede namens de betrokken bewindspersonen.
In algemene zin is het goed om aan te geven dat het bij uw Kamer aangekondigde traject
weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen2 betrokken wordt bij de modernisering van het staatsnoodrecht.
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Zoals in de brief van 10 oktober 2023 is aangekondigd, wordt als eerste stap de Coördinatiewet
uitzonderingstoestanden gemoderniseerd. Deze wet vormt het fundament van het stelsel
van staatsnoodrecht en regelt de procedure voor het afkondigen en beëindigen van een
noodtoestand, evenals de procedures voor in en buiten werking stellen van noodbepalingen
in een noodtoestand. Daarbij worden de in de brief van 6 december 20223 aangekondigde wijzigingen doorgevoerd. Dit wetsvoorstel is in 2024 in consultatie
gegeven en is inmiddels aangeboden voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad
van State.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft daarnaast in 2024 doorgewerkt aan
wetsvoorstellen tot modernisering van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk
gezag, de Wet verplaatsing bevolking en de modernisering van de noodbepalingen in
de Wet Veiligheidsregio’s en de Veiligheidswet BES. Bij de modernisering van de Wet
buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag vindt nauwe afstemming plaats met het Ministerie
van Defensie met het oog op de Oorlogswet voor Nederland, gelet op de samenhang tussen
beide wetten. In de routekaart uit 2023 werd de verwachting neergezet dat eerder genoemde
wetsvoorstellen in 2024 in consultatie zouden worden gebracht. Dit bleek echter niet
haalbaar. Ik verwacht daarom dat deze wetsvoorstellen in 2025 gereed zijn voor consultatie.
Meer tijd nemen is noodzakelijk om voldoende zicht te krijgen op de benodigde wijzigingen
en bovendien moeten de recente ontwikkelingen in het kader van het eerder genoemde
traject maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid worden betrokken bij
deze modernisering. De Noodwet Rechtspleging vereist grondiger onderhoud. Deze zal
in 2026 in consultatie worden gebracht.
In de brief van 10 oktober 2023 is eveneens aangekondigd dat er een interdepartementale
verkenning zal plaatsvinden om te bezien in hoeverre het huidige palet aan noodwetgeving
toereikende mogelijkheden biedt voor ingrijpen bij een nationale crisis met een digitale
oorzaak. Deze verkenning is tevens aangekondigd in het actieplan van de Nederlandse
Cybersecurity Strategie, verzonden aan de Tweede Kamer op 10 oktober 20224. Deze verkenning is op dit moment nog niet afgerond. Zodra deze is afgerond zal ik
uw Kamer daarover informeren. Ik streef ernaar dit te doen rond de zomer van 2025.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Met het oog op pandemische paraatheid werkt de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties aan een wetsvoorstel voor een epidemieafdeling in de Kieswet.
Deze afdeling kan in werking treden wanneer er sprake is van een dusdanig ernstige
epidemiologische situatie dat één of meer maatregelen op grond van de Wet publieke
gezondheid gelden in de publieke ruimte. De voorgenomen epidemieafdeling bevat een
aantal basismaatregelen om te zorgen dat verkiezingen ook in tijden van een epidemie
veilig doorgang kunnen vinden. Het wetsvoorstel is op 13 mei 2024 ingediend bij de
Tweede Kamer en op 14 juni 2024 heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het
verslag vastgesteld. Op dit moment werkt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
aan de beantwoording van het verslag, dat naar verwachting in het eerste kwartaal
van 2025 aan de Tweede Kamer wordt gezonden.
In de routekaart uit 2023 is de voorbereiding van een wijziging van het noodrecht
in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aangekondigd. Artikel 22a van die wet regelt al
dat maatregelen getroffen kunnen worden in het geval van infectueuze lichamen. De
voorgenomen modernisering van de Wlb zal hierop voortbouwen en aanvullende bepalingen
introduceren voor buitengewone omstandigheden, zoals situaties met een uitzonderlijk
hoog aantal overledenen of een situatie waarin naleving van de reguliere wettelijke
voorschriften niet of nauwelijks meer mogelijk is. Want ook dan is het van belang
dat er zoveel mogelijk invulling kan worden gegeven aan een goede en respectvolle
bestemming van lichamen van overledenen. Een aanvulling van het noodrecht op dit punt
en in lijn met de algemene uitgangspunten voor de modernisering van het (staats)nood-
en crisisrecht, maakt deel uit van het ontwerpvoorstel inzake de Wet bestemming lichamen
van overledenen, dat in oktober 2024 in openbare consultatie is gegeven door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport.
