Brief regering : Geannoteerde Agenda Eurogroep en Ecofinraad februari 2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2091
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2025
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en
Ecofinraad van 17–18 februari a.s. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 17–18 februari 2025
Eurogroep
Macro-economische ontwikkelingen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie (de Commissie) en de Europese Centrale Bank (ECB) zullen waarschijnlijk
een presentatie geven over de macro-economische en monetaire ontwikkelingen. Deze
presentatie kan worden aangehoord. Volgens de meest recente raming van de ECB zal
de economie van de eurozone zich de komende jaren geleidelijk herstellen, ondanks
geopolitieke onzekerheden. Met name de binnenlandse vraag zal de economische groei
ondersteunen, in het licht van stijgende reële lonen, een robuuste arbeidsmarkt en
soepelere financieringsvoorwaarden. De ECB raamt de economische groei op 1,1% in 2025
en 1,4% in 2026. De ECB verwacht dat de inflatie in de loop van 2025 zal dalen richting
de doelstelling. De ECB raamt de inflatie voor de eurozone op 2,1% in 2025 en 1,9%
in 2026. De daling zal naar verwachting worden geleid door een daling van de diensteninflatie,
die tot nu toe relatief hardnekkig is geweest. De arbeidsmarkt blijft robuust en de
werkloosheid zal na een kleine toename begin 2025, verder afnemen naar 6,1% in 2027.
Vooruitzichten en uitdagingen voor de Eurozone in een snel ontwikkelende mondiale
omgeving
Document: N.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de verwachte economische ontwikkelingen
en uitdagingen voor de eurozone in een snel veranderende wereld. Groeiverwachtingen
voor 2025 zijn laag. Zo voorziet het Internationaal Monetair Fonds (IMF) slechts 1%
bbp-groei in de eurozone1. Bovendien laten het IMF en de Commissie zien dat er eerste tekenen zijn van toenemende
fragmentatie. Mondiale handel staat onder druk door de verharding van de geopolitieke
omgeving en de uitspraken van President Trump over nieuwe importtarieven. Verdere
handelsfragmentatie leidt tot hogere consumentenprijzen, lagere productiviteit en
lagere welvaartsgroei.
Nederland zet zich in voor multilaterale samenwerking en handel en zal blijven inzetten
op het versterken van de trans-Atlantische handelsrelatie. Handel binnen de EU is
overigens 8,5 keer zo groot als EU-handel met de VS. Het verder verdiepen van EU-markten
(interne markt, energiemarkten, kapitaalmarktenunie) en aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden
dragen bij aan de welvaart, het concurrentievermogen en de weerbaarheid van de unie.
Eurozone aanbevelingen voor 2025
Document: laatste versie van het document is nog niet beschikbaar. Het document wordt later
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council recommendation on the economic policy of the euro area».
Aard bespreking: bespreking ten behoeve van goedkeuring door de Raad.
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Commissie heeft op 17 december 2024 het tweede deel van het herfstpakket in het
kader van het Europees Semester gepubliceerd. Onderdeel van dit pakket zijn de door
de Commissie voorgestelde ontwerpaanbevelingen voor de Eurozone (Euro Area Recommendations,
EAR).
In de EAR worden de gezamenlijke (beleids-)uitdagingen voor het eurogebied voor 2025
en 2026 geïdentificeerd. De voorliggende aanbevelingen, die zijn aangepast naar aanleiding
van besprekingen in de ambtelijke voorportalen van de Eurogroep en de Ecofinraad,
sluiten aan op drie hoofdthema’s: concurrentievermogen, weerbaarheid, en macro-economische
stabiliteit. Een kabinetsappreciatie van de EAR is opgenomen in de nazending op de
geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van januari 2025.
Onder de aanbevelingen op het gebied van concurrentievermogen vallen onder andere
voorstellen om innovatie te versterken, de interne markt te versterken en daarbij
de mogelijkheden voor opschaling van bedrijven te vergroten en het verminderen van
administratieve lasten en het reduceren van complexiteit van regelgeving voor bedrijven.
Andere zaken die de Commissie aanbeveelt zijn het ontwikkelen van een Europese spaar-
en investeringsunie, onder andere door vooruitgang te boeken op de kapitaalmarktenunie
en bankenunie, en het verbeteren van de toegang tot kapitaal voor het mkb en risicokapitaal
vanuit zowel de EU als van buiten de EU te mobiliseren via goed functionerende en
geïntegreerde Europese kapitaalmarkten.
Binnen het thema weerbaarheid worden aanbevelingen gedaan om weerbaarheid op verschillende
terreinen te versterken, waaronder het verhogen van arbeidsmarktparticipatie, de voorwaarden
te versterken die duurzame loon- en productiviteitsgroei ondersteunen, het nemen van
maatregelen om armoede te bestrijden en tenslotte om een alomvattende EU-strategie
te ontwikkelen om de nationale strategieën voor effectieve elektrificatie en de groene
transitie aan te vullen en samen te brengen. Binnen dit thema beveelt de Commissie
ook aan om de legale migratie van werknemers uit derde landen in beroepen met een
tekort te vergemakkelijken. Het kabinet is van mening dat, met uitzondering van tekorten
aan hoogopgeleide arbeidskrachten, de instroom van werknemers van buiten de EU niet
moet worden gezien als een structurele oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt.
In de ambtelijke voorportalen wordt ingezet op een aanpassing van deze aanbeveling.
Op het gebied van macro-economische stabiliteit worden aanbevelingen gedaan die onder
andere oproepen om bij het vormen van begrotingsstrategieën te streven naar verbetering
van de kwaliteit en efficiëntie van de maatregelen aan de uitgaven- en ontvangstenzijde.
Op het moment van schrijven worden de laatste aanpassingen aan de aanbevelingen nog
voorbereid in de ambtelijke voorportalen. Naar verwachting zal Nederland zich in grote
lijnen kunnen vinden in de aanbevelingen zoals die komen voor te liggen in de Eurogroep.
Na bespreking in de Eurogroep zal de Ecofinraad de aanbevelingen goedkeuren. De werkgelegenheids-
en sociale aspecten van de EAR worden in de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
van maart 2025 besproken en goedgekeurd. Hierna zal de Europese Raad deze aanbevelingen
bekrachtigen, waarna de Ecofinraad de aanbevelingen formeel aanneemt.
Eurogroep werkprogramma voor I/2025
Document: nog niet beschikbaar, wordt gepubliceerd op: Eurogroup work programme – Consilium
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
In de Eurogroep zal het werkprogramma voor de Eurogroep tot en met juni 2025 worden
toegelicht. Voor de Eurogroep wordt gewoonlijk per halfjaar een werkprogramma per
vergadering opgesteld met de onderwerpen die hoogstwaarschijnlijk besproken zullen
worden. Dit draagt bij aan meer langetermijnfocus en kan helpen bij het voorbereiden
van de discussies.
Er zal in de eerste helft van 2025 speciale aandacht uitgaan naar het bevorderen van
het concurrentievermogen. Ook zal versterking van de kapitaalmarktenunie, integratie
van de digitale euro en de vermindering van de administratieve lasten centraal staan.
Overige prioriteiten zijn securitisatie, crisis management raamwerk, simplificatie
en het nieuwe budgettaire raamwerk. Naar verwachting kan Nederland de toelichting
over het werkprogramma aanhoren.
Ecofinraad
Concurrentievermogen kompas
Document:
https://commission.europa.eu/document/download/10017eb1-4722-4333-add2-…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Commissie zal tijdens de Ecofinraad van 18 februari 2025 een presentatie geven
over het competitiveness compass (concurrentievermogen kompas). Het kompas is op 29 januari
2025 gepubliceerd in de vorm van een mededeling van de Commissie en is de eerste opvolging
van de Commissie op het Draghi rapport2 dat op 9 september 2024 is gepubliceerd. Het betreft een mededeling – geen wetgevend
traject. In de mededeling worden wel verschillende wetgevingstrajecten voor de komende
jaren aangekondigd.
De Commissie zet in het kompas uiteen hoe het Europese concurrentievermogen de komende
vijf jaar moet worden versterkt. Het kompas bouwt naast het rapport van Draghi ook
voort op de analyses en aanbevelingen van het rapport van Letta3. In lijn met Draghi worden er drie pilaren gepresenteerd. De eerste pilaar gaat over
het dichten van de innovatiekloof met de Verenigde Staten en China. De tweede pilaar
omvat een gezamenlijk actieplan voor decarbonisatie en concurrentievermogen, waaronder
de Clean Industrial Deal en het Actieplan Betaalbare Energieprijzen die naar verwachting
26 februari 2025 zullen worden gepresenteerd. Tot slot gaat de derde pilaar in op
weerbaarheid en de vermindering van risicovolle strategische afhankelijkheden. In
het kompas is speciale aandacht voor vijf horizontale uitgangspunten: 1) simplificatie
en vermindering van administratieve lasten, 2) de interne markt, 3) financiering,
4) vaardigheden en 5) verbeterde coördinatie van Europees en nationaal beleid.
Nederland onderschrijft het doel van de Commissie om het Europese concurrentievermogen
te versterken door de productiviteitsgroei te verhogen en onderschrijft dat er ontwikkelingen
zijn die de concurrentiepositie van Nederland en Europa momenteel onder druk zetten.
Dit gaat bijvoorbeeld om het achterblijven van met name private investeringen in onderzoek,
innovatie en valorisatie, en de verharding van het geopolitieke klimaat. Ook hebben
bedrijven te weinig toegang tot durfkapitaal, wat het belang van de verdieping van
de kapitaalmarktenunie onderstreept. Een concurrerende economie is belangrijk voor
de Nederlandse welvaart omdat het zorgt voor meer kwalitatieve banen, hogere inkomens,
betere producten en diensten, en voldoende belastinginkomsten om publieke voorzieningen
te financieren. De versterking van de Europese interne markt is daarvoor essentieel.
Tegen deze achtergrond verwelkomt Nederland het belang van de drie thema’s die de
basis vormen voor het kompas en de speciale aandacht die er is voor versterking van
de interne markt. Nederland kijkt met interesse uit naar de uitwerking van de voorgestelde
initiatieven van de Commissie.
Ten aanzien van financiering staat in het kompas dat het volgende Meerjarig Financieel
Kader (MFK) een kans biedt ten aanzien van de structuur en de verdeling van middelen
voor concurrentievermogen binnen het MFK. De Commissie is voornemens om hiervoor een
Europees concurrentiefonds op te richten met als doel stroomlijning en versimpeling
van de bestaande financiële Europese instrumenten. Nederland deelt de analyse dat
het MFK kan worden gestroomlijnd en versimpeld en zal voorstellen van de Commissie
hiertoe bezien in het kader van de MFK-onderhandelingen.
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact
van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Dit is
een terugkerend Ecofin agenda-item. Oekraïne is afhankelijk van externe steun om de
Russische agressie te blijven weren en de maatschappij overeind te houden. Het IMF
raamt het totale externe financieringstekort voor de periode 2023–2027Q1 op tussen
de USD 148 mld. en USD 177,2 mld., afhankelijk van wanneer de oorlog eindigt.4 De totale herstel- en wederopbouwnoden worden door de Wereldbank geschat op USD 486 mld.5 De EU-Oekraïne-faciliteit van EUR 50 mld. voor de periode 2024–2027 en het IMF-programma6 zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten
(deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie
voort te zetten.
Ook heeft de Commissie op 18 december jl. het uitvoeringsbesluit aangenomen betreffende
de uitwerking van het EU-aandeel van de G7 ERA-leningen. Met dit uitvoeringsbesluit
wordt 18,1 mld. euro vrijgegeven aan Oekraïne. Het EU-aandeel is daarmee naar beneden
bijgesteld ten opzichte van de eerder veronderstelde 35 mld. euro. De nationale garantie
uit hoofde van het eigenmiddelenbesluit op de begroting van het Ministerie van Financiën
zal naar beneden worden bijgesteld door de verlaging van het EU-aandeel van het G7-akkoord.
Op basis van het huidig Nederlandse bni-aandeel van 6,1% zal de garantie dalen van
EUR 3,4 mld. naar circa EUR 1,8 mld.
In de Ecofinraad zal mogelijk ook stilgestaan worden bij de (uitvoering van de) sancties
tegen Rusland. In lijn met de motie Boswijk c.s.7 blijft Nederland openstaan om verdere maatregelen voor het gebruik van de (opbrengsten
over de) bevroren Russische Centrale-banktegoeden te verkennen. Dit moet in EU-verband
en in nauwe samenwerking met G7-partners gebeuren. Kabinetsbeleid is dat Nederland
Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen
in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is.
Decharge Europese jaarbegroting 2023
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council recommendation on the discharge to be given to the Commission in respect of
the implementation of the general budget of the European Union for the financial year
2023»
Aard bespreking: gedachtewisseling en aanname Raadsaanbeveling
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
De Ministers zullen van gedachten wisselen en stemmen over de aanname van de Raadsaanbeveling
aan het Europees Parlement voor het verlenen van decharge aan de Europese Commissie
over de uitvoering van de Europese begroting 2023.
De Europese Rekenkamer (ERK) schat het foutenpercentage bij de uitgaven over 2023
op 5,6%, dit was in 2022 4,2% (2021: 3%). De goedkeuringsdrempel is maximaal 2,0%.
Nederland acht het zorgelijk dat nog steeds teveel fouten worden gemaakt bij uitgaven
van de EU-begroting en dat sprake is van een opwaartse trend. Positief is de constatering
dat er wederom geen onjuistheden zijn opgemerkt ten aanzien van de ontvangsten.
Nederland hecht veel waarde aan de belangrijke en onafhankelijke rol van de ERK als
externe auditor van de EU. Het werk van de ERK draagt bij aan de verantwoording, de
transparantie en het financieel beheer van de EU en kan zo het vertrouwen van de burgers
in de EU vergroten. Nederland vindt dan ook dat het oordeel van de ERK bij het opstellen
van het dechargeadvies van de Raad aan het Europees Parlement zwaar mee moet wegen.
De Raadsaanbeveling doet volgens Nederland onvoldoende recht aan het afkeurende oordeel
van de ERK en geeft onvoldoende aanknopingspunten voor oplossingen om het foutenpercentage
te verbeteren.
In lijn met de motie Van Dijk c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2124) heeft Nederland zich de afgelopen periode tijdens de technische besprekingen in
de Raad actief ingezet bij het opstellen van de Raadsaanbeveling voor decharge. Nederland
is hierbij opgetrokken met gelijkgezinde lidstaten. Deze verbeteringen zagen onder
andere toe op voldoende aandacht voor het stijgende foutenpercentage, met een nadruk
op het foutenpercentage bij de cohesie-uitgaven (gestegen van 6,4% naar 9,3%) en andere
hoog risico uitgaven.
Het is hierbij goed om te benoemen dat de Commissie een andere methode voor de risico-inschatting
van het foutenpercentage hanteert, waarbij het foutenpercentage wel binnen de materialiteitsgrens
valt. Nederland volgt de lezing van de ERK en heeft een oproep gedaan aan de Commissie
om de berekening van het foutenpercentage te evalueren. Op het moment van schrijven
heeft Nederland – samen met enkele gelijkgezinde lidstaten – een stemverklaring opgesteld
waarin de belangrijke en onafhankelijke rol van de Europese Rekenkamer als externe
auditor van de EU wordt benadrukt.
Op basis van het voorgaande is er volgens Nederland onvoldoende basis om in te stemmen
met de voorliggende Raadsaanbeveling met een positief dechargeadvies aan het Europees
Parlement. Het kabinet is dus voornemens om – net als in eerdere jaren – tegen de
aanname van het positieve dechargeadvies te stemmen. Dit jaar is de verwachting dat
naast Nederland ook een aantal gelijkgezinde landen tegen het positieve dechargeadvies
zullen stemmen. Naar verwachting zal echter een gekwalificeerde meerderheid van de
Raad instemmen met het aannemen van een positief dechargeadvies aan het Europees Parlement
en zal de Raadsaanbeveling, ondanks de tegenstem van Nederland, worden aangenomen.
Begrotingsrichtlijnen voor Europese begroting 2026
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council conclusions on the budget
guidelines for 2026».
Aard bespreking: aanname
Besluitvormingsprocedure: consensus
Toelichting:
De Raad geeft de Commissie jaarlijks via de begrotingsrichtlijnen (Raadsconclusies)
sturing bij het opstellen van de Europese conceptbegroting voor 2026. De begrotingsrichtlijnen
zijn niet juridisch bindend. Besluitvorming in de Raad vindt plaats op basis van consensus.
Er is geen rol voor het Europees Parlement. De besluitvorming over de EU-begroting
zelf in de Raad vindt plaats met gekwalificeerde meerderheid en in het Europees Parlement
met gewone meerderheid.
In de begrotingsrichtlijnen wordt het belang van een prudente begroting benadrukt
en aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar moeten zijn voor de belangrijkste
prioriteiten van de EU. Daarnaast benadrukt de Raad, net als voorgaande jaren, het
belang van budgettaire discipline: de plafonds van het MFK moeten gerespecteerd worden
en er moet voldoende flexibele ruimte beschikbaar blijven om te kunnen reageren op
onvoorziene omstandigheden gedurende het jaar. Verder wordt het belang genoemd van
betrouwbare en precieze ramingen om de voorspelbaarheid van de afdrachten van lidstaten
aan de EU te vergroten. Tevens roept de Raad alle EU-instellingen op om zich te houden
aan de afspraken omtrent personeelsformatie en het verlagen van de administratieve
uitgaven.
Ook gaan de Raadsconclusies in op EU-steun aan Oekraïne. Er wordt aangegeven dat de
EU, samen met haar partners Oekraïne zal steunen zolang als nodig blijkt. De Raad
geeft verder aan dat de herprioriteringen die zijn afgesproken in de tussentijdse
MFK-herziening van 2024 weerklank moeten vinden in de conceptbegroting voor 2026.
De Raad roept de Commissie op om volledige transparantie te bieden met betrekking
tot de leningen en rentekosten van het coronaherstelfonds, omdat kostenoverschrijdingen
met betrekking tot de rente op de leningen van het herstelfonds deels binnen de begroting
en deels via het in de MFK-herziening opgerichte EURI-instrument moeten worden gedekt.
Hierbij wordt verwezen naar de conclusies van de Europese Raad van 1 februari 2024
hierover.
Nederland is voornemens om in te stemmen met de begrotingsrichtlijnen van de Raad
aan de Commissie. Deze geeft een gebalanceerd beeld van de prioriteiten van de Raad
ten aanzien van de Europese begroting voor 2026. Er wordt geen discussie in de Raad
verwacht. De Commissie neemt de begrotingsrichtlijnen mee in het voorstel voor de
begroting van 2026, dat naar verwachting in juni 2025 verschijnt.
Europees Semester 2025
Document: De concept Raadsconclusies en Raadsaanbevelingen zijn op het moment van schrijven
nog niet beschikbaar. Deze documenten worden voorafgaand aan de vergadering op het
Delegates Portal geplaatst onder de titels «Alert Mechanism Report 2024 Council conclusions»
en «Council recommendations on the economic policy of the euro area».
Aard bespreking: besluitvorming – aanname Raadsconclusies Alert Mechanism Report (AMR) een goedkeuring
eurozone aanbevelingen (Euro Area Recommendations, EAR).
Besluitvormingsprocedure: Aanname Raadsconclusies met consensus, goedkeuring eurozone aanbevelingen met gekwalificeerde
meerderheid waarbij alleen de eurolanden stemmen.
Toelichting:
De Commissie heeft op 17 december 2024 het tweede deel van het herfstpakket in het
kader van het Europees Semester gepubliceerd. Het pakket bestaat uit verschillende
onderdelen, waaronder: het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme (Alert
Mechanism Report, AMR) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure
(MEOP), het voorstel voor de aanbeveling van de Raad over het economisch beeld van
de eurozone (Recommendation on the economic policy of the euro area, Euro Area Recommendation, EAR) en het voorstel voor een gezamenlijk verslag over de sociale en werkgelegenheidsontwikkelingen
(Proposal for a Joint Employment Report, JER).
Een kabinetsappreciatie van het AMR en EAR is opgenomen in de nazending op de geannoteerde
agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van januari 2025. De kabinetsappreciatie van
de JER wordt opgenomen in de geannoteerde agenda over de Raad WSBVC van begin maart
2025.
In de Ecofinraad liggen de EAR en de Raadsconclusies voor het AMR ter besluitvorming
voor. De EAR worden de dag voor de Ecofinraad in de Eurogroep besproken. De annotatie
van de EAR kan bij dit agendapunt in deze geannoteerde agenda gevonden worden.
In het AMR worden aan de hand van een scorebord met indicatoren mogelijke macro-economische
onevenwichtigheden opgespoord en bepaald welke lidstaten onderwerpen worden aan nader
onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten
te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een
risico vormen voor de lidstaten zelf, de eurozone, of de Europese Unie als geheel.
De Commissie is voornemens om dit jaar in tien lidstaten de ontwikkeling van onevenwichtigheden
nader te onderzoeken. Dit zijn Cyprus, Duitsland, Estland, Griekenland, Italië, Hongarije,
Nederland, Roemenië, Slowakije en Zweden. De Commissie zal voor het elfde jaar op
rij een diepteonderzoek uitvoeren naar mogelijke onevenwichtigheden in de Nederlandse
economie die verband houden met het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans
en de hoge private schulden. Het overschot op de lopende rekening wordt in belangrijke
mate veroorzaakt door structurele kenmerken van de Nederlandse economie zoals de sterke
exportsector. Daarom voert Nederland geen expliciet beleid ten aanzien van de lopende
rekening.
Nederland is voornemens om in te stemmen met de Raadsconclusies voor het Alert Mechanism Report en de goedkeuring van de eurozone-aanbevelingen te steunen.
Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele
plannen en buitensporigtekortprocedure
Document: Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst
onder de titel «MTFSPs recommendations».
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid (lidstaat zelf stemt niet mee over eigen plan en voor
eurozonelanden enkel de eurozonelidstaten)
Toelichting:
In het kader van het herziene Europese begrotingsraamwerk hebben lidstaten budgettair-structurele
plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend, met daarin hun voorgenomen
begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. Tot nu toe hebben 22 lidstaten hun
plan ingediend. De Commissie heeft deze plannen beoordeeld en voor 21 lidstaten op
26 november 2024 aanbevelingen aan de Raad van de Europese Unie gedaan8. De aanbevelingen zien o.a. toe op het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad
en de correctie van buitensporige tekorten voor acht lidstaten. De Ecofinraad heeft
op 21 januari de Raadsaanbevelingen van deze 21 lidstaten goedgekeurd. Uw Kamer is
op 20 december 2024 geïnformeerd over deze Raadsaanbevelingen en de kabinetsinzet9.
Ook Hongarije diende een plan in, maar dit kwam niet overeen met de gestelde eisen
in de verordening van het herziene begrotingsraamwerk. Belangrijkste reden was dat
de jaarlijkse verbetering van het structureel saldo niet voldeed aan de minimale jaarlijkse
saldoverbetering van 0,5% die noodzakelijk is voor lidstaten in een buitensporigtekort.
De Commissie besloot hierop om de publicatie van haar beoordeling (en voorstel voor
een Raadsaanbeveling) uit te stellen. Hongarije kreeg hierdoor de kans zijn plan aan
te passen. Dit heeft Hongarije gedaan. Met het gewijzigde plan voldoet Hongarije wel
aan de vereiste dat lidstaten in een buitensporig tekort, het structureel saldo jaarlijks
verbeteren met minimaal 0,5%. De Commissie publiceerde op 26 november 2024 wel een
Raadsaanbeveling met het oog op het beëindigen van de situatie van een buitensporig
tekort in Hongarije, dat door de Raad is aangenomen. De Commissie stelt nu voor om
dit in lijn te brengen met het aangepaste plan.
De Commissie oordeelt dat het aangepaste uitgavenpad zoals voorgesteld door Hongarije
voldoet aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling
aan de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
De Commissie merkt op dat Hongarije in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name op gebied van inflatie
en het gebruik van recente data. De Commissie vindt deze afwijkingen acceptabel. De
Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei
ten opzichte van de aannames van de Commissie. De Commissie plaatst de kanttekening
dat het plan geen begrotingsstrategie bevat aangezien de precieze invulling van de
relevante beleidsmaatregelen nog moet worden bevestigd. Het plan omvat verder een
aantal niet-gekwantificeerde tekort-verhogende maatregelen op verschillende gebieden.
Er kunnen volgens de Commissie dus verdere begrotingsstrategie maatregelen nodig zijn
om de doelstellingen in het plan te bereiken.
Bij gebrek aan een plan dat door de Raad was goedgekeurd, weerspiegelde het corrigerende
netto-uitgavenpad dat op 21 januari werd aangenomen door de Raad het zogenaamde referentietraject
van de Commissie. Op 16 januari 2025 heeft de Commissie een gewijzigde Raadsaanbeveling
voorgesteld, dat in lijn is gebracht met het uitgavenpad in de Raadsaanbeveling ter
goedkeuring van het aangepaste plan van Hongarije. Met het gewijzigde plan voldoet
Hongarije wel aan de vereiste dat lidstaten in een buitensporig tekort, het structureel
saldo jaarlijks verbeteren met minimaal 0,5%. Het begrotingstekort daalt naar verwachting
in 2026 onder de referentiewaarde van 3%. Het kabinet kan zich vinden in de beoordeling
van de Commissie en is voornemens om in te stemmen met de Raadsaanbevelingen.
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,8
4,5
4,3
4,1
N.v.t.
Uitgavengroei in oorspronkelijk plan (%)
6,1
3,8
4,0
4,8
N.v.t.
Uitgavenpad in aangepast plan
4,3
4,0
3,9
3,7
n.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,66
0,66
0,66
0,66
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
– 0,3
0,2
0,2
0,2
N.v.t.
SPS in aangepast plan (jaarlijkse verandering
0,5
0,5
0,5
0,5
n.v.t.
Schuldratio in aangepast plan (in % bbp)
73,5
71,3
69,9
68,2
54,5
Begrotingstekort in aangepast plan (in % bbp)
– 3,6
– 2,5
– 2,0
– 1,5
– 2,2
Voorbereiding van de bijeenkomst van de Minister van Financiën en gouverneurs van
de centrale banken van de G20 op 26–27 februari 2025: EU-mandaat
Document: EU terms of Reference
Aard bespreking: Aanname «EU terms of Reference»-document
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op 26 en 27 februari a.s. vindt in Kaapstad de eerste G20-bijeenkomst voor Ministers
van Financiën en centrale bankgouverneurs (1st FMCBG) onder het Zuid-Afrikaanse voorzitterschap plaats. De Raad zal de agenda bespreken,
evenals de EU-inzet. Dat laatste wordt vastgesteld in een «Terms of Reference»-document.
Onder het motto «Solidariteit, Gelijkheid, Duurzaamheid» (Solidarity, Equality, Sustainability)
heeft Zuid-Afrika een aantal prioriteiten gepresenteerd om o.a. de schuldhoudbaarheidsrisico’s
in lage-inkomenslanden te adresseren en duurzame economische ontwikkeling te bevorderen.
In aanloop naar de G20-top in Johannesburg op 22 en 23 november a.s. wordt er in werkgroep-,
deputies- en ministerieel verband gewerkt aan de realisatie van een aantal deliverables.
Omdat dit de eerste ministeriële bijeenkomst is onder het nieuwe voorzitterschap,
zullen er in Kaapstad geen beslisstukken voorliggen. Deelnemers zullen vooral de kans
krijgen om politieke sturing te geven aan de onderliggende (ambtelijke) werkgroepen.
Nederland is aanwezig bij de G20-bijeenkomsten op uitnodiging van Zuid-Afrika.
Nederland kan zich vinden in veel van de prioriteiten van het Zuid-Afrikaans voorzitterschap.
Als grote aandeelhouder van de belangrijkste multilaterale ontwikkelingsbanken, zoals
de Wereldbank, pleit Nederland al geruime tijd voor hervormingen die de operationele
en financiële slagkracht van deze instellingen kunnen versterken. Omdat publieke middelen
niet zullen volstaan om lage- en midden-inkomenslanden te ondersteunen in hun ontwikkelingspad,
moet er ook worden ingezet op de mobilisering van privaat kapitaal. Ook steunt Nederland
initiatieven om o.a. schuldentransparantie te bevorderen in lage-inkomenslanden, nieuwe
financiële risico’s (zoals op het gebied van cyber en kunstmatige intelligentie) te
bevorderen, infrastructuurinvesteringen te verhogen en macro-economische weerbaarheid
te versterken. Deze elementen zijn terug te vinden in het «Terms of Reference»-document,
dat richtlijnen biedt voor de EU-inzet, en kan daarom door Nederland worden gesteund.
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)
Document: Nog niet beschikbaar
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van
de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Naar verwachting zal de Europese Commissie (de
Commissie) een update geven over de implementatie. Nederland kan de update aanhoren.
Daarnaast zullen tijdens de Ecofinraad aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter
goedkeuring van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) van België en Letland ter besluitvorming
voorliggen. Hieronder volgt een beschrijving van de aanpassingen, de beoordeling van
de Commissie en de kabinetsinzet.
De Commissie heeft op 23 januari het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Belgische HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van België op 7 januari 2025
tot aanpassing van het Belgische HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd, en is eerder aangepast op 8 december 2023
en 10 december 2024.
België maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor wijziging
verwijs ik u naar het verslag van de Eurogroep- en Ecofinraad van juni 202410. De aanpassing heeft betrekking op één maatregel, namelijk digitalisering binnen
de Vlaamse overheid. Deze maatregel wordt aangepast, omdat er een beter alternatief
geïmplementeerd kan worden waarbij de administratieve lasten lager zijn maar de oorspronkelijke
ambitie van de maatregelen gewaarborgd blijft.
De Commissie oordeelt dat de redenen die België aandraagt een aanpassing van het plan
rechtvaardigen en dat het Belgische herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de
eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie.
Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van
het uitvoeringsbesluit van de Raad.
De Commissie heeft op 27 januari het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Letse HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van Letland op 18 december 2024
tot aanpassing van het Letse HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd en is eerder aangepast op 8 december 2023.
Letland maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden. De aanpassing heeft betrekking op 28 maatregelen. Letland heeft aangegeven
dat tien maatregelen zijn aangepast omdat er betere alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden om de oorspronkelijke ambitie van de maatregelen te verwezenlijken.
Deze maatregelen hebben onder andere betrekking op digitalisering, de groene transitie,
arbeidsmarktbeleid, professionalisering en openheid van de overheid, elektriciteitsnetwerken
en openbaar vervoer. Daarnaast geeft Letland aan dat er voor 13 maatregelen betere
alternatieven bestaan waarmee de administratieve lasten verminderd kunnen worden.
Deze maatregelen hebben betrekking op o.a. de groene transitie, crisismanagement,
digitalisering, sociale inclusie, arbeidsmarktbeleid en innovatie in de overheids-,
zorg- en onderwijssectoren.
Daarnaast geeft Letland aan dat twee maatregelen niet langer haalbaar zijn door onvoldoende
marktvraag. Dit betreft maatregelen voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden
in bedrijven en inzet op veerkracht en continuïteit van langdurige (sociale) zorg.
Letland heeft verzocht om de vrijkomende gelden te gebruiken om drie nieuwe maatregelen
toe te voegen en het ambitieniveau van één maatregel te verhogen. Deze maatregelen
hebben betrekking op o.a. openbaar vervoer infrastructuur, digitalisering en sociale
huur woningbouw.
De Commissie oordeelt dat de redenen die Letland aandraagt een aanpassing van het
plan rechtvaardigen en dat het Letse herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan
de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de
Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing
van het uitvoeringsbesluit van de Raad.
Mogelijk zullen er meer voorstellen tot aanpassing van uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring
van een HVP van lidstaten worden gepubliceerd in aanloop naar de Ecofinraad. In dat
geval zal de Kamer hierover een nazending van deze geannoteerde agenda ontvangen waarin
de aanpassing wordt toegelicht en een kabinetsappreciatie wordt gegeven.
Overig
Vereenvoudiging, opschoning en vermindering van de regeldruk
Het Poolse voorzitterschap ziet vereenvoudig, opschoning en verminderingen van de
regeldruk als een belangrijk thema voor het komende halfjaar. Om die reden wordt dit
onderwerp standaard toegevoegd aan «overige zaken» op de agenda.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.