In een digitaliserende samenleving moet iedereen erop kunnen vertrouwen dat overheidssystemen
en processen beschikbaar, betrouwbaar en integer zijn, de informatiebeveiliging op
orde is en de toegang tot elektronische dienstverlening gewaarborgd is. De Wet digitale
overheid (Wdo), waarvan het eerste deel met ingang van 1 juli 2023 in werking is getreden,
stelt regels hierover. Deze wet bevat onder meer een bijzondere bevoegdheid voor de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om in noodsituaties de toegang
tot elektronische dienstverlening van een bestuursorgaan of een aangewezen organisatie
te onderbreken of doen onderbreken (bij ernstige storing of ernstige aantasting van
de werking, beveiliging of betrouwbaarheid van de elektronische dienstverlening of
de dreiging daarvan of bij misbruik of oneigenlijk gebruik of de dreiging daarvan).
Het wetsvoorstel invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES5, dat onlangs is ingediend bij de Tweede Kamer, voorziet erin dat de Wet digitale
overheid mede van toepassing wordt in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba. Momenteel wordt nagedacht over het waarborgen van de beschikbaarheid van
overheidssystemen in noodsituaties, waaronder versterking van de digitale bereikbaarheid
van de overheid in situaties waarin systemen voor langere tijd niet beschikbaar zijn.
Een mogelijkheid die in dit verband wordt verkend is toevoeging van een wettelijke
bepaling aan de Wdo die betrekking heeft op (staats)nood- en crisissituaties.
Ministerie van Defensie
Met de toenemende dreiging is de focus van Defensie verschoven naar hoofdtaak één.
Defensie bereidt zich voor op het beschermen en verdedigen van het eigen grondgebied
en dat van bondgenoten. Zoals vermeld in de op 5 september 2024 aan uw Kamer aangeboden
Defensienota 2024, heeft Defensie wet- en regelgeving nodig die deze voorbereiding
mogelijk maakt en bijdraagt aan afschrikking6.
In dit kader werkt Defensie ook mee aan de modernisering van het (staats)nood- en
crisisrecht, waaronder de herziening van de Oorlogswet voor Nederland (OWN). Het is,
zoals reeds in deze brief vermeld, het voornemen om dit traject grotendeels parallel
te laten lopen met de wijziging van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
omdat beide wetten voor een belangrijk deel dezelfde soort noodbevoegdheden regelen
voor het civiele respectievelijk militaire gezag in buitengewone omstandigheden. Voor
Defensie sluit dit aan op de consultatie van de in de Defensienota 2024 aangekondigde
Wet op de gereedstelling, begin 2025. Daarnaast hangt de herziening van de OWN samen
met de herziening van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, waar thans
in interdepartementaal verband ook aan wordt gewerkt. Om die reden is het streven
er nu op gericht om uiterlijk eind 2025 een voorstel voor een herziene OWN gereed
te hebben voor consultatie. Dit betreft een bijstelling ten opzichte van de het eerder
aan Uw Kamer gecommuniceerde moment daarvoor. Deze bijstelling is echter noodzakelijk
vanwege de samenhang tussen de verschillende wetstrajecten.
Voor wat betreft overige noodwetgeving waar Defensie verantwoordelijkheid voor draagt
wordt een inventarisatie uitgevoerd. In het licht van de reeds beschreven verslechterde
veiligheidssituatie op ons continent en in de rest van de wereld wordt bezien of en
welke wijzigingen nodig zijn. Daarbij wordt eveneens lering getrokken uit de ervaringen
opgedaan bij de totstandkoming van het Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen en
de werkzaamheden ten behoeve van de Wet op de gereedstelling.
Ministerie van Economische Zaken en Ministerie Klimaat en Groene Groei
Het Ministerie van Economische Zaken werkt aan de modernisering van de economische
staatsnoodwetgeving. Het ministerie werkt nauw samen met de Ministeries van Klimaat
en Groene Groei en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), gelet
op de bevoegdheden van de betrokken bewindspersonen bij de economische staatsnoodwetgeving.
Bij deze modernisering wordt gewerkt aan een wetsvoorstel betreffende economische
noodbevoegdheden, ter vervanging van de Distributiewet, Hamsterwet en de Vorderingswet.
Daarbij wordt overwogen of bepalingen uit de Bodemproductiewet 1939 en Noodwet voedselvoorziening
van LVVN in hetzelfde wetsvoorstel kunnen worden meegenomen. Tevens worden de Prijzennoodwet,
Telecommunicatiewet en de Postwet 2009 gemoderniseerd. Gelet op de geconstateerde
complexiteit is het streven om begin 2025 een ontwerpwetsvoorstel gereed te hebben
voor publieke consultatie. Dit is mede afhankelijk van de gewenste aanpassingen en
harmonisatie van bepalingen met andere departementen.
Ministerie van Financiën
De Noodwet financieel verkeer bevat bevoegdheden van de Minister van Financiën om
in buitengewone omstandigheden een aantal voorzieningen te treffen ten aanzien van
verschillende onderdelen van het financieel verkeer. De Noodwet financieel verkeer
stamt uit 1978. Dit is aanleiding om de Noodwet door te lichten om te bezien of en
in hoeverre de Noodwet dient te worden gemoderniseerd. Daartoe zal in 2025 een verkenning
worden gestart.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
In de routekaart van 10 oktober 2023 is aangegeven dat het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat in verband met droogte en andere situaties (zoals bijvoorbeeld verontreiniging
van drinkwaterbronnen) onderzoekt of een wettelijke bevoegdheid voor het opleggen
van beperkingen van het gebruik van drinkwater aan gebruikers van drinkwater (burgers
en bedrijven) mogelijk is. Zoals ook aangegeven in deze routekaart, is de uitvoerbaarheid
en handhaafbaarheid van het opleggen van beperkingen van het gebruik van drinkwater
aan gebruikers van drinkwater (burgers en bedrijven) een belangrijk aandachtspunt.
Dat geldt in het bijzonder voor de handhaafbaarheid. Daarom is het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat in intensief overleg met de mogelijke handhavende partners
die hier een rol in zouden kunnen spelen zoals o.a. het Ministerie van Justitie en
Veiligheid, de Nationale Politie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Veiligheidsregio’s.
Hun advies is voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zwaarwegend bij
het besluit om wel of niet over te gaan tot het creëren van een wettelijke bevoegdheid
voor het opleggen van drinkwaterrestricties in buitengewone omstandigheden omdat handhaafbaarheid
daarvoor een belangrijke randvoorwaarde is.
In de brief van 10 oktober 2023 is met betrekking tot artikel 46 van de Kernenergiewet
aangegeven, dat dit artikel bij een kernongeval de Minister die het aangaat de bevoegdheid
geeft tot het stellen van regels of het treffen van maatregelen om de gevolgen van
dat ongeval zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Eén van die maatregelen
of regels betreft het verplaatsen van mensen binnen het verontreinigde gebied naar
elders binnen of buiten het verontreinigde gebied, zonder dat voor het verplaatsen
een voorafgaand koninklijk besluit vereist is of een verlengingswet aan het parlement
hoeft te worden voorgelegd. Deze specifieke kwestie zal aan de orde komen bij de voorgenomen
modernisering van de Wet verplaatsing bevolking.
Het onderzoek hoe andere (staats)nood- en crisisrecht bepalingen en bevoegdheden op
het terrein van Infrastructuur en Waterstaat zich verhouden tot het in de brief van
6 december 2022 geschetste kader voor modernisering van het staatsnoodrecht is nog
gaande. Dit is mede afhankelijk van aanpassingen in ander (staats)nood- en crisisrecht
en de omvang en complexiteit van de gewenste aanpassingen.
Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur kan bevoegdheden krijgen
in geval van een noodtoestand of in andere buitengewone omstandigheden op grond van
de economische staatsnoodrecht. Dit gaat om de Noodwet voedselvoorziening, de Bodemproductiewet
1939 en de met de Minister van Economische Zaken gedeelde bevoegdheden in de Distributiewet,
de Vorderingswet en de Hamsterwet. Onderzocht wordt of de bepalingen uit de Noodwet
voedselvoorziening en de Bodemproductiewet 1939 in verband met bestaande overlap kunnen
worden geïntegreerd in het bij het Ministerie van Economische Zaken in voorbereiding
zijnde wetsvoorstel voor economische noodbevoegdheden.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is een wetsvoorstel in voorbereiding
dat strekt tot modernisering van het noodrecht op de terreinen van onderwijs en cultuur.
Hierin worden de bestaande noodbepalingen in de Mediawet 2008 en de Archiefwet 1995
geactualiseerd. Het wetsvoorstel zal daarnaast noodbepalingen introduceren in de sectorale
onderwijswetten, de Leerplichtwet 1969, de Wet medezeggenschap op scholen en de Erfgoedwet
om (de gevolgen van) nood- en crisissituaties het hoofd te bieden. Omdat het in voorbereiding
zijnde wetsvoorstel raakvlakken heeft met het thema maatschappelijke weerbaarheid,
vindt de ontwikkeling in nauwe samenhang daarmee plaats. De verwachting is dat het
conceptwetsvoorstel in de eerste helft van 2025 in consultatie kan worden gebracht.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt momenteel gewerkt aan
onder andere het Wetsvoorstel personeelsbehoud bij crisis (Wpc). Dit wetsvoorstel
heeft als doel om bedrijven en hun werknemers te ondersteunen in het behouden van
banen bij een crisis die buiten het ondernemersrisico valt. Het wetsvoorstel is in
2024 in internetconsultatie gebracht en wordt thans verder uitgewerkt. Daarnaast wordt
momenteel gewerkt aan de verkenning modernisering Noodwet Arbeidsvoorziening. Deze
noodwet is sterk verouderd en behoeft noodzakelijke aanpassingen aan de huidige tijd.
De verwachting is dat de verkenning in het tweede kwartaal van 2025 wordt afgerond
en een aanvang kan worden gemaakt met het wijzigingstraject daarvan.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In de routekaart van 10 oktober 2023 is opgenomen dat – in het kader van de bredere
inventarisatie van de inzet van personeel in de zorg ingeval van een crisis – uiterlijk
in 2024 zal worden bezien of en, zo ja, op welke wijze de Noodwet geneeskundigen aanpassing
behoeft.7
Inmiddels heeft een doorlichting plaatsgevonden van de Noodwet geneeskundigen. Naar
aanleiding daarvan is het voorstel om deze wet op onderdelen te moderniseren. Het
voornemen is om, naast een aantal technische wijzigingen en wijzigingen van beperkte
aard, twee inhoudelijke maatregelen toe te voegen aan de Noodwet geneeskundigen. Het
gaat om (1) de mogelijkheid van de inzet van voormalig zorgmedewerkers zonder BIG-registratie
(als «niet praktiserend») en (2) de mogelijkheid om de verplichte periodieke registratie
in het BIG-register (herregistratie om de vijf jaar) op te schorten. Het streven is
om in de loop van 2025 te starten met de voorbereiding van een wetsvoorstel.
Voor wat betreft de herziening van de Wet publieke gezondheid verwijzen wij u naar
de inhoud van de Kamerbrief van 10 oktober 2023. Die is nog steeds van toepassing.
Tot slot
In deze brief heeft het kabinet een overzicht gegeven van de modernisering van het
staatsnoodrecht. De opgave is groot, maar het belang van de modernisering is eveneens
groot. Samen werken we op deze manier aan een toekomstbestendig stelsel van staatsnoodrecht.
De verschillende bewindspersonen zullen komend jaar doorwerken aan de modernisering
van de eigen (nood)wetgeving en uw Kamer hierbij betrekken.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid